Werkgroepaantekeningen bij Onderzoekspracticum 2 aan de Universiteit Leiden - 2015/2016
Werkgroep 1
Toetsingsschema
1. Onderzoeksvraag
Stel de toetsbare onderzoeksvraag op, in het geval van een t-toets vergelijk je gemiddelden met elkaar. Het is daarom ook erg belangrijk dat dit vermeldt wordt in de onderzoeksvraag!
2. Aannamen
Wat zijn de aannamen? Welke aannamen kunnen er gedaan worden:
- Zijn de proefpersonen aselect getrokken, dit heeft betrekking op de generaliseerbaarheid van het onderzoek op de populatie
- Zijn de proefpersonen gematched (bijvoorbeeld met zichzelf of soortgelijke groep).
- Normaliteit
3. Hypothesen
Stel H0 en HA op, geef deze ook in woorden weer. Bij het weergeven van deze hypothese in woorden is het belangrijk dat in deze hypothese de woorden ‘gemiddelde’ en ‘populatie’ terug te vinden zijn. Bijvoorbeeld:
- H0: in de populatie zijn er geen verschillende in gemiddelden
- HA: in de populatie is het gemiddelde van de voormeting lager/hoger dan het gemiddelde van de nameting.
4. Toetskeuze
Welke toets kan er gebruikt worden gezien de gegevens, de gestelde vragen en de veronderstelde aannamen. Geef je rekenschap van de richting van de toets (tweezijdig, links-, rechts-, éénzijdig). Als je een verbetering/verslechtering verwacht toets je eenzijdig.
Is een variabele afhankelijk of onafhankelijk
Als je afhankelijke variabele categorisch is, en deze bestaat uit twee groepen. Deze groepen kunnen bijvoorbeeld het volgende zijn:
- Man/vrouw
- Voor- en nameting
Als je variabele afhankelijk is, gebruik je dezelfde groepen. Bij het opstellen van de hypothese, genoemd bij stap drie in het bovenstaande toetsingsschema, moet er ook rekening gehouden worden of de variabele afhankelijk, dan wel onafhankelijk is. Voor een onafhankelijk en afhankelijke variabele geldt dat je altijd mag stellen dat:
- Gemiddelde voormeting - gemiddelde nameting = 0
- Gemiddelde voor = gemiddelde na
Alleen bij een afhankelijke variabele mag je stellen dat:
- Gemiddelde = 0 (=nulhypothese).
Opdracht 1.4
- Nulhypothese= twee gemiddelden zijn gelijk
- Alternatieve hypothese: Eerste gemiddelde is hoger dan het tweede gemiddelde.
t- waarde is gelijk aan -2.07 en er is een p-waarde van 0.06. Verwerp je op grond van de uitvoer de nulhypothese?
Om op een t-waarde van -2.07 te komen kun je bijvoorbeeld 4-6.07 doen, als je dit doet is het eerste gemiddelde (4), lager dan het tweede gemiddelde (6,07). Op grond hiervan kun je de nulhypothese verwerpen.
Hierbij moet vermeld worden dat 4 en 6.07 niet persé de antwoorden zijn die je hebt moeten gebruiken, het gaat er om dat je uiteindelijk op een p-waarde van -2.07 komt, en hierbij kan het voorkomen dat je eerste gemiddelde lager is dan je tweede gemiddelde waardoor je de nulhypothese moet verwerpen.
Belangrijk: bij het verwerpen van de nulhypothese is het niet zo dat je hiermee gelijk de alternatieve hypothese aanneemt, het enige wat je aangeeft is dat de nulhypothese niet klopt.
Werkgroep 2
Opdracht 2.1
Bij deze opdracht maken we gebruik van een samengestelde t-toets.
1. Onderzoeksvraag
Hebben eerstejaars mannen gemiddeld een lagere score op de SSHA dan eerstejaars vrouwen?
2. Aannamen
- Normaliteit: Ja (zie tekst)
- Onafhankelijk: niet gematched en niet herhaaldelijk gemeten
- Aselect getrokken: staat niet duidelijk in de tekst
3. Hypothesen
- Nulhypothese: gemiddelde jongens = gemiddelde meisjes (Eerstejaars jongens en eerstejaars meisjes in de populatie scoren gemiddeld even hoog)
- Alternatieve hypothese: gemiddelde jongens < gemiddelde meisjes (Eerstejaars meisjes scoren gemiddeld hoger dan de eerstejaars mannen)
4. Toetskeuze
Zoals eerder genoemd maken we gebruik van de samengestelde t-toets. We toetsen eenzijdig omdat we er van uit gaan dat de mannen gemiddeld lager scoren.
5. Berekening
- Gemiddelde score mannen: 121.25 met een standaarddeviatie van 32.85
- Gemiddelde score vrouwen: 141.06 met een standaarddeviatie van 26.44
Deze gegevens invullen in de Sp formule (zie college 2, sheet 56). Uit deze formule volgt het antwoord: 29.994. Dit antwoord kunnen we gebruiken in de T-formule.
