ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018


Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Jan, woonachtig te Groningen, is in dienst van het bedrijf Snel Schoon B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. Hij krijgt van zijn werkgever de opdracht om de ramen te wassen van het huis van Kees, die in Haren woont. Omdat Jan ruzie heeft met Kees laat hij tijdens zijn werkzaamheden expres de ladder tegen de splinternieuwe Lamborghini van Kees vallen. De schade is enorm (ca. € 26.000).

  1. Wie is/zijn aansprakelijk jegens Kees om de schade te vergoeden? (3 pnt)
  2. Wie is uiteindelijk draagplichtig ten aanzien van de schade? (2 pnt)

Vraag 2

Twintig Maastrichtse wijnboeren willen gezamenlijk een organisatie oprichten. De bedoeling is dat zij jaarlijks hun druiven aan die organisatie leveren, die daar dan superieure wijn van maakt. De organisatie zal de wijn vervolgens onder de naam Chateau Maastricht verkopen en de winst onder de leden van de organisatie verdelen.

  1. Welke juridische vorm past het beste bij de door wijnboeren gewenste organisatie? (2 1/2 pnt)
  2. Op welk(e) vermogen(s) kunnen de crediteuren van de organisatie hun vorderingen verhalen? (2 1/2 pnt)

Vraag 3

Lees de considerans van de Regeling bloed- en urineonderzoek.

  1. Is deze regeling een algemene maatregel van bestuur?
  2. Is deze regeling op grond van een geattribueerde dan wel gedelegeerde bevoegdheid tot stand gebracht

Vraag 4

  1. Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Ontslag op staande voet’ (HR 27 september 1996, NJ 1997, 42 ;ook wel geheten OSV Brinkman/Theelen)? (3 pnt)
  2. Welk rechtsmiddel staat open voor de werknemer die het niet eens is met een ‘ontslag op staande voet’? (2 pnt)

Vraag 5

Noem twee verschillen tussen het Europese Hof van de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie ten aanzien van de rechtsmacht. (5 punten).

Vraag 6

Axel M. heeft in januari 2010 in het schuurtje bij zijn woning in Leeuwarden een stiletto gemaakt.Door opsporingsonderzoek van de politie komt dit kort daarna aan het licht, maar de zaak blijft een tijd op de plank liggen. De officier van justitie brengt pas in november 2017 de volgende dagvaarding uit tegen Axel M.:
‘(...) dat hij, Axel M., in januari 2012 te Groningen een wapen van categorie 1 van de Wet wapens en munitie heeft vervaardigd, te weten een stiletto (art. 2 lid 1 sub 1 jo. 13 lid 1 Wwm).’ Tijdens het onderzoek ter terechtzitting verweert Axel M. zich door te stellen dat hij het wapen onder dreiging heeft vervaardigd. De rechter vindt zijn beroep op psychische overmacht geloofwaardig. Bespreek alle formele vragen in het licht van deze casus (de materiële vragen komen bij vraag 9 aan bod).

Vraag 7

(Vervolg op de vorige vraag). Bespreek alle materiële vragen in het licht van de gegeven casus.

Vraag 8

In een op schrift gesteld noodbevel in de zin van art. 175 Gemeentewet verbiedt de burgemeester aan Karel Willem om een rampgebied te betreden. Betreft dit een Awb-besluit? Zo ja, welk soort?

Vraag 9

Pablo, die de Spaanse nationaliteit heeft, heeft een arbeidsovereenkomst gesloten met het energiebedrijf INICA, gevestigd te België. België meent dat de baan van Pablo beter door een Belg kan worden vervuld en weigert een verblijfsvergunning te verlenen aan Pablo.

  1. Op welke bepaling van vrij verkeer kan Pablo zich beroepen? (2 1/2 pnt)
  2. Bij welke rechter moet Pablo zijn zaak tegen België aanhangig maken? (2 1/2 pnt)

Vraag 10

Op de hoorcolleges over Europees Recht is aandacht besteed aan de vraag wie lidstaten van de Europese Unie zijn en kunnen zijn.

  1. Hoeveel lidstaten heeft de EU op dit moment? U hoeft dit antwoord niet toe te lichten. (1 punt)
  2. Waaraan dient een aspirant-lidstaat te voldoen om lid te worden van de EU? (4 punten)

Vraag 11

Aan welke vier voorwaarden moet volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep worden voldaan voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel?

Vraag 12

Pieter P., die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, wordt ervan verdacht schuldig te zijn aan deelname aan vechterij met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (art. 306 sub 1 Sr).
Kan de rechter-commissaris een bevel tot bewaring geven ten aanzien van Pieter P?

Vraag 13

Provinciale staten van Groningen besluiten tot invoering van een provinciale belasting op grond van artikel 220 Provinciewet. Gerard Doel, woonachtig te Groningen, wil tegen deze verordening opkomen bij de rechter. Hij is principieel van mening dat alleen de Rijksoverheid mag overgaan tot belastingheffing. Bovendien vreest hij dat zijn schade veroorzaakt door de verordening meer dan €30.000,- zal zijn.
Bij welke sector van de rechtbank Noord-Nederland kan hij beroep instellen tegen deze belastingverordening van de provincie Groningen?

Rechtsvinding

Vragen bij:

  • HR 22 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:456, JIN 2016/90, m.nt. M. van Kuilenburg.
  • R. ter Haar & G.H. Meijer, ‘Het overzichtsarrest van de Hoge Raad inzake noodweer nader beschouwd (ECLI:NL:HR:2016:456)’, Tijdschrift Praktijkwijzer Strafrecht (TPWS) 2016/49.

Vraag 1

De Hoge Raad verwerpt alle vier de cassatiemiddelen. Betekent dit dan ook dat de Hoge Raad het arrest van het hof niet casseert? Waarom wel/niet? (5 pnt)

Vraag 2

Annotator Van Kuilenburg stelt dat de verdachte weinig concreets heeft gemeld over de angst die de aanranding bij hem zou hebben veroorzaakt. De verdachte had er wijs aan gedaan om – indien mogelijk – hier meer concreets over te melden. Leg uit waarom. (5 pnt)

Vraag 3

  1. Welke proportionaliteitsmaatstaf heeft het Hof volgens de A-G wel juist geformuleerd maar niet juist toegepast? (2,5 pnt)
  2. Waarom heeft het Hof deze maatstaf niet goed toegepast volgens de A-G? (2,5 pnt)

Vraag 4

Volgens annotator Van Kuilenburg formuleert de Hoge Raad de proportionaliteitseis op een omgekeerd negatieve wijze.

  1. Hoe luidt die formulering (ga voor het antwoord te rade bij de annotatie van Van Kuilenburg)? (1,5 pnt)
  2. Lijkt A-G Vellinga (althans volgens annotator Van Kuilenburg) de proportionaliteitseis die de Hoge Raad formuleert te streng of juist niet streng genoeg te vinden? Leg uit. (3,5 pnt)

Vraag 5

  1. Is het volgens het Openbaar Ministerie in casu van belang dat verdachte een dealer is in verdovende middelen die zich in het drugscircuit heeft begeven? Waarom wel/niet? (2,5 pnt)
  2. Hoe denkt het hof over de hierboven bedoelde opvatting van het Openbaar Ministerie in dezen? (2,5 pnt)

Vraag 6

Onderschrijven Ter Haar en Meijer het oordeel van de Hoge Raad? Waarom wel/niet? (5 pnt)

Vraag 7

  1. Waarom is de Hoge Raad met dit overzichtsarrest gekomen? (2,5 pnt)
  2. Waarom is het volgens Ter Haar en Meijer opvallend dat de Hoge Raad juist dit arrest heeft aangegrepen om een overzichtsarrest te wijzen? (2,5 pnt)

Antwoordindicatie

Rechtsvorming

Vraag 1

Zie voor de uitwerking van deze vraag, Verheugt, m.n. § 6.2, p. 344 e.v.

  1. Zowel Pieter als De Grote Schoonmaak b.v. zijn beide aansprakelijk (1 punt), want:

Pieter is aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW (1 punt) en op grond van die onrechtmatige daad van Pieter is óók De Grote Schoonmaak aansprakelijk: de wetgever heeft namelijk deze aansprakelijkheid uitgebreid naar de werkgever in art. 6:170 lid 1 BW (1 punt, totaal 3 punten).

  1. Omdat Pieter met opzet handelde, is hij draagplichtig (1 punt), op grond van art. 6:170 lid 3 BW (1 punt, totaal 2 punten).

N.B. Een aantal studenten maakte geen onderscheid tussen aansprakelijkheid en draagplicht, zie hierover ook de hierboven genoemde paragraaf van Verheugt.

Vraag 2

  1. Het moest dus gaan om een ondernemingsvorm waarbij de winst onder de leden kon worden verdeeld. Dit is de coöperatie (1 punt), regeling in art. 2:53 BW (1 punt), omdat dit een aparte vereniging is om een bedrijf uit te oefenen/winst uit te keren (1/2 punt, totaal 21⁄2 punt).

N.B. een gewone vereniging mag op grond van de wet geen winst uitkeren aan haar leden. Een aantal studenten ging ten onrechte niet in op het aspect ‘lidmaatschap’.

  1. Crediteuren kunnen in beginsel alleen de coöperatie aanspreken (1 punt), want de coöperatie is een rechtspersoon met een eigen vermogen (1⁄2 punt), zie artikel 2:3 BW (1 punt, totaal 21⁄2 punt). Zie in dit verband ook het schema op p. 222 van het werkboek.

Vraag 3

  1. Nee, hier is geen sprake van een algemene maatregel van bestuur, want:
  • het begint niet met ‘Wij Beatrix’, evt. is niet ondertekend door ons staatshoofd (1 punt)
  • de Raad van State is niet gehoord (1 punt)
  • afkomstig van minister / naam ‘regeling’ (Verheugt, p. 65) (1 punt, totaal 3 punten)
  1. Het moet hier wel gaan om een gedelegeerde bevoegdheid (1 punt), die verkregen is op grond van de in de considerans genoemde artikelen, bijv. art. 163 lid WVW (1 punt, totaal 2 punten)

Vraag 4

  1. Ontslag op staande voet moet onverwijld worden medegedeeld, anders is het niet geldig; De HR besliste dat ontslag na 3 weken niet langer ‘onverwijld’ is; ook besliste de HR dat het niet afgeven van het door de werknemer geïnde geld aan de werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet kan zijn (3 pnt)
  2. Hij kan vernietiging vragen bij de kantonrechter; art. 7: 681 lid 1 sub a BW, via art. 671 lid 1 sub c BW (2 pnt)

Vraag 5

  1. EHRM gaat (alleen) over uitleg/schending van EVRM en de bijbehorende protocollen, ECJ (alleen) over uitleg Europese regelgeving. 32 EVRM, 258-259 VwEU, 19 lid 3 VEU (2 1⁄2 punten).
  2. Bij EHRM kunnen burgers lidstaten voor de rechter dagen, bij ECJ kan dat niet (alleen door Europese commissie of door een lidstaat) art. 33-34 EVRM & 258-259 VwEU (2 1⁄2 punten).

Vraag 6

1ste FV: feitsomschrijving, plaats, tijd + artikel in tll, dus geldig; 261 Sv (1 punt).
2e FV: misdrijf zie art. 55 lid 1 jo 56 Wwm dus inderdaad Rb sector straf; art. 45 RO jo. 382 Sv (1 punt), bovendien is Groningen volgens de tll locus delicti (=plaats delict), dus Noord-Nederland bevoegd, art. 2 Sv (1/2 punt).
3e FV: geen verjaring, er is meer dan zeven jaar verstreken (januari 2010-november 2017), dus delict lijkt verjaard (art. 70 lid 1 sub 2 Sr, misdrijf met gevangenisstraf van niet meer dan 3 jaren verjaart na 6 jaren. Op dit delict staat een gevangenisstraf van maximaal 9 maanden, zie art. 55 lid 1 Wwm); maar: tenlastelegging ander jaar (2012), en op grond daarvan is het niet verjaard en het proces wordt gevoerd op grondslag van de tlll. (2 punten)
4e FV, geen reden voor schorsing vervolging (1/2 punt)

Vraag 7

350 SV: 1ste MV: plaatsen tijd in casus en tll komen niet overeen, dus kunnen de feiten in de tll niet
worden bewezen (1 punt), volgt vrijspraak (1 punt).
2e MV: alle bestanddelen zijn opgenomen in de tll (het gaat slechts om ‘vervaardigen’ en ‘een wapen van categorie 1’); dus kwalificatie mogelijk en geen OVAR wegens niet kwalificeerbaarheid feit. Aan deze vraag komt de rechter echter niet toe, omdat bij de eerste materiele vraag tot een vrijspraak gekomen moet worden (1 punt).
3e MV: De verdachte beroept zich op de schulduitsluitingsgrond psychische overmacht (niet: rechtvaardigingsgrond), dat beroep komt bij de derde materiële vraag aan de orde en zou indien toegewezen tot een OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader kunnen leiden. Aan deze vraag komt de rechter echter niet toe, omdat bij de eerste materiele vraag tot een vrijspraak gekomen moet worden (1 1⁄2 punt).
4e MV: De rechter zal niet toekomen aan het opleggen van een straf of maatregel, omdat de verdachte vrijgesproken moet worden (1/2 punt).

Vraag 8

Expliciet theorie toepassen op de casus, onvoldoende als slechts voorwaarden in 1:3 lid 1 Awb zijn opgesomd!
1:3 lid 1 Awb:

  • Schriftelijke beslissing: is gegeven (1 pnt)
  • Van een bestuursorgaan: ja, burgemeester is een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon, te weten de gemeente (0,5), omdat hij op vele plekken als zelfstandig handelend orgaan wordt genoemd dan wel uit de wet blijkt dat hij over een voldoende zelfstandige positie beschikt. Art. 1:1 lid 1 onder a AWB jo. 2:1 BW jo bijv. art 6 Gemeentewet (andere wetsartikelen die op burgemeester zien ook goed gerekend) (1,5). Totaal: uitleg + correcte en volledige wetsartikelen = 2 punten
  • publiekrechtelijke rechtshandeling: exclusieve bevoegdheid van de burgemeester gericht op verandering in wereld van het recht voor de burger (0,5), te weten de plicht om rampgebied niet te betreden (0,5). Totaal 1 pnt.

Ja, Awb-besluit, namelijk een beschikking want in casu staat er dat de burgemeester aan Peter Barends een verbod geeft dus gaat het om een besluit gericht op en aanwijsbaar persoon (0,5) en noemen art. 1:3 lid 2 Awb (0,5). Totaal 1 pnt.

Vraag 9

  1. art. 45 VwE: vrij verkeer van werknemers (2 1/2 pnt); vrij verkeer van personen is te vaag/breed
  2. Bij de nationale rechter waar het conflict zich afspeelt, dus Belgische rechter (2 1/2 pnt)

Vraag 10

  1. 28 (1 punt)
  2. Op de powerpoint van het hoorcollege is art. 49 VEU (2 punten) genoemd. Ook zijn genoemd de zogeheten Kopenhagen-criteria (1 punt). Deze vergen onder meer van de aspirant-lidstaat dat deze stabiele instellingen heeft die de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgen, een goed draaiende markteconomie heeft en en het ‘aquis communautaire’ overneemt en implementeert (hiervan ten minste één noemen: 1 punt).

Vraag 11

Voor de voorwaarden die horen bij een geslaagd beroep op het bestuursrechtelijke vertrouwensbeginsel, zie de letterlijke bewoordingen in Verheugt, p. 176:

  • Een tot beslissen bevoegd orgaan moet (0,5)
  • ten aanzien van de aanvrager (0,5)
  • uitdrukkelijke (expliciet), ondubbelzinnige (duidelijk) en ongeclausuleerde (onvoorwaardelijke)toezeggingen hebben gedaan (2)
  • die bij betrokkene gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt. (2)

NB: Niet te verwarren met de privaatrechtelijke wilsvertrouwensleer ex 3:35 en 3:11 BW!

Vraag 12

  • Bewaring is een vorm van voorlopige hechtenis bevolen door de rechter-commissaris, art. 63 Sv (1 punt)
  • art. 67 lid 1 sub a & b Sv hoofdregel: alleen bij misdrijven waarop 4 jr of meer staat, dus daar valt 306 sub 1 Sr niet onder (max 2 jr) en ook niet expliciet genoemd in sub b (1 punt)
  • maar er kan van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland worden vastgesteld dan is voorlopige hechtenis mogelijk bij een misdrijf waarop gevangenisstraf is gesteld, art. 67 lid 2 Sv (1 punt)

Er moet dan wel aan de volgende 2 voorwaarden zijn voldaan:

  1. mits ernstig gevaar voor vlucht, art. 67a lid 1 Sv (1 punt)
  2. en ernstige bezwaren tegen verdachte, art. 76 lid 3 Sr (1 punt)

Vraag 13

Absolute competentie:

  • Er is sprake van een besluit in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb, immers schriftelijk, publiekrechtelijke rechtshandeling en provinciale staten is bestuursorgaan, want hij wordt genoemd in art. 125 Gw. Deze belastingverordening is meer in het bijzonder een algemeen verbindend voorschrift (een voor herhaalde toepassing vatbare zelfstandige norm die algemeen is naar persoon) (1 punt)
  • Tegen dit type Awb-besluit staat geen beroep open bij de bestuursrechter, zie artikel 8:3 lid 1 sub a Awb (2 punten; in samenhang met eerste deel van het antwoord), dus is de bevoegde rechter voor deze vordering uit onrechtmatige wetgeving de Rechtbank sector civiel, art. 42 RO jo. 93 Rv, niet kanton want meer dan €25.000 (2 punten)

Rechtsvinding

Vraag 1

Ondanks dat de Hoge Raad alle cassatiemiddelen verwerpt, vernietigt (casseert) hij echter wel het arrest van het hof (1 pnt). De Hoge Raad beoordeelt de bestreden uitspraak ambtshalve (1 pnt) en concludeert dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden (1 pnt) nu de Hoge Raad uitspraak doet nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Om die reden vermindert de Hoge Raad de duur van de opgelegde gevangenisstraf (vier jaren) met twee maanden (1 pnt).
→ regelnummers 119-134 (1 pnt)

Vraag 2

Omdat de kans dan groter was geweest dat het beroep op noodweerexces in de zin van artikel 41 lid 2 Sr (1 pnt) zou slagen (2 pnt), aangezien dan eerder kan worden aangenomen dat de aanranding heeft geleid tot een hevige gemoedsbeweging die de verdachte ertoe heeft gebracht zestien keer op het slachtoffer in te steken (2 pnt).

Vraag 3

  1. De bedoeld proportionaliteitsmaatstaf is: verdachtes handelswijze moet in redelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding (2 pnt). → regelnummers 151-159 (0,5 pnt)
  2. Omdat het Hof verdachtes handelswijze niet heeft afgewogen tegen de ernst van de aanranding, maar in plaats daarvan heeft het beoordeeld of de gekozen wijze van verdediging noodzakelijk was (2 pnt). → regelnummers 151-159 (0,5 pnt)

Vraag 4

  1. De gedraging als verdedigingsmiddel mag niet in onredelijke verhouding staan tot de ernst van de aanranding. (1 pnt) → regelnummers 182-189 (0,5 pnt)
  2. A-G Vellinga lijkt de eis die de Hoge Raad formuleert niet streng genoeg te vinden, en wel om twee redenen (1 pnt):
    1. omdat – zoals ook Keulen stelt – straffeloosheid met deze formulering ook mogelijk is wanneer de gekozen verdediging ingrijpender consequenties voor de aanrander heeft gehad of had kunnen hebben dan de aangerande zelf had te vrezen (1 pnt).
    2. omdat – zoals Buruma stelt – voor een succesvol beroep op noodweer met deze formulering niet vereist is dat de noodzaak van de gekozen wijze van verdediging hoeft komen vast te staan (1 pnt).

→ regelnummers 189-201 (0,5 pnt)

Vraag 5

  1. Ja, dat is volgens het Openbaar Ministerie wel van belang aangezien dat volgens haar een omstandigheid is die aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) in de weg staat (2 pnt). → regelnummers 56-59 (0,5 pnt)
  2. Die opvatting vindt volgens het hof geen steun in het recht. Met andere woorden: het hof is niet van oordeel dat die omstandigheid in de weg staat aan het slagen van een beroep op noodweer(exces) (2 pnt). → regelnummers 56-59 (0,5 pnt)

Vraag 6

Ja, zij zeggen dat het oordeel uiteindelijk te billijken is (2 pnt) nu de verdachte een sterke positie kreeg door het mes te bemachtigen (1 pnt), en dat verdachte door vervolgens maar liefst zestien keer te steken zich zodanig excessief heeft gedragen dat het gerechtvaardigd is dat het beroep op zowel noodweer als noodweerexces is verworpen door het hof en de Hoge Raad. (1 pnt) → regelnummers 247-256 (1 pnt)

Vraag 7

  1. De Hoge Raad is met dit overzichtsarrest gekomen omdat – zo zegt de Hoge Raad - de strafuitsluitingsgronden noodweer en noodweerexces in de praktijk soms aanleiding geven tot moeilijkheden. (2 pnt) → regelnummers 235-241 (zie ook overweging 3.1.1 van de Hoge Raad) (0,5 pnt)
  2. Omdat de Hoge Raad in dit specifieke geval het oordeel van het hof (voor zover het gaat om noodweer(exces)) volledig in stand laat. (2 pnt) → regelnummers 237-239 (0,5 pnt)
Check page access:
Public
Check more or recent content:

Algemene Rechtswetenschap 2 - RUG - Recht - B1 - Oefenbundel

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2018-2019

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2018-2019


Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Lycos/Pessers’ (HR 25-11-2005, NJ 2009/550)? (5 pnt)

Vraag 2

Thierry Baudet, partijleider van de FvD, is onlangs verschenen in een parodie bij Zondag met Lubach, waarin er de draak met hem gestoken gaat worden. Stel, hij is hier niet blij mee en vraagt zich af welke juridische stappen hij kan ondernemen om te voorkomen dat het segment op TV komt.

Leg uit op welk recht Baudet zich kan beroepen en leg uit of dit beroep kans van slagen heeft. (5 pnt)

Vraag 3

Alejandra en Jeroen spreken in december af dat Alejandra drie Correctbooks voor een goede prijs koopt van Jeroen, die de Correctbooks in eigendom heeft. Omdat Alejandra de Correctbooks pas het volgende blok nodig heeft, besluiten zij dat Annemarie de boeken op de eerste dag – maandag 1 maart – van het nieuwe collegeblok komt ophalen. Op de afgesproken datum haalt ze de boeken op, maar ze vergeet te betalen.

Leg uit wie er na maandag 1 maart eigenaar is van de studieboeken. (5 pnt)

Vraag 4

Leg uit wat het verschil is tussen rechtshandelingen en feitelijke handelingen. (5 pnt)

Vraag 5a

Wat houdt voorwaardelijk opzet in? (3 pnt)

Vraag 5b

De grens tussen zware schuldvormen (grove schuld, roekeloosheid) en de lichte opzetvorm (voorwaardelijk opzet) is soms moeilijk te trekken. Waarom is – onder meer bij verkeersdelicten – dit onderscheid sinds enige tijd minder relevant? (2 pnt)

Vraag 6a

Henk meent dat hij ernstig wordt beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting, aangezien de gemeenteraad een stekende brief van hem weigert te publiceren in het lokale blad. Hij heeft hierover geprocedeerd tot aan de Hoge Raad aan toe, maar zonder succes. Hij vraagt zich af welke juridische stappen hij nog kan nemen.

Welke rechter is bevoegd om zich nog over deze kwestie te buigen? (3 pnt)

Vraag 6b

Zal deze rechter Henk ontvankelijk verklaren? (2 pnt)

Vraag 7a

Alexandra, een Griekse studente aan de universiteit in Athene, ontwerpt en bouwt in haar vrije tijd keukenartikelen van duurzaam hout. Zij wordt hier steeds beter in en verdient in Griekenland al een tijdje een redelijke duit door dit keukengerei te verkopen. Om haar omzet te vergroten, besluit zij haar keukenartikelen ook in Nederland, Spanje en Duitsland te verkopen. Ze heeft hiervoor een webshop opgezet waarin je de artikelen kan bestellen. In Duitsland mag keukengerei alleen worden verkocht als zij een keurmerk bezitten. Dit keurmerk krijg je automatisch wanneer je in Duitsland gevestigd bent als producent. Voor keukenspullen van niet-Duitse producenten moet dit keurmerk eerst aangevraagd worden, en dat kost veel tijd en geld.

Is de handelswijze van Duitsland toegestaan op grond van Europees recht? (3 pnt)

Vraag 7b

Leg uit op welke bepaling van Europees recht Alexandra een beroep kan doen. (2 pnt)

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2017-2018


Rechtsvorming

Vragen

Vraag 1

Jan, woonachtig te Groningen, is in dienst van het bedrijf Snel Schoon B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. Hij krijgt van zijn werkgever de opdracht om de ramen te wassen van het huis van Kees, die in Haren woont. Omdat Jan ruzie heeft met Kees laat hij tijdens zijn werkzaamheden expres de ladder tegen de splinternieuwe Lamborghini van Kees vallen. De schade is enorm (ca. € 26.000).

  1. Wie is/zijn aansprakelijk jegens Kees om de schade te vergoeden? (3 pnt)
  2. Wie is uiteindelijk draagplichtig ten aanzien van de schade? (2 pnt)

Vraag 2

Twintig Maastrichtse wijnboeren willen gezamenlijk een organisatie oprichten. De bedoeling is dat zij jaarlijks hun druiven aan die organisatie leveren, die daar dan superieure wijn van maakt. De organisatie zal de wijn vervolgens onder de naam Chateau Maastricht verkopen en de winst onder de leden van de organisatie verdelen.

  1. Welke juridische vorm past het beste bij de door wijnboeren gewenste organisatie? (2 1/2 pnt)
  2. Op welk(e) vermogen(s) kunnen de crediteuren van de organisatie hun vorderingen verhalen? (2 1/2 pnt)

Vraag 3

Lees de considerans van de Regeling bloed- en urineonderzoek.

  1. Is deze regeling een algemene maatregel van bestuur?
  2. Is deze regeling op grond van een geattribueerde dan wel gedelegeerde bevoegdheid tot stand gebracht

Vraag 4

  1. Wat is de rechtsregel uit het arrest ‘Ontslag op staande voet’ (HR 27 september 1996, NJ 1997, 42 ;ook wel geheten OSV Brinkman/Theelen)? (3 pnt)
  2. Welk rechtsmiddel staat open voor de werknemer die het niet eens is met een ‘ontslag op staande voet’? (2 pnt)

Vraag 5

Noem twee verschillen tussen het Europese Hof van de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie ten aanzien van de rechtsmacht. (5 punten).

Vraag 6

Axel M. heeft in januari 2010 in het schuurtje bij zijn woning in Leeuwarden een stiletto gemaakt.Door opsporingsonderzoek van de politie komt dit kort daarna aan het licht, maar de zaak blijft een tijd op de plank liggen. De officier van justitie brengt pas in november 2017 de volgende dagvaarding uit tegen Axel M.:
‘(...) dat hij, Axel M., in januari 2012 te Groningen een wapen van categorie 1 van de Wet wapens en munitie heeft vervaardigd, te weten een stiletto (art. 2 lid 1 sub 1 jo. 13 lid 1 Wwm).’ Tijdens het onderzoek ter terechtzitting verweert Axel M. zich door te stellen dat hij het wapen onder dreiging heeft vervaardigd. De rechter vindt zijn beroep op psychische overmacht geloofwaardig. Bespreek alle formele vragen in het licht van deze casus (de materiële vragen komen bij vraag 9 aan bod).

Vraag 7

(Vervolg op de vorige vraag). Bespreek alle materiële vragen in het licht van de gegeven casus.

Vraag 8

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (1)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (1)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De bevoegdheidsverlening in artikel 21a lid 1 Wet Maatschappelijke Ondersteuning is een voorbeeld van territoriale decentralisatie, de toegekende bevoegdheid wordt uitgeoefend in medebewind.

Vraag 2

Anita Tuin is eigenaresse van een huis in Rotterdam dat zij heeft verhuurd aan Petra Woning. Anita verkoopt het huis – in verhuurde staat – aan Tineke Boomgaard.

Levering van het huis kan geschieden door bezitsverschaffing via traditio longa manu, dat wil zeggen een tweezijdige verklaring, gevolgd door een mededeling hiervan aan Petra.

Vraag 3

Een vereniging is altijd een rechtspersoon hetgeen onder andere met zich meebrengt dat bestuurders ervan nooit hoofdelijk aansprakelijk zijn.

Vraag 4

In het arrest Boefje (HR 11 november 1949, NJ 1950, 140) heeft de Hoge Raad beslist dat de overeenkomst aangegaan tussen een toneelgezelschap en een actrice gekwalificeerd dient te worden als ‘aanneming van werk’.

Vraag 5

De Nederlandse rechter moet het ongeschreven volkenrecht toepassen indien dit niet in strijd is met een bepaling van nationaal recht, omdat de Verenigde Naties een incorporatiesysteem voor alle lidstaten dwingend voorschrijven.

Vraag 6

Uit de in het Handvest tot oprichting van de Verenigde Naties geregelde procedures van besluitvorming en de geregelde binding aan de hieruit voortvloeiende besluiten blijkt dat de Verenigde Naties een intergouvernementele organisatie vormen met een enkele supranationale karaktertrek.

Vraag 7

Het zijn de Raad van Ministers en het Europees Parlement tezamen, op voorstel van de Europese Commissie die in een gewone wetgevingsprocedure een verordening vaststellen; een zodanige verordening heeft op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie in iedere lidstaat van de Europese Unie gelding zonder omzetting in nationale wetgeving.

Vraag 8

Laura rijdt op een mooie zomerdag met haar motor over een bosweg in Apeldoorn. Op een gegeven moment komt Laura Simon tegen, die autopech heeft. Laura en Simon hebben elkaar nooit gemogen, waardoor Laura besluit om keihard op Simon af te rijden om hem eens te laten schrikken. Laura weet echter dat haar motor soms kuren vertoont en ze mogelijk niet tijdig kan bijsturen. Ondanks het feit dat Laura hiervan op de hoogte is, gaat ze toch keihard op Simon inrijden met de kans dat Simon daardoor komt te overlijden. Wat Laura kon verwachten gebeurt ook. Ze rijdt Simon aan, waarna hij sterft. Het OM besluit Laura te vervolgen voor doodslag (art. 287 Sr.).

De strafrechter kan Laura niet veroordelen voor doodslag nu het subjectieve bestanddeel ‘opzet’ niet vervuld is.

Vraag 9

Hans Hansen is een fervent autoliefhebber en deinst niet weg voor een beetje spanning. Om die reden neemt hij regelmatig deel aan wedstrijden met rijtuigen op de weg. Als hij zich op 6 april 2012 klaar maakt voor de

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (2)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2014-2015 (2)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

Een rechter kan een ministeriële regeling toetsen aan doelmatigheid en aan het willekeurbeginsel.

Vraag 2

Ouders zijn risicoaansprakelijk voor de onrechtmatige daden van hun minderjarige kind.

Vraag 3

De stichting is in vergelijking met de organisatiestructuur van andere rechtspersonen een nogal autoritaire rechtsvorm.

Vraag 4

Diefstal door een werknemer tijdens werktijd rechtvaardigt zonder meer een ontslag op staande voet, aangezien het een dringende reden ex art. 7:678 lid 2 BW is.

Vraag 5

De rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof strekt zich uit tot kwesties met betrekking tot de interpretatie en de toepassing van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en de daarbij behorende protocollen. Burgers hebben een individueel klachtrecht bij dit Gerechtshof.

Vraag 6

Het Parlement van de Europese Unie beschikt over bevoegdheden ter controle van de Europese Commissie die vergelijkbaar zijn met die van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ter controle van de Nederlandse regering.

Vraag 7

Henk Smit, die beschikt over de Nederlandse nationaliteit, wil in Duitsland een eigen honden trimsalon openen. Hij kan dit doen op grond van het recht op vrij verkeer van werknemers zoals dat binnen de Europese Unie geldt.

Vraag 8

Nina Gerritsen steelt op 23 augustus 2009, na een avond los te zijn gegaan in het clubhuis van de plaatselijke voetbalvereniging, een fiets die niet op slot staat en die toebehoort aan Simone Kleinstra. Als Nina een paar dagen later door de stad fietst, houdt de politie haar aan. Aan een code op de fiets te zien concludeert de politie dat de fiets niet van Nina, maar van Simone is. Nina wordt zes jaar later gedagvaard om op 12 september 2015 voor de Rechtbank Noord-Nederland, sector strafrecht, te verschijnen op grond van de volgende tenlastelegging:

dat zij, Nina G., op 23 augustus 2009 te Groningen opzettelijk een fiets, althans enig goed, die/dat geheel aan Simone Kleinstra, althans aan een ander, toebehoort, heeft weggenomen met het oogmerk om zich die fiets, althans dat goed, toe te eigenen (art. 310 Sr).’

Nina verweert zich ter terechtzitting met een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. Hij lijdt aan een ernstige ziekte op grond waarvan ernstige kou voor hem levensbedreigend is. Op de bewuste 23 augustus 2009 was het heel erg koud. De rechtbank accepteert dit verweer.

De uitspraak van de rechter zal ontslag van alle rechtsvervolging (OVAR) wegens niet strafbaarheid van de dader zijn.

Vraag 9

Niels heeft al jaren last van pyromane neigingen. Hij kan zijn neigingen niet onderdrukken en wil het huis van zijn buren, die een poosje op vakantie zijn, in brand steken. Hij pakt een jerrycan met benzine uit de garage

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (1)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (1)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is. Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

Op het gazon van Jan Vreman staat een conifeer die veel overlast veroorzaakt voor de medewerkers van het ernaast gelegen gemeentehuis. De conifeer zorgt ervoor dat er onvoldoende licht in het politiebureau komt. De burgemeester vraagt Jan Vreman namens de gemeente om de conifeer weg te halen.

Dit verzoek wordt in hoofdzaak beheerst door materieel bestuursrecht.

Vraag 2

Dirk heeft al jarenlang een zakelijke relatie met Hendrik, maar Dirk staat momenteel op het punt om failliet te gaan. Om de zakenrelatie in stand te houden wil Hendrik Dirk verschillende ‘state of the art’ computers ter beschikking stellen en de kosten hiervan niet rechtens af dwingen. Na twee jaar floreert het bedrijf van Dirk weer en vordert Hendrik toch van Dirk de kosten van de ter beschikking gestelde computers.

Hendrik kan deze vordering bij de rechter afdwingen.

Vraag 3

Een schuldeiser van een vennootschap onder firma (v.o.f) kan zowel het privévermogen van de vennoten aanspreken als het afgescheiden vermogen van de v.o.f.

Vraag 4

Een arbeidsovereenkomst kan slechts op drie manieren tot een einde komen: van rechtswege, met wederzijds goedvinden en door middel van ontslag.

Vraag 5

Het verschil tussen een incorporatiesysteem en een transformatiestelsel is dat bij een incorporatiestelsel het internationale recht als zodanig gelding in de nationale rechtsorde krijgt en bij een transformatiestelsel als nationaal recht.

Vraag 6

De Raad van Europa is een instelling van de Europese Unie. Deze Raad bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen van de Unie.

Vraag 7

Op grond van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie kunnen richtlijnen worden vastgesteld. Een richtlijn is niet bindend voor de lidstaten, want de lidstaten zijn bevoegd om zelf te bepalen op welke manier zij het onderwerp regelen.

Vraag 8

Karel is 73 jaar oud en heeft nog veel sympathie voor het fascisme uit de Tweede Wereldoorlog. Om dit duidelijk te maken loopt Karel op 24 augustus 2008 door het centrum van zijn woonplaats Rotterdam, gekleed in een outfit waarop met koeienletters is geschreven: ‘Laat het fascisme herboren worden, want daar streef ik naar’. Karel wordt op 24 augustus 2012 vervolgd op grond van de volgende tenlastelegging:

‘dat hij Karel W., op 24 augustus 2008 te Rotterdam in het openbaar een kledingstuk heeft gedragen welke uitdrukking was van een bepaald staatkundig streven (art. 435a Sr).’

De Rechtbank Noord Nederland, sector kanton, meent dat art. 435a Sr onverbindend is, omdat het in strijd zou zijn met art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting).

De uitspraak van de rechter zal OVAR wegens niet strafbaarheid van het feit zijn.

Vraag 9

Een persoon die van belaging (art.

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (2)

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Oefententamen 2013-2014 (2)


Vragen

Rechtsvorming

Geef duidelijk aan of de stelling juist of onjuist is.

Motiveer steeds het antwoord en verwijs – waar mogelijk – naar wetsartikelen.

Vraag 1

De sanctie op een overtreding van een bepaling uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet te vinden zijn in de AMvB zelf.

Vraag 2

Terwijl de 12-jarige Ilse naar school fietst, stuurt ze een Whatsapp bericht naar haar vriendin Auke. Ze is zo druk met Whatsappen dat ze tegen een geparkeerde auto aanbotst, met als gevolg een verbogen fietswiel en een deuk in de auto.

Zowel Ilse als haar ouders, op wie een risicoaansprakelijkheid rust, zijn aansprakelijk voor de schade aan de auto.

Vraag 3

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer.

Vraag 4

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien voldaan is aan de volgende drie vereisten: het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd.

Vraag 5

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd indien het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt.

Vraag 6

Met betrekking tot de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie houdt de acte clair in dat het Hof de Europese rechtsregel waarover uitleg wordt gevraagd reeds in een andere zaak heeft uitgelegd.

Vraag 7

Het EU-recht dient eerst te worden omgezet in nationaal recht alvorens het werking kan hebben in de nationale rechtsorde van de lidstaten van de Europese Unie.

Vraag 8

Student Erik woont in Delfzijl en houdt in de nacht van 8 op 9 augustus 2014 een huisfeest, wat veel geluidsoverlast met zich meebrengt. De buren kunnen hierdoor niet slapen. Door aanhoudende burenruzies besluiten zowel de buren als Erik te verhuizen. Erik vertrekt naar Enschede. De buren naar Hengelo. Een half jaar later moet Erik voor de Rechtbank Noord Nederland, sector straf, verschijnen. De dagvaarding luidt als volgt:

Dat hij, Erik, op of omstreeks 8 september 2014 in het perceel Hendrikslaan 24 te Delfzijl burengerucht heeft verwekt, waardoor de nachtrust van zijn buren is verstoord (art. 431 Sr).’

De rechter zal Erik vrijspreken.

Vraag 9

Kees is jarig en geeft daarom een groot feest bij hem thuis. De avond is pas net onderweg of de stereo van Kees gaat kapot. Rik haalt daarom zijn net aangeschafte Bose muziekinstallatie met denderende bas op van zijn huis. Kees sluit de Bose muziekinstallatie aan en zet het volume op maximaal om de denderde bas te ervaren. Nog geen uur later gaat de bel en blijkt de politie voor de deur te staan. Zij zijn door de buren ingelicht vanwege de geluidsoverlast. Er wordt proces-verbaal opgemaakt tegen Kees wegens overtreding van art. 431 Sr (burengerucht).

Rik is strafbaar wegens medeplichtigheid aan het verwekken van burengerucht waardoor de nachtrust kan worden verstoord.

Vraag 10

De officier van justitie

.....read more
Access: 
Public
ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Extra oefenvragen

ARW 2 - Recht - RUG - B1 - Extra oefenvragen


Vragen

Vraag 1

Met betrekking tot de prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie houdt de acte clair in dat het Hof de Europese rechtsregel waarover uitleg wordt gevraagd reeds in een andere zaak heeft uitgelegd. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 2

Ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen niet zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 3

Een verdrag moet uitsluitend ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd indien het verdrag afwijkt van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaakt. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 4

De sanctie op een overtreding van een bepaling uit een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) moet te vinden zijn in de AMvB zelf. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 5

Al fietsend verstuurt de dertienjarige Annelou een SMS-bericht. Ze botst tegen een geparkeerde auto, met als gevolg een verbogen fietswiel en een deuk in de auto. Zowel Annelou als haar ouders, op wie een risicoaansprakelijkheid rust, zijn aansprakelijk voor de schade aan de auto. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 6

Timo v/d K. woont te Groningen en maakt in de nacht van 3 op 4 januari 2011 veel lawaai waardoor zijn buren niet kunnen slapen. Wegens burenruzies besluiten zowel de buren als Timo te verhuizen. Timo v/d K. vertrekt naar Rotterdam. De buren naar Amsterdam. Een half jaar later moet Timo v/d K. voor de Rechtbank Noord Nederland, sector straf, verschijnen. De dagvaarding luidt als volgt:

Dat hij, Timo v/d K., op of omstreeks 4 februari 2011 in het perceel Wilgenpad 8 te Groningen burengerucht heeft verwekt, waardoor de nachtrust van zijn buren is verstoord (art. 431 Sr).’

De rechter zal Timo v/d K. vrijspreken. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 7

Er is sprake van een arbeidsovereenkomst indien voldaan is aan de volgende drie vereisten: het verrichten van arbeid, tegen loon, gedurende een zekere tijd. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 8

De APV (Algemene Plaatselijke Verordening) van Groningen luidt: ‘Het is verboden op de openbare weg te tippelen, met uitzondering van door het college van b en w aangewezen gebieden’. Het college van B&W wijst in een besluit de B-straat aan als tippelzone. Dit besluit moet gekwalificeerd worden als een algemeen verbindend voorschrift. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Vraag 9

In het Ikon-arrest (HR 27 maart 1987, NJ 1987, 727) heeft de Hoge Raad beslist dat de Gemeente Amsterdam bij het verrichten van privaatrechtelijke handelingen niet verplicht is om de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen. Deze stelling is juist/onjuist, omdat …

Antwoordindicatie

Vraag 1

Onjuist, want:

  • een acte clair is een rechtsregel, waarvan de rechter vindt dat die van zichzelf duidelijk

.....read more
Access: 
Public
Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

Algemene rechtswetenschappen 2 Rechten RUG B1: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - Studiebundel

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Algemene Rechtswetenschap 2 voor de opleiding Rechten Bachelor aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Algemene Rechtswetenschap 2 ga je naar de Recht & Bestuur in Nederland: leren, studeren en kennis delen- startpagina

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
3245 2
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering