Europees Recht Hoorcollege 6 - Rechten UL B2 (2019-2020)

Europees Recht Hoorcollege 6 - Rechten UL B2 (2019-2020) - Mededingingsrecht II: de overheid en de markt: staatssteun en DAEB

1. Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

  • EU-mededingingsrecht en marktinterventie door regelgevend optreden lidstaten
  • Artikel 106 VWEU (publieke ondernemingen)
  • Staatssteuntoezicht
  • Handhaving en procedure

De staatssteunregels stellen grenzen aan de overheidsinterventie op de markt. Dit kan namelijk tot oneerlijke concurrentie leiden. Er zijn drie dimensies van het Europese recht:

  1. De nuttig effect-regel: de overheid mag niets doen wat het nuttig effect van de Europese mededinging belemmert.
  2. Artikel 106 VWEU (publieke ondernemingen)
  3. Staatssteunregels

EU-mededingingsrecht en marktinterventie door regelgevend optreden lidstaten

De nuttig effect-regel is de breedste norm. Dit is een leerstuk dat ontwikkeld is in de jurisprudentie van het Hof. Het was een combinatie van art. 4 lid 3 VEU en art. 101 en 102 VWEU. Lidstaten mogen dus niets doen wat bedrijven ertoe aanzet de mededinging te verstoren. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als mededingingsbeperkende afspraken publiekrechtelijke 'goedkeuring' krijgen, bijvoorbeeld door een algemeenverbindendverklaring. Deze regel heeft rechtstreekse werking, wat betekent dat alle nationale regels die de mededinging verstoren ermee aangevochten kunnen worden. Wanneer inderdaad een inbreuk vastgesteld wordt, wordt de betreffende wetgeving buiten toepassing gelaten en kunnen de betrokken ondernemingen een sanctie krijgen.

Artikel 106 VWEU (publieke ondernemingen)

Art. 106 (1) VWEU: lidstaten mogen geen enkele maatregel tegenover openbare bedrijven of bedrijven met bijzondere of uitsluitende rechten handhaven die in strijd is met de regels van de Verdragen. Meestal wordt dit artikel gebruik in juncto met art. 102. Dit betekent niet dat er geen openbare bedrijven mogen zijn, alleen dat ze zich wel aan art. 106 moeten houden. Het creëren van een monopolie is verboden als het exclusieve recht zorgt voor misbruik van een machtspositie of hier een groot risico op creërt. Daarnaast is uitbreiding van een monopolie van een openbare onderneming zonder hier een objectieve rechtvaardiging voor te hebben verboden.

Lid 2 van art. 106 maakt echter een beperkte uitzondering voor ondernemingen belast met diensten van algemeen economisch belang. Dit zijn diensten die via de markt wordt verricht, maar waarvan we vinden dat iedereen er toegang toe moet hebben. Bijvoorbeeld de postdiensten en telefonie, elektriciteit, gas, etc.  Dit leidt tot een ingewikkelde dynamiek, omdat overheid en markt samenkomen. Als je een DAEB levert moet je in beginsel de mededingingsregels volgen, tenzij dit de vervulling van de toebetrouwde bijzondere taak verhindert. 

Toepassingsvoorwaarden lid 2: Er moet sprake zijn van een DAEB. Hier is echter geen algemeen vastgestelde definitie van. De lidstaten hebben de vrijheid om zelf te bepalen wat ze een dienst van algemeen economisch belang vinden. De Commissie past alleen een kennelijke fout-toets toe. Art. 14 VWEU en art. 36 Handvest van de grondrechten zijn hier ook belangrijk in.

De tweede toepassingsvoorwaarde is dat de DAEB expliciet of impliciet aan de onderneming verleend is door de overheid. De derde voorwaarde is ten slotte de vraag of het toepassen van het mededingingsrecht in de weg zou staan aan het uitvoeren van de taak. Dit is tegelijk ook de lastigste vraag. Het is bijvoorbeeld verboden als het monopolie leidt tot kruissubsidiëring tussen rendabele en minder rendabele sectoren. Hiervan is sprake als bedrijven hun inkomsten uit het staatsmonopolie gebruiken om hun andere, private bedrijfstakken een impuls te geven.

Als ondernemingen een exclusief recht hebben en ook nog geld krijgen van de overheid treedt een extra vraag op, namelijk of er sprake is van verboden staatssteun.

Staatssteuntoezicht

Dit is een uniek onderdeel van het EU-mededingingsrecht geworden. Het speelt een cruciale rol bij het beschermen en versterken van de interne markt. Het gaat uit van de noodzaak een gelijk speelveld in stand te houden voor alle ondernemingen die op de Europese markt actief zijn. Soms kan er voor lidstaten een politieke prikkel zijn om ondernemingen staande te houden, bijvoorbeeld om grote werkloosheid te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk EU-subsidies en -financiering te onderscheiden van staatssteun. EU-steun is namelijk nooit staatssteun.

Het verbod op staatssteun wordt omschreven in art. 107 VWEU. Lid 1 geeft het principiële uitgangspunt, namelijk dat staatssteun onverenigbaar is met de interne markt. Lid 2 geeft per se vrijstellingen, en lid 3 facultatieve vrijstellingen, waarin de Commissie een discretionaire bevoegdheid heeft.

De kenmerken van staatssteun:

  • De begunstigde is een onderneming. Je bent geen onderneming als je een overheidspregoratief hebt, de sociale zekerheid regelt, of onderwijs en onderzoek faciliteert.
  • Het voordeel moet worden toegekend door een lidstaat of, in welke vorm dan ook, met staatsmiddelen bekostigd worden. Hiervan is ook sprake als de overheid afziet van inkomsten, bijvoorbeeld bij belastingafspraken. Als voor bepaalde ondernemingen afgeweken wordt van het normale belastingkader, is er in beginsel sprake van staatssteun. Ook zijdelingse staatssteun, bijvoorbeeld via stichtingen is verboden. Een voorbeeld is een parafiscale heffing.
  • Het moet een niet-marktconform voordeel verschaffen. Dit betekent dat de onderneming een voordeel verkrijgt wat het onder normale marktvoorwaarden niet verkregen had. Hierop zijn twee uitzonderingen: 1. Als de overheid zich opstelt als een normale marktpartij (Market Economy Investor Principle) en 2. Als er sprake is van een redelijke vergoeding voor de vervulling van een DAEB (Altmark). De voorwaarden voor de redelijke vergoeding van een DAEB: 1. Ondernemingen zijn daadwerkelijk belast met uitvoering van een duidelijk afgebakend DAEB. 2. De compensatieparameters moeten objectief en doorzichtig zijn. 3. De compensatie mag niet hoger zijn dan een vergoeding van de kosten + een redelijke winst (efficiëntie). 4. Openbare aanbesteding of raming kosten op basis van gemiddelde, goed beheerde onderneming.
  • Het moet een selectief voordeel zijn. Dit betekent dat het een voordeel is voor een bepaalde categorie ondernemingen of economische sectoren. Een algemene belastingverlaging is bijvoorbeeld een niet-selectieve maatregel.
  • Het moet de mededinging en tussenstaatse handel beïnvloeden. Van deze beïnvloeding is geen sprake als de maatregel een zuiver lokaal karakter heeft.

De Commissie heeft in 2016 een grote mededeling over staatssteun gepubliceerd, die veel van de bestaande rechtsspraak samenvat.

Een tweede Altmarkuitzondering is een specifieke De Minimis-drempel voor DAEB's: Het totale bedrag aan de-minimissteun dat per lidstaat aan één onderneming wordt verleend, ligt niet hoger dan €500.000 over een periode van drie belastingjaren.

Ook de De Minimis-verordening 1407/2013 is relevant. Dit is een maximumbedrag van 200.000 euro per drie belastingjaren.

Indien er sprake is van staatssteun kunnen er nog uitzonderingen van toepassing zijn, die omschreven staan in art. 107 lid 2 en 3.

Belangrijk zijn de groepsvrijstellingen, die vooral in Vo. 651/2014 gegeven zijn. Inmiddels zijn deze vrijstellingen van toepassing op 3/4 van alle steunmaatregelen. Deze verordening bepaalt dat steun verenigbaar is met de interne markt wanneer aan de algemene en specifieke voorwaarden voldaan is. Algemene voorwaarden:

  • Financiële drempels (art. 4)
  • Transparantie (art. 5)
  • Stimulerend effect (art. 9)
  • Geen cumulatie (art. 8)

Als je aan deze voorwaarden voldoet, geldt een versimpelde procedure.

Handhaving en procedure

Dit is geregeld in art. 108 VWEU. Lid 1 en 2 bevatten de procedure voor bestaande steun, lid 3 omschrijft de procedure voor nieuwe steun. Dit is uitgewerkt in Vo. 2015/1589. Voor nieuwe steun geldt een aanmeldingsplicht, er mag pas geld gegeven worden na toestemming van de Commissie. Wanneer steun voortijdig plaatsvindt, moet de nationale rechter terugvordering gelasten. Deze aanmeldingsplicht geldt niet als je onder de groepsvrijstelling valt.

Onrechtmatige steun is steun die in strijd met de procedure is gegeven. Steun die in strijd is met het materiële recht, is onverenigbare steun. Onverenigbare steun moet teruggevorderd worden.

2. Welke onderwerpen worden behandeld die niet worden besproken in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen besproken die niet worden behandeld in de literatuur.

3. Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

In de EU is staatssteun in principe verboden. Veel andere grote economieën, zoals China en in het Midden-Oosten, doen dit echter wel. Soms gaan deze staatsbedrijven zelfs proberen Europese bedrijven op te kopen. De vraag is hoe de lidstaten hier tegenover moeten staan. Moeten de lidstaten hun nationale ondernemingen gaan beschermen? Het Europese recht moet aangepast worden aan een veranderende geopolitieke werkelijkheid.

4. Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gedaan met betrekking tot het tentamen.

5. Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen vragen behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: 2250269182
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1583