Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.
Hoofdstuk 1
Vermogen | Het vermogen bestaat uit alle rechten en plichten die op geld waardeerbaar zijn. In economische termen wordt gesproken over de activa en passiva. |
Goederen | Goederen kunnen worden opgedeeld in zaken (art. 3:2) en vermogensrechten (art. 3:6 ) |
Zaken | Een zaak is een stoffelijk object dat voor de menselijke beheersing vatbaar is (art. 3:2). |
Roerende zaken | Alle zaken die niet onroerend zijn (art. 3:3 lid 2), waarbij kan worden gedacht aan een tafel, een boek etc. |
Onroerende zaken | Zaken en beplantingen die duurzaam met de grond verenigd zijn en de nog niet gewonnen delfstoffen (art. 3:3 lid 1) |
Vermogensrechten | Rechten die gezamenlijk of individueel overdraagbaar zijn óf stoffelijk voordeel kunnen verschaffen aan de rechthebbende óf zijn geruild voor stoffelijk voordeel (art. 3:6). Dit zijn alternatieve voorwaarden. |
Res nullius | Een aan niemand toebehorende (roerende) zaak. |
Eigendom | Eigendom is het meest omvattende recht wat men op een zaak kan hebben (art. 5:1). |
Registergoed | Een goed waarvoor vereist is dat het in een openbaar register kan worden ingeschreven en waarvoor inschrijving een constitutief vereiste is alvorens vestiging of overdracht kan plaatsvinden(art. 3:10). |
Bestanddeel | Alles wat op grond van verkeersopvattingen tot een zaak behoort. Als een bepaald deel van de zaak niet schadeloos van de zaak kan worden verwijderd is er tevens sprake van een bestanddeel (art. 3:4). |
Natrekking | Een object kan zijn individualiteit verliezen door, door middel van natrekking deel uit te gaan maken van de hoofdzaak. De eigendom van een zaak en al haar bestanddelen komt toe aan de rechthebbende (art. 5:3). |
Zaaksvorming | Uit verschillende voorwerpen/objecten ontstaat een nieuwe zaak met een eigen identiteit. |
Natuurlijke vruchten | De vruchten van een zaak, bijvoorbeeld de appels van een appelboom (art. 3:9 lid 1). |
Burgerlijke vruchten | Rechten die op grond van de verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt, bijvoorbeeld rente (art. 3:9 lid 3). |
Tegenwoordige goederen | Goederen waarover men heden ten dage kan beschikken. |
Toekomstige goederen | Goederen die heden ten dage nog niet bestaan. |
Absoluut toekomstige goederen | Goederen die heden ten dage in het geheel nog niet bestaan. |
Relatief toekomstige goederen | Goederen die heden ten dage wél bestaan, maar waarover men nog niet kan beschikken. |
Absoluut recht | Rechten die tegenover een ieder werking hebben/iedereen dient het recht te dulden. |
Relatief recht | Rechten die slechts werking hebben tegen één persoon of enkele personen, bijvoorbeeld de wederpartij van de rechthebbende. |
Zakelijk recht | Absolute rechten die op een zaak berusten. |
Absolute werking | Wordt ook wel zaaksgevolg of droit de suite genoemd en houdt in dat het absolute recht op de zaak blijft rusten bijvoorbeeld in geval van overdracht. |
Beperkt recht | Een recht dat voortvloeit uit een recht dat meeromvattend is en die tevens met datzelfde recht is bezwaard (art. 3:8). Er wordt ook wel gesproken van het moederrecht en het dochterrecht. |
Gestapelde beperkte rechten | Een beperkt recht dat voortvloeit uit een ander beperkt recht. |
Afhankelijk recht | Een recht dat niet zonder een ander recht kan bestaan en derhalve ook niet kan overgaan zonder het desbetreffende recht (art. 3:7). Voorbeelden zijn erfdienstbaarheid, het recht van opstal en het recht van hypotheek. |
Vordering op naam | Een vordering op een schuldenaar die niet eenvoudig voor een andere schuldenaar kan worden verwisseld. |
Recht aan order | Een op papier gestelde vordering waarin staat dat de schuldeiser een vordering heeft op de schuldenaar. |
Recht aan toonder | Een op papier gestelde vordering waarin staat dat de schuldeiser een vordering heeft op de schuldenaar. |
Rechthebbende | De eigenaar van een zaak/de persoon met het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. |
Goede trouw | Objectief bezien had men het feit ‘behoren te kennen’ en subjectief bezien kende men de werkelijke situatie niet (art. 3:11). |
Hoofdstuk 2
Openbare registers | Registers die openbaar zijn en privaatrechtelijk van aard. |
Kadaster | Openbaar register dan publiekrechtelijk van aard is. |
Lijdelijkheid van de bewaarder | De bewaarder is onbevoegd om naar eigen inzicht onderzoek in te stellen naar de juistheid der feiten. |
Bescherming volledigheid registers | Feiten die naar hun aard inschrijfbaar zijn en niet zijn ingeschreven, terwijl dit wel moest, kunnen niet worden tegengeworpen. |
Hoofdstuk 3
Verkrijging onder algemene titel | Verkrijging van een goed door middel van boedelmenging, splitsing of erfopvolging (art. 3:80 lid 2). |
Verkrijging onder bijzondere titel | Verkrijging van een goed door middel van verjaring, onteigening, overdracht en andere vormen van rechtsverkrijging zoals deze in de wet staan aangegeven (art. 3:80 lid 3). |
Derivatieve verkrijging | De verkrijger van het recht leidt zijn recht af van zijn rechtsvoorganger. |
Originaire verkrijging | Bij de verkrijger van het recht ontstaat een nieuw recht/een oorspronkelijk recht. Een voorbeeld is de verkrijging van een zaak door middel van zaaksvorming. |
Nemo plus-beginsel | Een rechthebbende kan niet meer eigendom overdragen dan hij heeft. |
Persoonlijke verplichting | Een verplichting die de persoon die de verplichting aangaat bindt, maar in geval van rechtsovergang de nieuwe rechthebbende niet bindt tot voldoening aan de verplichting. |
Absoluut verlies | Een goed gaat teniet. |
Relatief verlies | De rechthebbende verliest de eigendom van een goed, een ander wordt rechthebbende. |
Hoofdstuk 4
Overdracht | Levering krachtens een geldige titel verricht door een beschikkingsbevoegde persoon (art. 3:84 lid 1). |
Titel | De rechtsverhouding die aan de overdracht ten grondslag ligt en die de overdracht rechtvaardigt, bijvoorbeeld een koopovereenkomst. |
Causaal overdrachtsstelsel | Alvorens overdracht kan plaatsvinden dient er sprake te zijn van een geldige titel. De geldige titel is de oorzaak, de causa, van de overdracht. |
Terugwerkende kracht | De titel is aanvankelijk geldig, maar op het moment dat het wordt vernietigd, werkt deze vernietiging terug tot het moment van ontstaan. De titel wordt geacht nooit te hebben bestaan. |
Recht van reclame | Het ontbinden van de koopovereenkomst en het revindiceren van de zaak. |
Fiduciaverbod | Eigendomsoverdracht louter teneinde zekerheid te bewerkstelligen evenals een niet tot werkelijke overdracht strekkende titel is ongeldig. |
Verbintenis onder voorwaarde | Of een verbintenis werking heeft, wordt afhankelijk gesteld van een onzekere voorwaarde. |
Ontbindende voorwaarde | Wanneer deze voorwaarde intreedt zal de eigendom van rechtswege teruggaan op de oorspronkelijke rechthebbende. |
Opschortende voorwaarde | De persoon die het goed vervreemd blijft rechthebbende totdat aan de opschortende voorwaarde is voldaan. |
Beschikken | Het bezwaren of het vervreemden van een goed. |
Vervreemden | Het overdragen van een goed. |
Bezwaren | Het vestigen van een beperkt recht op een goed. |
Onoverdraagbaarheidsbeding | Een contractueel beding dat overdracht uitsluit. Overdracht van eigendom kan niet door middel van een contractueel beding worden uitgesloten. |
Overdrachtstitel | Hiermee wordt de titel aangeduid, de rechtsverhouding die aan de overdracht ten grondslag ligt en die de overdracht rechtvaardigt, bijvoorbeeld een koopovereenkomst. |
Specialiteitseis | Alvorens overdracht kan geschieden dient een goed voldoende bepaald te zijn, hetgeen inhoudt dat het goed zodanig geïndividualiseerd dient zijn dat het duidelijk is om welk goed het gaat. |
Ten titel van beheer | Een overeenkomst waarbij de verkrijger een goed zal gaan beheren voor de vervreemder. Hierbij is er dus geen sprake van eigendomsoverdracht. |
Overdracht onder tijdsbepaling | Overdracht onder tijdsbepaling is niet mogelijk. Als een goed voor een bepaalde tijd wordt overgedragen (ontbindende tijdsbepaling) wordt dit van rechtswege geconverteerd naar een vestiging van vruchtgebruik. Wanneer er sprake is van een opschortende tijdsbepaling is er sprake van onmiddellijke overdracht met een gelijktijdige vestiging van vruchtgebruik (art. 3:85). |
Onmiddellijke vertegenwoordiging | Een niet-rechthebbende handelt in naam en voor rekening van zijn achterman, de rechthebbende. |
Middellijke vertegenwoordiging | Een niet-rechthebbende handelt in eigen naam voor rekening van achterman, de rechthebbende. |
Beschikkingsonbevoegde | Een persoon die niet bevoegd is om goederenrechtelijk over een goed te beschikken en derhalve het niet mag vervreemden of bezwaren. |
Algemene derdenbescherming (art. 3:36) | Derden genieten derdenbescherming op grond van de algemene regel indien zij in de desbetreffende omstandigheden uit verklaringen en/of gedragingen redelijkerwijs het ontstaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking in redelijk vertrouwen mochten aannemen. Tevens dienen zij op grond van die redelijke veronderstelling te hebben gehandeld. |
Hoofdstuk 5
Wegwijsplicht | De derde-verkrijger dient, indien dat aan hem wordt gevraagd, over gegevens te beschikken en deze af te geven, op basis waarvan kan worden achterhaald wie de vervreemder van het desbetreffende goed is. Als de derde-verkrijger niet over gegevens beschikt op basis waarvan kan worden achterhaald wie de vervreemder van het desbetreffende goed is, zal hij geen derdenbescherming genieten art. 3:86 jo 3:87 lid 1. |
Verkrijging anders dan om niet | Het verkrijgen van een goed in ruil voor een tegenprestatie, bijvoorbeeld door het betalen van geld. |
Gebrekkige overdracht | Een overdracht waarbij niet aan alle constitutieve voorwaarden van art. 3:84 lid 1 is voldaan. Dit kan door middel van beschikkingsonbevoegdheid, een titelgebrek of een leveringsgebrek. |
Natuurlijk persoon niet handelend in de uitoefening van beroep of bedrijf | Een particulier die geen handelingen verricht voor zijn werk, maar louter in de privé sfeer. |
Cultuurgoederen | Roerende zaken (de voor de menselijke beheersing vatbaar stoffelijke objecten) die culturele waarde hebben. Voorbeelden zijn antiek en kunst. |
Ongeldige overdracht is niet het gevolg van de onbevoegdheid toenmalige vervreemder (art. 3:88) | Dit vereiste voor derdenbescherming ziet op de ongeldigheid van de overdracht door een titel- of leveringsgebrek. |
Hoofdstuk 6
Akte van levering | Ook wel transportakte genoemd. Er zijn verschillende aktes van levering o.a. de notariele akte, de onderhandse akte, de authentieke akte etc. |
De akte is tot levering bestemd (leveringsmiddel) | De akte van levering is niet alleen een bewijsmiddel in geval van een gerechtelijke procedure, maar ook dient uit de akte te volgen dat het desbetreffende goed door middel van die akte wordt geleverd. |
Tussen partijen opgemaakte akte | Dit betekent dat er geen sprake kan zijn van middellijke vertegenwoordiging: de tussenpersoon/niet-rechthebbende kan niet in eigen naam handelen. |
Lijdelijke bewaarder | Als een bewaarder vermoedt dat een akte niet aan alle wettelijke vereisten voldoet, heeft hij slechts een waarschuwingsbevoegdheid. |
Tijdstip van inschrijving | Het tijdstip waarop de voor de inschrijving nodige stukken worden aangeboden (art. 3:19 lid 1 jo lid 2). |
Voorinschrijving koop woning | De koper van een woning kan de akte laten voorinschrijven opdat omstandigheden zoals een na de koop vervreemding of bezwaring van het huis, onderbewindstelling, executoriaal of conservatoir beslag en dergelijke niet tegen hem kunnen worden tegengeworpen. |
Bijzonder beslag | Beslag op bepaalde, specifieke vermogensbestanddelen van de rechthebbende. |
Reële executie | In geval van weigering tot medewerking door de rechthebbende kan de rechter besluiten dat zijn uitspraak de verklaring van de rechthebbende die tot overdracht verplicht is in de transportakte vervangt; óf dat zijn uitspraak al dan niet ten dele geldt als de benodigde transportakte; óf de rechter wijst een dwangvertegenwoordiger aan die namens de rechthebbende meewerkt aan levering. |
Conservatoir beslag | Iemand die alvorens een rechterlijke uitspraak is uitgesproken, beslag legt op de goederen van zijn schuldenaar om zijn verhaalsmogelijkheid op hem zeker te stellen. |
bezitsverschaffing | De verkrijger kan zodanig macht over de zaak uitoefening dat hij als bezitter kan worden aangemerkt. Bezitsverschaffing omvat bezitsoverdracht. |
Bezitter | De bezitter is de persoon die een goed houdt voor zichzelf(art. 3:107 lid 1). |
Houderschap | De houder is de persoon die een goed houdt te behoeve van een ander (art. 3:107 lid 3). |
Onmiddellijk bezitter | De bezitter die het desbetreffende goed in zijn macht heeft en die voor zichzelf houdt (art. 3:107 lid 1 jo lid 2). |
Middellijk bezitter | De bezitter die het desbetreffende goed niet in zijn macht heeft, omdat een houder het goed voor hem houdt (art. 3:107 lid 1 jo lid 3). |
Vermoeden van bezit (3:109) | Wie een goed houdt, wordt vermoed voor zichzelf te houden. |
Bezitsoverdracht | Bezit wordt overgedragen door het voor de verkrijger mogelijk te maken om dezelfde macht uit te oefenen die de vervreemder ook kan uitoefenen. Bezitsoverdracht valt onder bezitsverschaffing. |
Corporele bezitsverschaffing | Het feitelijk overdragen van het bezit/de macht over de desbetreffende zaak. |
Niet-corporele bezitsverschaffing | Geschiedt middels een tweezijdige verklaring zonder het feitelijk overdragen van het bezit/de macht over de desbetreffende zaak. Er zij drie vormen van niet-corporele bezitsverschaffing, te weten constitutum possessorium, brevi manu en longa manu (art. 3:115) |
Constitutum possessorium (art. 3:115 sub a) | Een vorm van bezitsverschaffing middels een tweezijdige verklaring. De vervreemder gaat na overdracht het goed voor de verkrijger houden. De vervreemder wordt dus houder voor de verkrijger/toekomstige rechthebbende. |
Traditio brevi manu (art. 3:115 sub b) | Een vorm van bezitsverschaffing middels een tweezijdige verklaring De houder van de zaak verkrijgt na overdracht de eigendom van de zaak. De houder wordt dus eigenaar. |
Traditio longa manu (art. 3:1195 sub c) | Een vorm van bezitsverschaffing middels een tweezijdige verklaring. Een derde houdt een zaak voor de vervreemder en zal deze na overdracht voor de verkrijger gaan houden. Hiervan dient wel mededeling te worden gedaan aan de derde (de houder van de zaak). |
Interversie van houderschap | Een houder kan zich niet door een eenzijdige wilsverklaring tot bezitter maken. Een houder kan alleen bezitter worden door middel van medewerking van de persoon voor wie de houder het goed houdt (de bezitter óf door tegenspraak van het recht van de bezitter(art. 3:111). |
Schuldvorderingspapieren | Schriftelijk bewijsstuk van een bepaalde vordering, voornamelijk van geldvorderingen. |
Zakenrechtelijke papieren | Schriftelijk bewijsstuk van een vordering op een bewaarnemer of vervoeder van verstrekking van de desbetreffende roerende zaken. |
Lidmaatschapspapieren | Schriftelijk bewijsstuk van lidmaatschap dan wel aandeelhouderschap. |
Openbare cessie | Rechten die tegen een of meer personen zijn uit te oefenen en die geleverd worden door een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan die desbetreffende personen door de vervreemder of de verkrijger (art. 3:94 lid 1). |
Stille cessie | Rechten die tegen een of meer personen zijn uit te oefenen en die geleverd worden door een daartoe bestemde akte of een geregistreerde onderhandse akte, zonder dat mededeling daarvan aan de desbetreffende personen behoeft te worden gedaan (art. 3:94 lid 3). Echter, zonder mededeling kan de derde alsnog bevrijdend betalen aan de vervreemder. |
Deelbare vordering | Een vordering die naar haar aard deelbaar is. Een vordering van €3000,- is deelbaar is deelvorderingen. Een vordering op een auto is naar haar aard ondeelbaar. |
Onderhandse akte | Een verklaring of overeenkomst die zonder tussenkomst van een notaris is opgesteld. |
Authentieke akte | Een verklaring of overeenkomst die met tussenkomst van een notaris is opgesteld. |
Bepaaldheidseis | Uit de akte moet het desbetreffende goed kunnen worden geïdentificeerd dan wel moet het duidelijk worden om welk goed het gaat. |
Decent | Vervreemder |
Cessionaris | Verkrijger |
Debitor cessus | Schuldenaar |
Nevenrecht | Een nevenrecht is altijd verbonden aan een vordering en behoeft geen vermogensrecht te zijn. In de regel volgen nevenrecht het hoofdrecht. |
Subrogatie | De vordering die men op een persoon heeft gaat bij betaling door een derde, bijvoorbeeld door een verzekeringsmaatschappij, op deze derde over. Dit is alleen mogelijk in de gevallen die in de wet worden genoemd. |
Contractsoverneming | De derde neemt het contract van de verveemder in zijn geheel over; zowel alle rechten als alle verplichtingen. |
De leer van de directe bezitsverkrijging | Wordt ook wel de directe leer genoemd. Als er tussen twee personen een rechtsverhouding is die bepaald dat de persoon die het goed onder zicht krijgt, deze het goed voor de ander houdt. Het goed passeert dus het eigendom van de eerste persoon (art. 3:110). |
Levering bij voorbaat | Levering van een absoluut dan wel relatief toekomstig goed. |
Bepaaldheidseis levering | Achteraf dient objectief te kunnen worden vastgesteld op wel goed de levering ziet. |
Doorkruising door faillissement | De cedent levert een goed terwijl hij in staat van faillissement verkeerd. In een dergelijk geval kan er geen sprake zijn van overdracht. |
Hoofdstuk 7
Acquisitieve verjaring | Wordt ook wel verkrijgende verjaring genoemd. Een bezitter wordt na verjaring eigenaar van een zaak. Dit kan zowel bij een bezitter te goeder trouw als bij een bezitter te kwader trouw, zij het dat de verjaringstermijn verschilt. |
Extinctieve verjaring | Wordt ook wel bevrijdende verjaring genoemd. De rechtsvordering die strekt tot het bezit verjaard. |
Bewijsrechtelijke functie | Aa de hand van de verjaring, het tijdsverloop, kan de rechthebbende bewijzen dat hij rechthebbende is geworden, zonder dat hij beschikkingsonbevoegdheid e.d. hoeft te bewijzen van zijn rechtsvoorgangers. |
Stuiting verjaring | Verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling dan wel een schriftelijke aanmaning waarmee de schuldeiser zijn recht op nakoming voorbehoudt (art. 3:317). |
Terugwerkende kracht verjaring | Terugwerkende kracht in geval van verkrijgende verjaring, werkt terug tot het moment waarop het bezit is verkregen (dus tot het moment waarop men naar algemene verkeersopvattingen een goed voor zichzelf houdt). |
Openbare registers | Het kadastraal systeem waarin authentieke (notariele) aktes dan wel de vereiste geregistreerde onderhandse aktes dienen te worden ingeschreven. |
Ius tollendi | Indien de bezitter aan veranderingen of toevoegingen heeft aangebracht, is hij bevoegd deze weg te nemen in geval van revindicatie door de rechthebbende. |
Hoofdstuk 8
Machtsuitoefening | Macht uitoefenen over een zaak waarover je het bezit hebt. Dit is echter geen constitutief vereiste voor machtsuitoefening, dit is ook mogelijk indien een ander het goed onder zich heeft. |
Houden | Het houden van een goed voor een ander (art. 3:108) |
Bezit | Het houden van een goed voor jezelf (art. 3:107 lid 1) |
Politionele functie | De bezitter, die niet tevens rechthebbende hoeft te zijn, kan dezelfde rechtsvorderingen als de rechthebbende instellen in geval van bezitsverlies dan wel bezitsstoornis (art. 3:125). |
Processuele functie | De bezitter van een goed wordt vermoedt rechthebbende te zijn totdat het tegendeel is bewezen (art. 3:119 lid 1). |
Interversie van bezit | Dit is hetzelfde als interversie van houderschap, hetzij met een andere benaming. Een houder kan zich niet door een eenzijdige wilsverklaring tot bezitter maken. Een houder kan alleen bezitter worden door middel van medewerking van de persoon voor wie de houder het goed houdt (de bezitter óf door tegenspraak van het recht van de bezitter(art. 3:111). |
Inbezitneming | Wordt ook wel occupatie genoemd. Dit is het geval als je jezelf de feitelijke macht over een goed verschaft. Deze feitelijke machtsverschaffing moet wel van dien aard zijn dat de handelingen naar verkeersopvatting kunnen worden gekwalificeerd als inbezitneming (het louter ongevraagd lenen van de fiets van je buurman en het vervolgens terug zetten is onvoldoende voor inbezitneming). |
Bezitsverlies | Men verliest het bezit doordat een ander het bezit verkrijgt óf door het kennelijk prijsgeven van het bezit. |
Kennelijk prijsgeven van het bezit | Een voorbeeld is het op straat gooien van een leeg colablikje. Bezit kennelijk prijsgeven louter op grond van de innerlijke wil is onvoldoende. Het bezit van onroerende zaken prijsgeven is niet mogelijk. |
Vergoedingsrecht goede trouw | De vergoedingsplicht van de rechthebbende die een goed van een bezitter te goeder trouw revindiceert die ten tijde van het bezit kosten heeft gemaakt ten behoeve van het goed. |
Wegneemrecht | Indien de bezitter aan veranderingen of toevoegingen heeft aangebracht, is hij bevoegd deze weg te nemen in geval van revindicatie door de rechthebbende. |
Retentierecht | Het recht van de bezitter om het goed onder zich te houden totdat de rechthebbende heeft voldaan aan zijn vergoedingsplicht. |
Hoofdstuk 9
Goederenrechtelijke pluraliteit | Rechtsregels zijn opgesteld met het oog om één persoon een recht te verschaffen; in de praktijk hebben echter meerdere mensen veelal een recht op een goed. |
Vormen van gemeenschap | Nalatenschap, trouwen in gemeenschap van goederen, deelgenoten die vrijwillig zijn overeengekomen om een gemeenschap aan te gaan etc. |
Deelgenoot | De persoon die medegerechtigde is tot een of meer goederen op een (onverdeeld) aandeel. |
Zaaksvervanging | Goederen die in de plaats van een gemeenschappelijk goed treden, worden geacht tot de gemeenschap te horen (art. 3:167). Let wel, er wordt hier gesproken over goederen, dus over zaken én vermogensrecht. |
Beheersregeling | De verhouding tussen de deelgenoten wordt beheerst door de billijkheid. De deelgenoten kunnen ook zelf een regeling treffen, echter ook deze dient door de billijkheid te worden beheert. |
Onvoorziene omstandigheden | Omstandigheden die van zodanige aard zijn dat instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Onaanvaardbaarheid is hier een constitutief element. |
Gebruik gemeenschappelijk goed | In beginsel hebben alle deelgenoten het volledige gebruiksrecht. Nu niet alle deelgenoten tegelijkertijd gebruik kunnen maken van het goed, dient het gebruiksrecht van de deelgenoten met elkaar verenigbaar te zijn. |
Hoofdstuk 10
Exclusiviteit | Het eigendomsrecht kan worden uitgeoefend met uitsluiting van een ieder. Anderen dienen het eigendomsrecht te dulden. |
Eigendom | Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1 lid 1). |
Eigendom is een volledig recht | Het is in tegenstelling tot andere zakelijke rechten heeft meest volle recht, het omvat de meeste bevoegdheden voor de rechthebbende. |
Dochterrecht | Een recht dat uit het moederrecht kan worden herleid, bijvoorbeeld een beperkt recht. |
Absoluut karakter | Zakelijke rechten, dus ook eigendom, kunnen in beginsel tegen een ieder worden ingeroepen. |
Droit de suite | Wordt ook wel zaaksgevolg genoemd. Het zakelijke recht berust op de zaak en volgt deze zaak, bijvoorbeeld ingeval van overdracht. |
Eigendom zoals bedoeld in art. 1 EP | De eigendom die benodigd is voor het leven van specifieke individuen. |
Vrij gebruik | Een eigenaar/rechthebbende kan gebruik maken van zijn zaak, zonder dat hij toestemming van een ander behoeft te hebben. Ook kan hij het gebruiken en eventueel verbruiken op de manier dat hij het wil. |
Revindicatie | De rechthebbende kan van een ieder het bezit van zijn zaak vorderen. Let wel, hier is sprake van bezit. De eigenaar wordt altijd geacht rechthebbende te zijn gebleven (art. 5:2). |
Actio negatoria | Vordering van de eigenaar om bezitsinbreuken ongedaan te maken in geval van inbreuk die niet tezamen gaan met bezitsverlies. Een voorbeeld is een boom van de buurman die op jouw erf valt. |
Hinder | Het door middel van geraas, sterk gedreun en ernstige trillingen hinder toebrengen in het normale gebruik van het eigendom van een ander. Of er sprake is van onrechtmatige hinder dient men aan de hand van de onzorgvuldigheid, plaatselijke omstandigheden, het algemeen belang e.d. te toetsen. |
Misbruik van (het eigendoms) recht | Het gebruik maken van het (eigendoms)recht louter om een ander in zijn eigendomsrecht te schaden dan wel de frustreren. |
bestanddeel | Alles wat op grond van verkeersopvattingen tot een zaak behoort. Als een bepaald deel van de zaak niet schadeloos van de zaak kan worden verwijderd is er tevens sprake van een bestanddeel (art. 3:4). |
Toe-eigening | Bezitsverkrijging middels occupatie; het feitelijk in bezit nemen van een zaak. |
Schat | De waardevolle zaak die zodanig lang verborgen is gebleven dat de eigenaar daardoor niet meer kan worden gevonden (art. 5:13). |
Natrekking | Een zaak wordt bestanddeel van een andere zaak en verliest daardoor zijn eigen identiteit dan wel goederenrechtelijke kwalificatie (art. 5:14) |
Zaaksvorming | Uit een of meerdere zaken wordt een nieuwe zaak, ook wel novum genoemd, gevormd. Hier moet sprake zijn van een creatief proces. Het louter in elkaar zetten van een kast van de Ikea kan niet worden aangemerkt als zaaksvorming (art. 5:15). |
Vermenging | Er is sprake van vermenging als er sprake is van samenvloeiing van niet individualiseerbare zaken, bijvoorbeeld water en olie (art. 5:16). |
Hoofdzaak | De zaak die meer waard is dan de andere zaak óf de zaak die naar verkeersopvatting als hoofdzaak kan worden aangemerkt. |
Vruchttrekking | Op het moment dat vruchten worden afgescheiden van een zaak, krijgen zij een eigen goederenrechtelijke identiteit. Zij komen dan toe aan de persoon die krachtens genotsrecht op de zaak recht heeft op de vruchten (art. 5:17). |
Derelictie | Het kennelijk prijsgeven van het bezit. |
Natrekking grond | De eigendom van de grond omvat de bovengrond, daaronder bevindende aardlagen; grondwater; gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak; met de grond verenigde beplantingen (art. 5:20). |
Publiek domein | De eigendom van de overheid |
Hoofdstuk 11
Naburige erven | Betreft niet per se erven die direct naast elkaar zijn gelegen, maar wel in elkaars buurt. |
Onrechtmatige hinder | Of er sprake is van onrechtmatige hinder dient men aan de hand van de onzorgvuldigheid, plaatselijke omstandigheden, het algemeen belang e.d. te toetsen. |
Afpalingstekens | Tekens waardoor de grens tussen jouw erf en het erf van de buurman duidelijk is. Een voorbeeld van afpalingstekens zijn hoekpunten. |
Overbouw | Het gebouw dan wel de beplanting van de ene buurman helt over het erf van de andere buurman. |
Laderrecht | Op het moment dat werkzaamheden aan iemands onroerende zaak moeten worden verricht en dit niet mogelijk is zonder gebruik te maken van het erf van de buurman, dan is de buurman verplicht om het gebruik van zijn erg toe te laten (art. 5:56). |
Mandeligheid | Mandeligheid is een vorm van eigendom. Mandeligheid ontstaat, wanneer een onroerende zaak gemeenschappelijk eigendom is van de eigenaars van twee of meer erven en door hen tot gemeenschappelijk nut van die erven wordt bestemd bij een tussen hun opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers (art. 5:60) |
Hoofdstuk 12
Moederrrecht | Het recht uitwelk een beperkt recht is afgeleid en waarmede het is bezwaard. Ook wel het hoofdrecht genoemd. |
Elasticiteit moederrecht | Op het moment dat het beperkte recht teniet gaat, wordt het moederrecht weer “vol”. |
Prior tempore | Het oudere (beperkte) recht gaat voor het jongere/nieuwere (beperkte) recht. |
Erfdienstbaarheid | Een last waarmee een erg ten behoeven van een ander erf is belast/bezwaard (art. 5:70). |
Lijdende erf | Het erf ten behoeve waarvan de last/bezwaring is gevestigd. |
Dienende erf | Het erf waarop de last/bezwaring drukt. |
Verleggingsrecht | Als bijvoorbeeld niet precies is vastgelegd hoe een erfdienstbaarheid/weg loopt over het dienende erg, kan deze route al dan niet eenzijdig worden gewijzigd. |
Onvoorziene omstandigheden erfdienstbaarheid | Omstandigheden die van zodanige aard zijn dat instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Onaanvaardbaarheid is hier een constitutief element. |
Afstand | Een tweezijdige rechtshandeling waarbij iemand afstand doet van zijn (beperkt) recht. |
Erfpacht | Het recht om iemands anders onroerende zaak volledig te gebruiken en daarvan de vruchten te trekken (art. 5:85). |
Canon | De geldsom die dient te worden betaalt in geval van erfpacht anders dan om niet. |
Beschikkingsmacht erfpachter | Een erfpachter kan op vrije wijze over zijn recht beschikken, dus vervreemden en/of bezwaren. |
Opstal | Het recht om in, op of boven iemand anders onroerende zaak gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen (art. 5:101). Het kan zowel een afhankelijk als een zelfstandig recht zijn. |
Vruchtgebruik | Het recht om eens anders goederen te gebruiken en daarvan de natuurlijke dan wel burgerlijke vruchten te genieten. |
Vruchtgebruiker | De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft. |
Hoofdstuk 13
Appartementsrechten | Een aandeel in de goederen die in een splitsing zijn betrokken, dat de bevoegdheid omvat tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het gebouwd die blijkens hun inrichting bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt (art. 5:106 lid 4). |
Splitsing | Eigendomsrecht kan worden gesplitst in aparte rechten, bijvoorbeeld in appartementsrechten. Er wordt wel gesproken van transformatie van eigendom. |
Hoofdstuk 14
Verhaal | Een schuldeiser kan verhaal/genoegdoening betreffende een vordering waar niet aan is voldaan verhalen op zijn schuldenaar. |
Paritas creditorum | Onderlinge gelijkheid van schuldeisers. |
Concursus creditorum | Meerdere schuldeiser zoeken verhaal op dezelfde goederen. |
Niet voor uitwinning vatbare goederen | Goederen die niet voor uitwinning vatbaar zijn bijvoorbeeld door haar aard of doordat dit door de wet is uitgesloten. |
Kwaliteitsrekening | Wordt ook wel derdenrekening genoemd en is bedoeld om bijvoorbeeld bijschrijvingen afgescheiden te houden van het eigen vermogen. Dit wordt veelal gebruik door advocaten, deurwaarders, notarissen etc. |
Pand | Het recht dat zekerheid bewerkstelligd en op een onroerende zaak is gevestigd. |
Hypotheek | Het recht dat zekerheid bewerkstelligd en op een onroerende zaak dan wel een registergoed is gevestigd. |
Separatistpositie | Schuldeisers die een separatistpositie innemen, kunnen hun rechten uitoefenen alsof er geen beletsel dan wel frustratie is bijvoorbeeld in geval van faillissement. |
Vuistpandrecht | Pandrecht waarbij de pandgever het desbetreffende goed niet onder zich mag houden, maar dient af te geven aan de pandhouder. |
Stil pandrecht | Pandrecht waarbij de pandgever het desbetreffende goed onder zich mag houden. |
Meervoudige verpanding | Een pandgever verliest niet de eigendom over het verpande goed en derhalve kan hij over het goed blijven beschikken. Hij kan dus nog een tweede pandrechten op het goed vestigen, doch dient hij rekening te houden met de nemo plus regel. |
Hypotheek | Het recht van hypotheek strekt om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. |
Ius tollendi | Indien de bezitter aan veranderingen of toevoegingen heeft aangebracht, is hij bevoegd deze weg te nemen in geval van revindicatie door de rechthebbende. |
Hulpzakenbeding | Een beding waardoor verhypothekeerde en verpande goederen samen mogen worden geëxecuteerd. |
Beheersbeding | Beding dat de hypotheekhouder bevoegd verklaard om het verhypothekeerde beding in beheer te nemen. |
Ontruimingsbeding | Door een ontruimingsbeding te begingen houdt te hypotheekhouder zich het recht voor om de desbetreffende zaak onder zich te nemen met het oog op de executie. |
Vervallenverklaring | De verklaring waarmee in de openbare registers wordt aangekondigd dat het hypotheekrecht is tenietgegaan. |
Voorrecht | In geval van samenloop van verhaalsrechten verkrijgt een voorrecht voorrang bij de verdeling van de netto-executieopbrengst medeschuldeisers. |
Hoofdstuk 15
Reclamerecht | De bevoegdheid van de verkoper om de roerende zaken die aan de koper zijn afgeleverd, maar nog niet betaald terug te vorderen. |
Eigendomsvoorbehoud | Levering van een roerende zaak onder opschortende voorwaarde dat de eigendom pas overgaat indien er aan een bepaalde voorwaarde is voldaan, bijvoorbeeld het betalen van een geldbedrag. |
Lease | De lessor heeft een bepaald bedrijfsmiddel tegen een vergoeding voor een bepaalde tijd aan de lessee. |
Lessor | De financier in geval ven lease |
Lessee | De gebruiker in geval van lease. |
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Goederenrecht UvA
- Boeksamenvatting bij de 5e druk van SBR 2: Goederenrecht van Snijders en Rank-Berenschot
- Samenvatting: Goederenrecht Deel 3
- Oefententamen voor het vak goederenrecht
- Werkgroepaantekeningen Goederenrecht
- Oefenpakket Goederenrecht
- Stamplijst Goederenrecht
- Begrippenlijst goederenrecht 2012 2013
- Arresten Goederenrecht
- Goederenrecht - UvA - Rechten jaar 2 - Oefenmateriaal
Contributions: posts
Spotlight: topics
Goederenrecht UvA
Deze bundel bevat relevante blogs en studiemateriaal bij het vak Goederenrecht aan de UvA.
- Read more about Goederenrecht UvA
- 1605 reads
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3204 |
Add new contribution