Werkgroepopdrachten en antwoorden constitutioneel recht 2019/2020
- 1822 reads
In de samenvatting van de het rapport van de Staatscommissie Parlementair stelsel (ook wel de commissie-Remkes genoemd) luidt de conclusie: “[d]at de Nederlandse democratie op dit moment behoorlijk goed functioneert, maar nog niet voldoende klaar is voor de toekomst. Er zijn aanpassingen nodig.” Eén van de zaken die volgens de commissie-Remkes niet goed gaan ziet u in de volgende tekst box:
Welke van de vier ideaaltypsiche democratievormen die Hendriks onderscheidt herkent u in de bovenstaande tekst box? Er zijn meerdere vormen te herkennen. Motiveer uw antwoord.
Boogaard en Cohen onderscheiden in hun artikel ook een 4-tal democratievormen. De vorm die in hun artikel centraal staat is de identiteitsdemocratie zoals verwoord door Dölle. Leg uit waarom de identiteitsdemocratie wel en niet past bij bovenstaande tekst box.
In het regeerakkoord van het zittende kabinet Rutte-III is overeengekomen dat het nationaal raadgevend referendum afgeschaft zou worden. Namens het kabinet heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren het wetsvoorstel tot intrekking ingediend. Op 10 juli 2018 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Hiermee leek het referendum als instrument voor burgers om directe invloed uit te kunnen oefenen over een specifiek onderwerp uitgespeeld te zijn. Echter de Staatscommissie parlementair stelsel (ook wel commissie-Remkes) heeft in haar Eindrapport Lage drempels, hoge dijken, juist geadviseerd een bindend correctief referendum in te voeren ten einde een bijdrage te leveren aan de onvolkomen, inhoudelijke vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking.
Niet ieder democratieconcept van Hendriks leent zich goed voor de vorm van een bindend correctief referendum zoals de commissie-Remkes heeft geadviseerd. Verschillende aspecten van de door Hendriks onderscheiden democratieconcepten komen ook voor in het Nederlandse staatsbestel. Leg uit waarom het invoeren van zo’n bindend correctief referendum op gespannen voet staat met een aantal bepalingen van de huidige Nederlandse Grondwet?
Het is het jaar 2020 en het gaat goed met Nederland. Uitdagingen zijn er ook. De pensioengerechtigde leeftijd gaat maar met babystapjes omhoog, de vergrijzing neemt toe en de kosten voor de zorg blijven stijgen, een huis is voor een startende op de arbeidsmarkt niet meer te betalen en een grote groep ZZP’ers werkt onverzekerd tegen ziekte en bouwt geen pensioen op.
De rijkste, machtigste en grootste groep kiezers zijn de Baby-boomers, personen geboren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt dat het richten op de belangen van deze groep voor een politieke partij op jacht naar kiezers, interessant is. Dat zien ook de oprichters van de politieke partij 60PLUS, in 2005 opgericht door voorzitter Jaap de Gier, vice-voorzitters Niek Groper en Wies Knol en Hugo Chesterfield. De speerpunten van 60PLUS moeten deze grote groep kiezers aanspreken: verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd, meer asfalt, meer geld naar de zorg, afschaffing van het minimumloon, hogere pensioenen en het beperken van immigratie. Het begrotingstekort mag voor al deze wensen best oplopen. De rekening moet maar door de volgende generatie worden betaald, volgens 60PLUS is dit altijd zo gegaan.
60PLUS wordt steeds populairder. Het aantal leden is vanaf de verkiezingen van 2017 exponentieel gegroeid en de teller staat nu op ruim 40.000 leden. Qua ledenaantal behoort het tot de grootste partijen. Ook politiek wordt haar rol steeds belangrijker. In 2007 verkreeg 60PLUS al 20% van de stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen en de populariteit blijft stijgen. In de voorspellingen voor de aankomende verkiezingen zou 60PLUS de grootste partij van Nederland worden met een absolute meerderheid van stemmen waardoor ze zelfs geen coalitie meer zou hoeven vormen.
Ambities, partijprogramma en beginselen zijn sinds de oprichting ongewijzigd gebleven. De laatste vijf jaren heeft 60PLUS bovendien nieuwe plannen ontwikkeld. Zo zou de stem van ouderen bij verkiezingen zwaarder moeten wegen dan die van jongeren. De stem van iedere stemgerechtigde Nederlander jonger dan 60, zou als 1 stem wegen (one-person-one-vote principe), maar de stem van personen boven de 60 jaar zou voor 2 moeten wegen. Bovendien is het wenselijk, aldus 60PLUS, om aan jong volwassenen een plicht op te leggen waarbij zij een minimum aantal kinderen moeten krijgen. Voldoen jongeren daar niet aan, dan dienen zij Nederland (desnoods met harde hand gedwongen) te verlaten, aldus 60PLUS. Daarnaast dient het belastingenstelsel hervormd te worden. Pensioengerechtigden zouden niet langer inkomsten- en vermogensbelasting moeten betalen. De inkomsten die het Rijk hierdoor misloopt worden gecompenseerd door de inkomsten- en vermogensbelasting voor andere groepen te verhogen naar een toptarief van maximaal 70% voor een modaal inkomen. Bovendien dient de beroepsbevolking een voorgeschreven grijs uniform te dragen zodat zij herkenbaar zijn in de publieke ruimte, waarbij het hoofd onbedekt is. Ten slotte, omdat de ouders voltijds dienen te werken om deze samenleving bekostigd te houden, dienen kinderen onder de hoede van speciaal daarvoor aangewezen instituten te worden ondergebracht waarin zij zullen worden voorbereid op hun rol in de maatschappij. Ouderlingen uit de 60PLUS leden zullen hiervoor de leerlijnen uitzetten, waarbij de dienende rol van de beroepsbevolking en de verheerlijking van de leden van 60PLUS centraal zal staan.
Voorzitter Jaap de Gier en de twee vicevoorzitters Niek Groper en Wies Knol hebben in de afgelopen vijf jaren in het openbaar bij verschillende partijbijeenkomsten de bovenstaande punten naar voren gebracht. Volgens de bestuursleden moeten hun kernpunten, desnoods met geweld, worden afgedwongen als 60PLUS straks de volledige politieke zeggenschap krijgt. Verwende millenials als Philip Huff, Frederieke Hegger en Peter Hein van Mulligen moeten geëlimineerd worden. Dit is hét moment voor 60PLUS om de balans haar kant te doen laten uitslaan.
Na grondig onderzoek doet het openbaar ministerie een verzoek aan de rechtbank om 60PLUS op grond van artikel 2:20, eerste lid Burgerlijk Wetboek (BW) verboden te verklaren en te ontbinden. 60PLUS wordt verboden verklaard en ontbonden door de rechtbank. Uiteindelijk wordt ook in hoogste instantie door de Hoge Raad, het verbod en de ontbinding van 60PLUS gehandhaafd.
Wat zegt het EHRM over ‘democratie’ in relatie tot mensenrechten?
Wat zegt het EHRM over de relatie democratie en politieke partijen?
Kwam het EHRM in Refah Partisi v. Turkey uiteindelijk tot een ongerechtvaardigde schending van het recht op vrijheid van vereniging, neergelegd in art. 11 EVRM of niet? Motiveer uw antwoord.
Bediscussieer of de Hoge Raad terecht, dan wel onterecht tot de uitspraak is gekomen dat de politieke partij 60PLUS is ontbonden.
Er zijn twee grote families van kiesstelsels. Noem deze 2 families en geef voor beide families aan wat de voor- en de nadelen zijn.
Leg gemotiveerd uit wat de kern van het probleem is van de staande praktijk van coalitiepartijen om een regeerakkoord te sluiten vanuit het oogpunt van de trias politica. Ga hierbij ook in op het Nederlandse kiesstelsel.
Commissie-Remkes voert aan dat er kiezers zijn die zich niet vertegenwoordigd voelen en dat het vertrouwen in de democratie zal afnemen. Dit sluit aan bij de penduledemocratie. In de penduledemocratie is namelijk de meerderheid leidend, waardoor er kiezers zijn die niet direct worden vertegenwoordigd. De vertegenwoordigers nemen namelijk de definitieve besluiten.
