Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (2)


Vragen

Vraag 1

SprayCannot BV houdt zich bezig met het vakkundig verwijderen van graffiti van bushokjes, lantarenpalen en andere objecten. Voor dit werk gebruikt zij een straalmachine die met hoge druk straalgrit op de objecten spuit, waardoor een schurend effect ontstaat. SprayCannot koopt dat straalgrit altijd bij Stralende Straalmiddelen BV, een handelaar in straalmiddelen. In december 2018 bestelt zij bij Stralende Straalmiddelen BV een grote partij straalmiddel van het merk NoNo. Nadat de partij bij SprayCannot is afgeleverd, gebruikt zij het op 15 januari 2018 om graffiti van stalen afvalbakken te verwijderen, die de gemeente voor dat doel naar de werkplaats van SprayCannot heeft gebracht. Op 17 januari 2018 ontvangt SprayCannot een e-mail van Stralende Straalmiddelen waarin Stralende Straalmiddelen stelt dat de producent van het middel die ochtend heeft gemeld dat door een fout in het productieproces asbest in een bepaalde partij van het straalmiddel NoNo is terechtgekomen.

Na dit bericht laat SprayCannot haar werkplaats op asbestvezels onderzoeken. De werkplaats blijkt inderdaad te zijn vervuild met asbest en kan pas weer gebruikt worden na een grondige sanering door
een asbestsaneringsbedrijf.

SprayCannot stelt Stralende Straalmiddelen aansprakelijk voor de gemaakte saneringskosten. De advocate van Stralende Straalmiddelen wijst aansprakelijkheid van de hand om de volgende redenen:

“Stralende Straalmiddelen is niet tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. Volgens de overeenkomst moest Stralende Straalmiddelen het middel NoNo leveren. Dat heeft Stralende Straalmiddelen gedaan. Bovendien is de verontreiniging van het middel niet aan haar te wijten. Ten eerste produceert ze het niet zelf. Ze verhandelt het alleen. Ten tweede was het onvoorzienbaar dat het middel een verontreiniging met asbest zou bevatten. Stralende Straalmiddelen verhandelt het middel NoNo al meer dan tien jaar en er heeft zich in die periode niet eerder zoiets voorgedaan.”

Is er sprake van wanprestatie van Stralende Straalmiddelen? (7 punten)

Vraag 2

Op vrijdagmiddag 15 augustus 1997 kreeg het paard Penny van Rivka de Ruiter symptomen van koliek. Rivka liet het paard opnemen bij een dierenkliniek. Dierenarts Kain koos voor een behandeling met pijnstilling. Op maandag 18 augustus 1997 verslechterde de situatie. Kain besloot het paard toen te opereren. Tijdens de operatie trad helaas een scheuring van de darmwand op en overleed het paard.

Op donderdag 11 oktober 2018 raakt Rivka op een receptie van haar werk in gesprek met een nieuwe collega, Zoey. Zoey is net als Rivka een groot paardenliefhebber en blijkt in een ver verleden stagiaire te zijn geweest bij dierenarts Kain. Als Ankje haar zegt dat ze nog steeds erg verdrietig is wegens het overlijden van haar paard Penny, kan Zoey zich opeens herinneren dat dit voorval zich heeft voorgedaan in haar eerste stageweek. Ze had het destijds erg vreemd gevonden dat dierenarts Kain niet eerder was overgegaan tot operatief ingrijpen en had dit nog met een docent van haar opleiding besproken. Deze docent was ervan overtuigd dat een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts al op vrijdag of zaterdag tot een operatie was overgegaan en dat een tijdige operatie tot volledig herstel van het paard zou hebben geleid. Toen Zoey dit oordeel daarna voorzichtig had aangekaart bij dierenarts Kain, had hij erg geïrriteerd gereageerd. Zoey besloot er niet meer op terug te komen en zat haar stageperiode verder zwijgzaam uit. Maar Zoey is blij dat zij nu de kans heeft om Rivka te laten weten hoe het destijds is gegaan.

Op vrijdag 12 oktober 2018 bezorgt Rivka een brief bij dierenarts Kain waarin zij hem aansprakelijk stelt voor de materiële schade en de immateriële schade. Kain antwoordt dat smartengeld (vergoeding van immateriële schade) niet aan de orde is, omdat het hier niet gaat om letsel of overlijden van een mens, maar van een dier. Daarom kan er volgens het Burgerlijk Wetboek hoogstens een vordering wegens materiële schade (de verkoopwaarde van het paard) zijn ontstaan. Kain beroept zich wat deze vordering tot materiële schade betreft, op verjaring van de rechtsvordering.

Is de rechtsvordering inderdaad verjaard? Ga er in uw antwoord van uit dat het voorval inderdaad niet te beschouwen is als schade door letsel en overlijden in de zin van het Burgerlijk Wetboek en dat de bepalingen betreffende schade aan zaken op het voorval van toepassing zijn. (7 punten)

Vraag 3

Sanjay, vierentwintig jaar oud, is een fervent dammer. Hij brengt vier dagen per week door in het clubgebouw van AmsterDammen.

AmsterDammen staat er financieel slecht voor wegens een afnemend ledenaantal. Besloten wordt een poging te doen om de kantineopbrengsten te verhogen. De broer van Sanjay bakt gehaktballen voor de kantine en Sanjay stelt zijn professionele espressomachine ter beschikking. Met de bestuursleden van de vereniging komt Sanjay op 1 november 2017 overeen dat hij de espressomachine aan AmsterDammen schenkt onder de opschortende voorwaarde dat het Nederlands Kampioenschap pupillen in 2018 in het clubgebouw van AmsterDammen wordt gehouden. Met deze voorwaarde hoopt Sanjay de bestuursleden ertoe aan te sporen meer activiteiten voor jongeren te organiseren. Zelf zit Sanjay niet in het bestuur. Op 3 november 2017 zet Sanjay de espressomachine in de kantine en wordt er al gretig gebruik van gemaakt.

Omdat AmsterDammen wat financiële armslag nodig heeft voor de organisatie van het kampioenschap, leent de club geld van een bank. In verband daarmee bedingt de bank dat AmsterDammen
een onderhandse akte ondertekent waarin ten behoeve van de bank een pandrecht wordt gevestigd op alle huidige en toekomstige zaken in het clubgebouw, daaronder begrepen alle ten tijde van de registratie van de pandakte bestaande rechten daarop, voor zover die voor verpanding vatbaar zijn. Deze onderhandse akte wordt geregistreerd op 6 mei 2018. Op 10 oktober 2018 wordt het Nederlands Kampioenschap pupillen gehouden in het clubgebouw. De lening is op dat moment nog niet afgelost. Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot (rechten op) de espressomachine.

Vraag 3a

Heeft de bank op 7 mei een pandrecht? (4 punten)

Vraag 3b

Heeft de bank op 11 oktober een pandrecht? (3 punten)

Vraag 4

Anna Karenina exploiteert een hotel met 25 kamers in de omgeving van Middelburg. Op een dag wordt zij benaderd door Nikolai Bolkonsky die zegt dat hij gevolmachtigde is van het bedrijf Awas B.V. Met het oog op een door Awas te organiseren internationaal congres wil Nikolai namens Awas alle hotelkamers voor de maand maart boeken voor € 100 per kamer. Daarmee komt de totaalprijs op € 77.500 (31x100x25). Dit zou resulteren in een winst voor Anna van € 15.500 (31x20x25). Anna is zeer enthousiast, want maart is een slappe maand waarin ze normaal gesproken slechts € 5.000 verdient. Anna gaat akkoord en zij en Nikolai ondertekenen de door Nikolai opgestelde overeenkomst. Vervolgens blijkt dat Nikolai niet door Awas B.V. is gevolmachtigd.

Vraag 4a

Kan Anna Nikolai of Awas B.V. aanspreken tot schadevergoeding? (4 punten)

Vraag 4b

Vervolg. Stel – ongeacht uw antwoord op vraag a – dat Nikolai persoonlijk aansprakelijk is jegens Anna. Ga er verder vanuit dat Anna er pas heel laat achter komt dat Nikolai geen gevolmachtigde was. Haar hotel staat leeg in de maand maart, omdat zij de kamers steeds beschikbaar had gehouden voor Awas BV.

Kan Anna dan aanspraak maken op het bedrag dat zij normaal gesproken zou hebben verdiend in maart (dus € 5.000) of op het bedrag van € 15.500 dat zij zou hebben verdiend indien zij inderdaad een overeenkomst met Awas B.V. zou hebben gesloten? (3 punten)

Vraag 5

Heidi leent op 10 november € 10.000 van Pieter. Daarbij spreken Pieter en Heidi af dat Pieter de vordering niet zal overdragen aan een derde. In de overeenkomst van geldlening is daartoe het volgende beding opgenomen: ‘Pieter verbindt zich om de vordering op Heidi niet over te dragen aan derden.’ Eind december zit Pieter zelf wat krap bij kas. Pieter breekt zijn belofte en verkoopt de vordering voor € 9.200 aan Anthony en levert de vordering aan hem door een onderhandse akte die wordt geregistreerd bij de belastingdienst. Als Anthony Heidi aanspreekt om de eerste termijn af te lossen, werpt Heidi aan Anthony tegen dat Pieter haar schuldeiser is omdat de vordering onoverdraagbaar was.

Heeft Heidi gelijk? (7 punten)

Vraag 6

Niko is eigenaar van een woonboerderij in Zevenaar, waarvan het gebint is aangetast door boktor. Niko heeft een achterneef, Roman, die eigenaar is van een bescheiden herenhuis in Groningen. Op een familiereünie laat Roman vallen dat hij klaar is met de grote stad en naar het platteland zou willen verhuizen. Niko ziet zijn kans schoon en stelt een woningruil voor. Wanneer Roman de boerderij komt bezichtigen, trapt hij op een boktor, maar Niko stelt hem gerust met de mededeling dat het een onschadelijke gegroefde lapsnuitkever is. De ruil gaat door en met een januari 2017 verleden en ingeschreven notariële akte worden de respectieve onroerende zaken overgedragen.

Niko viert zijn succes in de kroeg met zijn goede vriend Gerard. Hij vertelt Gerard van het gebeurde, inclusief de anekdote over de lapsnuitkever. Niko moet alleen nog van dat herenhuis zien af te komen, want in de stad wonen is niets voor hem. Daarop zegt Gerard wel geïnteresseerd te zijn, als hij financiering kan krijgen. In februari 2017 ontdekt Roman dat er iets mis is wanneer de balk waarin hij een spijker slaat, verpulvert. Hij handelt met gezwinde spoed en dagvaardt Niko in maart 2017. Hij schrijft de dagvaarding niet in in de openbare registers. In april 2017 heeft Gerard de financiering rond en in diezelfde maand wordt het herenhuis overgedragen. Niko heeft Gerard wijselijk niet van de dagvaarding op de hoogte gesteld. In januari 2018 vernietigt de rechtbank de ruilovereenkomst tussen Niko en Roman. Het vonnis wordt door Roman ingeschreven in de registers en hij eist dat Gerard het herenhuis ontruimt, stellende dat hij eigenaar is van de woning. Gerard verweert zich met de stelling dat hij het huis van Niko heeft overgedragen gekregen en dat hij destijds niets wist van de dagvaarding, noch van de vernietiging.

Wie heeft gelijk? (7 punten)

Vraag 7

Sven is net bezig met zijn zesde baantje borstcrawl in zwembad De Aalschover als er een lichtbak van het plafond naar beneden stort. Sven raakt gewond. Onderzoek wijst uit dat het ophangsysteem verroest is. Als Sven de zwembadexploitant aansprakelijk stelt, beroept deze zich op de tekst op een poster die al jaren aan de deur van de ingang van het zwembad hangt. Op die poster staat een vette kop “Voorwaarden voor iedereen die bij ons komt zwemmen”. De poster bevat een lange lap tekst waarin de volgende passage voorkomt:

De directie is niet verantwoordelijk voor lichamelijk letsel dat wordt opgelopen in het gebouw, waaronder het zwembad. Zij kan als zodanig niet aansprakelijk worden gesteld.

Sven heeft de deur al vaak gebruikt en heeft de poster dus al vaak gezien, maar heeft nooit de moeite genomen om de tekst te lezen. Hij besluit een korte enquête te houden onder bezoekers van het zwembad. Niemand blijkt de tekst ooit te hebben gelezen, ook al hangt de poster op een prominente plek bij de ingang.

Vraag 7a

Is de tekst deel uit gaan maken van de overeenkomst tussen de zwembadexploitant en Sven, mede gelet op het gegeven dat geen enkele bezoeker de tekst ooit leest? (3 punten)

Vraag 7b

Stel – ongeacht uw antwoord op vraag a – dat de tekst deel is gaan uitmaken van de overeenkomst en dat bezoekers van het zwembad een redelijke mogelijkheid is geboden om er kennis van te nemen. Wat kan de advocaat van Sven dan het beste aanvoeren of doen in reactie op de verwijzing naar de tekst? (4 punten)

Vraag 8

Besloten vennootschap A exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met glasverwerking. Zij heeft een nieuw onderdeel nodig voor een machine in haar machinepark. Zij geeft opdracht aan gieterij B om het voorwerp van edelstaal te vervaardigen. A geeft daarbij gedetailleerde instructies en levert een model als voorbeeld. Nadat B het voorwerp heeft vervaardigd en afgeleverd, monteert A het in haar machine en stelt zij de machine in werking. Een half uur daarna loopt de machine vast en moet de machine gerepareerd worden voor € 15.000. A stelt B mondeling op de hoogte. B haalt daarna het door hem gegoten voorwerp op en constateert na uitvoerig onderzoek dat het voorwerp niet geheel overeenkomt met het geleverde model. Hij biedt excuses aan en belooft direct een nieuw voorwerp te gieten dat wel overeenkomt met het model dat A had verschaft.

A neemt daar geen genoegen mee. Zij wil ook de schade (reparatiekosten van de machine) vergoed zien. B stelt echter dat hij geen schadevergoeding aan A verschuldigd is, omdat hij nooit schriftelijk in gebreke gesteld is.

Vraag 8a

Heeft B gelijk? (4 punten)

Vraag 8b

Vervolg. Stel – ongeacht uw antwoord op vraag a – dat B wegens wanprestatie aansprakelijk is voor de schade en dat B op 20 november 2018 € 15.000 euro overmaakt naar A. A wil nu graag ook vergoeding van wettelijke rente vanaf 14 juni 2017 omdat zij al op 14 juni 2017 € 15.000 moest betalen aan de reparateur van de machine en het tot november 2018 duurde voordat zij de schadevergoeding ontving. B stelt dat hij geen wettelijke rente verschuldigd is aan A, omdat hij nooit schriftelijk in gebreke is gesteld.

Is de wettelijke rente door B verschuldigd? (3 punten)

Vraag 9

Ernst heeft op 1 januari 2018 van Bobbie een appartement gekocht in hartje Amsterdam. De overeengekomen leveringsdatum is 1 maart 2018. Op 7 januari vertelt Ernst zijn vriend en vastgoedbelegger Bassie over het appartement en hij laat een flink aantal foto’s zien. Bassie is zo enthousiast dat hij Ernst overtuigt om het appartement aan hem door te verkopen. Dit wordt schriftelijk vastgelegd op 1 februari. In de overeenkomst verbindt Ernst zich om op 6 februari – nadat Bassie de koopprijs heeft voldaan – het appartement bij voorbaat te leveren.

Zal het appartement op 6 februari bij voorbaat door Ernst aan Bassie kunnen worden geleverd? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? (7 punten)

Vraag 10

Paul verkoopt op 1 januari 2018 zijn auto voor € 5.000 aan Megan, een goede vriendin van zijn verloofde. Omdat zij de koopprijs pas zal kunnen betalen nadat zij in de zomermaanden in een brasserie heeft gewerkt, komt hij met Megan overeen dat zij pas op 1 oktober 2018 zal hoeven te betalen. Op 4 juni 2018 verbreekt Paul de relatie met zijn verloofde. Megan keurt de wijze waarop hij dat heeft gedaan af en slingert hem steeds verwijten naar het hoofd. Het lijkt hem beter om niets meer met Megan te maken te hebben.

Zijn huisgenoot Jason wil de vordering op Megan wel van hem overnemen voor € 3.500. Jason en Paul spreken met elkaar af dat de vordering op Megan nu van Jason is. Ze vinden het niet nodig
om iets op schrift te zetten, want ze vertrouwen elkaar volledig. Paul bericht Megan op 6 juli 2018 via WhatsApp dat Jason de vordering heeft overgenomen.

Op 30 juli 2018 vraagt Jason aan Megan om vóór 1 september 2018 € 5.000 aan hem te betalen. Megan studeert rechten en beweert dat zij niets aan hem hoeft te betalen. Zij voert aan dat de vordering een toekomstig goed is en pas op 1 oktober zal ontstaan. Voorts stelt ze dat ze op 1 oktober alleen aan Paul hoeft te betalen, omdat Paul op dat moment de schuldeiser is.

Vraag 10a

Is de vordering inderdaad op 1 september 2018 een toekomstig goed? (4 punten)

Vraag 10b

Is Paul inderdaad op 1 oktober 2018 de schuldeiser, ervan uitgaande dat er na 6 juli 2018 geen overdrachtshandelingen (meer) worden verricht? (3 punten)

Antwoordindicaties

Vraag 1 (7 punten)

Een verkochte zaak dient bij aflevering te beantwoorden aan de koopovereenkomst. Een zaak beantwoordt daaraan niet, indien deze niet de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Stralende Straalmiddelen Bv heeft aan SprayCannot BV straalgrit verkocht dat bij aflevering was verontreinigd met asbest. Straalgrit behoort niet met asbest verontreinigd te zijn. Het geleverde met asbest verontreinigde straalgrit beantwoordde daarom niet aan de overeenkomst in de zin van art. 7:17 BW. Er is daarom sprake van een tekortkoming in de nakoming in de zin van artikel 6:74 BW.
Een tekortkoming kan niet aan de schuldenaar worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt (art. 6:75 BW). De verkeersopvattingen brengen in beginsel mee dat een gebrek van een verkocht industrieel vervaardigd product voor rekening van de verkoper komt, ook al heeft de verkoper het product niet zelf geproduceerd, is het gebrek buiten zijn toedoen ontstaan en kende hij het gebrek niet noch behoorde hij het te kennen. Zie het arrest Oerlemans/Driessen. Studiereeks Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht algemeen, nr. 177. Er is derhalve sprake van wanprestatie van Stralende Straalmiddelen BV.

Vraag 2 (7 punten)

Ja, de rechtsvordering is verjaard. Artikel 3:310 lid 1 bepaalt (onder meer) dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, verjaart. De gebeurtenis waardoor de schade werd veroorzaakt, was hier het nalaten om tijdig operatief in te grijpen. Die gebeurtenis deed zich voor in augustus 1997. De rechtsvordering was dus in augustus 2017 verjaard.

NB 1. De brief van 12 oktober 2018 heeft geen stuiting tot gevolg gehad, omdat de rechtsvordering al verjaard was voordat deze stuitingshandeling verricht werd.

NB 2. De arresten BASF en Saelman/Academisch ziekenhuis hadden betrekking op de uitleg van het zinsdeel bekend is geworden met betrekking tot het aanvangstijdstip van de termijn van vijf jaar. De termijn van twintig jaar begint niet vanaf het bekend worden, maar vanaf de gebeurtenis. De arresten kunnen daarom niet worden toegepast om het aanvangstijdtip van de termijn van twintig jaar vast te stellen. Of de verjaringstermijn van vijf jaar al begonnen was vóór 2018 kan daarom in het antwoord op de casus in het midden blijven.

Vraag 3 (7 punten)

Vraag 3a (4 punten)

Ja. AmsterDammen verkreeg op 3 november 2017 het eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde. Er was een geldige titel, namelijk de schenking onder opschortende voorwaarde (artikel 3:38 BW) waaruit een verbintenis onder opschortende voorwaarde voortvloeide (zie de artikelen 6:21 e.v.). Er was geleverd op de wijze van artikel 3:91 BW. Sanjay was beschikkingsbevoegd. Omdat er geleverd werd ter uitvoering van een verbintenis onder opschortende voorwaarde, verkreeg AmsterDammen het eigendomsrecht onder dezelfde opschortende voorwaarde (artikel 3:84 lid 4). Door het arrest Rabobank/Reuser is bekend dat AmsterDammen zijn voorwaardelijk eigendomsrecht kan vervreemden of bezwaren. Voor het vestigen van een pandrecht zal volgens artikel 3:98 BW moeten worden voldaan aan de eisen van 3:84 BW. De overeenkomst met de bank vormde de titel. Voor de “levering” was voldaan aan de eisen van art. 3:237 lid 1 BW. AmsterDammen was beschikkingsbevoegdheid met betrekking tot zijn voorwaardelijk eigendomsrecht. De bank heeft dus op 6 mei 2018 een (onvoorwaardelijk) pandrecht gekregen op het eigendomsrecht onder opschortende voorwaarde.

Vraag 3b (3 punten)

Ja, maar nu heeft de bank een pandrecht op de espressomachine zelf. Op 6 oktober ging de opschortende voorwaarde in vervulling. Toen groeide het pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de volle eigendom van de espressomachine en daarmee op de espressomachine zelf. Zie arrest Rabobank/ Reuser.

Vraag 4 (7 punten)

Vraag 4a (4 punten)

Omdat Nikolai geen gevolmachtigde is, komt geen overeenkomst tussen Anna en Awas B.V. tot stand (zie art. 3:66 lid 1 BW) behoudens vertrouwensbescherming (art. 3:61 lid 2 BW) of bekrachtiging (art. 3:69 BW). Op basis van de feiten in de casus doen deze uitzonderingen zich niet voor. Anna kan Nikolai wel aanspreken op art. 3:70 BW. De persoonlijke aansprakelijkheid van de pseudo-gevolmachtigde wordt in dat artikel tot uitdrukking gebracht met de woorden ‘staat jegens de wederpartij in voor het bestaan en de omvang van de volmacht’.

Vraag 4b (3 punten)

Anna kan aanspraak maken op het positieve contractsbelang, dus op € 15.500, zie hoorcollege Prof. mr. A.J. Verheij over Vertegenwoordiging, slide 31 en Studiereeks Burgerlijk recht Rechtshandeling en Overeenkomst nrs. 114-115.

Vraag 5 (7 punten)

Op grond van art. 3:83 lid 2 BW kan de overdraagbaarheid van een vordering door een beding tussen de schuldeiser en de schuldenaar worden uitgesloten. De vraag is of het onderhavige beding de overdraagbaarheid van de vordering inderdaad uitsluit. Dit is een kwestie van uitleg. De maatstaf is te vinden in het arrest Coface/Intergamma. Een beding als gemaakt tussen Heidi en Pieter moet naar objectieve maatstaven worden uitgelegd. Het uitgangspunt is daarbij dat dergelijke bedingen slechts verbintenissenrechtelijke werking hebben, tenzij uit de naar objectieve maatstaven uit te leggen formulering blijkt dat goederenrechtelijke werking als bedoeld in art. 3:83 lid 2 is beoogd. Hier lijkt het beding verbintenissenrechtelijke werking te hebben (Het beding is geformuleerd als een verplichting) zodat de vordering gewoon overdraagbaar is. Heidi heeft ongelijk.

Vraag 6 (7 punten)

Roman. Door de vernietiging, die terugwerkende kracht heeft (art. 3:53 BW) is Roman achteraf gezien altijd eigenaar van het herenhuis gebleven. Niko was dus beschikkingsonbevoegd, waardoor niet aan de voorwaarden van art. 3:84 lid 1 BW is voldaan. Gerard komt niet in aanmerking voor bescherming tegen de beschikkingsonbevoegdheid op voet van art. 3:88 BW. De onbevoegdheid is weliswaar het gevolg van de ongeldigheid van een vroegere overdracht (i.e. de overdracht Niko-Roman) die niet het gevolg is van de onbevoegdheid van de toenmalige vervreemder (er is hier immers sprake van een titelgebrek). Gerard is echter niet te goeder trouw (art. 3:11 BW), omdat hij wist van Niko's bedrog en derhalve de vernietigbaarheid van de titel. Daaraan doet het feit dat Roman de dagvaarding niet had ingeschreven (art. 3:24 BW) niet af, omdat Gerard, los van die dagvaarding, wist van de vernietigbaarheid c.q. het titelgebrek. Zie PRH, nr. 218. Eenzelfde soort casus is ook behandeld door Prof. mr. F.M.J. Verstijlen op hoorcollege 9 (10 december 2018) (Registergoederen).

Vraag 7 (7 punten)

Vraag 7a (3 punten)

Ja. De zwembadexploitant heeft door het ophangen van de poster op een prominente plek kenbaar gemaakt dat hij de daarin opgenomen voorwaarden van toepassing wil laten zijn op alle overeenkomsten. Deze algemene voorwaarden zijn door Sven aanvaard, althans Sven heeft bij de zwembadexploitant het vertrouwen gewekt dat hij de algemene voorwaarden aanvaardde (3:35 BW). De algemene voorwaarden zijn dus door aanbod en aanvaarding deel gaan uitmaken van de overeenkomst. (6:217 BW). De bezoekers zijn ook dan gebonden aan de voorwaarden als de stichting begrijpt of moet begrijpen dat bezoekers de voorwaarden niet lezen. Zie artikel 6:232 BW. Zie Studiereeks Burgerlijk recht, Rechtshandeling en Overeenkomst nr. 236 en nr. 237.

Vraag 7b (4 punten)

De advocaat kan de voorwaarde het beste vernietigen op grond van artikel 6:233 sub a BW juncto artikel 6:237 sub f BW. Zie Studiereeks Burgerlijk recht, Rechtshandeling en Overeenkomst nrs. 239 e.v. NB. Sven is geen grote wederpartij in de zin van artikel 6:235 BW. Hij kan dus op de vernietigingsgrond in artikel 6:233 sub a een beroep doen. Sven is een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Daarom wordt de voorwaarde op grond van artikel 3:237 sub f vermoed onredelijk bezwarend te zijn.

Vraag 8 (7 punten)

Vraag 8a (4 punten)

Nee. De reparatiekosten zijn veroorzaakt door de gebrekkige prestatie van B en hebben niets te maken met het tijdstip van nakoming. Als B alsnog een deugdelijk voorwerp giet en levert, is de toegebrachte schade niet hersteld. De schade waarvoor A een vergoeding vordert is dus geen vertragingsschade, maar schade die definitief is toegebracht door de ondeugdelijkheid van het geleverde voorwerp. Wat deze schade betreft is de tekortkoming niet voor herstel vatbaar en is nakoming blijvend onmogelijk. Zie het arrest Kinheim/Pelders. Bij blijvende onmogelijkheid is geen verzuim vereist. Zie artikel 6:74 lid 2 BW. B heeft dus ongelijk, omdat je voor de gevorderde schade niet terechtkomt in paragraaf 2 van afdeling 9 van titel 1 van Boek 6 BW (de artt. 81 e.v.)

Vraag 8b (3 punten)

Door de ondeugdelijke prestatie van B ontstond op grond van artikel 6:74 een verbintenis tot betaling van € 15.000. Wettelijke rente is de gefixeerde schade door niet tijdig nakomen van de verbintenis tot betaling van een geldsom. Om te weten wanneer de wettelijke rente gaat lopen, kan opnieuw artikel 6:74 BW geraadpleegd worden. Het is niet blijvend onmogelijk om aan een verbintenis tot betaling van een geldsom te voldoen. Er is dus alleen schadevergoeding verschuldigd wegens het niet tijdig nakomen van een verbintenis tot betaling van een geldsom als de schuldenaar in verzuim is. (Dat volgt ook uit 6:85 BW). Op grond van artikel 6:83 sub b BW treedt verzuim zonder ingebrekestelling in wanneer de verbintenis strekt tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:74 BW en de verbintenis niet terstond wordt nagekomen. A heeft dus recht op de wettelijke rente, omdat de verbintenis tot betaling van € 15.000 strekte tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:74 en deze verbintenis niet terstond werd nagekomen.

Vraag 9 (7 punten)

Nee, een registergoed kan niet bij voorbaat worden geleverd, zo volgt uit art. 3:97 lid 1 BW. Een appartement (appartementsrecht) is een registergoed (art. 3:10 j° 3:89 BW).

Vraag 10 (7 punten)

Vraag 10a (4 punten)

Nee. Er ontstond al direct bij het sluiten van de koopovereenkomst op 1 januari 2018 een vordering tot betaling van de koopprijs, maar de schuldeiser kan de prestatie (koopprijs van de auto) pas opeisen op 1 oktober 2018. (Zie artikel 6:39 BW.)

NB. Het ontstaan van de vordering is hier niet afhankelijk van toekomstige, vooralsnog onzekere omstandigheden zoals wel het geval was in het arrest W.U.H./Emmerig q.q.. In dat arrest ging het om de vordering uit een huurovereenkomst waarbij het ontstaan nog afhankelijk was van de daadwerkelijke verschaffing van het huurgenot.

Vraag 10b (3 punten)

Ja. Paul zal dan (nog steeds) schuldeiser zijn. De (bestaande) vordering is niet aan Jason overgedragen, omdat er geen levering heeft plaatsgevonden. Artikel 3:94 eist zowel voor een openbare als een stille cessie een akte tot levering. Die is er niet. Er is dus niet aan de eisen van overdracht van artikel 3:84 BW voldaan.

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Oefententamens Burgerlijk Recht 2 - RUG

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (1)


Vragen

Vraag 1

Taxibedrijf ‘TicTacTaxi’ huurt een zestal auto’s van het merk Volkswagen Passat van een Gronings autobedrijf. Afgesproken wordt dat de auto’s op 19 januari 2019 ter beschikking zullen worden gesteld van het taxibedrijf. In december 2018 worden de auto’s die in Duitsland worden geproduceerd, van de fabriek aldaar met een autotransport-vrachtwagen naar het Groningse autobedrijf vervoerd. Door een stuurfout van de chauffeur botst de autotransport-vrachtwagen met de bestelde auto’s tegen de vangrail. De auto’s zijn ernstig beschadigd. De reparatie zal ten minste drie maanden gaan duren. Aan het taxibedrijf wordt meegedeeld dat de auto’s pas op zijn vroegst ter beschikking zullen worden gesteld op 1 april 2019. Daarom wil het taxibedrijf de overeenkomst annuleren zodat het andere auto’s kan huren die wel vanaf 19 januari kunnen worden ingezet bij taxiritten.
Vraag: Is dit mogelijk? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? (7 punten)

Vraag 2

Arnoud is eigenaar van een perceel grond van 10.000 m 2 in de Drentsche Aa. Hij gebruikt het om te jagen en als pleisterplaats voor zijn camper. In mei 1998 besluit hij een hek om zijn perceel te plaatsen. Hij snoept daarbij een stukje van het buurperceel af, dat toebehoort aan Natuurmonumenten, omdat, meent Arnoud, er toch alleen maar koeien op grazen, die die schamele 500 m2 niet zullen missen. In april 2017 besluit Arnoud het perceel te verkopen. Als Jimmy het op Funda ziet staan, is hij op slag verliefd. Hij biedt de vraagprijs en in juli 2017 wordt het perceel geleverd. Jimmy heeft geen idee dat een deel van het omheinde perceel aan Natuurmonumenten toebehoort. Wanneer Natuurmonumenten in januari 2019 van plan is de waterloop van de Drentsche Aa in de oorspronkelijke staat terug te brengen, stuit zij op het hek. Zij vordert van Jimmy dat het hek wordt verwijderd en stelt daartoe (i) dat zij eigenaar is van de door Arnoud afgesnoepte 500 m 2 ; (ii) dat Arnoud en later Jimmy het perceel onrechtmatig in bezit heeft gehouden en op grond van onrechtmatige daad gehouden is het desbetreffende deel aan Natuurmonumenten over te dragen. Jimmy weigert.
Vraag: Wie heeft gelijk? Ga in op de beide stellingen van Natuurmonumenten. (8 punten)

Vraag 3

Gerard is assistent-inkoper bij installatiebedrijf Solar Tech BV. Zijn baas, de heer Mika, heeft hem gezegd dat hij zelfstandig aankopen mag doen voor Solar Tech BV tot € 50.000. Mika heeft dat ook aan vaste zakenrelaties van Solar Tech BV laten weten toen Gerard als nieuwe medewerker aan deze vaste relaties werd voorgesteld. Een van die vaste zakenrelaties is Epsilon BV. Epsilon BV is met een grote partij zonnepanelen blijven zitten vanwege het faillissement van een klant. Omdat de markt wordt overspoeld door goedkope Chinese zonnepanelen, is Epsilon BV bereid om de panelen tegen een aantrekkelijke korting weg

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (2)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2018/2019 (2)


Vragen

Vraag 1

SprayCannot BV houdt zich bezig met het vakkundig verwijderen van graffiti van bushokjes, lantarenpalen en andere objecten. Voor dit werk gebruikt zij een straalmachine die met hoge druk straalgrit op de objecten spuit, waardoor een schurend effect ontstaat. SprayCannot koopt dat straalgrit altijd bij Stralende Straalmiddelen BV, een handelaar in straalmiddelen. In december 2018 bestelt zij bij Stralende Straalmiddelen BV een grote partij straalmiddel van het merk NoNo. Nadat de partij bij SprayCannot is afgeleverd, gebruikt zij het op 15 januari 2018 om graffiti van stalen afvalbakken te verwijderen, die de gemeente voor dat doel naar de werkplaats van SprayCannot heeft gebracht. Op 17 januari 2018 ontvangt SprayCannot een e-mail van Stralende Straalmiddelen waarin Stralende Straalmiddelen stelt dat de producent van het middel die ochtend heeft gemeld dat door een fout in het productieproces asbest in een bepaalde partij van het straalmiddel NoNo is terechtgekomen.

Na dit bericht laat SprayCannot haar werkplaats op asbestvezels onderzoeken. De werkplaats blijkt inderdaad te zijn vervuild met asbest en kan pas weer gebruikt worden na een grondige sanering door
een asbestsaneringsbedrijf.

SprayCannot stelt Stralende Straalmiddelen aansprakelijk voor de gemaakte saneringskosten. De advocate van Stralende Straalmiddelen wijst aansprakelijkheid van de hand om de volgende redenen:

“Stralende Straalmiddelen is niet tekortgekomen in de nakoming van de overeenkomst. Volgens de overeenkomst moest Stralende Straalmiddelen het middel NoNo leveren. Dat heeft Stralende Straalmiddelen gedaan. Bovendien is de verontreiniging van het middel niet aan haar te wijten. Ten eerste produceert ze het niet zelf. Ze verhandelt het alleen. Ten tweede was het onvoorzienbaar dat het middel een verontreiniging met asbest zou bevatten. Stralende Straalmiddelen verhandelt het middel NoNo al meer dan tien jaar en er heeft zich in die periode niet eerder zoiets voorgedaan.”

Is er sprake van wanprestatie van Stralende Straalmiddelen? (7 punten)

Vraag 2

Op vrijdagmiddag 15 augustus 1997 kreeg het paard Penny van Rivka de Ruiter symptomen van koliek. Rivka liet het paard opnemen bij een dierenkliniek. Dierenarts Kain koos voor een behandeling met pijnstilling. Op maandag 18 augustus 1997 verslechterde de situatie. Kain besloot het paard toen te opereren. Tijdens de operatie trad helaas een scheuring van de darmwand op en overleed het paard.

Op donderdag 11 oktober 2018 raakt Rivka op een receptie van haar werk in gesprek met een nieuwe collega, Zoey. Zoey is net als Rivka een groot paardenliefhebber en blijkt in een ver verleden stagiaire te zijn geweest bij dierenarts Kain. Als Ankje haar zegt dat ze nog steeds erg verdrietig is wegens het overlijden van haar paard Penny, kan Zoey zich opeens herinneren dat dit voorval zich heeft voorgedaan in haar eerste stageweek. Ze had het destijds erg vreemd gevonden dat dierenarts Kain niet eerder was overgegaan tot operatief ingrijpen en had dit nog met een docent van haar

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (1)


Vragen

Vraag 1

Sterre koopt samen met haar broer Martin een polyester zeilboot (geen registergoed) voor € 2.800. Ze betalen ieder € 1.400 van de aanschafprijs en huren een ligplaats voor de boot in het zomerseizoen in een jachthaventje aan het Paterswoldsemeer. Ze zijn zich ervan bewust dat er snel ruzie kan ontstaan over de boot. Om dat risico te verkleinen, maken ze duidelijke afspraken. Zij komen overeen dat Sterre de boot in het zomerseizoen mag gebruiken in de even kalenderweken en dat Hans de boot mag gebruiken in de oneven kalenderweken. Ze leggen de afspraken schriftelijk vast. Sterre kan slecht met geld omgaan en laat veel rekeningen onbetaald. Eline, een van haar schuldeisers, ziet Sterre op een mooie zomerdag varen op het Paterswoldsemeer. Zij vraagt zich af of de boot haar een verhaalsmogelijkheid kan bieden.

  1. Biedt de wet Eline een mogelijkheid tot uitwinning? (5 punten)

Vervolg vraag 1a.

Stel dat Eline er verder geen werk van maakt en dat Sterre in maart 2017 met toestemming van Martin haar aandeel in de boot verkoopt en levert aan neef Ruben. Ruben wil in kalenderweek 35 van 2017 gebruik maken van de zeilboot en deelt dat Martin per mail mee. Hans antwoordt dat hij van plan is de boot in die week te gebruiken en stuurt hem het document waarin de afspraken zijn neergelegd, die hij met Sterre heeft gemaakt over de even en oneven weken. Martin is niet bereid om af te wijken van die afspraken. Ruben acht zich niet gebonden aan de afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt. Sterre heeft hem niet op de hoogte gesteld van die afspraken. Zij heeft hem alleen gezegd dat Martin en zij even vaak gebruik mochten maken van de boot. De afspraken die Sterre met Martin heeft gemaakt, komen Ruben niet goed uit. Zijn vriendin die in Maastricht woont, kan hem door haar werk alleen in de weekenden van de oneven weken bezoeken. Hij zou graag met haar willen zeilen in die weekenden.

  1. Heeft Martin het exclusieve gebruiksrecht in de oneven weken of zullen Martin en Ruben nog afspraken met elkaar moeten maken over het gebruik van de boot? Besteed in uw antwoord ook aandacht aan de vraag of Ruben de hulp van de kantonrechter kan inroepen als hij met Martin geen overeenstemming kan bereiken over het gebruik van de boot. (5 punten)

Vraag 2

Samira heeft een teeltsysteem onder eigendomsvoorbehoud gekocht en geleverd gekregen. De koopprijs heeft zij nog niet voldaan. Samira wenst haar voorwaardelijk eigendomsrecht over te dragen aan DnB B.V.

Hoe kan Samira dit voorwaardelijk eigendomsrecht leveren? Ga ervan uit dat het teeltsysteem een roerende zaak, niet zijnde een registergoed is. (5 punten)

Vraag 3

Michael exploiteert al jaren een gezellig dorpscafé in het dorp Haren, vlakbij de stad Groningen. Omdat hij toe is aan een nieuwe uitdaging, zet hij het horecapand te koop. Het pand wordt opgenomen op een website voor commercieel vastgoed. De

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2017/2018 (2)


Vragen

Vraag 1

Firtec BV geeft aan Bouw BV opdracht om een specifieke machine te bouwen die goed aansluit op de wijze waarop zij haar productieproces heeft ingericht. Bouw BV kan de machine niet (af)bouwen, omdat buiten haar schuld haar fabriek tot de grond toe afbrandt. Firtec BV heeft nog niet betaald en benadert u met de vraag welke optie(s) zij heeft. Geef aan welke mogelijkheden een schuldeiser kan hebben bij tekortkoming in de nakoming door de schuldenaar (onder meer opgesomd in een hoorcollege) en bespreek in hoeverre deze mogelijkheden openstaan in de casus. (6 punten)

Vraag 2

In 1997 wordt Nikkie's Aston Martin DB5 gestolen. Nikkie doet aangifte, maar de dief wordt niet opgespoord. Het betekent voor Nikkie een fiks verlies; niet alleen was zij aan deze door haarzelf gerestaureerde auto gehecht, maar hij vertegenwoordigde ook een flinke waarde en de auto was niet allrisk verzekerd. Maar de tijd heelt alle wonden en langzamerhand verdwijnt de auto uit Nikkie's gedachten. Vlak na nieuwjaar 2018 wordt de auto bij toeval bij een politiecontrole aangetroffen bij Gert. Hij bekent vrijwel onmiddellijk de auto in een ver verleden gestolen te hebben en te hebben laten overspuiten en de auto sindsdien (met een andere nummerplaat) in gebruik te hebben gehad.

Kan Nikkie nog enige aanspraak doen gelden ter zake van de auto? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet? (7 punten)

Vraag 3

X sluit als zelfstandige zonder personeel een overeenkomst voor het beheer van een park met recreatiebungalows. De taken van X bestaan onder meer uit het maaien van grasvelden, het verrichten van onderhoud aan de wegen op het park en het zo nodig vervangen en repareren van terreinverlichting. Met de eigenaar van het park wordt afgesproken dat X voor het uitvoeren van zijn taken iedere maand op de 29e van de maand € 3.000 zal ontvangen. De overeenkomst wordt aangegaan voor 1 jaar (januari 2017 tot januari 2018). De eigenaar van het park betaalt in januari 2017 nog trouw op het afgesproken tijdstip, maar de maanden daarna niet meer. X vraagt zich af of de eigenaar van het park wel altijd in staat is om hem te betalen. Hij vindt het echter heel vervelend om hem aan te sporen en is ook bang dat dat negatieve gevolgen kan hebben voor hun zakelijke relatie. Daarom besluit X in mei 2017 zijn rechten jegens de eigenaar van het park te verkopen en te cederen aan Y. Y is bereid daarvoor een bedrag ineens te betalen. X en Y stellen een onderhandse akte op tot levering van huidige en toekomstige vorderingen van X op de eigenaar van het park en laten de akte registreren op 1 juni 2017. Op 1 oktober 2017 gaat X failliet. De curator heeft besloten dat X gedurende het faillissement zijn werk als zelfstandige zonder personeel nog mag voortzetten tot

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (1)

Burgerlijk recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (1)


Vragen

Vraag 1

Paulina sluit als (direct )vertegenwoordiger van een restaurant een overeenkomst met Gerard tot levering van 100 liter vissoep. Vervolgens blijkt dat Paulina niet vertegenwoordigingsbevoegd is en dat Gerard zich ook niet op vertrouwensbescherming kan beroepen. Gerard kan de soep niet meer elders verkopen en moet deze weggooien. Alle kosten die hij voor het maken van de soep heeft gemaakt komen neer op € 300. Als de overeenkomst zou zijn afgewikkeld zou Gerard winst hebben behaald van € 500. Gerard wendt zich tot u met de vraag of hij Paulina persoonlijk kan aanspreken tot schadevergoeding.

