Evil Acts and Milicious Gossip: A Multiagent Model of the Effects of Gossip in Socially Distributed Person Perception - Smith - 2014 - Artikel


Inleiding

Het proces van persoonswaarneming speelt een centrale rol bij bijna al het menselijke sociale gedrag. Er is veel onderzoek naar gedaan. In het meeste onderzoek lag de focus op cognitieve en affectieve processen in de individuele waarnemer. Onderzoeksparticipanten worden meestal geïsoleerd en krijgen gecontroleerde stimuli aangeboden, op basis waarvan ze een oordeel moeten vellen of een beslissing moeten maken. Deze benadering laat echter een belangrijk aspect van persoonswaarneming buiten beschouwing: in het dagelijks leven is persoonswaarneming geen individueel proces, maar is het een vorm van sociaal verspreide cognitie. Waarnemers delen hun indrukken met anderen en maken gebruik van andermans informatie. Kortom, mensen roddelen.

Theoretische achtergrond

Definitie

Roddelen wordt meestal gedefinieerd als informeel praten over afwezige derde partijen. Er kan zowel over positieve als negatieve dingen worden gepraat.

Perspectieven

Sociologische en sociaal-psychologische perspectieven benadrukken vaak de rol van roddelen bij normhandhaving of sociale controle. Het feit dat anderen over je zouden kunnen roddelen, heeft een afschrikwekkend effect, wat bijvoorbeeld leidt tot een grotere bijdrage aan een groepsopdracht. Roddelen heeft ook andere functies:

  • Door het verspreiden van informatie over normschendingen, leren groepsleden de inhoud van die normen.

  • Geroddel is bevorderlijk voor banden tussen mensen die samen roddelen.

  • Roddelen is een manier om macht uit te oefenen. De status van de roddelaar kan worden verbeterd door positieve informatie over vrienden te delen en negatieve informatie over vijanden.

  • Roddelen dient voor ontspanning en vermaak.

Geroddel is ook onderzocht vanuit de evolutionaire biologie. Hierbij is met name gekeken naar de rol ervan bij de evolutie van coöperatie. Wederkerige coöperatie (ik werk met jou samen, als jij met mij samenwerkt) is één manier waarop coöperatie ontstaat. Echter, naarmate populaties groter worden, komen eenmalige interacties met vreemden vaker voor dan herhaaldelijke interacties met bekenden. Wederkerigheid alleen is dan onvoldoende. In dit geval is indirecte wederkerigheid een oplossing: ik werk met jou samen, als jij met anderen samenwerkt. De kennis over andermans algemene coöperatie is gebaseerd op diens reputatie, die verspreid wordt door geroddel. Roddelen is dus nuttig om normschenders te identificeren, zodat anderen niet met hen zullen samenwerken.

Onjuist geroddel

Hoe kunnen ontvangers voorkomen dat ze misleid worden door onjuiste roddels? De effecten van onjuist geroddel kunnen worden verminderd als men roddels van meerdere bronnen ontvangt.

Sociaal-psychologische overwegingen

Het nut van roddelen

Mensen roddelen regelmatig. Anderen kunnen informatie geven over mensen, die je zelf moeilijk zou kunnen verkrijgen, zoals in het geval van zeldzaam negatief gedrag. Een sociaal netwerk kan worden beschouwd als een verspreid surveillancesysteem, dat het gedrag van leden van het netwerk effectiever kan monitoren dan één waarnemer alleen zou kunnen. Uit onderzoek blijkt dat mensen meer vertrouwen op roddels dan op zelfrapportage door de ander, in een context waarin een positieve zelfrapportage overdreven kan worden.

Mogelijke onbetrouwbaarheid van roddels

Roddelen kent ook beperkingen. Informatie van anderen kan minder betrouwbaar zijn dan informatie uit de eerste hand. Hiervoor zijn meerdere redenen:

  • Het doelwit (degene over wie geroddeld wordt) kan verschillende individuen op een verschillende manier benaderen.

  • Verschillende waarnemers passen in het proces van persoonswaarneming verschillende vooroordelen, stereotypes en schema’s toe. Zelfs als het doelwit zich consistent gedraagt, kan de indruk van waarnemer A verschillen van die van B.

  • In het communicatieproces kunnen vooroordelen sluipen. Het kan zijn dat naarmate communicatie van de ene persoon naar de andere gaat, het meer stereotypisch wordt.

  • Bij gecommuniceerde informatie over het gedrag van het doelwit kan belangrijke situationele informatie worden weg gelaten, wat leidt tot een meer extreme indruk.

  • Roddels kunnen opzettelijk worden gemanipuleerd.

Het vermijden van invloed van onjuiste roddels

Hoe kunnen mensen voorkomen dat ze beïnvloed worden door onopzettelijk bevooroordeelde dan wel opzettelijk gemanipuleerde roddels? Eén manier is om mensen te identificeren die valse roddels verspreiden en hen als onbetrouwbaar te bestempelen. Deze strategie is echter vaak om meerdere redenen niet effectief:

  • De boodschapper kan liegen over de bron van de roddel.

  • Boodschappers kunnen de bron van een specifieke roddel zijn vergeten.

  • Zelfs als boodschappers weten dat zij een roddel van persoon X hebben gehoord, weten zij vaak niet van wie persoon X de roddel heeft gehoord.

  • De validiteit van een roddel wordt niet vastgesteld als je dezelfde roddel van twee of meer afzonderlijke mensen hoort, omdat deze mensen de informatie van een gemeenschappelijke bron gekregen zouden kunnen hebben.

Een andere benadering om te voorkomen dat je wordt beïnvloedt door onjuiste roddels is gebaseerd op de inhoud van de roddel. Als je een roddel hoort, die significant afwijkt van je eigen kennis, kun je deze veronachtzamen. Er is bewijs dat mensen dit doen. Een andere op inhoud gebaseerde strategie om de betrouwbaarheid van een roddel te beoordelen, is het vergelijken van twee of meerdere roddels. Als ze overeenkomen, is de kans groter dat ze kloppen. Kan een dergelijke strategie ervoor zorgen dat je gebruik kunt maken van de waardevolle functies van roddelen, terwijl je voorkomt dat je beïnvloed wordt door valse roddels?

Doelen van dit artikel

Dit artikel onderzoekt deze vraag met behulp van multiagent modeling. Multiagent modeling is een manier om de resultaten te begrijpen, die zouden ontstaan als meerdere processen interafhankelijk en tegelijkertijd werkzaam zouden zijn. Het is een set van gesimuleerde vertegenwoordigers die mensen representeren, die specifieke gedragsregels volgen. Het model wordt op de computer uitgevoerd. Smith en Collins hebben een multiagent model ontwikkeld, dat drie algemene processen omvatte. In dit artikel wordt een aangepaste versie van dit model gebruikt.

Overzicht van het model

Het model omvat 20 doelwitten die verschillende gedragingen vertonen. Daarnaast omvat het model 20 observatoren, die indrukken van de doelwitten vormen die gebaseerd zijn op die gedragingen. Een indruk in dit model is een cijfer, dat valentie representeert. Nul is neutraal, negatieve waarden duiden erop dat de observator een hekel aan een doelwit heeft en positieve waarden betekenen dat de observator een doelwit aardig vindt.

Aannames over het proces van persoonswaarneming

De kern van het model bevat aannames van Denrell. Observatoren en doelwitten interacteren in tweetallen. In iedere trial vertoont het doelwit een gedraging met een valentie die gebaseerd is op een normale verdeling met een vaststaand gemiddelde (+0.5) en een standaardwijking van 1.0. Het ietwat positieve gemiddelde representeert de aanname dat positieve gedragingen vaker voorkomen dan negatieve gedragingen. Bij een nieuwe gedragsobservatie wordt het gemiddelde berekend van de nieuwe en oude indruk. Negatieve informatie weegt dus niet zwaarder dan positieve informatie. Daarnaast neemt Denrell aan dat observatoren hun huidige indruk gebruiken om te beslissen of zij in de toekomst met een doelwit zullen interacteren. Naarmate de indruk negatiever is, is de kans op interactie kleiner.

Aannames over roddels

Aangenomen wordt dat iedere observator een bepaald deel van de trials roddelt, waarbij roddelen een directe interactie met een doelwit vervangt. In het model kunnen twee verschillende versies van geroddel worden gebruikt:

  • Gericht geroddel: observator X kiest observator Z en vraagt Z naar zijn indruk van doelwit Y (het doelwit waarmee observator X anders tijdens deze trial zou hebben geïnteracteerd). De indruk van Z wordt gebruikt om X’s huidige indruk van doelwit Y te updaten. Hierbij wordt het gemiddelde genomen van de indruk van Z en X.

  • Interessant geroddel: observator X vraagt observator Z naar zijn indruk van het doelwit van wie hij de meest negatieve indruk heeft. Deze indruk wordt gebruikt om de huidige indruk van X van dat doelwit te updaten.

Tot slot wordt in één versie van het model aangenomen dat observatoren proberen zichzelf te beschermen tegen onjuiste roddels. Als roddels informatie bevatten die meer dan 1 punt afwijken van hun eigen huidige indruk van het doelwit, neemt de observator deze roddel niet in acht.

Kwaadaardige doelwitten en observatoren

In dit artikel worden twee versies van het model gebruikt. In het eerste model wordt aangenomen dat een klein deel van de doelwitten (4 van de 20) kwaadaardig zijn. Bij 5% van de trials vertonen zij erg negatief gedrag met een gemiddelde dat 5 punten lager ligt dan het algemene gemiddelde (-4.5 in plaats van 0.5). In alle andere gevallen heeft hun gedragingen een iets hoger gemiddelde van 0.75, zodat hun gedragingen over het geheel genomen dezelfde gemiddelde valentie (0.5) hebben als alle andere doelwitten. Kunnen observatoren indrukken vormen, die onderscheid maken tussen de kwaadaardige en normale doelwitten?

Om gedifferentieerde indrukken te vormen, moet het proces van beeldvorming zorgen voor non-lineaire effecten, zodat een ervaring van extreem negatief gedrag niet gecompenseerd kan worden door meerdere daaropvolgende positieve gedragingen. Twee aspecten van het model kunnen non-lineaire effecten genereren:

De versie van het model, waarin observatoren op basis van hun huidige indruk actief beslissen of zij met een doelwit zullen interacteren. Dit beslissingsproces betekent dat één enkele negatieve gedraging de indruk zo negatief kan maken, dat de kans op toekomstige interacties wordt verkleind.

Het interessante roddelmodel, waarbij één enkele negatieve gedraging de indruk van het doelwit zo negatief kan maken dat de kans groot is dat deze informatie via roddels verspreid wordt naar andere observatoren, totdat compensatie door positieve gedragingen niet meer mogelijk is.

In de tweede versie van het model zijn alle doelwitten normaal en hebben al hun gedragingen het gemiddelde van 0.5. Echter, één observator verspreidt negatieve roddels over vier specifieke doelwitten. Zijn de andere observatoren gevoelig voor deze negatieve, onjuiste roddels en vormen zij indrukken van de specifieke doelwitten die negatiever zijn dan de indrukken van de andere doelwitten?

Discussie

Wat betreft het identificeren van kwaadaardige doelwitten blijkt uit de onderzoeksresultaten het volgende: observatoren die onvoorwaardelijk met de doelwitten interacteren en niet roddelen, zijn niet in staat om de kwaadaardige doelwitten te detecteren. Observatoren die keuzes over interacties baseren op hun indruk van een doelwit of die roddelen, zijn daarentegen wel in staat om de kwaadaardige doelwitten te onderscheiden. Interessant geroddel is effectiever dan gericht geroddel. Met betrekking tot het tweede probleem (het vermijden van onjuist, negatief geroddel) blijkt uit het onderzoek dat het veronachtzamen van roddels die teveel van de eigen huidige indruk afwijken, bescherming biedt tegen onjuiste roddels. Over het algemeen is de beste strategie voor observatoren als volgt:

  • Beslis in iedere situatie op basis van je huidige indruk of je met een doelwit zal interacteren.