De identiteitsdemocratie is direct en integratief. Het hebben van een volksvertegenwoordiging zoals in de bovenstaande tekst sluit niet aan bij de directheid van de identiteitsdemocratie. In dit opzicht past de identiteitsdemocratie niet bij de tekst. Dat de identiteitsdemocratie integratief is, komt wel overeen met de bovenstaande tekst. De kiezers voelen zich namelijk niet gehoord en een deel van de kiezers zouden meer inbreng willen hebben.
Een bindend correctief referendum staat onder andere op gespannen voet met art. 67 lid 2 Gw. Dit artikel bepaalt dat besluiten worden genomen met de meerderheid van de stemmen.
Dat democratie van belang is om de mensenrechten te kunnen garanderen.
Het EHRM is van mening dat de politieke partijen van belang zijn voor het functioneren van de democratie. De verschillende grondrechten gelden ook voor de partijen.
De schending kon in dit arrest gerechtvaardigd worden. Lees hiervoor uitgebreid het arrest.
Eigen antwoord.
De twee grote families van kiesstelsels is die van de evenredige vertegenwoordiging en het meerderheidsstelsel. Het voordeel van de evenredige vertegenwoordiging is dat iedere stem meetelt. Dit komt doordat het aantal zetels wordt toebedeeld aan de hand van het aantal stemmen ten opzichte van het totaal aantal stemmen. Het nadeel is dat er veel (kleine) partijen in de kamer komen. Het voordeel van het meerderheidsstelsel is dat hier niet enkel kleine partijen worden gekozen, omdat iedere regio 1 partij kiest. Hierdoor is er ook een nauwere band tussen stemgerechtigde en de partijen. Het nadeel is dat er binnen de regio een groep waarvan de stem niet tot uiting komt, doordat de meerderheid besluit.
De trias politica gaat uit van gescheiden machten. Doordat de coalitiepartijen onderdeel zijn van de regering die wordt gevormd vanuit de Tweede Kamer, vindt hier een overlapping plaats van twee verschillende machten. Dit is echter het gevolg van het huidige kiesstelsel. Het kiesstelsel geeft burgers invloed om te bepalen wie er in de Tweede Kamer komen. Vanuit de Tweede Kamer wordt er een coalitie gevormd en daar hebben de burgers geen invloed op.
De rechtsstaat wordt zowel in de media, als in de rechtszaal en ’s lands Vergaderzaal regelmatig aangehaald. Maar soms lijkt het er op alsof niemand precies weet wat met ‘de rechtsstaat’ precies wordt bedoeld.
Wat wordt in handboeken staatsrecht normaal gesproken onder de ‘rechtsstaat’ verstaan?
Welke betekenissen worden volgens de bekende jurist Ernst Hirsch Ballin in het maatschappelijk en het politiek debat onderscheiden?
Zijn er volgens u nog andere manieren waarop de rechtsstaat in het maatschappelijk debat zou kunnen worden gebruikt?
Zijn democratie en rechtsstaat volgens u los verkrijgbaar? Moet, met andere woorden, een rechtsstaat altijd democratisch zijn? Illustreer uw antwoord aan de hand van (al dan niet zelfbedachte) voorbeelden.
Welke functie(s) heeft het concept van de rechtsstaat? Illustreer uw antwoord aan de hand van (al dan niet zelfbedachte) voorbeelden.
Aan de vooravond van de verkiezingen van 2012 figureerde op YouTube het volgende filmpje. Het gaat om een interview over de vraag of Nederland wel rechtmatig ‘is’ (of ‘bestaat’). Belangwekkende informatie dus, voor een ieder die zich op het grondgebied van het Koninkrijk bevindt. Bekijk het filmpje en probeer de volgende vragen van een zinnig antwoord te voorzien. Op 0:44-0:54 van het filmpje, wordt gewag gemaakt van het feit dat de eerste regering van na de Tweede Wereldoorlog door het staatshoofd is benoemd.
Welke functie vervult de democratie in dit fragment? En hoe beoordeelt u dit?
Hoe verhoudt zich de manier waarop in Nederland de vertrouwensregel tussen regering en parlement is ontstaan, tot deze redenering?
Volgens de spreker kan de rechtmatigheid van de Nederlande Staat uitsluitend bij het Belgische Grondwettelijk Hof aan de orde worden gesteld. In wezen wordt hier geïmpliceerd dat Nederland, bij gebrek aan een constitutioneel hof, geen volwaardige rechtsstaat is.
In hoeverre klopt dat volgens u? Betrek in uw antwoord, de overwegingen van de Staatscommissie parlementair stelsel omtrent constitutionele toetsing.
In 1848 werd de Nederlandse Grondwet (die dateert van 1814 of 1815, daarover bestaat discussie) ingrijpend gewijzigd. De structuren die toen zijn aangebracht, vormen nog steeds de fundamenten van ons staatsbestel.
Raadpleeg http://www.denederlandsegrondwet.nl/ en wijs drie bepalingen in de grondwet van 1848 aan die deze structuren bevatten en vandaag nog steeds (grotendeels) overeind staan.
In 1917 is het Nederlandse constitutionele bestel opnieuw fundamenteel gewijzigd. De belangrijkste wijziging staat echter niet in de Grondwet. Om welke wijziging zou het hier gaan?
In hoeverre is de wijziging volgens u te beschouwen als rechtsstatelijke of democratische innovatie?
Is het volgens u tijd voor een nieuwe grondwetswijziging? Betrek in uw antwoord, het rapport van de Staatscommissie parlementair stelsel.
Momenteel ligt in de Tweede Kamer voor, het concept-wetsvoorstel ter goedkeuring van het zogenaamde CETA-verdrag. Het gaat om een handelsverdrag tussen Canada en de lidstaten van de Europese Unie. Onderdeel
.....read moreIn de samenvatting van de het rapport van de Staatscommissie Parlementair stelsel (ook wel de commissie-Remkes genoemd) luidt de conclusie: “[d]at de Nederlandse democratie op dit moment behoorlijk goed functioneert, maar nog niet voldoende klaar is voor de toekomst. Er zijn aanpassingen nodig.” Eén van de zaken die volgens de commissie-Remkes niet goed gaan ziet u in de volgende tekst box:
Welke van de vier ideaaltypsiche democratievormen die Hendriks onderscheidt herkent u in de bovenstaande tekst box? Er zijn meerdere vormen te herkennen. Motiveer uw antwoord.
Boogaard en Cohen onderscheiden in hun artikel ook een 4-tal democratievormen. De vorm die in hun artikel centraal staat is de identiteitsdemocratie zoals verwoord door Dölle. Leg uit waarom de identiteitsdemocratie wel en niet past bij bovenstaande tekst box.
In het regeerakkoord van het zittende kabinet Rutte-III is overeengekomen dat het nationaal raadgevend referendum afgeschaft zou worden. Namens het kabinet heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ollongren het wetsvoorstel tot intrekking ingediend. Op 10 juli 2018 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot intrekking van de Wet raadgevend referendum. Hiermee leek het referendum als instrument voor burgers om directe invloed uit te kunnen oefenen over een specifiek onderwerp uitgespeeld te zijn. Echter de Staatscommissie parlementair stelsel (ook wel commissie-Remkes) heeft in haar Eindrapport Lage drempels, hoge dijken, juist geadviseerd een bindend correctief referendum in te voeren ten einde een bijdrage te leveren aan de onvolkomen, inhoudelijke vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking.
Niet ieder democratieconcept van Hendriks leent zich goed voor de vorm van een bindend correctief referendum zoals de commissie-Remkes heeft geadviseerd. Verschillende aspecten van de door Hendriks onderscheiden democratieconcepten komen ook voor in het Nederlandse staatsbestel. Leg uit waarom het invoeren van zo’n bindend correctief referendum op gespannen voet staat met een aantal bepalingen van de huidige Nederlandse Grondwet?
Het is het jaar 2020 en het gaat goed met Nederland. Uitdagingen zijn er ook. De pensioengerechtigde leeftijd gaat maar met babystapjes omhoog, de vergrijzing neemt toe en de kosten voor de zorg blijven stijgen, een huis is voor een startende op de arbeidsmarkt niet meer te betalen en een grote groep ZZP’ers werkt onverzekerd tegen ziekte en bouwt geen pensioen op.
De rijkste, machtigste en grootste groep kiezers zijn de Baby-boomers, personen geboren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt dat het richten op de belangen van deze groep voor een politieke partij op jacht naar kiezers, interessant is. Dat zien ook de oprichters van de politieke partij 60PLUS, in 2005 opgericht door voorzitter Jaap de Gier, vice-voorzitters Niek Groper en Wies Knol en Hugo Chesterfield. De speerpunten van 60PLUS moeten deze grote groep kiezers aanspreken: verlaging van de pensioengerechtigde leeftijd, meer asfalt, meer geld naar de zorg, afschaffing van het minimumloon, hogere pensioenen en het beperken van immigratie. Het begrotingstekort mag voor al deze wensen best oplopen. De rekening moet maar door de volgende generatie worden betaald, volgens 60PLUS is dit altijd zo gegaan.
60PLUS wordt steeds
.....read moreZoek de bekendmaking van een voorgenomen grondwetswijziging in het Staatsblad (jaargang 2018) op. Dit wetsvoorstel, parlementair bekend onder nummer 34516, ziet op het opnemen van een zogenoemde algemene bepaling in de Grondwet.
Wie kunnen in Nederland een wetsvoorstel indienen?
Welke ministers hebben dit specifieke wetsvoorstel ingediend/ondertekend?
In hoeverre verschilt het ingediende wetsvoorstel van de tekst zoals deze uiteindelijk in het Staatsblad terecht is gekomen? Hoe is dat verschil te verklaren?
De regering licht in de Memorie van Toelichting toe waarom zij van mening is dat een dergelijke algemene bepaling moet worden toegevoegd. Wat beoogt de regering met dit voorstel, volgens de Memorie van Toelichting?
In de Memorie van Antwoord gaat de regering, naar aanleiding van een verzoek tot toelichting van de Eerste Kamer fractie van het CDA, in op de vraag waarom zij er bewust voor heeft gekozen om geen specifieke inkleuring van het democratieconcept te geven in de algemene bepaling. Waarom is dat?
Het hier besproken ‘wetsvoorstel’ tot toevoeging van een algemene bepaling in de Grondwet, is strikt genomen natuurlijk een voorstel tot wijziging van de Grondwet. In hoeverre verschillen beide procedures van elkaar? En wat is het belang van de zogenaamde ‘tweede lezing’?
Stel: na de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen (vooralsnog op 17 maart 2021) blijft de zetelverhouding exact zoals deze nu is. Ook de politieke partijen veranderen niet van standpunt ten aanzien van dit wetsvoorstel, zowel in de Eerste als Tweede Kamer. Gaat dit voorstel tot wijziging van de Grondwet in de Tweede / Eerste Kamer uiteindelijk ‘de eindstreep halen’?
.....read more
Het zit er eindelijk op. Na maanden van voorbereiden, oneliners bedenken, posters plakken en debatteren zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer voorbij. Met een stel enthousiaste medestudenten heeft u een eigen politieke partij opgericht: 30MIN. Met de partij komt u op voor de belangen van iedereen in Nederland onder de 30. Met u als lijsttrekker heeft de partij deelgenomen aan de verkiezingen. Met speerpunten als beter onderwijs, beter privacybescherming en meer aandacht voor het milieu en klimaat hebben jullie campagne gevoerd. En dat is niet onopgemerkt gebleven. In de exitpoll steeg 30MIN maar liefst naar 8 zetels! Niet verkeerd als binnenkomer!
Toch ontstaat er na de verkiezingen een hoop gedoe. Er doen verhalen de ronde dat het tellen van de stemmen niet goed is verlopen. De meest wilde theorieën zijn te vinden op internet. Van het ronselen van stemmen tot verborgen tellingen en omkoping. Veel is stemmingmakerij, maar er verschijnen ook foto’s en video’s waarbij te zien is dat stemmen niet worden geteld terwijl een verzonnen uitslag wordt doorgegeven.
Na een paar dagen stelt de Kiesraad op grond van de Kieswet de definitieve verkiezingsuitslag vast. Tot ieders stomme verbazing krijgt 30MIN maar twee zetels toegewezen. Ook bij de andere partijen lijkt de definitieve uitslag totaal niet op de peilingen die de afgelopen weken voorbij zijn gekomen.
Wat zou de (wettelijke) reden geweest kunnen zijn om de Kiesraad zijn huidige organisatievorm te geven?
Nadat u bent geïnstalleerd als lid van de Tweede Kamer vraagt u om inlichtingen bij de minister van Binnenlandse Zaken over de verkiezingen. Hoe kunt u vanuit het staatsrecht verklaren dat de minister van Binnenlandse Zaken in politiek opzicht lastig ter verantwoording kan worden geroepen wat betreft het vaststellen van de verkiezingsuitslag?
Kunt u als lid van de Tweede Kamer toch de minister dwingen zijn/haar ontslag aan te bieden aan de Koning vanwege de onregelmatigheden bij de verkiezingen?
Na een weekend heerlijk te hebben uitgerust komt u als lid van de Tweede Kamer maandagochtend aan op uw werkplek van de fractie van 30MIN. U begroet de collega’s, trekt uw jas uit, zet de computer aan en haalt een kop koffie. Terug achter het bureau opent u de mailbox van de fractie. 1847 (!) nieuwe berichten.
Na een snelle scan door de mailbox blijkt dat veel mensen zich afvragen hoe het toch kan dat de Nederlandse Loterij B.V. actief reclame maakt voor loterijen en krasloten, terwijl het een overheidsbedrijf is. Veel ophef is er ook over de nieuwste reclamespot van de Staatsloterij (onderdeel van Nederlandse Loterij B.V.) waarin een bouwvakker zich al dansend staat te verheugen op de maandelijkse trekking. [link] Met al het gedoe rond de stikstof en PFAS waardoor bouwprojecten stil komen te liggen, stoot het veel mensen tegen het zere been dat een overheidsbedrijf op die manier reclame maakt.
.....read moreZet u schrap voor een droevig geval. Gelukkig een fictief, maar helaas wél deels op de werkelijkheid gebaseerd verhaal. De kleine Lara van Driessen is net 8 jaar geworden als bij haar een agressieve variant van de ziekte Multiple Sclerose (MS) wordt geconstateerd. Haar gezondheidstoestand gaat snel achteruit en binnen een jaar kan Lara niet meer lopen, kan ze maar beperkt zien en kan ze haar behoefte niet meer ophouden. Ze heeft bovendien regelmatig aanvallen van ernstige spierkramp en hevige pijn in haar gezicht.
Aan haar ziekte is weinig te doen maar in 2018 gloort er licht aan de horizon. Lara’s arts, de Utrechtse hoogleraar-internist Judith Vossen, vertelt de ouders dat het al jaren bestaande geneesmiddel Monentaf redelijk goed blijkt te werken bij bepaalde vormen van MS. Monentaf werkt tijdens de aanvallen pijnstillend, en het zorgt er ook voor dat de ziekte niet verergert. Monentaf is in Europees verband uitvoerig getest en de resultaten zijn positief. Ze schrijft Monentaf voor en Lara gaat met sprongen vooruit.
Dan komt er echter een kink in de kabel. De zorgverzekeraar meldt de ouders dat Monentaf niet voor vergoeding in aanmerking komt. Aangezien zij het, met hun modale inkomen, niet zelf kunnen betalen, wordt de behandeling stopgezet. De situatie verergert snel. De verwachting is dat Lara zonder Monentaf binnen twee jaar zal overlijden.
Vossen vraagt zich af waarom de zorgverzekeraar weigert om Monentaf te vergoeden. Ze schrijft het geneesmiddel namelijk ook geregeld bij volwassenen voor en dan wordt het wél probleemloos vergoed. Navraag leert dat artikel 11, derde en vierde lid van de Zorgverzekeringswet jo. Art. 2.8 Besluit Zorgverzekering (een Amvb) jo. Art. 2.5 Regeling zorgverzekering (een ministeriële regeling) voorschrijven dat Monentaf alleen voor volwassenen mag worden vergoed. De reden zou zijn dat Monentaf bij volwassenen al uitgebreid getest is, terwijl dat bij kinderen nog niet zo is. Er zijn eenvoudigweg te weinig kinderen met deze vorm van MS om wetenschappelijk bewijs te kunnen leveren dat het geneesmiddel werkt.
Vossen blijft dat verschil onzinnig vinden, discriminatie zelfs. Ze begint een campagne om dit aan de kaak te stellen. Zo nodig gaat ze met een bord voor de Tweede Kamer staan. Die actie heeft maar beperkt effect. Weliswaar neemt de Tweede Kamer een motie aan dat de regeling ook voor kinderen moet gelden, maar de verantwoordelijke minister weigert die motie uit te voeren. Tijdens de Diës van de universiteit zit ze echter naast een hoogleraar mensenrechten. Ze legt het geval voor. Kan dit zomaar? De jurist belooft er werk van te maken. Al snel onderzoekt een team van docenten en studenten, de mogelijkheden voor een procedure.
Na overleg besluit men twee routes te bewandelen. Eerst zullen docenten en studenten van de UU de ouders van Lara ondersteunen bij een bestuursrechtelijke procedure tegen het besluit van de zorgverzekeraar om Monentaf niet te vergoeden. Daarnaast begint de
.....read moreBestudeer ABRvS 15 augustus 2018, (zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2018:2715 (Pastafarisme).
Beschrijf in uw eigen woorden hoe de Afdeling in deze zaak over de reikwijdte van de godsdienstvrijheid oordeelt.
Bestudeer ABRvS 13 juli 2011, ( zelf opzoeken ECLI:NL:RVS:2011:BR1448) en EHRM 16 oktober 2012, AB 2013/93 (zelf opzoeken ECLI:NL:XX:2012:BY5233).
Leg uit hoe en waarom in deze uitspraken een verschillende benadering van de reikwijdte van de godsdienstvrijheid naar voren komt.
Welke benadering heeft uw voorkeur en waarom?
Miriam werkt als projectleider bij een bedrijf dat diepvriesgroente inpakt. Vanwege het ophanden zijnde Loofhuttenfeest (joods feest) vraagt ze aan haar werkgever vier weken vantevoren een dag vrij. Haar werkgever weigert haar die vrije dag te geven. Hij stelt dat hij geen rekening kan houden met allerlei religieuze feestdagen, want als hij Miriam een vrije dag toestaat moet hij misschien ook wel de moslims en de hindoes die voor zijn bedrijf werken op voor hen religieuze feestdagen een vrije dag toestaan. Miriam is niet zo blij met de reactie van haar werkgever en gaat ervan uit dat de soep niet zo heet gegeten zal worden als hij wordt opgediend en komt op de betreffende feestdag niet naar haar werk. Dat Miriam een verkeerde inschatting heeft gemaakt blijkt uit de brief die zij de volgende dag in haar brievenbus vindt waarin staat dat ze op staande voet is ontslagen. Miriam laat het er niet bij zitten en verzoekt de rechter de werkgever de arbeidsovereenkomst te laten herstellen. De rechter vernietigt uiteindelijk de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever. Hij vindt dat de reden voor het ontslag van Miriam geen dringende reden is in de zin van artikel 6:677 BW. De rechter overweegt in zijn oordeel: ‘Tenzij het bedrijf ernstig zou worden geschaad door de afwezigheid van de werknemer op die dag, kan in de regel de aanwezigheid op het werk in redelijkheid niet worden verlangd van een werknemer die tijdig te voren onder opgaaf van redenen, toestemming voor het opnemen van een vrije dag heeft gevraagd voor de viering van een voor hem belangrijke godsdienstige feestdag.’
Op welk manier werkt het grondrecht in de verhouding tussen Miriam en haar werkgever?
Op welke manier speelt de belangenafweging een rol in de overweging van de rechter?
Is de werking van het betreffende grondrecht in deze casus vergelijkbaar met de werking van het recht op gelijke behandeling zoals deze naar voren komt in HR 09-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4549 (SGP-zaak). Leg uit waarom dit wel of niet het geval is.
Welke belangen werden er in de SGP- zaak tegen elkaar afgewogen en welk belang woog het zwaarst en waarom?
In het bieden van grondrechtenbescherming hebben de Grondwet en het EVRM er enige tijd terug een ‘concurrent’ bij gekregen: het Handvest van
.....read moreBestudeer HvJ EU 14-03-2017, ECLI:EU:C:2017:203 (Achbita)
Hoe zou u het gelijkheidsbeginsel definiëren?
Noem een aantal bepalingen waarin het gelijkheidsbeginsel is neergelegd.
Is er in de zaak waarover een prejudiciële vraag is gesteld sprake van een horizontale werking van een grondrecht?
De prejudiciële vraag heeft betrekking op de uitleg van een bepaling neergelegd in richtlijn 2000/78/EG. Hoe is deze bepaling in het Nederlandse recht geïmplementeerd?
Het HvJEU legde niet alleen de bepaling uit waarover een prejudiciële vraag was gesteld. Waarom niet?
In de inleiding spraken we over een grondrecht op een gezond milieu. Hoe zou volgens u een grondrecht op een gezond milieu juridisch invulling moeten krijgen?
Op basis van welk(e) fundamente(e)l(e) recht(en) worden milieuklachten bij het EHRM aanhangig gemaakt? Noem 2 arresten waaruit dit blijkt.
Onderstaande vragen hebben betrekking op Rb. Den Haag 24 juni 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7145 (Urgenda) en HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006 (Urgenda).
Wat is blijkens het arrest van de HR de grondslag van de eis van Urgenda in eerste aanleg? Noem een r.o. waaruit dit blijkt.
Lees HvJ EU 27-09-2017, Ars Aequi Jurisprudentie (Puškár).
Vergelijk de formulering van artikel 47 EU-Handvest met die van artikel 6 EVRM. Wat valt u op?
Welke voorwaarden worden er in het bovengenoemde arrest door het HvJEU gesteld aan een beperking van artikel 47 EU-Handvest?
Welke consequenties heeft de betekenis die door het HvJEU in dit arrest aan artikel 47 EU-Handvest wordt toegekend voor de wijze waarop in Nederland de bezwaarschriftprocedure is ingericht?
Op 9 december 2016 werd PVV-leider Geert Wilders door de rechtbank Den Haag schuldig verklaard voor zijn aandeel in de bekende ‘minder-minder’-uitspraak. Het proces tegen Wilders zorgde voor veel ophef, niet in de laatste plaats omdat Wilders zelf zich vóór en na de beslissing van de rechtbank zeer kritisch uitliet over de rechtbank in het bijzonder en het Nederlandse stelsel van rechtspraak in het algemeen. Zo schreef de PVV-leider op een zeker moment over een ‘neprechtbank’ en publiceerde hij foto’s van de rechters tegen de achtergrond van een D66-logo. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep diende Wilders een wrakingsverzoek in.
Lees de beslissing van de wrakingskamer op het verzoek van Geert Wilders. Welke redenen voert Wilders aan voor zijn wrakingsverzoek en hoe reageert de wrakingskamer hierop?
Stel dat zich na afloop van het proces tegen Wilders een meerderheid in de Staten-Generaal had afgetekend om de rechters tegen wie het wrakingsverzoek werd ingediend te ontslaan. Zou de Staten-Generaal hiertoe bevoegd zijn geweest?
In eerste aanleg had Wilders bij aanvang van het proces aan een van de rechters gevraagd om zich te verschonen, vanwege bepaalde uitlatingen en betrekkingen in het verleden. Dit roept de vraag
.....read moreJoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution