Fundamentals of Human Neuropsychology - Samenvattingen - Kolb & Wishaw
- 1214 reads
BulletPoint summary of Fundamentals of Human Neuropsychology - Kolb & Whishaw - 7th edition
Chapter 15 -
1. Wat is het doel van neuropsychologie?
Relatie tussen gedrag en hersenfuncties onderzoeken
Relatie tussen gedrag en afwijkende hersenfuncties onderzoeken
Gedrag verklaren op basis van hersenfuncties
Hersenfuncties verklaren op basis van gedrag
2. Neuropsychologie wordt beïnvloed door twee richtingen, welke twee? (let op, 2 antwoorden zijn juist!)
The brain hypothesis
The cardiac (hart) hypothesis
The neuron hypothesis
The mind hypothesis
3. Wat is een neuron?
Een zenuwcel
Een cellichaam
Een axon
Een dendriet
4. Wat is de cerebrale cortex?
De cellaag om elke afzonderlijke hersenkwab
De cellaag aan de buitenkant van de grote hersenen
5. Welke twee vormen samen het centrale zenuwstelsel?
Hersenen en ruggenmerg
Hersenen en de wervelkolom
Hersenstam en ruggenmerg
De wervelkolom en het ruggenmerg
6. Welk begrip hoort bij de definitie: ‘alle neuronen die buiten de hersenen en ruggenmerg liggen’?
Centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel
Autonome zenuwstelsel
Somatische zenuwstelsel
7. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit drie delen, welk deel hoort er NIET bij?
Sensorische deel
Motorische deel
Autonome deel
Heteronome deel
8. Welk begrip hoort bij de definitie: ‘Het zenuwstelsel wat onbewuste bewegingen controleert: hartslag, ademhaling, spijsvertering’?
Centrale zenuwstelsel
Perifere zenuwstelsel
Autonome zenuwstelsel
Somatische zenuwstelsel
9. Materialisme is;
Het idee dat de geest genoeg verklaring is voor gedrag
Het idee dat het zenuwstelsel genoeg verklaring is voor gedrag
Het idee dat de ziel genoeg verklaring is voor gedrag
Het idee dat de hersenen genoeg verklaring is
Het brein bestaat uit twee hemisferen met de cerebrale cortex als buitenste laag. Deze bestaat uit vier delen: temporaal kwab, frontaal kwab, parietaal kwab en occipitaal kwab. De corpus callosum verbindt beide hemisferen.
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifeer zenuwstelsel, bestaand uit het somatische (parasympatisch en sympathisch) en autonome zenuwstelsel.
Het dualisme houdt in dat lichaam en geest gescheiden zijn. Bij het monisme zijn deze één geheel. Het materialisme zegt dat het gedrag alleen door het centrale zenuwstelsel te verklaren is en niet door de geest.
Frenologie maakt gebruik van hersenknobbels in het lokaliseren van functies. Cranioscopie bepaalt intelligentie aan de hand van de omvang van het hoofd.
Broca’s en Wernicke’s gebied zijn belangrijk voor taal. Wanneer ze beschadigd zijn is er sprake van Broca’s afasie (wel begrip, niet praten of articuleren) of Wernicke’s afasie (betekenisloze spraak, niets verstaan of herhalen).
Alexie is onmogelijkheid tot lezen en apraxie is onvermogen tot uitvoeren van complexe bewegingen. Visuele vorm agnosie is het onvermogen de vorm van objecten te zien en optische ataxie het niet kunnen handelen naar de vorm, zoals optillen.
Neuronen zijn los van elkaar en communiceren met chemische signalen via synapsen.
Belangrijk voor neurologisch onderzoek is het begrip van de werking van de hersenen, het gebruik van diermodellen bij menselijke neurologische aandoeningen en evolutionair onderzoek bij zoogdieren.
Met het genoom kan worden bepaald welke gen mutaties hebben geleid tot de evolutie van de moderne mens.
Traumatische hersenschade (traumatic brain injury; TBI) is een beschadiging aan de hersenen als gevolg van een klap op het hoofd waardoor er soms nauwelijks, niet of met zeer veel moeite geleefd kan worden.
De neuropsychologie bestudeert de relatie tussen het brein en gedrag door middel van de biologische achtergrond. In de neuropsychologie zijn er twee hypotheses: 1) de breinhypothese en 2) de neuronhypothese. De breinhypothese houdt in dat het brein de bron is van gedrag. De neuronhypothese houdt in dat het neuron de bouwsteen van het brein is.
Het brein bestaat uit twee helften, de hemisferen, die bijna symmetrisch zijn.
Hersenvocht (cerebrospinal fluid;CSF) is een zoute vloeistof in het brein die schokken opvangt en mogelijk metabolisch afval afbreekt en/of weghaalt uit de hersenen. De cerebrale cortex is de gevouwen buitenste laag van de hersenen. Deze bevat gyri (enkelvoud: gyrus; windingen), sulci (enkelvoud: sulcus; groeven) en fissuren (enkelvoud: fissuur; diepe groeven). De longitudinale fissuur verdeelt de twee hemisferen. De laterale fissuur verdeelt de hemisferen in tweeën.
De cerebrale cortex bestaat uit 4 delen; temporaalkwab (zijkant),frontaalkwab (voorkant), parietaalkwab(bovenkant) en occipitaalkwab (achterkant). Beide hemisferen worden door het corpus callosum, ook wel hersenbalk, met elkaar verbonden. De cortex is ontstaan uit de voorhersenen, de midden- en achterhersenen vormen de hersenstam. De hersenstam is verbonden met het ruggenmerg (spinal cord)
Het zenuwstelsel is op te delen in twee andere stelsels: het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel stuurt informatie tussen het centraal zenuwstelsel en het lichaam en is op te splitsen in het somatische en het autonome zenuwstelsel. Het somatische zenuwstelsel bestaat dan weer uit het parasympatische zenuwstel en het sympathische zenuwstelsel. Het autonomic nervous system (ANS; autonome zenuwstelsel) controleert en beheert de onbewuste.....read more
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Traumatische hersenbeschadiging (traumatic brain injury; TBI) is een of meerdere beschadigingen aan de hersenen waardoor er nauwelijks, niet of met zeer veel moeite geleefd kan worden.
De neuropsychologie bestudeert de relatie tussen het brein en gedrag door middel van de biologische achtergrond. In de neuropsychologie zijn er twee hypotheses: 1) de breinhypothese en 2) de neuronhypothese. De breinhypothese houdt in dat het brein de bron is van gedrag. De neuronhypothese houdt in dat de neuron de bouwsteen van het brein is.
Cerebrospinal fluid (CSF; hersenvloeistof) is een zoute vloeistof in het brein die schokken opvangt en mogelijk metabolisch afval afbreekt en/of weghaalt uit de hersenen. De cerebrale cortex is het gevouwen gedeelte van de hersenen. Deze bevat gyri (enkelvoud: gyrus; windingen), sulci (enkelvoud: sulcus; groeven) en fissures (enkelvoud: fissure; diepe groeven). De longitudale fissure verdeelt de twee hemisferen. De laterale fissure verdeelt de hemisferen in twee.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is op te delen in twee andere stelsels: het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en de ruggengraat. Het perifere zenuwstelsel is op te splitsen in het somatische en het autonomische zenuwstelsel. Het somatische zenuwstelsel bestaat dan weer uit het parasympathische zenuwstel en het sympathische zenuwstelsel.
Het central nervous system (CNS; centrale zenuwstelsel) bestaat uit de hersenen en de ruggengraat. Deze zijn verbonden met het lichaam door middel van zenuwen. Het peripheral nervous system (PNS; perifere zenuwstelsel) is de verbinding van en naar organen. Het autonomic nervous system (ANS; autonomische zenuwstelsel) controleert en beheert de onbewustzijns onderdelen zoals het knipperen van de ogen, hartslag en ademhaling. Het somatic nervous system (SNS; somatische zenuwstelsel) controleert de interacties met de buitenwereld.
Een stukje geschiedenis
Descartes heeft het dualisme geformuleerd. Dit houdt in dat gedrag bepaald wordt door twee onderdelen: de mind en het lichaam. Alleen het probleem hierbij is, is dat een non-materiële mind bewegingen produceert bij een materieel lichaam. De monisten ontsnappen aan dit probleem en zeggen dat de mind en het lichaam één geheel zijn.
Darwin denkt ook anders dan Descartes. Hij heeft het materialisme geformuleerd; wat inhoudt dat de volledige verklaring van het gedrag alleen door het centrale zenuwstelsel is te verklaren en dus niet de mind. Een begrip dat bij Darwin hoort is common descent: het erven van genen en aanpassen hoe jij en/of je nakomelingen die nodig hebben.
Vroeger werd de karakteristiek van een individu bepaalt door frenologie. Hierbij zaten bepaalde knobbels op het hoofd die een bepaalde eigenschappen betekende. Een voorbeeld hiervan is de hersenknobbel. Even later kwamen de ‘wetenschappers’ met cranioscopie. Hierbij werd de omvang van het hoofd opgemeten om zo bijvoorbeeld de intelligentie te bepalen. Dit is geen goede methode aangezien de oppervlakte van het.....read more
BulletPoint summary of Fundamentals of Human Neuropsychology - Kolb & Whishaw - 7th edition
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution