De Wijkenaanpak - Artikel


Een transitie in de verzorgingsstaat

De traditionele en nationaal georganiseerde verzorgingsstaat past steeds minder bij de hedendaagse realiteit. De moderne samenleving heeft behoefte aan eigen initiatief en sociaal ondernemerschap. De regering heeft daarom het voornemen genomen om belangrijke taken op het gebied van zorg, jeugd en werk over te dragen aan gemeenten.

Nadruk op wijken

Wijken zijn al langer het doelwit van stedelijke innovaties, maar beleid richtte zich altijd vooral op achterstandswijken. In het huidige beleid wordt gefocust op een verandering in het denken van alle steden en gemeenschappen. Ook wil men een verandering te weeg brengen in de manier waarop voorzieningen georganiseerd worden en wil zij problemen samen met de burgers aanpakken. Behalve een verplaatsing van besluitvorming, beleidsvaststelling en uitvoeringsorganisatie van de Kamers naar de gemeenten (= een transitie), gaat het ook om een ingrijpende verandering van instituties en sociale voorzieningen (= een transformatie). De nieuwe gedecentraliseerde verzorgingsstaat moet tot uitdrukking komen op het niveau van de wijken.

Geschiedenis van het wijkgericht werken

Binnen de geschiedenis kunnen vijf periodes worden onderscheiden.

Eerste periode: begin van de negentiende eeuw

Geïnspireerd door de stedenbouwkundige Ebenezer Howard ging men geloven dat de wijk het beste de sfeer van een dorp kon uitstralen. De compactheid van de stad moest worden gecombineerd met de rust en ruimte van het platteland. Een voorbeeld van een initiatief dat met deze gedachte is ontstaan is de Tuinwijk. Als gevolg van de sterke groei van de steden ontstond er een verpaupering van de woningen (denk aan kelderwoningen, gedeelde bedsteden, eenkamerwoningen). Deze moesten worden aangepakt met licht, lucht en ruimte.

Tweede periode: 1945-1960 (moralistische solidariteit)

Na de Tweede Wereldoorlog moest het land weer worden opgebouwd. De term wijkgedachte werd geïntroduceerd. Wijken moesten stabiele en gezonde gemeenschappen worden die de burgers konden beschermen tegen de gevaren van de grote steden. Ook zouden wijken verzuiling tegen moeten gaan en er voor zorgen dat burgers daadwerkelijk samen konden leven. Men streefde naar moralistische solidariteit. Aan het einde van de jaren vijftig werd weer getwijfeld aan de wijkgedachte. Als gevolg van toenemende welvaart (denk aan de introductie van brommers, bioscopen in de grote steden, langere reistijden) konden wijken niet langer gesepareerd bestaan van de rest van de samenleving. De wijkgedachte verdween en nieuwe wijken werden groter en stedelijker.

Derde periode: 1975-1990 (fysieke solidariteit)

In deze periode werd stadsvernieuwing geïntroduceerd, waarbij de overheid veel geld investeerde in het verbeteren van verouderde wijken. Het doel van dit beleid was het bestrijden van sociaal-economische ongelijkheid en het garanderen van betaalbare woningen. In deze periode streefde men dus naar fysieke solidariteit. Het betrof een planmatige aanpak waarbij bewoners in de besluitvorming een belangrijkere rol gingen spelen. Er werden betaalbare woningen gebouwd voor gewone burgers met een niet al te hoog inkomen. Hierdoor veranderde ook de samenstelling van de buurt en werd de bevolking daar heterogener.

Vierde periode: 1990-2012

In deze periode staan leefbaarheid, emancipatie en integratie centraal. Men probeerde het verloren wijkgevoel terug te krijgen. Men wilde segregatie tegengaan en richtte zich op het vinden van overeenkomsten tussen mensen. Behalve het vernieuwen van oude huizen werd gebruik gemaakt van een integrale aanpak waarin economische, sociale en fysieke doelstellingen met elkaar werden gecombineerd.

Vijfde periode: 2012-heden (onderlinge solidariteit)

Wijkgericht werken wordt tegenwoordig beschouwd als de oplossing tegen bureaucratische organisatievormen en moeizame verhoudingen tussen professionals onderling en tussen professionals en burgers. Het beste voorbeeld dat als gevolg van dit beleid is ontstaan, zijn de sociale wijkteams. Deze teams van generalistische opererende professionals moeten hun werk gaan doen binnen de wijken en samen met de burgers.

Samenvatting van de geschiedenis

De wijkaanpak is zich door de jaren heen steeds minder op de woningen en steeds meer op de burgers gaan richten. Waar vroeger van bovenaf gestimuleerd beleid gericht was op de gemeenschap en emancipatie van iedereen, draait het tegenwoordig meer om het overbruggen van verschillen en oplossen van achterstanden. Wijken worden niet langer dromerig voorgesteld als de ideale plek om te wonen, maar als gebieden waar professionals en burgers samen effectiever te werk kunnen gaan om de levenskwaliteit te verbeteren.

Problemen met de wijkaanpak

Mensen kunnen niet zomaar aan de hand van beleid tot perfecte burgers worden omgevormd. Dit bewijst zich doordat er nog altijd wijken zijn die ondanks enorme investeringen nog altijd als slechtsten presteren. De oorzaken van de problemen liggen vaak dieper dan op het wijkniveau alleen. Vaak wordt de ontwikkeling van wijken door economische krachten en de woningmarkt steeds weer tegengewerkt. Bewoners die als gevolg van beleid wel emanciperen, worden vaak snel door burgers met een lage sociaal-economische status vervangen. Onderzoek heeft echter wel aangetoond dat de wijkaanpak mensen aantoonbaar gezonder en gelukkig heeft gemaakt. Met name in wijken waar op meerdere aspecten tegelijk werd gericht, werden positieve resultaten gevonden. Een aanpak-op-maat, waarbij lokaal wordt bekeken welke problemen de meeste aandacht nodig hebben en welke oplossingen het meest geschikt zijn, lijkt het beste te werken.

Succes met de wijkaanpak

Er kunnen zes uitgangspunten kunnen worden onderscheiden waarvan men stelt dat ze belangrijk zijn voor het aanpakken van complexe problemen.

  • Integraal werken vraagt om een afgebakend gebied. Het gevolg van een opeenstapeling van problemen in bepaalde wijken is dat er veel verschillende organisaties in die buurten aanwezig zijn. Voor het bestaan van de wijkaanpak leidde dat tot veel bureaucratische obstakels. De wijkaanpak maakt integraal werken mogelijk en zorgt voor een effectievere wijksamenwerking. Deze werkt echter het beste als het gebied van de wijk niet te groot is (niet meer dan circa vijfentwintigduizend inwoners).

  • Een preventieve aanpak vraagt om de organisatie van nabijheid. Vaak hielden meerdere professionals zich bezig met hetzelfde probleem, zonder van elkaar te weten wat de ander aan het doen was. De wijkaanpak laat zien dat de organisatie van nabijheid hier wat aan kan doen. Verschillende professionals zijn in een wijk in een team bijeengebracht, zodat zij dicht bij de burgers effectieve dienstverlening kunnen aanbieden. De problemen worden niet meer uit elkaar getrokken en door verschillende organisaties (en hun financiën) aangepakt.

  • Door eigenaarschap organiseert duurzame betrokkenheid. Er is een transitie van het bestwil-denken naar het eigen-kracht-denken. Bij bestwil-denken wordt voor de mensen gedacht. De klassieke verzorgingsstaat levert de voorzieningen en daarbinnen werken de professionals. Bij eigen-kracht-denken krijgen mensen daadwerkelijk zeggenschap. Ze kunnen zelf aan oplossingen werken. De overheid zorgt niet alleen voor de mensen, maar zorgt er voor dat de burgers zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen.

  • De triomf van de best persons. De grootste successen zijn het gevolg van de inzet van bepaalde mensen. Best persons betreffen burgers die de weg weten in het systeem, die creatieve verbanden kunnen leggen, die oplossingsgericht werken, die verschillende werelden aan elkaar verbinden en die in de meest praktische zin mensen kunnen mobiliseren. Deze mensen zijn cruciaal voor de wijkaanpak.

  • Succes vraagt om vitale coalities. De wijkaanpak ziet veel cross-overs tussen veel verschillende organisaties. Het hebben van een breed draagvlak brengt vitale coalities tot stand tussen verschillende expertisen die vaak tot nieuwe initiatieven leiden.

  • De wijkaanpak verdient zichzelf terug. Investeren in wijken loont op de termijn. Het is een goede preventiemaatregel om er voor te zorgen dat problemen niet uit de hand lopen en later meer kosten leveren. Het lastige is echter dat men nu moet willen investeren om die latere kosten te voorkomen. Daarbij zijn degenen die daar voor betalen vaak niet dezelfde mensen die de opbrengsten incasseren. Daardoor is er meer aandacht gekomen voor andere manieren van investeren. Maatschappelijke initiatiefnemers kunnen voorstellen maken die beter en goedkoper zijn en directer werkgelegenheid in die buurt creëren.

De toekomst

In de komende jaren zullen twee bewegingen elkaar tegemoet komen, namelijk de beweging van onderop (de burgerkracht, zelfbeheer, zelforganiserende instituties, etc.) en de bestuurlijke beweging van boven naar beneden (decentralisatie van de overheid). Deze twee komen elkaar tegen op het niveau van de wijken en aan de hand van de wijkaanpak is het fundament voor samenwerking al gelegd.

Een derde golf van collectieve actie

Er wordt een voorspelling gedaan van een derde golf van collectieve actie. De eerste was aan het einde van de Middeleeuwen en leverde de samenleving gemeenten, waterschappen en beroepsorganisaties op. De tweede golf was vanaf het midden van de negentiende eeuw en legde de basis voor veel voorzieningen van de huidige verzorgingsstaat. De derde golf vindt nu plaats en wordt gekenmerkt door een groei van zelforganiserende instituties.

Sociale wijkteams

Er zijn sociale wijkteams opgericht die dicht bij de mensen werken en aansluiten bij initiatieven, mogelijkheden en formele en informele verbanden in de wijken. Burgers kunnen hun creativiteit gebruiken bij het oplossen van gemeenschappelijke problemen zonder daarbij last te hebben van bureaucratische obstakels. De burgers zijn in staat om te improviseren, te handelen naar de omstandigheden en samen te werken.

Van verzorgingsstaat naar verzorgingsstad

De transformatie van een verzorgingsstaat naar verzorgingssteden vraagt om een nieuwe beleidsagenda die drie dimensies zou moeten bevatten. Ten eerste een morele agenda die beschrijft wat er van mensen verwacht en gevraagd mag worden, waar de grenzen liggen en wat een goede kwaliteit van zorg en leven is. Ten tweede een institutionele agenda die de lokale democratie moet versterken en die gemeenten grotere financiële mogelijkheden moet geven. Tegens moeten burgers in voorzieningen meer zeggenschap gegeven worden. Ten derde een kennisagenda, zodat men kan weten wat er wordt gedaan. Deze acties moeten gemeten kunnen worden zodat men niet het slachtoffer wordt van te makkelijke metingen en politiek wensdenken.

 

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Image

Click & Go to more related summaries or chapters:

Samenvattingen artikelen van Inleding Pedagogische Wetenschappen

Samenvatting bij de voorgeschreven artikelen van Inleding Pedagogische Wetenschappen voor de Universiteit Utrecht.

O.a de volgende thema's komen aan bod: Achterstandswijken, Ouderschap, onderwijsontwikkeling, onderwijsprobleematiek, jeugdhulpverlening

Access: 
Public
Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
909 1