Cowan (HvJ 02-02-1989, Zaak C-186/87)
Een prejudiciële vraag, gesteld door de Commission d'indemnisation des vistimes d'infraction van het Tribunal de grande te Parijs, ter uitlegging van met name het in art. 7 neergelegde anti-discriminatiebeginsel, om te kunnen bepalen of een bepaling van de Franse 'code de procédure pénale' met het gemeenschapsrecht verenigbaar is. De vraag is gerezen in een geschil tussen de Franse Trisor public en de Britse onderdaan Cowan, over een schadevergoeding als gevolg van een geweldsmisdrijf waarvan Cowan het slachtoffer was aan de uitgang van een metrostation tijdens een kort verblijf in Parijs. Volgens de Commission d'indemnisation kwam Cowan echter niet in aanmerking voor de gebruikelijke schadeloosstelling krachtens art. 706 van de code de procédure pénale, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden, volgens welke slechts personen die de Franse nationaliteit bezitten en personen die een andere nationaliteit bezitten, en kunnen aantonen dat zij of onderdaan zijn van een Staat die met Frankrijk een wederkerigheidsovereenkomst heeft gesloten of dat zij een zogenaamde verblijfskaart bezitten, in aanmerking komen voor de schadeloosstelling.
HJvEG
Artikel 7 van het Verdrag eist door "elke discriminatie op grond van nationaliteit" te verbieden dat personen die zich in een door het gemeenschapsrecht beheerste situatie bevinden en eigen onderdanen van een Lidstaat volkomen gelijkelijk behandeld worden. Daarom kan een Lidstaat het toekennen van een recht niet afhankelijk worden gesteld van het wonen op zijn grondgebied, wanneer die voorwaarde niet voor de eigen onderdanen geldt. Dit recht op gelijke behandeling kan niet afhankelijk worden gesteld van afgifte van vergunningen of het bestaan van een wederkerigheidsovereenkomst, want het volgt rechtstreeks uit het gemeenschapsrecht.
Dient nu de werkingssfeer van het non-discriminatiebeginsel bepaald te worden, welke in art. 7 is gesteld op "de werkingssfeer van het Verdrag en onverminderd de bijzondere bepalingen daarin gesteld", waarbij de laatste geconcretiseerd worden in andere verdragsbepalingen.
Het Hof stelt dat de door het gemeenschapsrecht aan een natuurlijk persoon gewaarborgde vrijheid om zich naar een andere Lidstaat te begeven, met zich meebrengt dat de integriteit van die persoon in de betrokken Lidstaat op dezelfde wijze beschermd dient te worden als die van de eigen onderdanen. Hierdoor kunnen ontvangers van diensten in de zin van het Verdrag zich beroepen op het non-discriminatiebeginsel. Ook is weliswaar het een feit dat het strafrecht behoort tot de nationale bevoegdheid van de Lidstaten, maar dat het gemeenschapsrecht grenzen stelt aan die bevoegdheid, want deze wettelijke bepalingen mogen geen discriminatie in het leven roepen ten aanzien van personen aan wie het gemeenschapsrecht het recht op gelijke behandeling toekent.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution