BPOP (Biopsychosociale Perspectieven op Ontwikkelingspsychologie) - Psychologie UU B2 - Sheetnotes 2018/2019
- 1554 reads
Het verschil wordt uitgelegd tussen alzheimer (corticale dementie) en parkinson (subcorticale dementie). Bij alzheimer: taalproblemen, geheugen: slechte herkenning en recall, normale coordinatie. Bij parkinson: depressie en angst, motorische vaardigheden aangetast, slechte recall maar normale herkenning, slechte coordinatie.
head turning sign is een kenmerkend aspect van dementerenden. Dit houdt in dat in de spreekkamer bij gestelde vragen van de arts, de dementerende naar zijn of haar partner kijkt voor antwoorden (omdat hij ze zelf niet kan beantwoorden).
Nieuwe neurocognitieve stoornis toegevoegd in de slides: parkinson. Aanvang: vroeg verschijnsel (arm beweegt niet meer), trillen, problemen met snelle handbeweging, star gelaat (wel emoties), minder goed ruiken, depressie vooraf, slaapproblemen (slaapverlamming aangetast).
Later: voorovergebogen lopen, langzaam, schuifelen. Hallucinaties, wanen (helft van de patienten), dementie (helft van de patienten). De subcorticale nigra speelt een rol bij de ziekte van parkinson.
De LIBRA-index. De LIBRA- index staat voor lifestyle for Brain and Health. Deze Index is een voorspellend model voor dementie en is gericht op risicofactoren waar iets aan te doen is.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
De LIBRA-index is belangrijk, daar wordt een vraag over gesteld in het tentamen.
Er worden de volgende KAHOOT vragen behandeld:
Wanneer is de kans groter op een delier? Antwoord: er is een grotere kans bij kwetsbaren (bijvoorbeeld dementie) en een uitlokker (bijvoorbeeld switch van medicijnen).
Wat is et verschil tussene en delier en een psychotische stoornis? Antwoord: een delier heeft bewustzijnsverlies.
Wat hoort bij subcorticaal en wat bij corticale dementie? Antwoord: subcorticaal hoort bij parkinson, corticaal hoort bij alzheimer.
Wat is de LIBRA index? Antwoord: een dementie voorspellend model om dementie met levensstijl te reduceren. Staat voor Brain Life Index.
Is alzheimer te genezen, voorkomen of de progressie van alzheimer te stoppen? Antwoord: Nee, zowel niet te genezen, te voorkomen als de progressie te stoppen.
Parkinson dopamine bevindt zich in de substantia nigra.
Wat zijn senescente cellen? Antwoord: senescente cellen veroorzaken (mogelijke) dementie.
Wat is een fenotype en wat is een genotype? een fenotype is iemands waarneembare eigenschappen. Genotype is iemands unieke genetische patroon.
Toestand waarin men de werkelijkheid niet van fantasie kan onderscheiden en waarin men een nieuwe realiteit creëert (Kaplan en Sadock, 2003)
Het betreft meestal wanen (irrationeel geloof) en / of hallucinaties (sensorische ervaring in afwezigheid van een externe gebeurtenis).
Er bestaan verschillende soorten wanen en hallucinaties (bijvoorbeeld betrekkingswaan en auditieve hallucinatie)
Schizofrenie is het meest kenmerkende symptoom van psychosen, iedereen met schizofrenie heeft doorgaans een psychose meegemaakt (dit hoeft andersom niet zo te zijn).
Schizoaffectieve stoornis: patiënten die een psychose hebben gehad en daarnaast ook een periode met depressieve of manische stemming.
Post-partum psychose: na de bevalling last krijgen van wanen of hallucinaties
Schizofrenie DSM-IV / DSM V:
Subtypes zijn komen te vervallen
Ernst van verschillende symptomen wordt door DSM V in kaart gebracht met een 4 puntsschaal.
Kernsymptoom moet een van de onderstaande symptomen zijn volgens de DSM V (wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak).
Er moet volgens DSM sprake zijn van 2 kernsymptomen (DSM IV vond 1 genoeg)
1% ontwikkelt schizofrenie, mannen hebben 1,5x meer kans dan vrouwen en bij mannen ontstaat het rond 20e, bij vrouwen rond hun 25ste. Chronisch is schizofrenie niet te genezen maar het is wel te behandelen. Wanen en hallucinaties zijn veelal beangstigend en gevaarlijk, 15% van de schizofrene patiënten overlijdt door zelfmoord. Er zijn een aantal predictoren voor het beloop van schizofrenie.
Wat gebeurt er in het brein als iemand stemmen hoort?
Voor je stemmen waarneemt is er hersenactiviteit.....read more
Er worden meer onderwerpen besproken over mentale stoornissen in het verleden behandeld werden. De visies door de jaren heen zijn uitgebreid in het college naar voren gekomen.
Oudheid (700 v. - 500 na): Chronisch zieken en psychisch zieken werden goed opgevangen. Verblijf in tempels; verzorging, massages, ontspannende muziek.
In de Middeleeuwen kwam de zorg voor geesteszieken neer op het gezin en de naaste familie. Als de zorg van de familie niet hielp, werden geesteszieken vaak opgegeven. Gevolg zwervend bestaan. Later in de middeleeuwen ook opvanghuizen (in Nederland 1425)
Eind 18e 19e eeuw; Tijd van Mozart (1756-1791)
Psychosociale benadering
Behandeling in setting die normale interactie aanmoedigt
Principe gaat terug naar oudheid (opvang in tempels)
Grondlegger Philippe Pinel (1745- 1826)
Pinel beoogde niet fysieke-niet medische behandeling maar morele (psychologische) behandeling
Einde aderlaten en purgeren (van de middeleeuwen)
Patiënten werden bevrijd van hun ketenen
Er wordt in dit college niets gezegd over pedofilie en de DSM.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Sinds 1980 is homoseksualiteit als mentale stoornis uit de DSM gehaald.
Er worden geen opmerkingen gedaan met betrekking tot het tentamen.
Er worden geen vragen gesteld met betrekking tot het tentamen.
Extra informatie over ontstaan angststoornis. Hoe komt het dat angststoornissen zich ontwikkelen? Sommigen zijn kwetsbaar voor angst en hebben neurotische trekken. Omgevingsfactoren kunnen ook een rol spelen. Hoe komt het dat de angst niet verdwijnt? Wanneer een patiënt de angst continu vermijdt, leert de patiënt niet dat de angst irreëel is.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.
Nieuw onderwerp: Bij een paniekaanval ontstaat arousal. Dit komt door een sterke activatie in het sympatisch zenuwstelsel.
Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.
Ventromediale prefrontale cortex actiever na exposure sessies bij angst. Ventromediale prefrontale cortex zorgt voor reguleren van emoties. Dit is gemeten met hersenscans.
Overeenkomsten tussen angst, vrees en depressie zijn comorbiditeit (overlapping met andere stoornis of meerdere stoornissen) en farmocotherapie.
Specifieke stress factoren en psychologische gevoeligheid bepalen welke stoornis er optreedt.
Behandeling van angst/vrees en depressie stoornissen bestaat uit CGT (cognitieve gedragstherapie) en/of SSRI behandeling. (serotonine heropnameremmer).
Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.
Er is in de sheetnotes uit 2015 geen college over stemmingsstoornissen vanuit psychosociaal perspectief. Daarom de volgende onderwerpen die aanbod kwamen tijdens college:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende stemmingsstoornissen:
Depressieve stoornis: anhedonie en/of sombere stemming
Disruptieve stemmingsdisregulatie stoornis: meer woede en irritatie
Persisterende depressieve stoornis (dysthymie): minder ernstig maar wel chronischer
Bipolaire stemmingsstoornissen
type I:
Behandeling bij bipolaire stoornis:
Psychofarmaca:
Er worden geen onderwerpen besproken buiten de lieteratuur om.
Geen recente ontwikkelingen.
Er worden geen verdere opmerkingen gemaakt.
Er worden geen vragen behandeld.
Nieuwe onderwerpen:
Drie groepen stoornissen: Parafiele stoornissen, genderdysforie en seksuele stoornissen
Seksuele responscyclus: verlangen, opwinding, plateau, orgasme, ontspanning
Bij het opstellen van een behandelplan dient rekening te worden gehouden met de volgende mogelijke stoorzenders: 1 Stress en life events 2. Gebrek aan kennis en/of onjuiste kennis 3. Normen en waarden 4. Irrationele verwachtingen, belemmerende negatieve gedachten 5. Gebrek aan vaardigheden en adequate stimulatie 6. Individuele kwetsbaarheid, bijv. angsten en remmingen, negatief zelf of lichaamsbeeld, geschiedenis van misbruik, psychiatrische comorbiditeit
Geen recente ontwikkelingen. Wel wordt dieper ingegaan op behandelmethoden bij seksuele stoornissen.
Er worden geen opmerkingen voor het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Onderzoek naar 5HT gen. een lage 5HT activiteit leidt tot grotere kans op neuroticisme en grotere angst op stressoren. bij angst is sprake van disregulatie. Dit is een vicueuze circel. Stress verhoogt het cortisol level. Een hoger cortisol level leidt tot meer schade, en dit leidt weer tot een verstoorde feedback.
Er zijn geen veranderingen in het hoorcollege. Het heeft precies dezelfde inhoud.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
Er worden geen opmerkingen tijdens het college over het tentamen gemaakt.
Er worden de volgende KAHOOT vragen behandeld: Persoonlijkheidsstoornissen zijn... antwoord: egosyntoon (ik eigen).
Bij een Persoonlijkheidsstoornis is sprake van.. antwoord: veel comorbiditeit, heftigere life events en verhoogde suicidaliteit.
Cluster A: vreemd ecentriek gedrag, B: dramatisch impulsief gedrag. cluster C: angstig gedrag. Klopt dit? Ja.
Alle clusters A includeren positieve en negatieve symptomen. klopt dit? Antwoord: Nee, met name schizotypische persoonlijkheidsstoornis want deze heeft alleen negatieve symptomen.
Borderline persoonlijkheidsstoornis houdt in... Antwoord: mensen zijn stabiel instabiel.
Zelfbeeld: ik ben uniek. Beeld van anderen: inferieur, het zijn bewonderaars. Opvoeding ophemelen. Waar past dit bij? Antwoord: narcistische persoonlijkheidsstoornis.
Zelfbeeld: Je verantwoordelijk voelen. Beeld van anderen: incompetent. Opvoeding: hoge eisen stellen. Waar past dit bij? Antwoord: dwangmatige persoonlijkheidsstoornis.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn categorisch en dimensioneel.
Dit college staat niet in de sheetnotes van 2015. Daarom zet ik hieronder de volledige informatie uit het hoorcollege.
75 procent van de Nederlanders werkt over. Gemiddeld: 3,6 uur.
Omgevingsfactoren: Nieuwe technologieen
Trends: 'het nieuwe werken'
Bezuinigingen
1,4 procent van de Nederlanders werkt meer dan 50 uur. Dit staat onderaan vergeleken met andere landen (Japan).
Alleen hard werken is niet voldoende voor workaholisme.
Hard werken kan leiden tot:
Karoshi: dood door overwerk
Karo-jisatu: suicidie door overwerk. Hier is sprake van in Japan.
Werk hangt samen met onze identiteit. “ik werk dus ik ben”
Oorsprong ligt in calvinistische wortels. “er is nog nooit iemand in zijn eigen zweet verdronken.”
Organisatiecultuur. “We hebben hier geen 9 tot 5 cultuur.”
Geschiedenis van het begrip:
1971: Oates beschreef workaholisme als de onbedwingbare neiging om hard te werken.
Al eerder werd melding gemaakt van het verschijnsel:
Franse schrijver Gustave Flaubert (1852): bezeten geperverteerde liefde om te werken.
Paul Lafarge (1883): Arbeitssucht.
De hongaarse psychiater Sandor Ferenczi (1919): zondagsneurose.
Kenmerken werkverslaving: Werkt veel uren, altijd druk; In gedachten met werk bezig; Extreem toegewijd, erg betrokken; Obsessief, compulsief; Lichamelijke klachten; Chronisch moe; Perfectionistisch; Niet flexibel, rigide; Bang om te falen; Taakgericht; Goed in overwerk rationaliseren; Identificeert zich met het werk; Niet in staat te ontspannen; Middelenverslaving; Gepassioneerd over werk; Neurotisch; Optimistisch; Competitief.
Definitie van werkverslaving: - Cognitie: obsessie met werk.
- Gedrag: veel tijd in werk stoppen, vermenging werk en persoonlijk leven.
- Emoties: schuldgevoelens wanneer men niet aan het werk is.
Bevlogenheid (employee engagement). Bevlogenheid is een toestand van opperste voldoening bij werknemers die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
Circelcomplexmodel van emoties bestaat uit:
Activatie vs deactivatie. Onplezierig vs plezierig.
Werkverslaafd: tussen activatie en onplezierig. Kenmerken: rusteloos en gespanen.
Tevreden: deactivatie en plezierig. Kalm, rustig.
Bevlogen: activatie en plezierig. Opgewonden en gelukkig.
Opgebrand: onplezierig en deactivatie. Verdrietig.
Workaholisme is de oncontroleerbare drang om hard te werken. Dit bestaat uit twee componenten. Gedragsmatig: excessief hard werken en Cognitief: compulsief werken.
Workaholics hebben de hoogste werkdruk, meeste overwerk, meeste werk-thuis conflicten, minste steun van andreen en meeste uitputtingsklachten.
Compulsieve werkers: even perfecitonistisch, even emotioneel instabiel, even ontevreden, even cynisch.
Workaholisme is het slechtst maar als je compulsief werkt is dat ook niet goed.
Vergelijking met andee typen (on)welbevinden.
Burnout: exhaustion, cynicism, efficacy
Work engagement: vigor, dedication, absortion (identified regulation, identificeren met je werk)
Workaholism: absortion, working excessively, working compulsively
Absortion: helemaal opgaan in je werk past dus zowel bij de bevlogenheid kant als bij de werkverslavingskant.
Workaholisme vs bevlogenheid:
- Innerlijke dwang vs geen obsessie met werk
- Vermijding vs toenadering
- Gecontroleerde regulatie vs autonome regulatie
- Onveilig hechtig vs veilige hechting
- Arbeidsontevredenheid vs arbeidstevredenheid
Nieuw onderzoek noemt dat vroege onveilige hechting in kindertijd leidt tot workaholisme later. Dit komt doordat je je extra wilt bewijzen in dat je dingen goed doet en bevestiging nodig hebt in wat je doet, omdat workaholics daarin een gebrek hadden in hun kindertijd.
Workaholisme komt vooral van binnenuit, combinatie van hard en dwangmatig werken.
Kan met behulp van een vragenlijst gemeten worden. Werkplezier is wat anders dan workaholisme.
Extra informatie over psychosociale oorzaken van hart en vaatziekten: er is een verband tussen hart en vaatziekten en een negatief effect (zowel boosheid, vijandigheid als depressie)
Er bestaan twee soorten chronische vermoeidheid: Myalgische encefalomyelitis (ME). spierpijn (myalgie) gepaard gaande ontsteking van het ruggenmerg(myelitis) en-of het hersenweefsel (encefalitis).
Een toevoeging op de somatische symptoomstoornis. De onderzochte groep blijkt heterogeen voor psychologische profielen (maladaptief, adaptief, begrenzend, actief, inflexibel). De toestand van de deelnemers verschilt per profiel voorafgaande aan de therapie. Voorlopige analyses geven een indicatie dat de inflexibele groep het meest gunstig verandert na therapie en de adaptieve groep het minst verandert.
Predictie onderzoek bij kanker wijst uit dat een grotere kans op terugval of dood bij kanker samen hangt met depressie, hulpeloosheid, maar niet bij strijdbaarheid. `fight for your life`. Psychosociale factoren kunnen het verloop van kanker en afweersysteem significant beinvloeden.
Er worden geen opmerkingen gemaakt over het tentamen.
Er worden geen vragen behandeld voor het tentamen.
