Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16299 reads
Als men depressie effectief wil behandelen, moet men behandelingen aanpassen op de specifieke karakteristieken van de soort depressie. Zo hebben de verschillende typen van depressie eigen pathofysiologische kenmerken. Zo is er bij atypische depressie vaak sprake van een verhoogde Body Mass Index (BMI) en is er vaak ook sprake van het metabolische syndroom.
Dit soort bevindingen zijn interessant, maar het is nog niet duidelijk wat deze verschillen kunnen betekenen voor het verloop van de stoornissen.
De auteurs van dit onderzoek hebben eerder onderzoek gedaan naar de verschillende subtypen van depressie. Hun resultaten toonden toen aan dat de verschillende subtypen, verschillende karakteristieken en biologische profielen hebben. Het is ook van belang om te weten hoe de klinische koers van deze subtypen is. Echter is er hier nog weinig onderzoek naar gedaan. De huidige studie is een studie die zes jaar lang heeft geduurd (een longitudinale studie), waarbij patiënten met atypische, melancholische en matige depressie werden vergeleken.
De data kwam van de NESDA (The Netherlands Study of Depression and Anxiety). De NESDA bevat 2981 participanten die 18-65 jaar zijn en die zijn gediagnosticeerd met een depressieve stoornis of angststoornis. Zij worden vergeleken met gezonde participanten.
De onderzoekers hebben gebruik gemaakt van een latent class analysis (LCA) om de clustering van symptomen te onderzoeken en om onderscheid te maken tussen subtypen. Hieruit bleek dat er drie subtypen van depressie te onderscheiden zijn. ‘Ernstige melancholie’ was hier eén van, en had een prevalentie van 34%. Het wordt gekenmerkt door verminderde eetlust en gewichtsverlies, veel suïcidale gedachten, veranderingen in beweging en verminderde reacties. ‘Ernstig atypisch’ (24.6%) was een ander subtype. Dit subtype wordt gekenmerkt door overeten, aankomen, en ‘loodzware verlamming’, wat inhoudt dat benen en/of armen zwaar voelen. Het derde subtype dat uit de analyse kwam, was het ‘Matige’ subtype (29.1%). Dit subtype heeft minder intense symptomen.
Er werd gemeten op stoornissen zoals de depressieve stoornis en angststoornissen met behulp van de Composite International Diagnostic Interview (CIDI). De ernst van de depressie werd gemeten met de Inventory of Depressive Symptomalogy (IDS30-SR), en dan de verkorte versie (de QIDS). Symptomen van angst werd gemeten met de Beck Anxiety Inventory (BAI), manische symptomen werden gemeten met de Mood Disorder Questionnaire (MDQ), en suïcidale gedachten werden gemeten met de Beck Suicidal Ideation Questionnaire. Het algehele functioneren werd gemeten met behulp van de World Health Organization Disability Assessment Schedule (WHODAS).
Het BMI werd gemeten op basis van gewicht en lengte. Daarnaast werd er ook gemeten op het metabole syndroom, en werd er gekeken naar de taille omtrek, triglyceriden, cholesterol, glucose, en bloeddruk. Om het metabole syndroom vast te stellen werd gebruik gemaakt van de Adult Treatment Panel III criteria (ATP-III).
Er zijn twee belangrijke bevindingen naar voren gekomen uit het huidige onderzoek. Ten eerste is de ernst van de depressie een belangrijke voorspeller van de klinische koers. Daarnaast was er niet veel verschil tussen de ernstige atypische en de ernstige melancholische subtypen in hun koers en hun uitkomsten in therapie. Echter is de voorspelde koers voor patiënten met een melancholische depressie iets minder goed. Dit komt doordat zij vaak iets meer angst en suïcidale gedachten hebben in vergelijking met de atypische groep.
Er zijn dus niet heel veel verschillen gevonden in de koers tussen de verschillende subtypen. Dit past bij eerder gedaan onderzoek die geen verschillen vonden. De bevindingen uit dit onderzoek passen niet bij het Zurich cohort onderzoek. In dat onderzoek werd gevonden dat patiënten met atypische depressie vaker depressief zijn bij een follow-up. Dus, de resultaten uit dit onderzoek passen enigszins wel bij eerder onderzoek, en anderzijds niet. Het is echter moeilijk om de resultaten uit dit onderzoek te vergelijken met ander onderzoek. In dit onderzoek is namelijk niet gekeken naar verschillen tussen specifieke subtypen, in plaats daarvan is gekeken naar drie subtypen en werden deze subtypen vergeleken op basis van kwaliteit (atypisch of melancholisch) en kwantiteit (de ernst).
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1298 | 1 |
Add new contribution