Hoorcollege 6: Taal - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door hersenletsel, waarbij het begrijpen en het uiten van gesproken en geschreven taal gestoord is.

Classificering wordt niet meer gedaan ivm grote verscheidenheid.

Dysfasie: een ontwikkelingsstoornis in het verwerven van taal zonder aanwijsbaar neurologisch letsel.

Dysartrie: spraakstoornis, ontstaan door verlamming van de spieren die bij articulatie worden gebruikt.

Spraakapraxie: een stoornis in de aansturing van de spraak.

Primair progressieve afasie: ontstaat geleidelijk en niet acuut, wordt veroorzaakt door een onderliggende neurodegeneratieve aandoening, vorm van dementie.

Taalonderzoek heeft als resultaat:

  • Stellen van een diagnose (wel/geen afasie)
  • Aangedane modaliteiten vaststellen
    • Begrijpen
    • Spreken
    • Lezen
    • Schrijven
  • Aangedane domeinen vaststellen
    • Fonologie (klankleer)
    • Semantiek (betekenis)
    • Syntaxis (grammatica)

Basis afasie onderzoek bestaat uit:

  • ScreeLing: stellen van een differentiaaldiagnose. Het is een screeningsinstrument en gaat volgens het model van Levelt (semantiek, fonologie en syntaxis).

    • Voordelen:

      • Geschikt voor afname aan bed in acute fase
      • Korte duur, snel overzicht
      • Af te nemen door meerdere disciplines
      • Geeft direct handvatten voor therapieniveau
      • Bruikbaar voor prognose
    • Nadelen:
      • Gevoelig voor opleidingsniveau
      • Inconsistenties in handleiding
      • Geen volledig beeld
      • Lichte afasie of productieproblemen komen niet altijd naar voren
      • Ook uitval op fonologie bij spraakapraxie
  • Token Test: meet taalbegrip, maar ook het verbale geheugen. Via de app in verschillende talen af te nemen.
  • AAT: maakt ook een differentiaaldiagnose, maar stelt ook de ernst vast en het type afasie en kan het herstel meten. Maar is verouderd
  • Cat-NL: vervanger van de AAT, heeft als doelen om de cognitie te screenen en  taalvaardigheid te meten. Kijkt globaal volgens het model van Ellis & Young.
    • Nadelen:
      • Geen mogelijkheid tot stellen van een differentiaaldiagnose
      • Scoring nog te globaal beschreven
      • Test lijkt ongevoelig?
    • Voordelen:
      • Nieuw, mooi materiaal
      • Makkelijk af te nemen
      • Globaal overzicht over de taalmodaliteiten
      • Etc.

Prognostisch model: de kans op een goed herstel op 1 naar na de beroerte is te voorspellen aan de hand van een formule.

PALPA: wordt gebruikt om verder in te zoomen op problemen die eerder gevonden zijn.

SAT visueel: begrippen bij elkaar zoeken.

ANTAT: meten verbale communicatie in rollenspellen die het dagelijks leven nabootsen.

Scenario test: soortgelijk ^

ASTA: scores uit opnames van de patiënt. 

Doelstellingen afasietherapie:

  • Verbeteren mondeling uiten
  • Verbeteren schriftelijk uiten
  • Verbeteren taalbegrip
  • Redzaamheid verbeteren

GANBA: kijken naar non-verbale cognitieve vaardigheden, kan gebruikt worden bij afasie.

 

Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!

Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Neuropsychologische diagnostiek hoorcolleges (Universiteit Utrecht)

Hoorcollege 1: Introductie & Diagnostische cyclus - Neuropsychologische diagnostiek

Hoorcollege 1: Introductie & Diagnostische cyclus - Neuropsychologische diagnostiek

Er zijn verschillende tests die verschillende domeinen onderzoeken:

  • VAT --> geheugen
  • Token -->  Taalbegrip
  • Boston Benoem test --> woorden benoemen
  • Sleutelzoek taak --> Planning
  • Regelwissel Test --> inhibitie
  • Camcog figuren --> visuoconstructie
  • TMT A --> snelheid
  • TMTB --> verdeelde aandacht
  • JULO --> visuoperceptie, met oriëntatie van lijnen

Er zijn verschillende typen vraagstellingen:

  • Onderkenning: Wat is er met deze patiënt aan de hand?
  • Verklaring: Waarom vertoont deze patiënt gedragsproblemen?
  • Predictie: Hoe kan een operatie het cognitief functioneren beïnvloeden?
  • Indicatie: Wat zijn de implicaties van de cognitief sterke en zwakke punten voor revalidatie?
  • Evaluatie: Wat is het effect van het gebruik van Ritalin op het cognitief functioneren?

De diagnosticus vormt vanaf het eerste moment hypotheses. Hypotheses vormen de vragen in de anamnese; tijdens anamnese kun je je hypotheses bijstellen.

Waarschijnlijkheidsdiagnose: verwerpen van een aantal hypotheses en op 1 hypothese uitkomen.

Soms zijn er andere disciplines nodig voor verder onderzoek. De medicus stelt de medische diagnose. 

De COTAN (commissie testaangelegenheden nederland) beoordeelt op:

  • Uitgangspunten bij constructie
  • Kwaliteit testmateriaal
  • Kwaliteit handleiding
  • Normen
  • Betrouwbaarheid
  • Begripsvaliditeit
  • Criteriumvaliditeit

Punten van aandacht zijn: veel taken komen uit het buitenland; veel taken hebben nog geen COTAN beoordeling. Je moet dus zelf beoordelen of een test geschilt is. 

Problemen met herhaald testen; leereffect treedt op, en van veel testen zijn geen test-hertestgegevens beschikbaar. Gebruik parallel testen. Echter, dan nog steeds testwise (je kent het idee van de test al, bijvoorbeeld het verrassings effect van de Rey taak).

Gedragsneurologische proeven kunnen ook nodig zijn(gezichtsvermogen, apraxie, etc.).

Volgorde van test: zorg dat er geen interferentie is. Zorg ook voor standaardisatie. Maar ook: testing the limits. Dit houdt in dat als je bijvoorbeeld een psychomotorisch vertraagde patiënt hebt, je het snelheids component weghaalt uit de taak. Anders meet je namelijk alleen de traagheid terwijl dat niet het doel is van de taak. 

Naast cognitief functioneren moet je ook andere factoren in kaart brengen omdat die allemaal invloed kan hebben op je cognitieve functies. Zoals:

  • Persoonlijkheid
  • Emotionele problemen, bv. BDI, GDS of HADS
  • Klachten, bv. SCL-90
  • Quality of life

Je meting bestaat uit twee onderdelen:

  • Het resultaat van meetprocedure zelf
  • Bijdrage van invloeden die daarbuiten liggen: stoorfactoren.

Betrouwbaarheid is belangrijk: blijft het resultaat van de test hetzelfde als je de test nogmaals afneemt?

Validiteit van test eveneens belangrijk: meet de test wat hij beoogt te meten?

Normen: gezonde controles of een vergelijkbare patiëntengroep

De sensitiviteit en specificiteit kunnen weergegeven worden in een ROC curve. Je kijkt naar de AUC (area under the curve). 0.5 is geen onderscheidend vermogen, 1.0 is maximaal onderscheidend vermogen. 

Ook de positief(kans dat een persoon die een afwijkende score heeft, de ziekte ook echt heeft) en negatief voorspellende waarde (geen klachten, geen ziekte). zijn belangrijk. Niet alleen de sensitiviteit en

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollege 2: Waarneming en motoriek - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 2: Waarneming en motoriek - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Quiz:

  • Hemianopsie: blind zijn in één helft van het visuele veld (aan beide ogen).
  • Achromatopsie is een stoornis in het waarnemen van kleur.
  • Prosopagnosie is een stoornis in het herkennen van gezichten.
  • Associatieve en apperceptieve agnosie zijn de twee belangrijkste vormen van visuele agnosie.
  • Er zijn twee routes van visuele verwerking. Dorsaal: ruimtelijk en motoriek, ventraal: waarneming.

Er zijn verschillende niveaus van visuele waarneming:

  • Primaire verwerking: detectie en features waarnemen, zoals locatie, vorm en kleur.
  • Hogere orde verwerking: voorwerpen en gezichten

Bij patiënten met schade aan de pariëtaal, temporaal of occipitaal kwab en de onderliggende witte stof banen verwacht je stoornissen in de visuele waarneming. Vaak als gevolg van CVA, traumatisch hersenletsel, tumor, maar ook na neurodegeneratieve aandoeningen.

Stoornissen in de primaire verwerking

Voor detectie wil je als eerste testen of er visuele veld defecten zijn. Dit kan handmatig of met een computer test.

