Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Image

Slaapstoornissen - SheetNotes (2019/2020)

Sheetnotes 19/20

Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? 

Dit college behandeld het onderwerp slaapstoornissen. Deze literatuur wordt behandeld in H8 van Abnormal Psychology.

Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? 

Er wordt dieper ingegaan op verschillende slaapstoornissen, waaronder nachtmerries. 

Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Het blauwe licht van je telefoon zorgt niet voor slaapverstoring, maar juist de arousal die je krijgt van het actief bezig zijn.

Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gemaakt over het tentamen.

Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? 

Er worden geen tentamenvragen behandeld. 

Hoorcollege aantekeningen 19/20

Slapen en waken

Slaap is een rustperiode voor lichamelijk en geestelijk herstel. Je activiteit van de dag beïnvloed hoe je ’s nachts slaapt en andersom. Slapen en waken zijn met elkaar verbonden. Het circadiaanse ritme betreft een proces dat zich iedere 24 uur herhaalt. Het homeostase systeem zegt hoe langer je wakker bent, hoe meer de slaapdruk toeneemt. Deze twee systemen houden het 24-uurs ritme in stand. Hoe langer je wakker bent, hoe meer slaapschuld je opbouwt, die weer afneemt door te slapen. 

Biologische klok

De biologische klok bevindt zich in de suprachiasmatische nucleus (SCN). Melatonine modelleert de biologische klok. Het is een automatisch systeem, waardoor je het nauwelijks kan beïnvloeden. Licht synchroniseert de biologische klok. De lichaamstemperatuur en hormoonconcentraties worden vanuit binnenuit geregeld. De lichaamstemperatuur neemt af tijdens het slapen. Melatonine neemt toe tijdens het slapen, net zoals het groeihormoon. Cortisol is laag tijdens het inslapen en hoog bij het wakker worden. Slapen heeft een positief effect op het cognitief functioneren (reactievermogen). Je korte termijn geheugen en cognitief vermogen neemt af vanaf 12 uur ’s nachts tot ’s ochtends 8 uur. 

Slaap fasen

In diepe slaap is er meer herstel. Tijdens REM-slaap meer geheugenprocessen. Dit kan je meten door middel van EEG of polysomnografie. 

  • Fase 1 en 2 = lichte slaap.
  • Fase 3 en 4 = diepe slaap (trage golven met hogere amplitude).
  • Fase 5 = REM-slaap (korte golven). 

In het begin van de slaap is er vooral diepe slaap en aan het einde meer REM-slaap. Uit de REM-slaap ben je zo wakker. 

Functie van slapen

  • Energiebesparing
  • Restauratie: afweer, herstel en groei
  • Geheugenbeheer: consolidatie en versterken van creativiteit.

Bij slecht slapen ervaar je op korte termijn vermoeidheid en niet meer kunnen concentreren. Op lange termijn is het niet alleen meer een mentaal probleem, maar ook op lichamelijk functioneren, zoals verslechtering immuunsysteem, groeiachterstand, groot risico op diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten. 

Slaapstoornissen

Bij aanhoudende verstoring van de slaap spreken we van een slaapstoornis. Mensen met insomnia hebben last van vermoeidheid, slechte concentratie en verslechterd cognitief functioneren. Slechte slaap hangt samen met depressie, angst, suïcidaliteit en cardiovasculaire ziekten en diabetes. De slaapgeneeskunde is lang onderbelicht in de psychiatrie. Er zijn twee classificatiesystemen voor slaapstoornissen: ICSD-3 en DSM-5, echter komen deze classificaties niet helemaal overeen.  

Insomnia

Slapeloosheid is een subjectieve klacht. Het betreft problemen met inslapen, doorslapen en vroeg wakker worden. De klachten overdag zijn vermoeidheid, verslechterde stemming, geheugen, concentratie en slaperigheid. Chronische slapeloosheid is minimaal 3 nachten per week, overdag klachten en minimaal 3 maanden aanwezig. De slapeloosheid die in stand wordt gehouden kan worden verklaard met het 3-factorenmodel van insomnia. Deze betreft (1) voorbestemde factoren (biologische trekken, persoonlijkheid), (2) uitlokkende factoren (medische ziekten, psychiatrie, stress) en (3) onderhoudende factoren (te lang in bet liggen, overdag dutten, conditionering, piekeren). Het is een vicieuze cirkel van cognitieve processen (piekeren), disfunctionele gewoonten (te lang wakker liggen, onregelmatig slaappatroon), gevolgen (slechte stemming, vermoeidheid, geen concentratie) en de arousal (gespannenheid). Slecht slapen heeft invloed op je emotionele en cognitieve overactiviteit heeft invloed op lichamelijke overactiviteit en heeft invloed op verkeerde slaapgewoonten wat weer leidt tot slecht slapen. 

Andere slaapstoornissen

  • Slaap apneu = korte ademstop midden in de nacht doordat je keel wordt afgesloten. Hierdoor kom je heel moeilijk in je diepe slaap. Het verhoogt de kans op hoge bloeddruk/cardiovasculaire ziekten. 
  • Hypersomnia = langer dan 7 uur slapen, maar niet uitgerust zijn zonder dat het verklaard kan worden door andere stoornissen. Ze hebben moeite om wakker te worden, slapen vaak overdag. 
  • Narcolepsie = mensen kunnen zomaar in slaap vallen. Kataplexie = in één keer ineenzakken bij een emotionele gebeurtenis. Hebben last van slaapverlamming en hallucinaties.
  • Circadiane ritmestoornis = moeite met ’s ochtends uit bed komen, hebben een verstoord ritme. Ze hebben geen 24-uurs ritme. Dit komt veel voor bij mensen die in ploegendienst werken. Bij een jet lag wordt je gehele biologische klok in de war geschud. 
  • REM-slaap gedragsstoornis = Bij deze stoornis voeren mensen hun dromen uit en beleven de droom ook echt. Dit gebeurt tijdens de REM-slaap. Echter is er tijdens REM-slaap atonie = verlamming. In 90% van de gevallen is dit een voorspelling voor Parkinson. 
  • Pavor nocturnus of night terror = wakker schrikken, trage oriëntatie en geen herinnering. Intens gevoel van paniek of bedreiging, zonder dat er direct een aanleiding voor was. Ze zijn niet echt wakker. Het is niet hetzelfde als een nachtmerrie. Dit vindt plaats in de diepe slaap. 
  • Differential diagnoses = slaapverlamming, voortdurende atonie tijdens ontwaken uit REM-slaap. Hierbij worden spierbewegingen geïnhibeerd, maar is wel een heldere zintuigelijke waarneming. Hierbij komen ook hypnagoge (inslapen) of hypnopompe (ontwaken) hallucinaties voor, waarbij je een sensaties ervaart die in werkelijkheid niet gebeurt. Autoscopie = je ziet jezelf liggen. Het zijn geen gevaarlijke fenomenen, maar men wordt er vaak bang van. 
  • Slaapwandelen = nachtelijke bewegingen, vaak uit bed, met een ander bewustzijnsniveau. Bij wakker worden is er trage oriëntatie en geen herinnering. Dit vindt plaats in de diepe slaap.
  • Rusteloze benen = onweerstaanbare drang om benen te bewegen, drang wordt heviger gedurende inactiviteit, bewegen verlicht de drang. ’s Avonds of ’s nachts is het erger dan overdag. Behandeling hiervoor is het aanvullen van ijzertekort of medicatie (dopamine agonisten)/
  • Nachtmerries = lange, extreme negatieve dromen die goed door de betrokkene worden herinnerend. Komt voornamelijk voor gedurende de tweede helft van de belangrijkste slaapperiode. Dit gebeurt tijdens de REM-slaap. 

Nachtmerries

Merrie komt van het wordt mare = kwelgeest en ineenvlechting. Het heeft een negatieve invloed op slaap, welbevinden en dagelijks cognitief functioneren. Het heeft een verband met psychopathologie waaronder angststoornissen, PTSS, psychose, suïcide en middelenmisbruik. Nachtmerries komen meer voor bij mensen met psychische problemen. Chronische nachtmerries ontstaan vanaf de jeugd. Posttraumatische nachtmerries ontstaan na een trauma, voornamelijk bij interpersoonlijke trauma’s. Nachtmerries verstoren de slaap, omdat je vaker wakker schrikt uit de REM-slaap (verstoord emotieregulatie) en een angst om weer te gaan slapen (slaapfobie). Intense emoties worden gekoppeld aan beelden tijdens nachtmerries, waardoor je meer angst aanleert. 

Behandeling van slaapstoornissen

  • Insomnie: slaapmedicatie (benzodiazepinen), psychoeducatie, slaapadviezen, stimuluscontrole, inplannen rustmomenten, ontspanningsoefeningen of cognitieve interventies (piekerprogramma of cognitieve therapie).Slaapmedicatie is van korte duur en vaak verslavingsgevoelig. Patiënten leren daardoor zelf niet meer te slapen. Slaapadviezen zijn regelmatige bedtijden van maximaal 8 uur en pas naar bed gaan als je moe bent. Voor het naar bed gaan geen intensieve activiteiten of lang lezen/tv kijken. Geen alcohol of cafeïne. Dutje alleen overdag en niet ’s avonds. Het doel van stimulus controle is versterken van de cues bed/slaapkamer die wijzen op slaap en verkleinen van cues voor activiteiten die slaap in de weg staan. Slaaprestrictie heeft als doel de tijd in bed te verkorten wat leidt tot meer drang om te slapen (slaapdruk), waardoor iemand alleen in bed is wanneer de persoon daadwerkelijk slaapt. De rustmomenten overdag moeten niet te veel zijn en bewust gepland worden. Ontspanningsoefeningen zijn ademhalingsoefeningen, progressieve relaxatie en ontspanning door inspanning. Cognitieve interventie zijn piekerprogramma, waarbij piekergedachten vervangen worden voor andere gedachten of worden opgeschreven. Bij cognitieve therapie worden de negatieve gedachten en onrealistische verwachtingen geïdentificeerd en omgezet naar rationele en helpende gedachten. Men wordt doorverwezen naar GZ wanneer de klachten chronisch zijn en zeer ernstig. 
  • Slaap apneu: behandeling via masker, waardoor ademhaling verbetert. Operatie waardoor tong meer ruimte krijgt. 
  • Pavor nocturnus/night terror: weinig bekend over behandeling, mogelijk CGT voor disfunctionele cognities, niet wakker maken, maar persoon geruststellen en naar bed leiden. 
  • Slaapwandelen: wakker maken niet noodzakelijk, rustig naar bed leiden en zorgen voor veilige omgeving. 
  • Nachtmerries: indirecte interventies zijn dagboek en ontspanning. Directe interventies zijn exposure, imagery rehearsal therapy (ITR) of lucid dreaming therapy (LDT). Bij exposure worden de nachtmerries opgeschreven en in gedachten opnieuw beleven tot dat angst uitdooft. Bij IRT wordt de herhalende nachtmerrie ook opgeschreven, maar hierbij moet men een verandering in het script brengen en deze een paar keer per dag inbeelden. Bij lucide dromen wordt de persoon bewust gemaakt wanneer die aan het dromen is zodat hij de droom kan oplossen. Eerste optie in nachtmerriebehandeling is IRT of exposure of een combinatie, maar nog niet duidelijk of IRT beter is dan exposure. Nachtmerries kunnen goed behandeld worden in basis GGZ. Als er ook sprake is van andere psychiatrische problematiek kan je naar de specialistische GGZ. 

Image  Image  Image  Image

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Statistics
1883