Als Paulina aansprakelijk mocht zijn, wil hij ook weten voor welk bedrag zij dat is, voor € 300 of voor € 500. Hoe luidt uw antwoord? (8 punten)

Vraag 2

Liam is eigenaar van een schilderij van een adept van Salvador Dali, dat bekend staat onder de naam ‘Wiebelende Manen’. Het Surrealistisch Museum wil dit doek dolgraag verwerven. Liam heeft daar op zich wel oren naar, maar hij heeft onlangs gelezen dat het schilderij wel eens van Dali zelf zou kunnen zijn. Het museum heeft hier alle begrip voor en op in maart 2016 wordt een overeenkomst gesloten waarin Liam zich verplicht het doek te leveren onder de ontbindende voorwaarde dat het doek van Dali blijkt te zijn; de levering geschiedt meteen daaropvolgend. Het museum kampt intussen met liquiditeitskrapte en sluit een lening af bij de bank. Alle doeken die eigendom zijn van het museum worden verpand, waaronder ook ‘Wiebelende Manen’ (met de geschiedenis waarvan de bank overigens bekend is). Uiteindelijk komt het museum er niet bovenop; het wordt in december 2016 failliet verklaard. In januari 2017 verschijnt een nieuwe studie naar het vroege werk van Dali, waaruit onomwonden blijkt dat ‘Wiebelende Manen’ van de hand van Dali zelf is. Verheugd met dit nieuws wil Liam het schilderij terug van het museum. De curator verweert zich echter met de stelling dat door het faillissementsbeslag ex art. 20 jo. 23 jo. 35 Fw het museum is beschikkingsbevoegd is en het schilderij derhalve niet meer kan terug leveren aan Liam. Het doek valt in de faillissementsboedel en Liam mag zijn vordering ter verificatie indienen, aldus de curator. Ook de bank mengt zich in de strijd met de mededeling dat zij haar pandrecht zal uitoefenen.

Wat is de goederenrechtelijke positie van Liam, het museum en de bank ten aanzien van ‘Wiebelende Manen’? (9 punten)

Vraag 3

Elektronicabedrijf Electro heeft haar magazijn recentelijk uitgebreid en om die reden heeft zij een energiezuinige heftruck gehuurd bij Til BV. Op 1 december 2016 brengt Electro de heftruck voor een kleine reparatie naar garagebedrijf Key BV. Op 4 december 2016 komt Max, een belangrijke klant van Electro, een bezoek brengen aan het bedrijf van Electro. Wanneer Max over de heftruck hoort, is hij meteen enthousiast en hij besluit te heftruck van Electro te kopen. Omdat Max bereid is om een hoge

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (2)


Vragen

Vraag 1

Kacper en Sander zijn al jaren als verkoper werkzaam bij Autobedrijf Carz BV, een specialist in Fiat. Kacper is dol op de nieuwe Fiat 500 en zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Een scherp onderhandelaar is hij echter niet. De directeur van Autobedrijf Carz BV besluit daarom in mei 2016 dat Kacper wel in de showroom mag blijven rondlopen om auto’s bij aspirant-kopers aan te prijzen, maar dat hij voortaan niet meer mag overgaan tot verkoop en inkoop van auto’s. Dat betekent dat hij de hulp moet inroepen van collega Sander als de contacten met aspirant-kopers het punt bereiken dat er moet worden onderhandeld over prijzen en inruilwaardes. In juli 2016 komt Evelien de showroom binnen. Kacper heeft haar ooit een gerestaureerde Fiat 500 verkocht en nu is zij op zoek naar een nieuw exemplaar. In al zijn enthousiasme vergeet Kacper dat hij de hulp van Sander moet inroepen. Hij sluit een deal met Evelien waarbij Evelien een nieuwe Fiat koopt en het gerestaureerde exemplaar inruilt. Met de overeengekomen prijs is op zich zelf niets mis. Sander had dezelfde deal kunnen sluiten. Is er een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Autobedrijf Carz BV en Evelien? (8 punten)

Vraag 2a

Eldert exploiteert een yoga- en meditatiecentrum. Het centrum is gevestigd in een verbouwde boerderij. De grote tuin rondom de boerderij vergt veel onderhoud. Daarom heeft Eldert een overeenkomst gesloten met hovenier Tom. Tom zal twee jaar lang voor een vast bedrag per maand alle nodige snoei- en maaiwerkzaamheden verrichten. Op grond van de overeenkomst mag Tom bij zijn werk in de ochtenden geen luidruchtige machines gebruiken, omdat er ’s ochtends vaak meditatielessen worden gegeven in de tuin. Nadat Tom de overeenkomst een half jaar lang naar volle tevredenheid heeft uitgevoerd, gaat hij op een dag om 9.30 uur met een elektrische heggen schaar in de weer. Eldert vordert ontbinding van de overeenkomst bij de rechter. Tom voert twee verweren.

Ten eerste betoogt Tom dat Eldert geen recht op ontbinding heeft, omdat Eldert hem na het voorval niet heeft aangemaand om zich in het vervolg te houden aan het verbod. Tom belooft zich voortaan aan de afspraken te houden.

Ten tweede betoogt Tom dat de tijd waarop de werkzaamheden uitgevoerd worden, niet de kern van de overeengekomen prestaties raakt. De hoofdverplichtingen zijn de snoei- en maaiwerkzaamheden en die zijn altijd naar volle tevredenheid uitgevoerd. Niet-naleving van een nevenverplichting levert volgens Tom alleen een grond voor ontbinding op wanneer Eldert heeft aangetoond dat hij een groot belang heeft bij naleving ervan.

Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het eerste verweer? (5 punten)

Vraag 2b

Hoe zal het oordeel van de rechter luiden ten aanzien van het tweede verweer? (4 punten)

Vraag 3

Hans en Jacob zijn samen eigenaar van een

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (3)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2016/2017 (3)


Vragen

Vraag 1

Plato is een groot bewonderaar van Socrates. Antiekhandelaar Aristoteles vertelt hem binnenkort een unieke buste van Socrates geleverd te zullen krijgen van een museum in een klein Frans dorp dat de deuren sluit. Plato biedt Aristoteles een flinke som geld voor de buste. Tussen Plato en Aristoteles komt een koopovereenkomst tot stand op grond waarvan Plato de koopprijs zal betalen zodra hij het beeld feitelijk zal hebben ontvangen. De heren spreken verder af dat zodra Aristoteles de buste ontvangt, Aristoteles deze gaat houden voor Plato.

Een dag nadat Aristoteles deze afspraken heeft gemaakt met Plato, komt Aristoteles Phaedrus tegen. Aristoteles vertelt Phaedrus over het beeld dat hij binnenkort zal krijgen. Phaedrus weet niets van de afspraken tussen Plato en Aristoteles. Hij wil het beeld graag van Aristoteles kopen voor een bedrag dat flink hoger is dan de koopsom die Plato heeft beloofd te zullen betalen. Aristoteles gaat akkoord. Phaedrus betaalt Aristoteles meteen. Phaedrus en Aristoteles spreken af dat Aristoteles de buste zal houden voor Phaedrus, zodra hij deze ontvangt.

Twee weken later bezorgt het museum de buste bij Aristoteles thuis. Aristoteles belt Phaedrus, die dezelfde middag het beeld bij Aristoteles komt ophalen en het bij hem thuis een ereplaats geeft. De volgende dag staat Plato op de stoep bij Aristoteles. Plato is zeer verontwaardigd als hij hoort over de gang van zaken en bovendien teleurgesteld in Aristoteles, die een goede naam heeft. Plato meent dat hij wel degelijk eigenaar is geworden van het beeld en stelt om die reden de revindicatie in tegen Phaedrus. Phaedrus meent echter dat hij eigenaar is geworden van het beeld.

Kan Plato met succes de revindicatie instellen tegen Phaedrus? Zo ja, leg uit waarom. Zo nee, waarom niet? (6 pnt)

Vraag 2

Hans huurt een eengezinswoning van Klaziena. Alhoewel hij aan het begin van de huurrelatie alle maandelijkse huurtermijnen (steeds te betalen voor de eerste van de maand) netjes betaalt, wordt Hans na verloop van tijd minder zorgvuldig met de maandelijkse betalingen. Op 1 maart 2010 heeft hij de huur over januari, februari en maart van datzelfde jaar nog steeds niet betaald. Klaziena is echter druk met haar eigen bedrijf bezig en laat na om Hans tot betaling aan te sporen.

Hans betaalt de daaropvolgende jaren gewoon weer netjes elke maand de voor die maand openvallende huur. Wanneer Klaziena op 17 februari 2015 in geldnood komt te zitten, herinnert zij zich opeens dat Hans enkele jaren geleden een huurachterstand heeft opgelopen die hij nog steeds niet ingelost heeft. Klaziena spreekt Hans alsnog aan op betaling van de huur over januari, februari en maart 2010. Hans meent echter dat die vorderingen reeds verjaard zijn en dat hij in het geheel geen achterstanden heeft.

Vraag 2a

Heeft Hans gelijk? (6 pnt)

Stel dat Hans en Klaziena in

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (1)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (1)


Vragen

Vraag 1

Jantje Bakker BV koopt op eigen naam maar voor rekening van de Van Dijk BV tarwe bij Boer BV. De tarwe worden daarna zonder tussenkomst van Jantje Bakker BV door Boer BV bij Van Dijk BV afgeleverd. Later blijkt de tarwe bedorven, waardoor Van Dijk BV € 60.000 schade heeft geleden. Van Dijk BV wil deze schade verhalen. De tekortkoming blijkt toerekenbaar te zijn aan Boer BV, maar levert desondanks geen onrechtmatige daad op. Is Boer BV toch verplicht om deze schade te vergoeden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onder jegens wie en onderhevig aan welke eisen moet Boer BV dat dan?

Vraag 2

Op 12 februari 1994 leent Brian $15.000 dollar (nu, omgerekend € 25.000) aan Jilles. Daarbij overleggen ze dat Brian het bedrag op ieder moment kan opeisen en dat Jilles geen rente hoeft te betalen. In 2009 krijgen ze ruzie over een meisje en sinds die tijd spreken ze elkaar niet meer. Totdat Brian, op 14 november 2012, aan Jilles schrijft dat hij zijn € 25.000 terug wil. Deze mededeling ontvangt Jilles op 15 november 2012 per post. Jilles trekt zich er niets van aan: hij geeft geen reactie en weigert te betalen. Wat is de laatste dag dat Brian zijn

€25.000 kan/kon opeisen?

Vraag 3

Robin wil graag zijn boot schilderen voordat hij de wereld rondreist. Hij heeft echter geen zin om het zelf te doen en schakelt schilder Piet in. In de overeenkomst die ze sluiten wordt opgenomen dat Piet tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden in geen geval aansprakelijk is voor door hem of door zijn personeel veroorzaakte schade.

  1. Kan op dit beding in alle omstandigheden een beroep worden gedaan?

Stel dat Luc, de werknemer van Piet, ingezet wordt bij de schilderwerkzaamheden in de tuin van Robin. Bij het manoeuvreren met een ladder slaat Luc per ongeluk het raam van de schuur in. Robin wil aanvankelijk de kosten voor de vervanging van het raam verhalen op Piet maar herinnert zich dat Piet zich heeft vrijgetekend. Robin probeert dit te omzeilen en besluit niet Piet maar Luc rechtstreeks aan te spreken.

Tijdens het schilderen van de boot slaat Luc per ongeluk met een ladder het raam van de schuur van Robin in. Robin wil de schade verhalen op Piet, maar bedenkt zich dat deze in het contract is vrijgetekend. Robin probeert dit te omzeilen door niet Piet maar Luc rechtstreeks aan te spreken.

  1. Kan Robin Luc succesvol aanspreken?

Vraag 4

Bart is verzamelaar van modeltreinen en bestelt bij modeltreinspecialist Edu de nieuwste Faalies 3000, inclusief het bijpassende spoor. Afgesproken wordt dat Edu op 1 januari 2012 de trein bij Bart zal komen afleveren en dat Bart op 15 januari 2012 de koopprijs aan Edu zal

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2015/2016 (2)


Vragen

Vraag 1

Irisma is de onderaannemer van Kooistra BV. Tijdens de werkzaamheden begeeft de heftruck het. Omdat Irisma zo niet verder kan en hij al achterloopt laat hij dezelfde dag nog een nieuwe heftruck van Mulder komen ter waarde van €10.000. Als de rekening tien dagen later op de mat van Kooistra BV valt weigert deze te betalen, aangezien Irisma niet bevoegd is om overeenkomsten aan te gaan van meer dan €7.500. Dit is exclusief uitgesloten in zijn arbeidscontract. Mulder is het hier echter niet mee eens, aangezien hij niet op de hoogte was van deze beperking en het gebruikelijk is dat onderaannemers bevoegd zijn overeenkomsten aan te gaan voor €10.000. Kan Mulder succesvol Kooistra BV aanspreken voor het gehele bedrag van €10.000? Betrek hierbij de stellingen van Mulder en Kooistra BV?

Vraag 2

Kledingreparatiebedrijf Koster, met 8 werknemers, wil de reparatie van leder graag uitbesteden. Het benadert het familiebedrijf Post, met 3 werknemers. In de offerte die Post aan Koster stuurt stelt Post dat zijn algemene voorwaarden van toepassing zijn. In de reactie daarop verwerpt Koster dit en verklaart de eigen algemene voorwaarden van toepassing en vermeldt dat deze opgestuurd zullen worden op verzoek van Post. Het accepteert in deze reactie de offerte van Post. In een latere brief van Post wordt niet meer gesproken over de voorwaarden, maar wel worden de algemene voorwaarden van Post meegestuurd. De algemene voorwaarden van de twee verschillen aanmerkelijk.

  1. Beredeneer waarom de algemene voorwaarden van Koster in dit geval toepasselijk zouden zijn..

  2. Welke vernietigingsgronden kunnen succesvol worden ingeroepen?

Vraag 3

Milan en Emma gaan scheiden. Milan heeft Emma betrapt met haar nieuwe liefde: Lucas. Wanneer Milan op 2 augustus 2013 er achter komt dat Emma bij Lucas is ingetrokken, gaat hij naar hun huis om verhaal te halen. Ze zijn echter niet thuis en uit frustratie slaat hij de ramen van de auto’s van Emma en Lucas in. Als Emma en Lucas thuis komen – op de fiets – bellen ze de politie. Emma zegt hierbij te vermoeden dat het Milan is geweest. De politie gaat op 13 augustus 2013 bij Milan langs om hem te ondervragen. Hij bekent gelijk dat hij het was die de ramen heeft ingeslagen. Dit wordt op 16 augustus 2013 aan Emma en Lucas medegedeeld. Op 9 oktober 2013 komt de scheiding rond en dit wordt op 16 oktober 2013 ingeschreven. Op welk moment verjaren de vorderingen tot schadevergoeding tegen Milan? Laat het strafrecht hierbij buiten beschouwing.

Vraag 4

Thomas heeft een vordering op Jesse. Deze is opeisbaar geworden op 1 oktober 2012, maar op 1 december 2012 heeft Jesse nog steeds niet betaald. Thomas vindt dat hij lang genoeg op zijn geld heeft zitten wachten en maant Jesse op 2 december schriftelijk aan

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (1)


Vragen

Vraag 1

Lotte koopt een cartridge bij een winkel, maar meteen nadat ze hem in gebruik neemt vertoont het allerlei mankementen. De cartridge lekt, de inkt vlekt op het papier en het is niet eens de juiste kleur. Lotte weet niet zoveel van het verbintenissenrecht en vraagt daarom haar vriendin, die het vak burgerlijk recht 2 volgt, om juridisch advies. Ze heeft vijf vragen:

  1. Op welke manier kan ze de overeenkomst met de winkel het eenvoudigst ontbinden?

  2. Wat moet ze voor een rechtsgeldige ontbinding aantonen?

  3. Dient ze voor de ontbinding eerst een ingebrekestelling te sturen?

  4. Wat zijn de gevolgen van de ontbinding voor de overdracht van de cartridge?

  5. Op grond waarvan krijgt ze haar geld terug bij een ontbinding?

Vraag 2

Amy heeft een stamboek KWPN’er paard, genaamd Lightning. Helaas heeft ze een drukke baan en kan ze niet de aandacht schenken die Lightning verdient. Boris, een KWPN’er fanaat, is jaren geleden al verliefd geworden op Lightning en gaf aan dat als Amy haar paard ooit zou verkopen hij zeker interesse zou hebben. Omdat Amy het te druk heeft om de verkoop allemaal te regelen vraagt ze aan haar vriendin Noa, tevens paardenhandelaar, of zij Boris wil benaderen om te peilen of hij nog interesse heeft. De vriendin neemt contact op met Boris en vraagt of hij interesse heeft in Lightning voor €15.000. Boris reageert dat hij zeker nog interesse heeft en dat hij verwacht dat de overdracht volgend weekend wel plaats kan vinden. Noa laat dit weten aan Amy, die vervolgens volledig in de stress raakt. Eigenlijk wil ze Lightning echt niet kwijt. Boris is zeer teleurgesteld en vordert nakoming. Amy betuigt echter dat het niet de bedoeling was dat Amy een daadwerkelijk aanbod zou doen, maar alleen zou polsen of hij Lightning nog zou willen hebben.

  1. Beschrijf het juridische kader aan de hand waarvan bepaald moet worden of Amy gebonden is aan het aanbod dat is gedaan door Noa. Hierbij hoeft niet beantwoord te worden of Amy ook daadwerkelijk gebonden is.

Ga er nu van uit dat tussen Amy en Boris geen overeenkomst tot stand is gekomen door een onbevoegd gedaan aanbod. Direct nadat Amy hoort dat Boris graag Lightning van haar koopt gaat Amy daar toch graag op in. Ze vraagt zich af wat ze moet doen.

  1. Hoe kan Amy ervoor zorgen dat de koopovereenkomst alsnog tot stand komt tussen Amy en Boris?

Vraag 3

Lars is een professionele programmeur. Omdat hij ook buitenshuis aan zijn werk wil kunnen zitten en hij speciale eisen heeft, koopt hij een zogenaamde “built to order” (BTO) laptop. Hij gaat naar de winkel van een speciale BTO laptop aanbieder. Hier krijgt hij

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (2)


Vragen

Vraag 1

Bakker BV wil graag een uitje organiseren voor de medewerkers. Daarom huurt het een Shakespeare theater in, genaamd “Macbeth”. Er wordt overeengekomen dat dit optreden op 29 oktober 2012 zal plaatsvinden en dat Bakker BV voor 10 oktober 2012 de afgesproken €250 zal overmaken. Op 6 oktober 2012 laat Macbeth weten dat ze een nieuwe moderne interpretatie hebben van Romeo en Julia, compleet met moderne slang en rapmuziek. Bakker BV ziet dit absoluut niet zitten. Ze willen graag een originele versie en dit laten ze weten aan Macbeth. Als ze op 10 oktober 2012 nog geen bevestiging hebben gekregen dat er een klassieke versie zal worden opgevoerd laten ze weten de betaling nog even uit te stellen tot ze dit zeker weten.

  1. Kan Bakker BV rechtsgeldig wachten met de betaling?

Stel, alle communicatieproblemen zijn opgelost en Macbeth voert op 29 oktober 2012 een originele versie van Romeo en Julia op. Het is alleen totaal geen succes. De acteurs waren geregeld hun teksten kwijt en het acteerwerk was absoluut waardeloos. Bakker BV is zeer teleurgesteld en stuurt Macbeth een brief waarin het de overeenkomst ontbindt. Macbeth vraagt zich af of dat maar zomaar kan. Ze hebben het toneelstuk al immers al opgevoerd.

  1. Is er rechtsgeldig ontbonden? Ga hierbij ook in op het feit dat de prestatie niet teruggedraaid kan worden.

Vraag 2

Bos BV bestelt per fax vier bestelauto’s bij Peters BV. Het is de eerste keer dat de twee zaken doen en daarom verwijst Bos BV naar hun algemene voorwaarden en stuurt deze mee. Bij de bevestiging van de bestelling, per post, verwijst Peters BV op hun beurt naar hun algemene voorwaarden en stuurt ook deze mee. In de voorwaarden van Peters BV staat tussen de voorwaarden dat ze alle algemene voorwaarden van andere partijen uitdrukkelijk van de hand wijzen, maar dit wordt niet in de brief zelf gesteld. Zijn er algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing? En zo ja, welke algemene voorwaarden.

Vraag 3

Bas huurt voor een maand van De Groot BV een cirkelzaag voor de renovatie van zijn huis. Wanneer hij de zaag voor de eerste keer wil gebruiken blijkt de zaag zo bot dat deze onbruikbaar is. Hij belt met De Goot BV die zegt dat er niets mis was met de zaag en dat Bas niet zo moeilijk moet doen. Bas is er al helemaal klaar mee. Hij werd in de winkel ook al zo ontzettend slecht geholpen en nu dit. Hij zoekt even op internet en vindt al snel een goedkopere verhuur. Hij wil zo snel mogelijk van zijn huurovereenkomst met De Groot BV af. Op welke manier kan Bas van de overeenkomst af? Is daar een ingebrekestelling voor nodig?

Vraag 4

Floor heeft

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (3)

Burgerlijk Recht 2 - RUG - Oefententamen 2012/2013 (3)


Vragen

Vraag 1

Dekker BV maakt kunstmest voor boeren in het hele land. Hiervoor krijgt het mineralen aangeleverd door De Wit BV. Na de laatste levering van De Wit BV blijkt tijdens het testen dat de kunstmest niet geschikt is voor bemesting van het land. Er lijkt iets mis te zijn. Na wat onderzoek blijkt dat de mineralen in contact zijn gekomen met pesticiden, die De Wit BV ook in de loodsen heeft liggen om aan boeren te verkopen. De Wit BV is nalatig geweest met de preventie voorschriften. De kunstmest is hierdoor compleet onbruikbaar, waardoor Dekker BV veel grote bestellingen mist en veel schade lijdt. Dekker BV wil De Wit BV hiervoor aansprakelijk stellen.

  1. Op welke grondslag kan Dekker BV de aansprakelijkheid van De Wit BV baseren? Laat buiten beschouwing of De Wit BV in verzuim is of niet.

Stel, Dekker BV wil niet alleen de schade vorderen die het gevolg is van inkomstderving, maar ook de schade die voortkomt uit de verkwiste andere bestanddelen van de kunstmest. Als Dekker BV dit aan De Wit BV meldt zegt De Wit BV dat prestatie niet onmogelijk is en Dekker BV daarom eerst een ingebrekestelling zal moeten sturen.

  1. Heeft De Wit BV hierin gelijk?

Vraag 2

Blom BV bouwt voor Van Vliet BV een nieuw ICT systeem. Er wordt afgesproken dat de oplevering op 1 september 2012 plaats zal vinden. Daarnaast wordt er een boete beding opgesteld. Elke dag dat Blom BV te laat oplevert zal het een boete ter waarde van €800 verbeuren. Ook wordt ook afgesproken dat onverlet het boetebeding Van Vliet BV ook schadevergoeding kan vorderen bij wanprestatie door Blom BV. Is dit beding rechtsgeldig?

Vraag 3

Op 1 juli 2007 verkoopt Stijn zijn playstation aan Jelle voor €150. Stijn levert het dezelfde dag en Jelle betaalt hem de eerste €20. Op 15 oktober 2007 ziet Stijn Jelle weer op de kroeg en herinnert zich dat hij nog €130 van Jelle krijgt. Jelle heeft op dat moment maar €30, maar geeft het gelijk af aan Stijn en belooft de overige €100 de volgende dag over te maken. De mannen komen elkaar niet meer tegen, maar als Stijn niet kan slapen een paar jaar later bedenkt hij zich opeens weer dat hij nog steeds €100 te goed heeft van Jelle. De volgende dag, 6 oktober 2012, maant Stijn Jelle schriftelijk aan. Jelle heeft echter ooit “Rechten voor Dummies” gelezen en stuurt Stijn een brief terug dat hij zich beroept op verjaring. Stijn is het hier niet mee eens. Wanneer verloopt de verjaringstermijn en kan Stijn nog in rechte de €100 van Jelle vorderen?

Vraag 4

Vermeulen BV produceert meubels. Het hout die het daarvoor nodig heeft wordt gekocht bij Van Beek BV. Dit

.....read more
Access: 
Public
Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Burgerlijk Recht 2 voor de opleiding Rechten jaar 2 aan de Rijksuniversiteit Groningen

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je gebruik van de zoekfunctie. Zoek bijvoorbeeld naar de dit jaar voorgeschreven arresten of nieuw gedeelde boeksamenvattingen.

Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check all content related to:
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2608
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering