Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16005 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Gedurende de jaren ’80 en ’90 werden de luidste en meest rebellerende vormen van rock, Afrikaans-Amerikaanse muziek en elektronische dance muziek door volwassenen gezien als ‘probleemmuziek’. Ze werden gezien als muziekvormen die leidden tot het bevorderen van geweld, middelengebruik, seks, godslastering en depressie. Ondanks dat er wordt gesteld dat dit overdreven is, heeft onderzoek aangetoond dat er een link is tussen het gebruik van media, in het bijzonder het luisteren naar muziek en het bekijken van videoclips, en verschillende externaliserende probleemgedragingen, waaronder kleine delinquentie. Dit artikel onderzoekt deze link tussen muziek en probleemgedrag vanuit een ontwikkelingsperspectief.
Voor ongeveer 80 tot 90% van de adolescenten is muziek een belangrijk medium dat hun humeur verbetert, hen helpt om met problemen om te gaan en om een sociale identiteit te ontwikkelen. Ze luisteren tussen de 2 à 3 uur per dag muziek. Voorkeur voor muziek is vaak al zichtbaar tijdens de vroege adolescentie en blijft erg stabiel tijdens de adolescentie. Tijdens de adolescentie worden cultureel gevormde normen en waarden getest en geïnternaliseerd. Jonge mensen ontwikkelen een autonome positie binnen hun relatie met hun ouders en ze worden afhankelijker van vrienden en leeftijdsgenoten. Door de verminderde controle van ouders en het meer contact hebben met leeftijdsgenoten, neemt de kleine delinquentie toe (stelen, vandalisme, vechten, graffiti spuiten). De piek hierin wordt rond het 17e levensjaar bereikt en neemt daarna weer af.
Een klein aantal onderzoeken heeft onderzocht wat de rol van muziek is in het ontwikkelen van externaliserend gedrag. Zij hebbben verschillende mechanismes genoemd waardoor deze twee gelinkt kunnen zijn. Sommige onderzoekers stellen dat blootstelling aan gewelddadige teksten of muziekvideo’s een direct effect kan hebben op externaliserend gedrag. Op korte termijn zou dit sekistisch en antisociaal gedrag acceptabeler maken. Recent is er gevonden dat eerder teksten dan video’s dit risico vergroten.
Andere onderzoekers benadrukten de rol van selectie. Zij suggereren dat adolescenten de soort media gebruiken die past bij hun persoonlijkheid en sociale context. Dat wil zeggen dat degenen die op gespannen voet staan met hun ouders en leraren zich aangetrokken voelen door media die eigenschappen van externaliserend gedrag reflecteren. Adolescenten die gekarakteriseerd worden door sensatie zoeken, risicovol gedrag en ontremming, raken vaker vervreemd van school, halen lagere cijfers krijgen en hebben meer kans om te stoppen met school.
Hierdoor hebben ze gespannen relaties met ouders, leraren en andere mensen met enige vorm van autoriteit. Dit proberen ze te compenseren door een status en respect van hun leeftijdsgenoten. Hun deviante mediagebruik draagt bij aan hun sociale status.
Daarnaast laat onderzoek zien dat adolescenten actief op zoek gaan naar leeftijdsgenoten met een soortgelijke muzieksmaak. Hierdoor is muziek een belangrijke factor in het vormen van groepen met leeftijdsgenoten. Voor alle adolescenten is het zo dat het selecteren van een deviante groep door de muziek die ze luisteren bijdraagt aan de kans dat ze ‘besmet’ worden met het deviante gedrag van anderen. Adolescenten die liever luisteren naar harde, nonmainstream of zelfs deviante muziek laten risicovoller gedrag zien dan andere adolescenten.
Ondanks dat het belangrijk is om de effecten van muziek op verschillende uitkomsten te onderzoeken, hebben de voorgaande studies belangrijke beperkingen. De adolescentie is een periode waarin sociale relaties, mediagebruik en probleemgedrag in beweging zijn. Onderzoek naar de mogelijke effecten van muziek zou rekening moeten houden met deze veranderingen en zou daarom een ontwikkelingsperspectief moeten hanteren. Om dit te doen gebruiken deze onderzoekers de Music Marker Theory (MMT). Deze theorie neemt aan dat: (1) in de vroege adolescente hebben jongeren, beperkt tot hun ouderlijke huis, school en hun directe omgeving, weinig ruimte om te bewegen of regels te breken, (2) binnen de privacy van hun eigen kamer kunnen ze luisteren naar de muziek van hun keuze en ontwikkelen ze een normale of afwijkende (meer ‘deviante’) muziekkeuze, (3) als ze ouder worden is er minder toezicht van volwassenen en meer tijd met peers. Dit zorgt ervoor dat er meer gedrag is dat tegen de norm ingaat, de piek van dit gedrag ligt op 17 jaar, (4) adolescenten met een vroege en sterke smaak voor deviante muziek zullen sterkere overeenkomsten zien met peers die luisteren naar dezelfde muziek dan jongeren die hier niet naar luisteren, (5) het samengaan van jongeren die naar deze muziek luisteren in peergroepen leidt tot ‘besmetting’. Ze imiteren en stimuleren elkaars normbrekende gedrag meer dan jongeren in andere peergroepen, (6) systematische blootstelling aan deviante media kan een directe invloed hebben of deviant gedrag verscherpen, (7) ondanks dat de exacte balans tussen de gevolgen van vriendenselectie door muziekvoorkeur en de mogelijke directe invloed van muziek op probleemgedrag nog niet helemaal duidelijk is, is het aannemelijk om te stellen dat: Muziekvoorkeur vroeg in de adolescentie een voorspeller is van later normbrekend gedrag.
De eerste 6 punten van deze theorie zijn door eerder onderzoek aangetoond, echter dit onderzoek probeert het 7e punt aan te tonen. In een vier jaar durende longitudinale studie is onderzocht of muziekvoorkeur in de vroege adolescentie kleine delinquentie in de latere adolescentie voorspelt.
De steekproef voor dit onderzoek is getrokken uit een longitudinale studie naar de relatie van adolescenten met ouders en leeftijdsgenoten. 309 families hebben hieraan meegedaan. De adolescenten, 149 jongens en 160 meisjes, kwamen van verschillende middelbare scholen in stedelijke gebieden in Nederland. Ze hadden aan het begin een gemiddelde leeftijd van 12 en zaten in het eerste jaar van de middelbare school. Zij moesten verschillende vragenlijsten invullen.
Gemiddeld gaven meisjes aan dat zij liever luisteren naar popmuziek, R&B en jazz in vergelijking tot jongens. Jongens gaven aan dat zij liever luisteren naar hip-hop, metal, gothic, punk en trance in vergelijking tot meisjes. Er waren geen significante sekseverschillen gevonden wat betreft rock, techno/hardhouse en klassieke muziek. Jongens gingen na verloop van tijd gothic en rock muziek minder leuk vinden, voor meisjes was dit niet het geval.
Uit het onderzoek komt ook dat 12-jarigen die relatief hoog scoren op voorkeur voor hip-hop, metal, gothic, punk, trance of techno/hardhouse, ook relatief hoog scoren wat betreft delinquentie als ze 12 en 16 zijn. Ook adolescenten die als ze 12 zijn rockmuziek leuk vinden, scoren op hun 16e hoger qua delinquentie. Het algemene patroon wat hieruit voortkomt ondersteund MMT: vroege muziekkeuze voorspelt later probleemgedrag, maar niet andersom. De resultaten uit dit onderzoek suggereren dat muzieksmaak een betere voorspeller is van later delinquent gedrag dan vroege delinquentie.
Deze studie is de eerste studie die bewijst dat een vroege voorkeur voor verschillende types harde, rebellerende, nonmainstream muziek genres een sterke voorspeller is voor huidige en latere kleine delinquentie. Vroege voorkeuren zijn belangrijkere voorspellers van latere delinquentie in vergelijking tot ontwikkelende voorkeuren voor rebellerende muziek. Dit wil zeggen dat als adolescenten deze muziek tijdens de 4 jaar van het onderzoek leuker gingen vinden, dit niet wil zeggen dat ze delinquenter zijn op hun 16e. Adolescenten met een sterke vroege voorkeur voor muziektypes die zijn gemerkt als ‘deviant’, hielden zich meer bezig met kleine delinquentie op hun 16e.
Uit dit onderzoek zijn twee bijzondere resultaten naar voren gekomen: de relatie tussen muziekvoorkeur op je 12e en kleine delinquentie op je 16e waren over het algemeen sterker vergeleken met de directe relatie tussen muziek en kleine delinquentie op zowel je 12e als je 16e. Daarnaast bleek de muziekvoorkeur van iemand op 12-jarige leeftijd een betere voorspeller van later probleemgedrag dan probleemgedrag op 12-jarige leeftijd.
Hierdoor bevestigen de resultaten van dit onderzoek een cruciaal onderdeel van de MMT, namelijk dat vroege muziekvoorkeur gerelateerd is aan later probleemgedrag.
Toekomstig onderzoek moet onderzoeken door welke mechanismen muziek probleemgedrag beïnvloedt. Daarnaast moet er ook onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten jongeren.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1096 | 1 |
Add new contribution