Achromatopsie: komt voor na een bilaterale beschadiging van de ventrale pre-striate (temporale) cortex. Test: Ishihara test. Kleur kan je ook testen met de Farnsworth-Munsell test; die heeft ook een computer versie, en een versie voor grijstinten.

Stoornis in het waarnemen van de vorm: visuele vorm agnosie. Test: Efron vormen. Kan ook de cortical vision screening test. Vaak na koolmonoxidevergiftiging.

Primaire visuoruimtelijke stoornissen in:

  • Lokalisatie: stoornissen in het waarnemen van de relatieve ruimtelijke positie. Is onafhankelijk van problemen in het herkennen. Hoeven niet het gehele gezichtsveld te bestrijken. Laesie kan occipito-pariëtaal grens zowel unilateraal als bilateraal. Test: CorVist test (welk cijfer correspondeert met de locatie van het stipje) & de VOSP.
  • Oriëntatie: neuronen in V1, V2 en V3 zijn selectief gevoelig voor een bepaalde oriëntatie van een lijn. Test: Benton Judgement of line orientation (JULO).

Hogere orde processen spelen hier ook een rol. Vaker gestoord na rechterhersenhelft, maar patiënten met letsel aan de linker kant scoren slechter op de gespiegelde versie. Kan wellicht een gevolg zijn van neglect.

Dus er zijn specifieke tests voor specifieke primaire visuele stoornissen. Maar let op: selectieve stoornissen zijn zeldzaam, meestal komen meerdere tegelijkertijd voor.

 Hogere orde stoornissen --> in het herkennen van voorwerpen en gezichten

De herkenning verloopt in twee stappen:

  1. Integratie van verschillende features tot een perceptuele representatie
  2. Vergelijking van representatie met eerder opgeslagen informatie uit het geheugen

Patiënten die ondanks intacte basale visuele functies problemen hebben met het herkennen van voorwerpen, hebben een agnosie.

Visuele agnosie test: benoemen van plaatjes, zoals de Boston benoemtaak. Er zijn twee vormen van visuele agnosie:

  • Apperceptieve agnosie: het vormen van een percept van de structuur van een object is gestoord. Je kan geen voorwerpen meer natekenen. Gezonde mensen kunnen voorwerpen herkennen vanuit een ‘viewpoint independent’ positie, patiënten met deze agnosie hebben hier moeite mee. Dit kan je dus ook testen (unusual view test). Je kan ook testen met de overlappende
.....read more
Access: 
Public
Werkcollege 1: Diagnostiek bij niet-westerse migranten - Neuropsychologische Diagnostiek

Werkcollege 1: Diagnostiek bij niet-westerse migranten - Neuropsychologische Diagnostiek

Is migratie een risico? Migranten hebben gemiddeld minder jaren onderwijs, wat betekent dat er minder cognitieve reserves zijn. Ook is er sprake van een lagere socio-economische status, wat je levensstijl beïnvloedt. Roken bijvoorbeeld is ook een risico. Etniciteit zelf is geen risicofactor voor het krijgen van cognitieve aandoeningen; sekse ook niet.

Hoe neem je tests af als de moedertaal niet Nederlands is?

  • Bestaande testen vereenvoudigen
  • Een meer kwalitatieve dan kwantitatieve beoordeling
  • Kijken naar het gehele profiel
  • Tolk

Diagnostiek is lastig want:

  • Taalbarrière
  • Schoolse vaardigheden (jaren onderwijs)
  • Inhoud niet herkenbaar of begrijpelijk
  • Validiteit en betrouwbaarheid in geding

Je kunt dus wel de test gaan vertalen, maar nog steeds is de validiteit en betrouwbaarheid in het geding, omdat het niveau vaak nog te hoog ligt.

Mensen die niet-geletterd zijn blijken moeite te hebben met de visuele associatie test. De reden lijkt te zijn dat het lastig is om een plaatje in woorden om te zetten bij mensen met weinig jaren onderwijs. Realistische plaatjes (ipv tekeningen) gebruiken helpt al een stuk.

Welke geheugentesten zijn bruikbaar?:

  • WMS
  • Complex figuur van Rey
  • Trail Making Test
  • Kloktekening

Er is een Cross-Culturele Dementiescreening (CCD), die geschikter is omdat:

  • Geen gesproken respons of uitleg
  • Geen items die beroep doen op schoolse vaardigheden
  • Inhoud moet herkenbaar zijn voor personen uit allerlei culturen
  • Uitleg over verwachtingen tijdens test: verwachtingen uitleggen.

Corsi Block-Tapping Test is een alternatief voor de WAIS-cijferreeksen test.

Beperkingen CCD:

  • Geen interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
  • Screening omvat niet alle domeinen
  • Multitasken tijdens afname
  • Extra instructie van omgeving
  • Of: moeilijk om te weten of patiënt het niet begrijpt of het niet kan

Een alternatief voor de MMSE is de RUDAS. Hierbij wordt het volgende getest:

  • Geheugen: boodschappen onthouden
  • Woordvloeiendheid: dieren
  • Praxis: gebaren nadoen
  • Visuoconstructie/EF: kubus tekenen
  • Oordeelsvermogen: oversteken

Redenen voor niet (of laat) inschakelen van specialistische hulp kunnen zijn schaamte, dementie niet zien als ziekte of als onderdeel van normale veroudering, schaamte en stigma

Dus: wat maakt diagnostiek bij niet-westerse migranten zo moeilijk? De taal, culturele verschillen, begrijpelijkheid van de inhoud, laag geletterd.

Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!

Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)

Access: 
Public
Hoorcollege 3: Aandacht en Executief Functioneren - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 3: Aandacht en Executief Functioneren - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Aandachtsstoornissen en executieve functiestoornissen zijn mogelijk bij heel veel ziektebeelden. Vooral na beschadiging aan de frontaalkwab, maar ook mogelijk na schade in andere delen van de hersenen.  Een voorbeeld is frontotemporale dementie (de gedragsvariant).

Veelgebruikte aandachtstaken zijn:

  • Volgehouden aandacht
    • Bourdon
    • D2
  • Selectieve/gerichte aandacht
    • Stroop kleur woord test

Bourdon Wiersma: allemaal stipjes, de groepjes met 4 stipjes moeten weggeruisd worden.

D2: alle d’s met 2 streepjes moeten aangestreept worden. Duurt minder lang.

Stroop taak: benoem de kleur van de inkt, in plaats van het woord dat er in letters staat. De neiging om te willen lezen is de afleider.

  • Variant: stroop D-KEFS: eerst de kleur van de inkt benoemen, daarna het woord lezen.

TMT: de cijfers in oplopende volgorde met elkaar verbinden. Daarna cijfers en letters afwisselend met elkaar verbinden (1A, 2B, 3C, etc.).

Testbatterij aandacht: test of everyday attention. Bestaat uit 8 subtests die verschillende aspecten van de aandacht testen, namelijk:

  • Map search
  • Elevator counting
  • Elevator counting with distraction
  • Elevator counting with reversal
  • Visual elevator
  • Telephone search
  • Telephone search while counting
  • Lottery

Ook de mentale flexibiliteit wordt getest: kan je snel wisselen van taak en instructies?

Executieve functies is een paraplu begrip en kan je niet met één test meten. Sommige taken zijn:

  • Fluency
    • Fonologisch en semantisch: zo veel mogelijk woorden opschrijven/opnoemen met een bepaalde letter
    • Figural fluency: puntjes aan elkaar verbinden om unieke patroontjes te maken. Handige taak als de patiënt een taalbarrière of een afasie heeft.
  • Shifting, mentale flexibiliteit
    • Wisconsin card sorting test: stapeltjes met kaarten die variëren in vorm, kleur en aantal figuurtjes. De patiënt moet de kaartjes sorteren. De sorteertechnieken veranderen.
    • Brixton: stip verplaatst zich over cirkels. De patiënt moet de regelmaat ontdekken.
  • Planning
    • Tower of Londen: schijven sorteren volgens instructies.

Screeningtest executieve functies: frontal assessment battery. Geeft een eerste indruk van het executief functioneren. Kan ook als bedside screening gebruikt worden, wordt soms ook al door de arts afgenomen. 

Maar standaard tests van executieve functies zijn niet altijd goede voorspellers van functioneren in het dagelijks leven. De BADS is een testbatterij van executieve functies en is ontwikkeld om stoornissen te diagnosticeren op een ecologisch valide manier.

De BADS bestaat uit 7 taken:

  • Regel-wisseltest
  • Actie-plantest
  • Sleutel-zoektest
  • Temporele schattingstest: bijvoorbeeld: hoe lang duurt een halfjaarlijkse controle bij de tandarts?
  • Dierentuin plattegrond test: dierentuin bezoeken volgens bepaalde regels. Welke route ga je lopen?
  • Vereenvoudige zes-elemententest

De BADS meet cognitieve flexibiliteit, probleemoplossend vermogen, planning, beoordelen en schattingen, gedragsregulatie.

Ecologische validiteit: in hoeverre kan een test de beperkingen van een patiënt voorspellen in zijn natuurlijke omgeving?

Concurrent validiteit: in

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollege 4: Intelligentie - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 4: Intelligentie - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Wat is intelligentie? Hier zijn twee ideeën hierover:

  • G-factor
    • Galton
    • Spearman
  • Multifunctioneel
    • Thurstone
    • Guilford
    • Binet
    • Cattell

Binet ontwikkelde een test voor de geschiktheid voor school of voor het leger. Dit is de basis voor onze intelligentietest.

Catell onderscheidde fluid en crystallized intelligence.

  • Fluid: problem-solving capacity, met stijgen van de leeftijd neemt intelligence af
  • Crystallized: knowledge of facts and procedures. Product van leren, beïnvloed door opleiding

Intelligentie is geassocieerd met het fronto-pariëtale netwerk.

Flynn effect: elke 10 jaar gaat de intelligentie omhoog.

De WAIS 3  geeft een IQ-score aan de hand van de verbale en performale schaal. Bestaat o.a. uit:

  • Woordenschat
  • Symbool substitutie
  • Ontbrekende figuren
  • Figuur leggen

Nu wordt de WAIS 4 gebruikt; geen verbaal en performaal IQ meer, maar Index scores. Hierbij zijn er veel testen veranderd. 4 indexen:

  • Verbaal begrip index
  • Perceptueel redeneren index
  • Werkgeheugen index
  • Verwerkingssnelheid index

En een totaalscore.

Raven: een test voor mensen die de taal niet spreken. Meet fluid intelligence / de g factor. Deze zou cultuurvrij moeten zijn, maar westerse landen zijn hier gewend aan.

NLV: kan binnen 5 minuten tijd, en geeft een goed beeld van het premorbide functioneren van patiënten. Ook bij stoornissen blijven de gebieden van deze test vaak intact.

KAIT (Kaufman Adolescent and Adult Intelligence Test): gebaseerd op neuropsychologische modellen, onderscheidt gekristalliseerde en vloeiende intelligentie. Heeft een grote normgroep.

Waarom intelligentie meten binnen de neuropsychologie?:

  • Als basis voor interpretatie van scores op andere tests
  • Bepaalde (maar niet alle) subtaken testen specifieke aspecten van het cognitief functioneren.
  • Maar bepaalde taken kunnen ook gerelateerd worden aan meerdere functies

Testing the limits: probeer verklaringen voor het slecht presteren van patiënten uit te sluiten:

  • Laat patiënten doorgaan nadat de tijdslimiet bereikt is
  • Help de patiënt
  • Geef een simpelere versie van de taak

Conclusie van het artikel van Barbey: intelligentie overlapt met werkgeheugen en executieve functies. Gedeelde betrokkenheid van groot parieto-frontaal netwerk.

Vaak wil je een schatting van het pre-morbide functioneren. Als iets volgens de normgegevens afwijkend is hoeft dat geen verandering in functioneren te betekenen. En andersom hoeft een volgens de normgegevens gemiddelde prestatie niet te betekenen dat er geen verandering in het functioneren heeft plaatsgevonden.

Pre-morbine functioneren is echter lastig vast te stellen, dus vaak komt het neer op een schatting, op basis van opleiding en beroep. 

  • Traditionele hold benaderingen: kijk naar hold taken zoals subtaken Informatie, Woordenschat, subtaken die gekristalliseerde intelligentie meten zijn minder gevoelig voor hersenbeschadiging.
  • Alternatieve hondbenadering: leestaken als voorspellers van premorbine functioneren, bv NLV.
  • Maar het hangt af van de patiënt: bij lichte cognitieve tekorten NLV gebruiken, bij ernstige
.....read more
Access: 
Public
Artikelsamenvattingen Neuropsychologische Diagnostiek

Artikelsamenvattingen Neuropsychologische Diagnostiek

Alle artikelen die deel uitmaken van de stof voor het vak Neuropsychologische Diagnostiek aan de UU zijn samengevat door JOHO. Maak gebruik van de zoekfunctie op WorldSupporter om de samenvattingen te vinden:

  • Norris, G., & Tate, R.L. (2000). The Behavioural Assessment of the Dysexecutive Syndrome (BADS): Ecological, Concurrent and Construct Validity. Neuropsychological Rehabilitation: An International Journal, 10 (1), 33-45.

  • Lamberts KF, Evans JF, Spikman JM. A real-life, ecologically valid test of executive functioning: The executive secretarial task. J Clin Exp Neuropsych. 2010:32;56–65

  • D. VonDras, M. R. Powless , A. K. Olson , D. Wheeler & A. L. Snudden (2005) Differential effects of everyday stress on the episodic memory test performances of young, mid-life, and older adults, Aging & Mental Health, 9:1, 60-70

  • Lugtmeijer S, de Haan EHF & Kessels RPC (2019) A comparison of visual working memory and episodic memory performance in younger and older adults, Aging, Neuropsychology, and Cognition, 26:3, 387-406
  • Carone, D. A., Iverson, G. L., & Bush, S. S. (2010). A model to approaching and providing feedback to patients regarding invalid test performance in clinical neuropsychological evaluations. The Clinical Neuropsychologist, 24(5), 759-778

  • Kent P. (2017) Fluid intelligence: A brief history, Applied Neuropsychology: Child, 6:3, 193-203

  • Paragraaf 3.9 uit Richtlijn neuropsychologische revalidatie

  • Paemeleire, F. & Moerkerke, L. (2019). Dynamisch assessment bij personen met ernstige afasie. Logopedie, 32(4), 5-17

  • Goudsmit,M., Uysal-Bozkir, O., Parlevliet ,JL. van Campen, JPCM., de Rooij SE., Schmand B. (2017) The Cross-Cultural Dementia Screening (CCD): A new neuropsychological screening instrument for dementia in elderly immigrants, Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 39, 163-172

  • Stralen, H. E., & Dijkerman, H. C. (2011). Central Touch disorders. Scholarpedia, 6(10), 8243

  • Schintu, S., Hadj-Bouziane, F., Dal Monte, O., Knutson, K.M., Pardini, M., Wassermann, E.M.,Grafman, J., & Krueger, F. (2014). Object and space perception – Is it a matter of hemisphere? Cortex, 57, 244-253

Access: 
Public
Hoorcollege 6: Taal - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 6: Taal - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door hersenletsel, waarbij het begrijpen en het uiten van gesproken en geschreven taal gestoord is.

Classificering wordt niet meer gedaan ivm grote verscheidenheid.

Dysfasie: een ontwikkelingsstoornis in het verwerven van taal zonder aanwijsbaar neurologisch letsel.

Dysartrie: spraakstoornis, ontstaan door verlamming van de spieren die bij articulatie worden gebruikt.

Spraakapraxie: een stoornis in de aansturing van de spraak.

Primair progressieve afasie: ontstaat geleidelijk en niet acuut, wordt veroorzaakt door een onderliggende neurodegeneratieve aandoening, vorm van dementie.

Taalonderzoek heeft als resultaat:

  • Stellen van een diagnose (wel/geen afasie)
  • Aangedane modaliteiten vaststellen
    • Begrijpen
    • Spreken
    • Lezen
    • Schrijven
  • Aangedane domeinen vaststellen
    • Fonologie (klankleer)
    • Semantiek (betekenis)
    • Syntaxis (grammatica)

Basis afasie onderzoek bestaat uit:

  • ScreeLing: stellen van een differentiaaldiagnose. Het is een screeningsinstrument en gaat volgens het model van Levelt (semantiek, fonologie en syntaxis).
    • Voordelen:
      • Geschikt voor afname aan bed in acute fase
      • Korte duur, snel overzicht
      • Af te nemen door meerdere disciplines
      • Geeft direct handvatten voor therapieniveau
      • Bruikbaar voor prognose
    • Nadelen:
      • Gevoelig voor opleidingsniveau
      • Inconsistenties in handleiding
      • Geen volledig beeld
      • Lichte afasie of productieproblemen komen niet altijd naar voren
      • Ook uitval op fonologie bij spraakapraxie
  • Token Test: meet taalbegrip, maar ook het verbale geheugen. Via de app in verschillende talen af te nemen.
  • AAT: maakt ook een differentiaaldiagnose, maar stelt ook de ernst vast en het type afasie en kan het herstel meten. Maar is verouderd
  • Cat-NL: vervanger van de AAT, heeft als doelen om de cognitie te screenen en  taalvaardigheid te meten. Kijkt globaal volgens het model van Ellis & Young.
    • Nadelen:
      • Geen mogelijkheid tot stellen van een differentiaaldiagnose
      • Scoring nog te globaal beschreven
      • Test lijkt ongevoelig?
    • Voordelen:
      • Nieuw, mooi materiaal
      • Makkelijk af te nemen
      • Globaal overzicht over de taalmodaliteiten
      • Etc.

Prognostisch model: de kans op een goed herstel op 1 naar na de beroerte is te voorspellen aan de hand van een formule.

PALPA: wordt gebruikt om verder in te zoomen op problemen die eerder gevonden zijn.

SAT visueel: begrippen bij elkaar zoeken.

ANTAT: meten verbale communicatie in rollenspellen die het dagelijks leven nabootsen.

Scenario test: soortgelijk ^

ASTA: scores uit opnames van de patiënt. 

Doelstellingen afasietherapie:

  • Verbeteren mondeling uiten
  • Verbeteren schriftelijk uiten
  • Verbeteren taalbegrip
  • Redzaamheid verbeteren

GANBA: kijken naar non-verbale cognitieve vaardigheden, kan gebruikt worden bij afasie.

 

Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!

Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte

.....read more
Access: 
Public
Hoorcollege 7: Ethiek - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 7: Ethiek - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Een psycholoog handelt:

  • Verantwoordelijk: kwaliteit en continuïteit, zorgvuldig handelen, volledigheid en actualiteit van het dossier en voorkomen van misbruik van resultaten en rapportages
  • Integer: betrouwbaarheid, rolintegriteit (kun je een relatie aangaan?), eerlijkheid, aanhouden of stoppen van de behandeling? Alleen vragen wat noodzakelijk is
  • Respectvol: lichamelijke integriteit, informatie verstrekking, toegankelijkheid tot dossier, geheimhouding, inzage in rapportage, correctie, etc van gegevens. Accepteren van patiënt.
    • Onbewust racisme: etnocentrisme, klachtenpresentatie, afwijzing hulpverleners, wat doe je bij een crisis?
  • Deskundig: ethisch reflecteren, vakbekwaam, weet waar je grenzen liggen, professionele verantwoording af kunnen leggen voor je handelen.

De Algemene Standaard Testgebruik NIP: een richtlijn over hoe je je dient te gedragen tijdens het afnemen van tests. Bestaat uit o.a.:

  • Testkeuze moet je kunnen verantwoorden
  • Ook je methoden en conclusie moet je kunnen onderbouwen
  • Geen testformulieren meegeven
  • Regels van de rapportage

Actoren:

  • Patiënt
  • Verwijzer
  • Opdrachtgever
  • Rapporterend neuropsycholoog

Taalgebruik:

  • Briefverslag / narratief verslag
  • Beknopt
  • Spelling en grammatica
  • Goede indeling structuur

Een rapport bestaat uit:

  • Personalia
  • Datum onderzoek
  • Geldigheid resultaten
  • Reden verwijzing
  • Anamnese en heteroanamnese
  • Vraagstelling en hypotheses
  • Observaties
  • Testgegevens
  • Bespreking en conclusies
  • Testbijlage

Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!

Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)

Access: 
JoHo members
Werkcollege 2: Onderpresteren - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Werkcollege 2: Onderpresteren - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Onderpresteren houdt in dat de patiënt minder goed presteert op taken dan hij zou kunnen bij redelijke mate van inspanning.

  • ook wel suboptimaal presteren
  • dit zegt nog niets over de oorzaak
  • bewust: malingering

Simuleren: nabootsen van symptomen

Aggraveren: aandikken van symptomen

Confronteren met onderpresteren: Carone et al. (2010) hebben een concreet stappenplan opgesteld voor het geven van feedback bij invalid test performance. Highlights:

  • Geef vooraf uitleg over de procedure en benoem dat je symptoomvaliditeitstaken gaat afnemen
  • Geef feedback bij aanwijzingen voor onderpresteren, leg uit dat de scores lager zijn dan verwacht
  • Leg uit dat je geen valide conclusie kan trekken
  • Geef uitleg over factoren die van invloed kunnen zijn op de testprestaties
  • Documenteer je gesprek

In de praktijk:

  • In principe standaard een symptoomvaliditeitstaak inzetten
  • Valt de patiënt uit op de eerste taak? Gesprek aangaan, vervolgens testafname voortzetten incl. symptoomvaliditeitstaak
  • Prestatie afwijkend?  testonderzoek wordt afgebroken
  • Prestatie niet afwijkend?  taken die daarna worden afgenomen kunnen als valide geïnterpreteerd worden
  • Bovendien alle adequate prestaties interpreteren (wat gaat er sowieso goed?)