P-waarde
- Om de p-waarde te berekenen moeten we eerst naar het aantal vrijheidsgraden kijken. Dit doen we met de volgende formule: df=(n1-1)+(n2-1)=(18-1)+(20-1)= 36. Dit getal staat niet in de tabel, we kijken bij 30 omdat deze het meest conservatief is.
- Df=30: de gevonden t ligt tussen 1.697 en 2.042. de eenzijdige p ligt tussen 0.025 en 0.05
- P is kleiner dan de sigma, we verwerpen H0
Effectgrootte berekenen.
- Om de effectgrootte te berekenen gebruiken we de formule uit college 2 sheet 21. Omdat we te maken hebben met een samengestelde t-toets passen we de formule een beetje aan. We vervangen het gedeelte onder de streep met het antwoord dat we hebben gekregen uit de Sp formule (zie punt 5). Hieruit komt een effectgrootte van 0.66 (dit is een medium effect).
6. Conclusie
Eerstejaars mannen scoren gemiddeld lager dan eerstejaars vrouwen op de SSHA
Opdracht 2.2
1. Onderzoeksvraag
Welke kroket bevat gemiddeld de meeste calorieën
2. Hypothese
- Nulhypothese: gemiddeld aantal calorieën in de van Dobben kroketten gemiddeld evenveel als het gemiddelde in de gewone kroketten (vd=g)
- Alternatieve hypothese: gemiddeld aantal calorieën in de Van Dobben kroketten niet gelijk aan het gemiddelde aantal calorieën in de gewone kroketten (vd ≠ g)
3. Toetskeuze
We maken gebruik van een samengestelde t-toets (gelijke variantie). We toetsen tweezijdig want we weten niet of we het groter of kleiner verwachten.
4. Berekening
De van Dobben kroketten hebben een gemiddelde van 122,47 calorieën met een standaarddeviatie van 25.48 (17x getest). De gewone kroketten hebben een gemiddeld aantal calorieën van 156.85 met een standaarddeviatie van 22.64 (20x getest). We maken weer gebruik van de Sp formule, zoals we ook bij 2.1 gebruikt hebben. Hier komt een antwoord van 23.98 uit. Vervolgens kunnen we weer de t berekenen (voor formule zie 2.1). Hieruit volgt -4.35.
Vervolgens kunnen we weer het aantal vrijheidsgraden berekenen: (17-1)+(20-1)= 35.
Dit kunnen we opzoeken in de tabel, bij 30 dit is het meest conservatief. Vervolgens weer net zo uitrekenen als bij de vorige opgave.
Opdracht 2.5
1. Vergelijking van lesmethoden
- Onderzoeksvraag: Is er sprake van een verschil tussen de gemiddelde cijfers voor het vak rekenen wanneer er sprake is van verschillende rekenmethodes
- De responsvariabele (= de afhankelijke variabele) is het cijfer voor rekenen.
- Er wordt gekeken naar drie verschillende populaties, alle populaties hebben een verschillende rekenmethode gehad
- Er is sprake van drie verschillende groepen (I=3), de groepen zijn 75 keer geobserveerd (ni=75) en in totaal zijn er 225 observaties geweest (N=225).
- Nulhypothese: alle drie de cijfers zijn gemiddeld gelijk (u1=u2=u3)
- Alternatieve hypothese: niet alle gemiddelde cijfers voor de verschillende populaties zijn gelijk aan elkaar.
2. Straf en gehoorzaamheid
- Onderzoeksvraag: Is er sprake van een verschil in het gemiddeld aantal keer dat kinderen regels overtreden bij verschillende strafregimes
- Afhankelijke variabele: het aantal keer dat regels overtreden worden
- Er wordt gekeken naar vijf verschillende populaties, er zijn vijf verschillende soorten strafregimes.
- Er zijn vijf verschillende groepen (i=5), alle groepen zijn 15x geobserveerd (ni=15), en in totaal zijn er 75 verschillende observaties geweest (n=75)/
- Nulhypothese: het gemiddeld aantal keer dat de regels worden overtreden zijn in alle vijf de strafregimes gelijk (u1=u2=u3=u4=u5)
- Alternatieve hypothese: het gemiddeld aantal keer dat regels worden overtreden zijn niet gelijk in de vijf verschillende populaties
Werkgroep 3
Opdracht 3.1
A:
- Vrijheidsgraden voor het model: DFG:2 (=I-1)
- Vrijheidsgraden voor de residuen: DFE:222 (N-I)
- Vrijheidsgraden voor het totaal: DFT: 224 (=N-1)
B: vrijheidsgraden voor de teller zijn de vrijheidsgraden voor het model, namelijk 2. De vrijheidsgraden voor de noemer zijn de vrijheidsgraden voor de residuen namelijk 222. Dit maakt: Df(F):2;222
Opdracht 3.2 Bloedarmoede en ijzerdeficiëntie
A: Enkelvoudige variantieanalyse
Onderzoeksvraag: Bevat het voedsel dat gekookt is in potten van ijzer, aluminium en klei gemiddeld evenveel ijzer?
Aannamen:
- Representatief: dit is niet na te gaan
- Normaliteit: ja, dit staat aangegeven in de bijgevoegde tekst
- Onafhankelijk: staat niets over in de tekst
- Aselect: staat niets over in de tekst
- Gelijkheid van varianties: Omdat het normaal verdeeld is, kunnen we de F-toets voor de gelijkheid van varianties uitvoeren (F=grootste S^2/Kleinste S^2). Als we dit invullen krijgen we 0.63^2/0.25^2=6,35.
Hypothesen:
Nulhypothese: U1=U2=U3 (alle gemiddelden zijn gelijk)
Alternatieve hypothese: Niet alle gemiddelden zijn gelijk (de verschillende materialen
zorgen voor een ander ijzergemiddelde)
Toets keuze: we kiezen voor de ANOVA, dit doen we omdat de gemiddelde van meer dan twee groepen worden vergeleken. Met α=0.05, als P groter is dan verwerpen we H0 niet, is P kleiner of gelijk aan α dan verwerpen we H0
Berekening:
- Aantal groepen: 3
- Aantal observaties per groep (ni): 4
- Totaal observaties (N): 12
- Vrijheidsgraden: DFG= I-1=2, DFE=N-I=9
- Gemiddelde Alluminium: 8.23/4=2.06 (x1), gemiddelde klei: 8.71/4=2.18(x2),
- Gemiddelde ijzer: 18.72/4=4.68 (x3). Gemiddelde hele groep= 2,97 (x)
Vervolgens de SSG berekenen (voor uitleg en definitie zie college-aantekeningen): \[SSG=n_i(x_1-x)^2+n_i(x_2-x)^2+n_i(x_3-x)^2= 3.31+2.5+11.7=17.51\]
Vervolgens de SSE per verschillend materiaal berekenen, om deze berekening uit te kunnen voeren heb je het gemiddelde van de verschillende materialen nodig (x1,x2
en x3), en de uitkomsten van de verschillende observaties (o1,o2,o3,o4). De uitkomsten van de verschillende observaties zijn terug te vinden in tabel 3.1 op bladzijde 21 van het werkboek. De SSE moet voor alle verschillende materialen berekent worden, hier een voorbeeld van de berekening van Alluminium: \[(1.77-x_1)^2+(2.36-x_1)^2+(1.96-x_1)^2+(2.14-x_1)^2\]
Hierbij is x1 = 2,06. Hieruit volgt SSEalluminium=0.19
Dit doe je vervolgens voor alle drie de materialen, de uitkomsten tel je bij elkaar op, het antwoord hiervan is 2.53.
- Met behulp van bovenstaande antwoorden kunnen de MSE en de MSG berekend worden.
\[MSE=\frac{SSE}{DFE}=\frac{2.53}{9}=0.28\]
\[MSG=\frac{SSG}{DFG}=\frac{17.51}{2}=8.76\] - Nu kan de F-toets uitgevoerd worden, de F wordt berekend met de volgende formule: \[F=\frac{MSG}{MSE}=31.29\]
- P-waarde: F(2,9):31,29, p < 0.001
- Beslissing: Nulhypothese verwerpen
- Effectgrootte berekenen: hierbij gebruiken we de volgende formules: \[R^2=\frac{SSG}{SST}\] en \[SST=SSG+SSE\], dit geeft: \[R^2=\frac{SSG}{(SSG+SSE)}=\frac{17.51}{(17.51+2.53)}=0,87\]
Dit betekent dat 87% van de variantie verklaard wordt door het materiaal van de kookpotten, dit is een groot effect.
Conclusie: de gemiddelden van de verschillende materialen zijn niet het zelfde, dit betekent dat er een verschil is in het gemiddeld aantal ijzer in het voedsel wat er gekookt wordt uit de verschillende materialen.
B: LSD-Toets
Om deze toets uit te voeren wordt de algemene formule gebruikt.
Vervolgens de verschillende materialen vergelijken door de informatie van de verschillende materialen in te vullen in de bovenste formule. We gebruiken de LSD-toets om te kijken waar de verschillen nou precies zitten.
Opdracht 3.7 – emotionele steun
F-toets uitvoeren
- Nulhypothese: de varianties zijn gelijk
- Alternatieve hypothese: de varianties zijn niet gelijk.
- Soort toets: we toetsen tweezijdig, we hebben van te voren nog geen idee wat de uitkomst zou kunnen zijn:
- Formule voor de F-toets: F=(grootste s2)/(kleinste S2)
- Ingevulde formule voor huidige vraag: \[\frac{0.35^2}{0.25^2}= 1.96\]
- Numerator (df teller): n1-1=21
- Denominator (df noemer) n2-1=96
Met deze gegevens kijken naar tabel E, hierbij moet er gekeken worden naar een DF van ongeveer 20 en 100. De f-waarde van 1,96 ligt tussen 2,07 en 1,85. Dit betekent dat de F bij tweezijdig toetsen ligt tussen de 0.02 en 0.05. Dit betekent dat H0 verworpen kan worden en er uit gegaan moet worden van ongelijke varianties.
Bron
Deze aantekeningen zijn gebaseerd op colleges uit 2015/2016
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
972 |
Add new contribution