Daniel Levinson and his theory of adult development van Newton - Artikel
Daniel Levinson and his theory of adult development: A reminiscence and some clarifications (Newton)
Daniel Levinson schreef verschillende boeken over de ontwikkeling van volwassenen. Zo schreef hij een boek specifiek over mannen, over het midden van de volwassenheid als minst onderzochte levensfase en ten slotte specifiek over vrouwen. Levinson was een eigenaardige man, gepassioneerd voor zijn werk die op velen een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten door middel van zijn werk en persoonlijkheid. Zijn uitgebreide theorie over de ontwikkeling van volwassenen is zeer bekend.
Levinson was van mening dat mensen onder de 30 jaar oud weinig te bieden had in discussies over de ontwikkeling van volwassenen. Nadat hij voor lange tijd een eenduidige, sociaal psychologische aanpak had gehanteerd om problemen te benaderen en daarmee vele academische successen had geboekt, stapte hij voor zijn 40e over op zoals hij het zelfs zei: ‘een soort halve persoonlijkheids-, sociaal en organisatorisch psychologische aanpak’. Het halve weet hij aan de onderliggende onsamenhangendheid van zijn visie. In de tweede helft van zijn leven lukte het hem om bijna alle aspecten van het leven te integreren.
Levinson’s droom was zowel individueel als sociaal. Individueel gezien wilde hij zichzelf en zijn eigen leven graag beter begrijpen. Sociaal gezien hoopte hij dat de ontwikkelingsbehoeften van volwassenen beter begrepen zouden worden, wat het nodig zou maken om organisatorische structuren te veranderen om aan deze behoeften te voldoen. Volwassenen die aan werken voor- en aan het hoofd staan van van grote sociale instituties zoals de overheid en het onderwijs zouden beter ondersteund moeten worden in hun behoeften.
Kritiek en misverstanden rondom Levinson’s theorie
De theorie van Levinson is een levenslooptheorie, en gaat over de evolutie van de individuele levensstructuur gedurende de levensloop. Hij ontwikkelde samenhangende perspectieven en onderling gerelateerde concepten om de levensloop mee te kunnen bestuderen. Hij deed exploratief onderzoek naar verschillende biografieën. Hier kwam hij soms mee in de problemen, omdat hij niet op voorhand hypotheses of variabelen had vastgesteld. Het National Institute of Mental Health (NIMH) zette hier haar vraagtekens bij en snapte niet dat een gerespecteerd wetenschapper zo te werk kon gaan. Levinson was echter niet geïnteresseerd in het doen van voorspellingen, maar wilde dingen begrijpen. Hij geloofde dat experimentele procedures belangrijk zijn in het testen van theorieën over het leven, maar dan moest er wel eerst een theorie zijn. Voor Levinson gingen observaties vooraf aan de theorie. Door op deze manier een theorie op te stellen wil niet zeggen dat je daarna niet meer kan zeggen dat de theorie niet klopt, aldus Levinson.
Universaliteit
De theorie van Levinson wordt ook wel een ‘Grand Theory’ genoemd, ondanks dat het voortkomt uit case studies. Het is een grote, allesomvattende theorie met een empirische basis. Het concept van de levensstructuur omvat alle aspecten van persoonlijkheid, familie, huwelijk en werk samen. Dit zorgt voor een samenhangend beeld van imperfect geïntegreerde levens, in een herkenbare vorm. Levinson kreeg veel kritiek op de ‘grootte’ van zijn theorie. Deze zou niet specifiek genoeg zijn.
Ondanks dat de steekproeven die Levinson gebruikte in zijn onderzoeken verschillend waren in termen van ras en klasse, was er veel kritiek op het feit dat men vond dat zijn ontwikkelingsprototype teveel gericht was op de ‘witte man’. Critici hebben het onderscheid dat Levinson maakte tussen persoonlijkheid, de levensloop en de levenscyclus genegeerd. Levinson erkende juist dat er vele individuele verschillen in persoonlijkheid zijn.
In Levinson’s theorie staat de individuele levensstructuur centraal. Deze levensstructuur heeft zowel interne als externe concepten. De externe concepten zijn de sociale rollen: zoals binnen familie en op het werk, waarop onze beslissingen in het leven gebaseerd zijn. De interne concepten zijn de gedeeltes van de ‘zelf’ die geïnvesteerd zijn in deze rollen, en die ze betekenis geven en hier betekenis aan ontlenen.
Levinson zag de individuele levensstructuur als een grens die het persoonlijke systeem en het sociale systeem verbindt. Iemands persoonlijke leven is volgens hem dus gevormd door zowel de samenleving als door ‘de zelf’. Door noch de samenleving, noch de persoonlijkheid centraal te stellen maar ze te laten overlappen, vond Levinson dat hij een betere balans had bereikt. Deze balans maakt beweging mogelijk, naar buiten toe via de samenleving en de geschiedenis, en naar binnen door middel van de psyche (waaronder de biologische aspecten). De theorie van Levinson is psychosociaal, vooral bio-psychosociaal, en probeert psychologische en sociologische vormen van reductionisme te vermijden.
Maar hoe kon Levinson een theorie over de levensloop schrijven, met een invariante leeftijdsstructuur, terwijl mensen (in ontwikkelde landen) pas sinds kort zou oud kunnen worden? Hier is sprake van de fallacy of the lenghtening life span. Het enige wat eigenlijk veranderd is volgens de schrijver van het artikel, is het kindersterftecijfer, en daarmee de gemiddelde levensduur. Al duizenden jaren lang is de levensverwachting niet heel anders dan die van nu, zolang kinderen de vroege kindertijd maar overleefden en vrouwen de bevalling.
Levinson wees ons op het feit dat wanneer we maar naar een klein stukje van een levenstraject kijken, zoals de biologie, de persoonlijkheidsaspecten de ontwikkeling van familiebanden of carrières, er maar weinig orde te vinden is in de levenscyclus.
De rol van belangrijke levensgebeurtenissen in de ontwikkeling
De levensloop is een opeenvolging van belangrijke en concrete gebeurtenissen in iemands leven. De timing, de volgorde en het voorkomen van deze gebeurtenis kan sterk verschillen per persoon. Zowel levensloop als persoonlijkheid kan beïnvloed worden door beperkende sociale of historische omstandigheden voor mensen van een verschillend(e) ras, klasse, geslacht of religie. De levenscyclus is een onderliggende leeftijd gerelateerde diepe structuur die iedereen doormaakt op een verschillende manier. De levensstructuur gebruiken we om deze levenscyclus door te komen. Ondanks dat belangrijke gebeurtenissen onze levensloop en persoonlijkheid beïnvloeden, zijn ze niet in staat om een ontwikkelingsperiode te beginnen of te beëindigen, tenzij ze voorkomen binnen de variantie van een wisseling. De leeftijdsspecificiteit van de theorie van Levinson heeft veel kritiek gekregen. Deze zou wellicht te rigide zijn. Het is belangrijk om op te merken dat Levinson wel uitging van een variantie van twee jaar binnen individuele gevallen (dus bv. wanneer de ‘standaardleeftijd’ voor het begin van een periode 40 jaar was, kon deze beginnen tussen de 38-42 jaar oud).
Relaties binnen de levensstructuur
Misschien wel de bekendste misvatting over de theorie van Levinson betreft de rol van relaties binnen de ontwikkeling van een volwassene. Zo kreeg hij kritiek dat zijn theorie uit zou gaan van een mannelijke opeenvolging van ontwikkeling. Levinson merkte op dat bepaalde polariteiten binnen een persoon, zoals afstand en hechting, vragen om aandacht in het midden van de ontwikkeling (mid-life). Dit zou nodig zijn om persoonlijke individualisatie te bereiken, en dit werd gezien als basis voor de mannelijke bias van deze theorie. Echter, Levinson stelt relaties met anderen juist centraal voor de ontwikkeling in zijn theorie. Hij schreef zelfs dat de belangrijkste componenten van de levensstructuur bestaan uit persoonlijke relaties met anderen in de externe wereld. Volgens de schrijver van het artikel zijn er verschillende aspecten van Levinson’s theorie waar kritiek op geleverd kan worden, maar valt het achterwege laten van het belang van relaties met anderen daar niet onder.
Levinson’s boek over de ontwikkeling van vrouwen
Het boek van Levinson over de ontwikkeling van vrouwen is gebaseerd op urenlange interviews met zo’n 45 vrouwen. In zijn boek citeert hij de vrouwen regelmatig en uitgebreid, waardoor ze eigenlijk zelf aan het woord komen en je de interpretatie van Levinson als lezer kan beoordelen. De eerste belangrijke bevinding die Levinson deed was dat de leeftijd gerelateerde periodes voor mannen hetzelfde zijn als die voor vrouwen. Hij gaf de periodes wel nieuwe namen, aangezien de namen die hij voor mannen had gebruikt eigenlijk voor beide geslachten niet van toepassing bleken. Verder vond Levinson dat vrouwen twee verschillende soorten voorstellingen van het leven kunnen hebben: die van de traditionele huisvrouw en de niet-traditionele (huis)vrouw. De strijd tussen deze twee types blijkt nog steeds erg lastig voor vrouwen. Ten slotte concludeerde Levinson dat vrouwen nog steeds veel last hebben van discriminatie. Hij schatte in dat het nog zo’n 100 jaar zou duren voordat dit helemaal verdwenen is. Levinson was van mening dat het splitsen van de geslachten een irrationele en vaak kwetsend maatschappelijk en intrapsychisch proces is.
- 1859 reads
Add new contribution