Rey Fifteen Items Test scoring:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Principes symptoomvaliditeitstaken:

  • Geïntroduceerd als moeilijke (geheugen)taak
  • In werkelijkheid zeer eenvoudig, ook voor mensen met cognitieve problematiek
  • Patient ontvangt feedback op prestaties, in tegenstelling tot reguliere neuropsychologische taken
  • Vaak meerkeuzeopties (dus gokkans!)

VAT-E: test om mogelijk onderpresteren te signaleren. Is de uitgestelde herkenning beter dan de onmiddellijke herkenning? Dit is een aanwijzing voor onderpresteren. Alle symptoomvaliditeitsschalen:

  • Onmiddelijke herkenning
  • Uitgestelde herkenning
  • Consistentie tussen bovenstaande schalen
  • Vergelijking geheugenschaal vrije recall en geheugenschaal meerkeuze

Doel van de gewone VAT is het meten van episodisch geheugen door het aanleren van de visuele associaties.

AKTG: je laat 5 woorden zien die de patiënt moet onthouden, vervolgens een rekensom, en daarna weer 5 woorden, waarvan 3 hetzelfde zijn als daarvoor. Welke 3 woorden heeft u hiervoor gezien? Scoring:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

TOMM: 50 plaatjes, goed onthouden, daarna 50 responsitems: 2 opties, welk plaatje eerder gezien? Dit is deel 1, indien foutloos: klaar. Indien niet foutloos: door naar deel 2 (dezelfde plaatjes als deel 1, maar andere volgorde:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

SIMS: zelfrapportageschaal met 75 ja/nee items gericht op

  • Cognitieve disfuncties
  • Depressie
  • Neurologische stoornissen
  • Psychose
  • Geheugenstoornissen

Items met een bizarre strekking. Bijv: een week heeft 6 dagen. Scoring:

 

Embedded taken: naast specifieke taken voor symptoomvaliditeit kunnen ook reguliere neuropsychologische taken aanwijzingen geven voor onderpresteren. Bijv 15 woorden taak: hoeveel woorden kan de patiënt uit zichzelf reproduceren? Staat de score bij de recognitie hiermee in

.....read more
Access: 
JoHo members
Hoorcollege 8: Anamnese - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Hoorcollege 8: Anamnese - Neuropsychologische Diagnostiek (UU)

Een anamnese is een balans tussen volledig zijn en durven selecteren, en tevens ben je gebonden aan een tijdslimiet.

Je begint de anamnese door de procedure uit te leggen:

  • Doel van het gesprek
  • Tijdsduur
  • Gang van zaken
  • Vragen vooraf?

Beginvragen kunnen zijn:

  • Wat is de reden van uw komst?
  • Wat is uw voornaamste klacht?
  • Kunt u vertellen waarom u hier vandaag bent?

Onderwerpen die je behandelt:

  • Aard van cognitieve klachten
    • Alle cognitieve domeinen zijn van belang:
      • Geheugen
      • Taal
      • Aandacht
      • Executieve functies
      • Mentale snelheid
      • Sociale cognitie
      • Motoriek/praxis
      • Waarneming
      • Oriëntatie
  • Ontstaan en beloop
  • Interferentie dagelijks leven
  • Emoties en persoonlijkheid
  • Slaap
  • Middelengebruik
  • Sociale situatie
  • Opleiding en werk
  • Vrije tijd

Belangrijkste thema’s heteroanamnese:

  • Al dan niet bevestiging van verhaal patiënt
  • Aanvullende klachten / veranderingen
  • Persoonlijkheid en gedrag
  • Ziekte-inzicht

Observaties:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

 

 

Noteer alle observaties; de interpretatie kan achteraf!

Vragen? Laat het vooral hieronder weten en ik probeer ze te beantwoorden!

Vond je deze samenvatting interessant en wil je op de hoogte blijven van mijn nieuwe bijdragen? Volg dan snel mijn Worldsupporter account! Dit kan door rechts naast deze samenvatting op '+ Follow' te klikken! Wordt erg gewaardeerd :)

Access: 
JoHo members
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Check more of this topic?
How to use more summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1355
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.