Law and public administration - Theme
- 12944 reads
Bij de Romeinen en de Grieken werd al onderscheid gemaakt tussen geschreven (ius ex scripto) en ongeschreven recht (ius ex non scripto).
Een codificatie moet voldoen aan drie kenmerken: er moet een overheid zijn die gezag uitoefent over haar onderdanen; het moet op schrift gesteld recht betreffen, en dat recht moet volledig zijn.
Jeremy Bentham gebruikte het begrip ‘codificatie’ als eerste tijdens de Verlichting.
De rechter geeft betekenis aan de wet. De wetgever heeft macht op 3 manieren: ‘authentieke interpretatie’, een verbod van commentaar op een wetboek of door ‘référé législatif’.
Er zijn verschillende interpretatiemethodes: grammaticale interpretatie, wetshistorische interpretatie en systematische interpretatie.
Bij de grammaticale interpretatie wordt gekeken naar welke betekenis de woorden van een wettekst in het dagelijkse spraakgebruik hebben.
Bij de wetshistorische interpretatie wordt geprobeerd te achterhalen wat de wetgever destijds met de betreffende tekst heeft bedoeld
Bij de systematische of stelselmatige uitleg, wordt onderzocht hoe een regel in het stelsel van de wet past(anders gezegd: hoe de regel zich verhoudt tot andere regels).
De Amerikaanse ‘Declaration of Independence´ was gebaseerd op het natuurrecht.
Het natuurrecht kent alle mensen een aantal natuurlijke, vanzelfsprekende rechten toe. Bij een schending heeft men het recht om in opstand te komen tegen het bewind dat deze rechten schendt.
Er werd onderscheid gemaakt tussen ius civile en ius naturale.
Na de codificatie van keizer Justinianus waarin het gehele Romeinse recht was gecodificeerd, kwam een eind aan het onderscheid tussen ius civile en ius naturale. Al het recht was in technische zin ius civile geworden.
In de Middeleeuwen stond het natuurrecht boven het gewoonterecht en het positieve recht, er was sprake van hiërarchie.
Thomas van Aquino meende dat een volk het recht had in opstand te komen tegen een koning die zijn grondrechten schendt.
De Amerikaanse Opstand was de eerste revolutie in de moderne geschiedenis die op zuiver natuurrechtelijke beginselen was gebaseerd.
Rousseau leerde dat een vrij mens alleen aan regels kan worden onderworpen als hij daar uit zijn eigen vrije wil mee akkoord gaat. Door middel van een verdrag, ‘contrat social’, verandert een groep individuen in een ‘volk’.
De achttiende-eeuwse Verlichting kenmerkt zich door een sterke afkeer tegen het Romeinse recht. Ieder volk zou immers in zijn eigen landstaal geschreven recht moeten hebben.
Romulus, één van de stichters van Rome, ontleende zijn imperium, ofwel absolute macht, aan de goden. Dit imperium omvatte de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Daarnaast bestond er een tweede wetgevende macht waaraan iedere burger deelnam: de volksvergadering, ofwel comitia.
Verder was er een senaat die door Romulus uit de Romeinse gezinshoofden werd samengesteld. Deze senaat had een adviserende functie.
In 27 v. Chr. brak het tijdperk van de keizertijd aan. Vanaf dat moment had Keizer Octavianus het imperium én het vetorecht van de volkstribuun in handen voor het leven.
In 330 n. Chr. werd de stad Constantinopel ingewijd. Dit was naast Rome de tweede christelijke hoofdstad van het Romeinse rijk.
In 395 laat keizer Theodosius het Romeinse rijk na aan zijn twee zoons. Dit markeert het begin van een Oost-Romeins en een West-Romeins rijk, waarbij de ene keizer zetelt in Rome en de andere in Constantinopel.
Keizer Justinianus zorgde voor een codificatie die bestond uit: de Codex Justinianus (529); de Digesten of Pandecten (533); de Instituten of Elementen (533) en de Novellen.
In 1453 kwam met de val van Constantinopel een einde aan het Byzantijnse rijk. Hierop volgde een tijdperk waarin de Grieks sprekende landen onder Turkse heerschappij kwamen.
In 1829 werd Griekenland onafhankelijk en gevormd tot koninkrijk. De Hexabiblos werd uitgeroepen tot officiële wetboek totdat er in 1940 een burgerlijk wetboek naar Duits model tot stand kwam.
In 554 vaardigde keizer Justinianus het bevel uit dat zijn constitutie voortaan ook in Italië kracht van wet had.
Na de dood van Justinianus (565), heroverden de Longobarden (Germanen) een groot deel van het grondgebied van wat de keizer veroverd had.
Toen Karel de Grote in 774 het Longobardische rijk veroverde, introduceerde hij ook nog eens het Frankisch recht en een andersoortig Romeins recht uit 506.
De diverse Germaanse stam- of volksrechten waren geen complete rechtsstelsels. veel juristen waren daarom van mening dat men de gaten kon dichten met het Romeinse recht.
Nadat het Romeinse gezag was ingestort had de gewone man geen feitelijke rechtsbescherming meer. Tegen het ontbreken van overheidsgezag kon hij zichzelf beschermen door in de vazalliteit te treden.
In 800 werd het keizerrijk hersteld met de kroning van Karel de Grote. Het Romeinse recht kreeg weer de overhand.
In de elfde eeuw was er weer een opleving van het Romeinse recht. Er werd onderwijs gegeven aan de hand van het gehele Corpus Iuris, inclusief de Digesten die in de periode daarvoor niet werden gebruikt.
De voorschriften die de katholieke kerk stelde, waren universeel van aard. Vanwege dit universele karakter heeft het Middeleeuwse kerkelijk recht veel invloed uitgeoefend op het seculiere recht van die tijd.
In de elfde en twaalfde eeuw vond één van de grootste politieke conflicten plaats uit de West-Europese geschiedenis: de strijd tussen de keizer en de paus om de heerschappij in de westelijke christelijke wereld.
Italië was erg verdeeld. De oplossing voor deze rechtsversnippering werd gevonden in de ontwikkeling van het ‘internationaal privaatrecht’ (IPR), ook wel ‘conflictenrecht’ genoemd.
Rond de achttiende eeuw was er een opleving van het natuurrecht. Beccaria speelde hierin een grote rol.
In 1804 voerde Napoleon de Code Civil (sinds 1807 de ‘Code Napoléon’) in binnen Italië.
Het personaliteitsbeginsel was leidend tussen de zesde en de achtste eeuw.
Aan het eind van de tiende eeuw brokkelde in Europa overal het centrale gezag af onder invloed van de feodalisering en de daarmee samenhangende ‘privatisering’ van de maatschappij.
In de Middeleeuwen werd vastgesteld dat de koning van Frankrijk in zijn rijk keizer is.
De koning had wetgevende bevoegdheden. Deze wetten bestonden naast het gewoonterecht.
Het feit dat de Franse coutumes (gewoonterechten) werden opgeschreven heeft ervoor gezorgd dat de groeiende invloed van het Romeinse recht werd ingeperkt.
Doordat de parlementen soeverein waren op hun rechtsgebied, werd de rechtsverscheidenheid in de hand gewerkt.
Aan het einde van de zeventiende eeuw werd het recht gedeeltelijk gecodificeerd onder Lodewijk XIV.
Op 26 augustus 1789 vaardigde de Constitutionele Nationale Vergadering de ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’ uit.
De eerste Grondwet, die door de koning op 14 september 1791 werd aangenomen en die op 1 oktober in werking trad, maakte van Frankrijk een constitutionele monarchie.
Volgens Bonaparte betekende de consulaire Grondwet het einde van de Revolutie. Hij zag als zijn voornaamste taak de opbouw van de nieuwe samenleving. Hij werd later tot keizer gekroond.
Na de val van Napoleon in 1814 kreeg het wetboek weer de naam Code Civil des Français, maar het behield zijn rechtskracht.
Karel de Grote beval de optekening van alle ongeschreven rechtsregels, hetgeen leidde tot de Lex Salica emendata, de Lex Ribuaria, de Ewa ad Amorem, de Lex Saxonum en de Lex Frisionum.
In 887 werd in het Oosten van Francië gebroken met de traditie van erfopvolging en kwam er een gekozen vorst.
Otto de Grote (936-973) heeft een doelbewuste keizerspolitiek gevoerd en daarmee heeft hij voor de eeuwen na hem de grondslagen van het ‘Römische Reich’ gelegd.
Wat hield de rivaliteit tussen de Byzantijnse en de West-Romeinse keizers in?
Onder de Habsburgers bleef de fictie van het Romeinse keizerschap gehandhaafd, maar de keizerskroning door de paus in Rome verdween.
Maria Theresia (1717-1780) streefde naar eenheid in haar rijk en wist dat codificatie een van de middelen was om dit te bereiken. Daarom vaardigde ze in 1753 een decreet uit.
Het ABGB is het enige nog geldende recht dat het natuurrecht tot de rechtsbronnen rekent.
Friedrich Carl von Savigny was ‘oprichter’ van de Historische School die de strijd aanging met het natuurrecht. Bovendien leverde hij scherpe kritiek op het Pruisische Landrecht, het Oostenrijkse ABGB en vooral op de Franse Code Civil.
Aan het einde van de Middeleeuwen was de legitimiteit van het staatsgezag gebaseerd op een tweezijdige rechtshandeling tussen de vorst en zijn onderdanen.
Het doel van Karel V was een zekere mate van centralisatie en verkleining van de onderlinge verschillen tussen zijn gewesten.
In 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten. De unie van Utrecht was een uit praktische nood geboren alliantie tussen een aantal opstandige gewesten.
Met het ‘Plakkaat van Verlatinghe’ in 1581 werd landheer Filips II afgezet.
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een statenbond, een aaneensluiting van een aantal zelfstandige staten die binnen hun grenzen autonoom waren.
Binnen de Republiek werd het Internationaal Privaatrecht toegepast op het rechtsverkeer tussen burgers van verschillende gewesten en op het rechtsverkeer tussen burgers afkomstig uit de verschillende rechtskringen binnen één gewest.
De kritiek op de grote invloed van het Romeinse recht en op de toestand van de rechtsbronnen in het algemeen, leidde in 1777 tot een felle pamflettenstrijd.
Het pamflet ‘Aan het volk van Nederland’ van Joan Derk van der Capellen tot den Pol legde in 1781 het fundament voor een burgeroorlog in Nederland.
In 1806 werd een verdrag gesloten onder Napoleon, waarin werd bepaald dat Nederland een erfelijke monarchie zou krijgen.
In 1947 kreeg de Leidse hoogleraar E.M. Meijers de opdracht van de regering om zijn ideeën over her-codificatie van het burgerlijk recht die tijdens de oorlog ontwikkeld waren verder uit te werken tot een nieuw burgerlijk wetboek. Hierin werd hij gesteund door de Kamer.
In Zwitserland heeft het Romeinse recht nooit in zijn hoedanigheid van subsidiair recht voor een zekere mate van rechtseenheid gezorgd. In plaats daarvan heersten in de Zwitserse kantons slechts de lokale gewoonterechten.
In het conflict tussen Frankrijk en de grote Europese antirevolutionaire coalitie slaagden de Zwitsers er niet in om neutraal te blijven. In 1798 onderwierpen zij zich dan ook zonder noemenswaardig verzet aan de Fransen.
In 1798 verscheen er een grondwet voor de nieuwe ‘Helvetische Republiek’ die geheel naar Frans model was geschapen.
Vanaf het begin waren er twee politieke kemphanen: de unitariërs en de federalisten.
In 1815 werd een statenbond opgericht.
Met dank aan een constitutionele crisis, wijzigde Zwitserland in 1848 de grondwet. Zwitserland werd een bondsstaat.
In 1874 werd met de goedkeuring van het Zwitserse volk door middel van het voorstel om de wetgevende competentie van de Bond uit te breiden, de constitutionele basis gelegd voor het ontstaan van het Schweizerisches Obligationenrecht.
In januari 1912 trad het Zwitserse Zivilgesetzbuch (ZGB) in werking. Dit betekende een definitief afscheid van de juridische pluriformiteit.
Er was behoefte aan een gemeenschappelijke rechtsbron, aan een gemeen recht (ius commune). Het Romeinse recht voorzag in die behoefte.
Het beginpunt in de ontwikkelingsgeschiedenis van de common law is de instelling van deze namens de koning rechtsprekende rondreizende rechters.
Uiteindelijk verdrong het Koninklijke gewoonterecht door de voortgaande centralisering van de rechtspraak al het andere gewoonterecht.
Wanneer de common law geen uitkomst bood of de strikte handhaving tot onbillijke uitkomst leidde, kon de onderdaan zich met een verzoekschrift tot de koning, de fountain of justice, wenden teneinde een voorziening te krijgen.
Equity bestaat uit het geheel van rechtsregels dat is opgesteld door de Court of Chancery.
Bij conflict tussen de beginselen van common law en equity ging equity voor.
Tegen de uitspraken van de High Court staat beroep open bij de Court of Appeal en tegen deze uitspraken staat beroep open bij de House of Lords, de hoogste beroepsinstantie.
Aan het einde van de 19de eeuw werd het stelsel van ‘Law Reporting’ gefixeerd.
Het hoogtepunt kwam in de jaren 50 van de 20ste eeuw en werd bereikt door de Uniform Commercial Code. Met uitzondering van Louisiana geldt deze UCC in alle staten van de VS.
Saint Simon meende dat vrede en welvaart In Europa alleen levensvatbaar waren indien er supranationale, werkelijke Europese instellingen werden gecreëerd.
Het uiteindelijke compromis hield in dat de Raad van Europa werd gevormd door twee organen, te weten een Raad van Ministers en een Parlementaire Vergadering.
In het EVRM is een opsomming opgenomen van een aantal burgerrechten die de verdragsstaten aan hun inwoners garanderen.
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zorgt door zijn uitspraken voor het ontstaan van een zekere overeenstemming van de interpretaties van het EVRM.
Monets gedachte bracht met zich mee dat de deelnemende landen aan de Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) een deel van hun soevereiniteit inleverden bij een internationale instelling die boven hen stond.
In 1965 gingen de organen van de drie Europese gemeenschappen (EGKS, EEG en EURATOM) samen. Vanaf dat moment werd gesproken van de ‘Europese Gemeenschap.
Het Europese Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van het EG-Verdrag.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1280 | 1 |
Add new contribution