  • Roddel om gebruik te maken van andermans indrukken in plaats van volledig op je eigen observaties te steunen.

  • Veronachtzaam roddels, die teveel afwijken van je eigen huidige indruk.

Het veronachtzamen van afwijkende roddels beschermt dus tegen kwaadaardige observatoren. Echter, waarom zorgt dit niet voor beschadiging van het vermogen om te leren over de daadwerkelijke kwaadaardige doelwitten? Het antwoord op deze vraag is dat roddels door overdracht van de ene op de andere observator wordt gefilterd en aangepast. Als observator A een gemiddelde indruk (0.5) heeft van een kwaadaardig doelwit en vervolgens een zeldzame, extreem negatieve gedraging (-4.5) observeert, is de uiteindelijke indruk het gemiddelde van die twee (-2.0). Stel, observator A communiceert deze indruk naar observator B met een indruk van -1.5. De indruk van observator A valt dan binnen de range (+1.0 of -1.0), zodat het niet als afwijkend wordt beschouwd. Hierdoor wordt de indruk van observator B negatieve (-1.75). Als dit proces wordt herhaald, kan worden gezien dat herhaaldelijke voerdracht van de indruk van de ene persoon naar de ander de indruk filtert. Hierdoor wordt de extreme negativiteit ervan verminderd.

Beperkingen

Een belangrijke beperking vanwege de abstractie van het model is dat de meeste parameter waarden arbitrair zijn. Het is belangrijk om met behulp van een onzekerheidsanalyse aan te tonen dat het gedrag van het model niet gevoelig is voor de specifieke waarden van de parameters. Uit de onzekerheidsanalyse komt naar voren dat de patronen in de resultaten ongeveer hetzelfde blijven bij variërende parameter waarden. Ze zijn dus niet uniek voor een specifieke set van vaststaande waarden.

Vervolgonderzoek

Een kleine uitbreiding van het model zou observatoren in staat stellen om bij te houden welke roddels zij van wie horen. Dit zou een andere strategie mogelijk maken om te voorkomen dat je door onjuiste roddels wordt beïnvloed: afwijkende roddels alleen gebruiken als dezelfde informatie is gehoord van twee of meer verschillende bronnen. Echter, zelfs als je informatie van meerdere bronnen hoort, is het mogelijk dat de roddel onjuist is.

Er zijn twee andere manieren waarop het model uitgebreid zou kunnen worden. Voor beide manieren moet het model worden veranderd, zodat de observatoren en doelwitten dezelfde individuen zijn. De eerste uitbreiding is dat observatoren niet alleen indrukken van anderen als individuen vormen, maar ook van hun relaties. Als observatoren informatie over relaties kunnen verzamelen, kan dit helpen bij het bepalen van de waarde die gehecht moet worden aan een roddel. Als A bijvoorbeeld positieve dingen vertelt over B (de beste vriend van A) of negatieve dingen over C (een vijand van C), kun je de roddel negeren. Daarnaast zou het model kunnen worden uitgebreid met de optie dat roddels over relaties kunnen zijn in plaats van over individuen.

Een tweede uitbreiding van het model betreft metaroddels. De aanname zou kunnen worden toegevoegd, dat de observator een indruk van de bron van afwijkende roddels opslaat als onbetrouwbaar. Dit maakt het mogelijk om toekomstige roddels van dezelfde bron te veronachtzamen. Die indruk kan daarnaast worden overgedragen naar andere observatoren. Dit is roddelen over roddelen, oftewel metaroddelen. Zowel roddels als metaroddels kunnen onopzettelijk bevooroordeeld of opzettelijk gemanipuleerd, en dus onbetrouwbaar zijn.

Het probleem van uitbreidingen van het model is niet technisch, maar conceptueel: als een model een bepaald niveau van complexiteit bereikt, worden de onderliggende redenen voor het gedrag ervan vaag en wordt het doel van modeling (het beter begrijpen van een fenomeen) uit het oog verloren.

Een laatste manier om dit model verder te ontwikkelen, is het doen van empirisch onderzoek naar de processen die in het model worden aangenomen.

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
  3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
640