Extra begrip toegevoegd: echolalie. Het laatste stukje herhalen. Het wordt ook wel papagaaien genoemd.Dit komt vaker voor bij ASS maar hoort ook bij een normale taalontwikkeling. Het lijkt dus meer op vertraging in de taalontwikkeling en niet zozeer per sé een ASS kenmerk.
Verder is het college precies hetzelfde
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen behandeld voor het tentamen.
Het verschil wordt uitgelegd tussen alzheimer (corticale dementie) en parkinson (subcorticale dementie). Bij alzheimer: taalproblemen, geheugen: slechte herkenning en recall, normale coordinatie. Bij parkinson: depressie en angst, motorische vaardigheden aangetast, slechte recall maar normale herkenning, slechte coordinatie.
head turning sign is een kenmerkend aspect van dementerenden. Dit houdt in dat in de spreekkamer bij gestelde vragen van de arts, de dementerende naar zijn of haar partner kijkt voor antwoorden (omdat hij ze zelf niet kan beantwoorden).
Nieuwe neurocognitieve stoornis toegevoegd in de slides: parkinson. Aanvang: vroeg verschijnsel (arm beweegt niet meer), trillen, problemen met snelle handbeweging, star gelaat (wel emoties), minder goed ruiken, depressie vooraf, slaapproblemen (slaapverlamming aangetast).
Later: voorovergebogen lopen, langzaam, schuifelen. Hallucinaties, wanen (helft van de patienten), dementie (helft van de patienten). De subcorticale nigra speelt een rol bij de ziekte van parkinson.
De LIBRA-index. De LIBRA- index staat voor lifestyle for Brain and Health. Deze Index is een voorspellend model voor dementie en is gericht op risicofactoren waar iets aan te doen is.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
De LIBRA-index is belangrijk, daar wordt een vraag over gesteld in het tentamen.
Er worden de volgende KAHOOT vragen behandeld:
Wanneer is de kans groter op een delier? Antwoord: er is een grotere kans bij kwetsbaren (bijvoorbeeld dementie) en een uitlokker (bijvoorbeeld switch van medicijnen).
Wat is et verschil tussene en delier en een psychotische stoornis? Antwoord: een delier heeft bewustzijnsverlies.
Wat hoort bij subcorticaal en wat bij corticale dementie? Antwoord: subcorticaal hoort bij parkinson, corticaal hoort bij alzheimer.
Wat is de LIBRA index? Antwoord: een dementie voorspellend model om dementie met levensstijl te reduceren. Staat voor Brain Life Index.
Is alzheimer te genezen, voorkomen of de progressie van alzheimer te stoppen? Antwoord: Nee, zowel niet te genezen, te voorkomen als de progressie te stoppen.
Parkinson dopamine bevindt zich in de substantia nigra.
Wat zijn senescente cellen? Antwoord: senescente cellen veroorzaken (mogelijke) dementie.
Wat is een fenotype en wat is een genotype? een fenotype is iemands waarneembare eigenschappen. Genotype is iemands unieke genetische patroon.
Dit symposium is nuttig wanneer je je wilt verdiepen in je toekomstperspectief op het gebied van Gz opleiding of klinisch of forensisch psycholoog. Er wordt informatie gegeven over opleidingen na de master en tips over het opkrikken van je CV.
Dit symposium is buiten de literatuur om.
Er komen ervaringsdeskundigen aan het woord die hun loopbaan beschrijven en tips geven om na de master snel aan de slag te kunnen gaan.
Dit symposium heeft geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt voor het tentamen.
Er werden geen vragen behandeld voor het tentamen.
Dit college kwam te vervallen en er zullen geen tentamenvragen over dit onderwerp gesteld worden.
Er wordt een nieuw begrip besproken: Aetiologie. Combinatie van genen en omgeving zijn oorzaak voor eetstoornis.
Risicofactoren voor eetstoornis
Biologisch en genetisch: Familielid met eetstoornis, stemmingsstoornis of verslaving. Zwaarlijvigheid. Vroege menarche(eerste menstruatie) en diabetes.
Cultureel: internalisering slankheidsideaal. negatieve lichaamsbeleving. Extreem lijngedrag.
Sociaal: negatieve stressvolle gebeurtenissen.
Algemene risicofactoren: Gebrek aan zelfvertrouwen, negatieve gevoelens, faalangst, prestatiegerichtheid, perfectionisme, obsessieve persoonlijkheid, angstigheid en dergelijke, emotionele geremdheid.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er worden geen recente ontwikkelingen besproken.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
morfodysfore stoornis is uit het nieuwe hoorcollege gehaald.
Toegevoegd: depersonalisatie derealisatie stoornis. Symptomen: sterke gevoelens van onwerkelijkheid waardoor men niet normaal kan functioneren. depersonalisatie en derealisatie komen voor bij veel psychische stoornissen. Het is gelijk bij mannen en vrouwen. Begin ziektebeeld vanaf ongeveer 16 jaar.
verminderde emotionele respons. Tekort in perceptie en emotieregulatie. weinig bekend over psychologische behandeling.
Er worden geen onderwerpen buiten de literatuur om besproken.
Er is geen bewijs gevonden voor inter identiteit amnesie op zowel expliciete als impliciete geheugentaken. Dit onderzoek is gedaan voor zowel neutraal materiaal als trauma gerelateerd materiaal, en autobiografische.
Er worden geen opmerkingen met betrekking tot het tentamen gemaakt.
Er worden geen vragen met betrekking tot het tentamen gesteld.
Bij de uitleg over de 2 slaapmechanismen (slaapschuld vs circadiaan, de biologische klok) is het van belang om te weten dat deze twee mechanismen zich afspelen in de superachiasmatische nucleus.
Verder worden er toevoegingen gedaan op hoe `s nachts het lichaam werkt: core-body temperatuur het laagst, melatonine het hoogst. Cortisol is laag bij inslapen en cortisol is hoog bij wakker worden.
Er worden verschillende links gegeven om meer te weten te komen over slaapproblemen.
De vicueuze circel van insomnie wordt gepresenteerd. Dit is een algemeen model van langdurige slapeloosheid. Slecht slapen leidt tot emotionele en cognitieve overactiviteit (zorgen maken, stress, angst). Dit leidt tot lichamelijke overactiviteit, verhoogde spierspanning. Dit leidt vervolgens weer tot verkeerde slaapgewoonten en leefwijzes, wat weer leidt tot slecht slapen.
Er worden geen opmerkingen over het tentamen gemaakt.
Er worden geen tentamenvragen behandeld.
houd de collegesheets / collegeaantekeningen van vorig jaar bij de huidige collegereeks
let op: ook de volgorde kan veranderd zijn
indien er een nieuw onderwerp wordt besproken, maak een korte bulletpoint samenvatting
maak een korte bulletpoint samenvatting van het onderwerp
b.v. nieuwe onderzoeksmethoden of nieuwe theorieën
Bijvoorbeeld: belangrijk/ niet belangrijke onderwerpen
Tips over hoe voor te bereiden
Benoem deze vragen en indien mogelijk ook de antwoorden.
houd de collegesheets / collegeaantekeningen van vorig jaar bij de huidige collegereeks
let op: ook de volgorde kan veranderd zijn
indien er een nieuw onderwerp wordt besproken, maak een korte bulletpoint samenvatting
maak een korte bulletpoint samenvatting van het onderwerp
b.v. nieuwe onderzoeksmethoden of nieuwe theorieën
Bijvoorbeeld: belangrijk/ niet belangrijke onderwerpen
Tips over hoe voor te bereiden
Benoem deze vragen en indien mogelijk ook de antwoorden.
houd de collegesheets / collegeaantekeningen van vorig jaar bij de huidige collegereeks
let op: ook de volgorde kan veranderd zijn
indien er een nieuw onderwerp wordt besproken, maak een korte bulletpoint samenvatting
maak een korte bulletpoint samenvatting van het onderwerp
b.v. nieuwe onderzoeksmethoden of nieuwe theorieën
Bijvoorbeeld: belangrijk/ niet belangrijke onderwerpen
Tips over hoe voor te bereiden
Benoem deze vragen en indien mogelijk ook de antwoorden.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution