Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Deel A: casus Shotjes!

Deel I

Royce en Hadrian zijn aanwezig op een feest dat op de derde verdieping van een studentenflat op de Uithof gehouden wordt. Rondom de flat loopt een aantal katten. Na de consumptie van een aantal shottjes bedenkt Royce, die een hekel heeft aan katten, een spel. Hij nodigt Hadrian uit om mee te doen en legt de spelregels als volgt uit: “We gooien lege shotflesjes vanaf het balkon naar beneden. Wie het eerst een kat raakt, wint!” Hadrian, ook niet helemaal nuchter meer, is wel in voor een uitdaging en loopt mee naar het balkon. Vanaf het balkon gooien Royce en Hadrian om de beurt een leeg shotflesje naar beneden. Ze missen de katten echter keer op keer. Dan komt de jonge rechtenstudente Arista aanlopen. Zij is net uit de bus gestapt en passeert de studentenflat op weg naar huis. “Houd daarmee op! Dit is levensgevaarlijk!”, roept Arista naar de jongens, terwijl het glas van uiteenspattende shotflesjes haar om de oren vliegt. Omdat de jongens blijven gooien, besluit Arista haar boodschap kracht bij te zetten met de volgende mededeling: “Ik bel de politie!”, schreeuwt ze omhoog. Vervolgens blijft ze staan om de daad bij het woord te voegen en rommelt ze in haar tas, op zoek naar haar mobiele telefoon. Op dat moment pakt Royce een vol shotflesje uit het krat, de lege zijn inmiddels op. Hij geeft het flesje aan Hadrian. Hadrian aarzelt: hij denkt aan hetgeen Arista gezegd heeft en twijfelt of dit wel zo’n goed idee is. Bovendien vindt hij het zonde van het shot. Omdat hij geen gezichtsverlies wil lijden tegenover Royce, gooit hij het shotflesje toch naar beneden. Het flesje raakt Arista’s hoofd. Ze valt om en blijft stil liggen.

Vraag 1

Neem aan dat Arista niet is overleden. Is dan in casu sprake van een strafbare poging tot doodslag (art. 45 jo. 287 Sr)?

Deel II

Hevig geschrokken kijken de jongens elkaar aan. “Ik wil niet dat ze dood gaat!”, roept Hadrian tegen Royce. Vervolgens grijpt Hadrian zijn mobiele telefoon, belt 112 en meteen daarna zijn vriend Bram, die geneeskunde studeert en in dezelfde studentenflat woont, met het verzoek onmiddellijk te komen. Royce rent naar binnen en neemt de lift naar beneden. Daar aangekomen ziet hij Arista bewusteloos op de grond liggen. Haar gezicht is lijkbleek en ze heeft een gapende hoofdwond.

Royce legt voorzichtig zijn jas over Arista heen om haar warm te houden en stelpt het bloeden provisorisch met zijn zakdoek. Hij blijft naast Arista zitten tot Bram gearriveerd is. Bramnverleent Arista de nodige medische bijstand. Kort daarna komen de ambulancebroeders aanrijden. Arista wordt naar het ziekenhuis gebracht, waar artsen haar het leven weten te redden. Ze ligt nog weken in coma. Naar later blijkt, had Arista het incident niet overleefd als de jongens niet zo snel en adequaat gehandeld hadden, nadat zij door het shotflesje was geraakt.

Vraag 2

Kunnen Royce en Hadrian zich in casu met succes beroepen op vrijwillige terugtred?

Vraag 3

Royce en Hadrian worden uiteindelijk vervolgd voor zware mishandeling (art. 302 Sr). Op grond van welke deelnemingsvorm is zowel Royce als Hadrian strafbaar?

Deel III

Stel, in afwijking van het voorgaande, dat Arista tijdens een spoedoperatie in het ziekenhuis overlijdt, doordat tijdens deze noodzakelijke operatie complicaties zijn ontstaan. De dienstdoende arts had net zijn specialistenopleiding afgerond en kon wegens zijn gebrek aan ervaring deze complicaties niet het hoofd bieden. Bovendien had hij al twaalf uur achter elkaar gewerkt en kon hij zijn vermoeidheid gedurende de operatie met moeite onderdrukken. Royce en Hadrian worden vervolgd voor zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend (art. 302 lid 2 Sr). De raadsman van Royce en Hadrian voert aan dat Arista als gevolg van het medisch handelen door de arts is komen te overlijden en niet door de gedragingen van zijn cliënten.

Vraag 4

Heeft het verweer van de raadsman kans van slagen?

Vraag 5a

Welke drie vragen moet de rechter zich stellen bij de beoordeling van de strafuitsluitingsgrond ontoerekenbaarheid?

Vraag 5b

Kan culpa in causa bij dit oordeel een rol spelen? Motiveer uw antwoord.

Vraag 6

Kan het opzet van een medewerker van een rechtspersoon worden toegerekend aan die rechtspersoon? Motiveer uw antwoord aan de hand van de jurisprudentie.

Vraag 7

Myron werkt bij de kleine dierenspeciaalzaak ‘D’n brave hond’. Het bedrijf heeft al een aantal jaren last van een grote concurrent in de straat die alle klandizie wegkaapt. De directeur-eigenaar van het eenmansbedrijf ‘D’n brave hond’, Han Catz, besluit daarom naast de legale handel in hagedissen een illegale handel in beschermde uitheemse kameleons op te zetten. Deze kameleons leveren veel op terwijl zij heel erg kunnen lijken op hagedissen en daardoor niet opvallen binnen het bedrijf. Bij de verkoop van kameleons worden twee bonnen gemaakt: één voor de klant die de prijs van de kameleon vermeldt en één voor deadministratie van Catz waarop staat dat zijn bedrijf (veel goedkopere) hagedissen heeft verkocht. De fraude wordt echter na enige tijd ontdekt. Uit het onderzoek blijkt dat met name Myron zich met de verkoop van de kameleons bezig hield en ook de valse bonnen heeft opgemaakt.

Kan de officier van justitie Han Catz met succes vervolgen ter zake van het plegen van valsheid in geschrifte (art. 225 lid 1 Sr)?

Vraag 8

Wat is een kwaliteitsdelict? Geef een voorbeeld en vermeld waarin de kwaliteit is gelegen.

Antwoordindicatie

Vraag 1

De voorwaarden voor een strafbare poging (art. 45 Sr) zijn: er is sprake van een misdrijf, er is een voornemen van de dader (ook wel in de zin van voorwaardelijke opzet) en er is een begin van uitvoering van het misdrijf. Allereerst is er sprake van een misdrijf, namelijk doodslag (art. 287 Sr). Dan moet er sprake zijn van voorwaardelijke opzet van Hadrian. Voor voorwaardelijke opzet is nodig (volgens Hiv 1) dat Hadrian de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het gevolg zou intreden. In casu heeft Hadrian, door het flesje te gooien, de kans aanvaard, omdat hij wist of behoorde te weten dat hij een kans had dat haar zou raken, mede gezien het feit dat hij ook twijfelde of het wel een goed idee was, dit moet je uitwerken. ls laatste moet er sprake zijn van een begin van uitvoering, deze moet naar haar uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf (Cito-arrest). Het gooien van een vol flesje naar het meisje na een waarschuwing kan door een gemiddeld mens naar haar uiterlijke verschijningsvorm worden gezien als een poging tot voltooiing van het misdrijf. Aan alle vereisten voor een strafbare poging is volRoyce en dus sprake van een strafbare poging tot doodslag.

Vraag 2

Vrijwillige terugtred komt voort uit art. 46b Sr. Allereerst moet het misdrijf niet zijn voltooid, daar is sprake van, het misdrijf is namelijk moord, maar dat is niet voltooid. Daarnaast moet er sprake zijn van een autonoom wilsbesluit, in principe besluiten ze wel zelf om Arista te gaan helpen, dus zou je kunnen betogen dat er hier sprake is van een autonoom wilsbesluit die niet wordt overschaduwd door externe pHadriankels, als Arista die stil op de grond ligt. Aangezien hier ook sprake is van een voltooide poging moet er krachtens r.o. 2.5 Remkabels ook een optreden van verdachte zijn dat naar aard en tijdstip geschikt is het intreden van het gevolg te beletten. Nu we hebben gelezen dat Arista zonder hun ingrijpen dood zou zijn geweest is er sprake van een terugtredactie en kunnen Royce en Hadrian met succes een beroep doen op vrijwillige terugtred.

Vraag 3

Op grond van medeplegen (art. 47 Sr) is zowel Royce als Hadrian strafbaar. De vereisten hiervoor zijn een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De nauwe samenwerking komt voort uit een materiële bijdrage, in casu dus van beide, Hadrian heeft het flesje gegooid wat door Royce aan hem is gegeven. Daarnaast moest bij beide dubbel opzet zijn naar het samen plegen van het feit en dat het feit plaats vindt. In casu hebben beide de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gevolg (het feit) zou intreden en hebben ze dit bewust samen geRoyce, door beide flesjes te gooien. Dan moet er ook een bewuste samenwerking zijn, dit komt mede voort uit het feit dat de uitvoeringshandeling inwisselbaar was, ook Royce had het flesje kunnen gooien, waaruit de samenwerking blijkt. Aan alle vereisten is dus volRoyce en beide zijn strafbaar op basis van deelneming (art. 47 Sr).

Vraag 4

In casu is sprake van de causaliteitsvraag; wie is de veroorzaker van het delict? Op basis van de leer van de redelijke toerekening wordt hier naar gekeken, uit het Kroeggeweld-arrest. De factoren hiervoor zijn: de aard van de gedraging, was er aanwezigheid van opzet bij Royce en Hadrian, wat is de strekking van de delictsomschrijving en was er sprake van een complexe causale keten. Allereerst is de gedraging van een shotflesje van grote hoogte richting iemand gooien naar haar aard geschikt om het desbetreffende gevolg in het leven te roepen, ieder weet dat het erg gevaarlijk is om zware voorwerpen richting een persoon vanaf grote hoogte te gooien. Daarbij was er, zoals eerder is behandeld in vraag 1, sprake van opzet, beide hadden namelijk de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gevolg zou intreden en hebben dus eigenlijk het gevolg enigszins ‘gewild’. Ook betreft art. 302 lid 2 Sr om de lichamelijke integriteit van een persoon te beschermen, welke door de gedraging van beide heren nu is geschonden. Echter, wel is sprake van een complexe causale keten, namelijk het feit dat tussen de gedraging en het overlijden nog een arts is gekomen die de dood niet heeft kunnen voorkomen. Er vind dan naar afweging van redelijkheid plaats tussen de oorzaken en aangezien alles begon bij de gedraging van Royce en Hadrian, zonder hoefde de arts niet eens in actie te komen, kan het gevolg worden toegerekend aan Royce en Hadrian, nu alle factoren positief zijn beantwoord.

Vraag 5a

De rechter moet allereerst de vraag beantwoorden of er ten tijde van het ten laste gelegde feit sprake was van een psychische stoornis of een verminder van geestesvermogens bij de dader. Vervolgens moet de rechter de vraag stellen of deze stoornis van invloed is geweest op het delict. Als laatste moet de rechter zich de vraag stellen of er niet, verminderd of geheel kan worden toegerekend.

Vraag 5b

Nee, van culpa in causa kan bij het onderdeel van toerekenbaarheid geen sprake zijn, omdat het om de vraag gaat of iemand leed aan een psychische stoornis, iets waar men zelf niet aan kan bijdragen. Culpa in causa kan wel een rol spelen, namelijk bij de derde vraag, hier wordt gekeken naar de omstandigheden van het geval en de toerekenbaarheid. Het kan zo zijn dat de verdachte zichzelf in een situatie heeft gesteld waaruit de verboden gedraging is gekomen.

Vraag 6

Ja, de opzet van een medewerker van een rechtspersoon kan worden toegerekend aan die rechtspersoon. Dit heeft de Hoge Raad besloten in het Gezondheidscertificaat-arrest. Dit kan wanneer aan de medewerker taken zijn toegekend, die geheel voor de medewerker haar zorg komt en de gedragingen van de medewerker ten behoeve van de rechtspersoon zijn en deze rechtspersoon op de hoogte was van de gedragingen van de medewerker. Dat de rechtspersoon geen toestemming had gegeven doet hier niet aan af (r.o. 7.2)

Vraag 7

Aangezien het hier gaat om een eenmanszaak is Han Catz als een natuurlijk persoon te beschouwen. Uit het IJzerdraad-arrest zijn twee criteria naar voren gekomen t.a.v. het daderschap van een natuurlijk persoon als functioneel dader, dit zijn: het beschikkingscriterium en het aanvaardingscriterium. Aan het beschikkingscriterium is volRoyce als de persoon een bepaalde feitelijke zeggenschap had over de activiteiten, dit is in casu aan volRoyce, omdat je als directeur van een bedrijf vermocht te beschikken of de handelingen plaats vonden, al helemaal, omdat hij de handel zelf heeft opgezet. Daarnaast moeten de gedragingen worden aanvaard door Han Catz, ook dit is het geval, omdat Han door het opzetten van de illegale handel ook redelijkerwijs heeft aanvaard dat hierbij de bonnetjes werden vervalst en aangezien deze naar zijn eigen administratie ging heeft hij deze anders placht te hebben aanvaard. Aan beide criteria is volRoyce, maar nu er in de delictsomschrijving volgt dat er ook sprake moet zijn van opzet, moet hier ook aan worden getoetst. Al met al, heeft de directeur in ieder geval de aanmerkelijke kans aanvaard dat het gevolg van vervalste bonnetjes zou intreden, omdat hij dit redelijkerwijs kon vermoeden en waarschijnlijk zelf heeft geïnitieerd, nu hij zelf de illegale handel is begonnen. Han Catz kan dus vervolgd worden voor valsheid in geschrifte.

Vraag 8

Een kwaliteitsdelict is een delict waarbij er een gevolg intreed bij de oorspronkelijke gedraging, waartoe de dader geen opzet hoeft hebben gehad. Een voorbeeld hiervan is mishandeling zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend (art. 300 lid 2 Sr). De kwaliteit ligt hier in het zwaar lichamelijk letsel, dit is een gevolg geweest van de mishandeling, maar de dader heeft hier geen opzet toe gehad. FOUT -  Kwaliteitsdelicten zijn delicten die niet tot een ieder zijn gericht, maar enkel tot (rechts)personen die over een bepaalde hoedanigheid of kwaliteit beschikken. Alleen degenen die over de geëiste kwaliteit beschikken zijn normadressaat van dit delict. Voorbeelden zijn: de ambtsmisdrijven (art. 355 e.v. Sr), en de eenvoudige bankbreuk (art. 340 Sr). In art. 355 Sr is de kwaliteit gelegen in de omstandigheid dat de dader hoofd van een ministerieel departement is; in art. 340 Sr is de kwaliteit gelegen in de omstandigheid dat de dader in staat van faillissement verkeert.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Materieel Strafrecht - UU - Recht - B2/B3 - Oefenmaterialen

Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2019/2020

Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2019/2020


Vragen

Deel A: open vragen

Vraag 1

Leg uit waarom het onderscheid tussen absolute en relatieve ondeugdelijkheid van de poging in het kader van straffeloosheid wel van belang is voor de objectieve pogingsleer en niet voor de subjectieve pogingsleer.

Vraag 2

Volgens Kelk en De Jong kan men zeggen dat de ruime opvatting over het wettelijk bestanddeel ‘wederrechtelijk’ op gespannen voet staat met het legaliteitsbeginsel. Leg deze stelling uit aan de hand en betrek in uw antwoord het Dreigbrief arrest (HR 9 februari 1971, NJ 1972, 1).

Deel B: Casus De vriendengroep

In het Limburgse gehucht Aaldbeek is voor jongeren weinig te doen. Drie vrienden die er opgroeiden – Henk, Sam en Michelle – hingen als tieners vaak rond op een net buiten het dorp gelegen verlaten industrieterrein. Ze rookten er samen jointjes en stookten er vuurtjes tussen de oude opslagcontainers die op het terrein stonden. Inmiddels zijn de vrienden allemaal 20 jaar oud en is de vriendschap onder druk komen te staan sinds Henk een vriendin uit Rotterdam heeft. De wekelijkse hangavond van de vriendengroep is al in geen tijden door Henk bezocht en de spaarzame keren dat Henk wel op kwam dagen deed hij nogal uit de hoogte. Henk zei bij de laatste ontmoeting dat de anderen ‘duidelijk geen idee hebben wat zich in de grote steden afspeelt’ en dat zij ‘hier weggestopt zitten in de provincie en altijd alleen zullen blijven’.

In een koude decemberweek appt Henk naar Sam en Michelle dat hij dat weekend zonder zijn vriendin in Aaldbeek zal zijn. Hij vraagt of zij het bier alvast klaarzetten voor een zaterdagavond chillen op hun oude vertrouwde plekje. Sam en Michelle komen elkaar tegen en bespreken dat het tijd wordt hun vriend eens op zijn plek te zetten. Ze spreken af dat ze Henk een van de oude opslagcontainers in zullen lokken, om deze vervolgens achter zijn rug op slot te doen. Van vroeger weten ze dat deze containers geen licht en lucht binnenlaten als je de deur vergrendelt en dat ze altijd vol rotzooi liggen. Michelle stelt voor om tegen Henk te zeggen dat ze een voorraad drugs en bier in een van de containers hebben liggen. Zij herinnert hen aan het feit dat Henk astmapatiënt is dus dat zij daar wel rekening mee moeten houden. Sam en Michelle lachen samen om het idee dat Henk de deur achter zich dicht hoort vallen en in het pikdonker achterblijft. Ze menen dat Henk hierdoor wel een toontje lager zal gaan zingen.

Op de bewuste avond treffen de jongeren elkaar op hun oude hangplek. Ze drinken biertjes en roken een jointje. Op enig moment zegt Koen tegen Gijs dat Redouan en Koen tegenwoordig een extra voorraad drugs en bier klaar hebben staan in een van de containers. Henk zegt dat hij

.....read more
Access: 
Public
Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2018/2019

Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2018/2019


Vragen

Deel A: algemene vragen over de studiestof

Vraag 1

Stelling: Aan strafbaarheid wegens voorbereidingshandelingen in de zin van art. 46 Sr staat niet in de weg dat sprake is van een ‘absoluut ondeugdelijk’ voorbereidingsmiddel of van een ‘absoluut ondeugdelijk’ object. Bespreek de juistheid van deze stelling aan de hand van twee arresten van de Hoge Raad.

Vraag 2

De Keijser beschrijft in zijn in het werkboek opgenomen artikel ‘Theoretische reflectie’ (DD 31, 2001, afl. 4) het positief en negatief retributivisme. Wat is het verschil tussen positief en negatief retributivisme?

Deel B: Casus Broedertwist

Mike is al een tijdje verliefd op Amanda. Zijn oudere broer, Gijs, heeft hem een week geleden verteld ook een oogje te hebben op Amanda. Op een woensdagavond krijgen ze een behoorlijke ruzie over Amanda, waarbij Gijs Mike bij zijn schouders grijpt en hem dreigend mededeelt dat hij Amanda met rust moet laten.

De volgende dag spreekt Mike af met zijn beste vriend Youri en vertelt aan Youri over hetgeen tussen hem en zijn broer is voorgevallen. Youri reageert fel: “Laat je nu weer over je heen lopen? Vorig jaar ging Gijs er ook al met jouw vriendin van door. Dit mag je niet laten gebeuren.” Youri stelt vervolgens voor Gijs tijdens de jaarlijkse bonte avond van de voetbalclub, die de volgende dag plaatsvindt, een lesje te leren. “We lokken hem naar een afgelegen plek en delen een aantal klappen aan hem uit, dan blijft hij voortaan wel van jouw vriendinnetjes af”, luidt Youri's plan. Youri geeft aan voor de zekerheid ook zijn zakmes mee te nemen. Dat vindt Mike een goed idee. Samen spreken ze af dat Youri Gijs de volgende avond naar een van de kleedkamers zal lokken, waar Mike klaar zal staan. De volgende dag, op vrijdagavond, wordt het plan zoals afgesproken uitgevoerd. Youri weet Gijs met een smoesje mee te lokken naar een afgelegen kleedkamer, waar Mike hen opwacht. Gijs schrikt en reageert boos als hij Mike ziet staan: “Wat doe jij nou hier, man? Moet je niet achter Amanda aan? Of heeft ze je soms net verteld dat ze verliefd is op mij?” Youri ziet Mike verstijven en spoort hem aan voor zichzelf op te komen. Vervolgens deelt hij zelf een flinke mep uit aan Gijs en zegt: “Zo doe je dat, nu jij.” Mike volgt Youri's voorbeeld en verkoopt zijn broer een klap. Gijs laat zich echter niet direct uit het veld slaan en valt Mike aan. Youri, die ziet dat Mike duidelijk minder sterk is, grist in zijn broekzak naar zijn zakmes en geeft het mes snel aan Mike en zegt daarbij: “Steek hem hiermee!” Zonder na te denken pakt Mike het zakmes aan en steekt het mes in de hals van Gijs. Gijs wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht en

.....read more
Access: 
Public
Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)

Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (1)


Casus

HR 13 september 2016

Hoge Raad der Nederlanden, Strafkamer

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 31 december 2014, nummer23/001109-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.

Hoge Raad:

1. Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrif- tuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de beslissingen over feit 1 en de strafoplegging betreft en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande beroep in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2. Beoordeling van het eerste middel

2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring onder 1 ten aanzien van het opzet ontoereikend is gemotiveerd.
2.2.1. Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenver- klaard: “dat hij op 7 juli 2013 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet met een vuur- wapen eenmaal op het lichaam van [slachtoffer] ge- schoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.”
2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op onder meer het volgende bewijsmiddel: “10. Een proces-verbaal met nummer 2013068336 van 8 juli 2013, opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina's 784 ev). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 8 juli 2013 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van verdachte: [slachtoffer] (het hof begrijpt: [slachtoffer]) kwam op 7 juli 2013 met [betrokkene] langs. [betrokkene] ging weg. Toen vroeg [slachtoffer] mij “laat het eens zien, dat pistool”. Ik heb het pistool toen uit een kastje ge- pakt. Ik hield het vast en liet het hem zien en opeens ging het af. Wij zaten op dat moment beide op de bank.”
2.2.3. Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen: “De raadsvrouw heeft in hoger beroep – kort samengevat en voor zover van belang – de volgende verweren gevoerd: Er is geen sprake van voorwaardelijk opzet op het onder 1 (...) tenlastegelegde. De verdachte was zich er niet van bewust dat het vuurwapen doorgeladen was en hij heeft de trekker niet bewust overgehaald. De verdachte sprak direct na het incident al van een ongeluk en heeft dat meerdere keren herhaald. De enkele keer dat hij anders heeft verklaard, berust op een onjuistheid. Dat de verdachte niet bewust de trekker heeft overgehaald, blijkt uit de hevige emoties tijdens het 112- gesprek. Voorts heeft deskundige Hermsen verklaard dat het wapen kan afgaan zonder de trekker over te halen. De voorzitter van de rechtbank heeft bij het tonen van het

.....read more
Access: 
Public
Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)

Materieel strafrecht - UU - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Deel A: casus Shotjes!

Deel I

Royce en Hadrian zijn aanwezig op een feest dat op de derde verdieping van een studentenflat op de Uithof gehouden wordt. Rondom de flat loopt een aantal katten. Na de consumptie van een aantal shottjes bedenkt Royce, die een hekel heeft aan katten, een spel. Hij nodigt Hadrian uit om mee te doen en legt de spelregels als volgt uit: “We gooien lege shotflesjes vanaf het balkon naar beneden. Wie het eerst een kat raakt, wint!” Hadrian, ook niet helemaal nuchter meer, is wel in voor een uitdaging en loopt mee naar het balkon. Vanaf het balkon gooien Royce en Hadrian om de beurt een leeg shotflesje naar beneden. Ze missen de katten echter keer op keer. Dan komt de jonge rechtenstudente Arista aanlopen. Zij is net uit de bus gestapt en passeert de studentenflat op weg naar huis. “Houd daarmee op! Dit is levensgevaarlijk!”, roept Arista naar de jongens, terwijl het glas van uiteenspattende shotflesjes haar om de oren vliegt. Omdat de jongens blijven gooien, besluit Arista haar boodschap kracht bij te zetten met de volgende mededeling: “Ik bel de politie!”, schreeuwt ze omhoog. Vervolgens blijft ze staan om de daad bij het woord te voegen en rommelt ze in haar tas, op zoek naar haar mobiele telefoon. Op dat moment pakt Royce een vol shotflesje uit het krat, de lege zijn inmiddels op. Hij geeft het flesje aan Hadrian. Hadrian aarzelt: hij denkt aan hetgeen Arista gezegd heeft en twijfelt of dit wel zo’n goed idee is. Bovendien vindt hij het zonde van het shot. Omdat hij geen gezichtsverlies wil lijden tegenover Royce, gooit hij het shotflesje toch naar beneden. Het flesje raakt Arista’s hoofd. Ze valt om en blijft stil liggen.

Vraag 1

Neem aan dat Arista niet is overleden. Is dan in casu sprake van een strafbare poging tot doodslag (art. 45 jo. 287 Sr)?

Deel II

Hevig geschrokken kijken de jongens elkaar aan. “Ik wil niet dat ze dood gaat!”, roept Hadrian tegen Royce. Vervolgens grijpt Hadrian zijn mobiele telefoon, belt 112 en meteen daarna zijn vriend Bram, die geneeskunde studeert en in dezelfde studentenflat woont, met het verzoek onmiddellijk te komen. Royce rent naar binnen en neemt de lift naar beneden. Daar aangekomen ziet hij Arista bewusteloos op de grond liggen. Haar gezicht is lijkbleek en ze heeft een gapende hoofdwond.

Royce legt voorzichtig zijn jas over Arista heen om haar warm te houden en stelpt het bloeden provisorisch met zijn zakdoek. Hij blijft naast Arista zitten tot Bram gearriveerd is. Bramnverleent Arista de nodige medische bijstand. Kort daarna komen de ambulancebroeders aanrijden. Arista wordt naar het ziekenhuis gebracht, waar artsen haar het leven weten te redden. Ze ligt nog weken in coma. Naar later blijkt, had Arista het incident

.....read more
Access: 
Public
Materieel strafrecht - UU - Extra oefenvragen

Materieel strafrecht - UU - Extra oefenvragen


Casusvragen

Vragen casus 1

Rijke ouders

Afgelopen zomer is de nu 19-jarige Freek geslaagd voor zijn eindexamen en hij heeft besloten om, voordat hij aan een vervolgopleiding begint, een jaar niets te doen. Hij heeft een baantje voor drie dagen in de week en brengt de rest van zijn tijd door met chillen met zijn vrienden. Zijn ouders zijn niet zo gelukkig met de vriendengroep van Freek: deze jongens zijn een paar jaar ouder dan Freek, slijten hun dagen met rondhangen en buurtbewoners klagen over overlast van de vriendengroep. Toch mag Freek van zijn moeder haar Opel Corsa gebruiken, waardoor hij min of meer als chauffeur binnen de vriendengroep fungeert. Dit doet Freek omdat hij graag bij de groep wil horen. Op een maandag in september belt vriend Emiel of Freek hem komt halen. Zoals gewoonlijk voldoet Freek aan dat verzoek en pikt Emiel op bij diens huis. Die vertelt dat hij heeft afgesproken met Jeroen en dus rijdt Freek naar het huis van Jeroen om hem ook op te pikken. Emiel en Jeroen vragen of Freek hen even wil helpen met een klusje en vertellen in de auto dat ze naar de woning willen gaan van een gezamenlijke vriendin,

Anna, die met haar ouders in een dorp verderop woont. Zoals Freek ook weet, zijn de ouders van Anna zeer welgesteld en woont de familie in een kast van een huis. Onderwegluistert Freek naar het gesprek tussen Jeroen en Emiel dat gaat over de slechte verhouding tussen Anna en haar ouders, die er nooit voor haar zijn omdat ze altijd aan het werk zijn. Wel is ze haar hele leven overladen met dure spullen, maar die kunnen voor haar de afwezigheid van haar ouders niet compenseren.

Als Freek in het dorp van Anna arriveert, heeft hij een slecht voorgevoel. Hij probeert niet meer te luisteren naar het gesprek, maar vangt toch flarden op als “die ouders een lesje leren”, “wij hebben meer aan die spullen dan zij” en “ik kan nog wel een laptop gebruiken”.

Jeroen en Emiel geven Freek de opdracht om twee straten achter het huis te parkeren en te wachten tot Emiel en Jeroen terugkomen. Jeroen voegt daar op dwingende toon aan toe dat als Freek niet op hun terugkomst wacht, hij niet langer tot de vriendengroep behoort.

Na een minuut of tien komen de twee inderdaad terug met in hun handen een laptop, een fotocamera, een audioset en Freek meent ook een iPad te zien. Nadat Jeroen enEmiel met de spullen in de auto zijn gestapt, krijgt Freek de opdracht om naar het huis van Jeroen te rijden. Daar aangekomen ziet hij Jeroen en Emiel met de spullen het huis binnengaan. Nu ze hem verder geen blik waardig keuren, besluit Freek

.....read more
Access: 
Public
Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Materieel Strafrecht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UU

Image
  • In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Materieel Strafrecht voor de opleiding Rechtsgeleerheid jaar 2/3, aan de Universiteit Utrecht.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Samenvattingen en studiehulp voor Rechten aan de Universiteit Utrecht
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2050
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.