Dorsch Consult (HvJ 17-09-1997, Zaak C-54/96)
Feiten
I.c. gaat het om een uitspraak van het Hof van Justitie in een zaak die speelde tussen Dorsch Consult Ingenieurgesellschaft mbH en de Bundesbaugesellschaft Berlin mbH (aanbestedende dienst) over een procedure voor de gunning van een opdracht voor dienstverlening. In juni 1995 was een aankondiging van aanbesteding gepubliceerd voor een dienstverleningsopdracht voor architecten en bouwkundig ingenieurs. Op 25 augustus 1995 diende Dorsch Consult haar inschrijving in bij de aanbestedende dienst.
Dorsch Consult werd afwezen voor de dienstverleningsopdracht voor architecten en bouwkundige ingenieurs van het Bundesbaugesellschaft Berlin. Dorsch ging in bezwaar tegen deze afwijzing bij het controle orgaan (op gunningen van opdrachten). Dit controlerende orgaan stelde onbevoegd te zijn. Hierop richtte Dorsch zich tot de Federale commissie en vorderde een verklaring dat het controle orgaan zich onterecht niet bevoegd had verklaard. Omdat de EU Richtlijn Dienstverlening 92/50 EEG nog niet was omgezet in Duits nationaal recht, wist de Federale Commissie niet of het bevoegd was om over de naleving van die richtlijn te oordelen. Het was in ieder geval wel bevoegd om over de naleving van de Richtlijn Leveringen en Werken te oordelen. Federale Commissie stelde hierover een prejudiciële vraag.
Hof van Justitie
Enerzijds moet het Hof vaststellen of de Federale Commissie kan worden aangemerkt als een rechterlijke instantie in de zin van artikel 177 EG-Verdrag. Dat blijkt wel het geval te zijn en daarom is haar verzoek om een prejudiciële beslissing ontvankelijk. Zo is de Federale commissie van toezicht onafhankelijk en onpartijdig, het oefent een rechtsprekende taak uit, het kan de onrechtmatigheid van beschikkingen van het controleorgaan vaststellen en dat orgaan gelasten een nieuwe beschikking te geven.
Als antwoord op de prejudiciële vraag gaf het Hof aan dat uit artikel 41 van de Richtlijn Diensten, nu deze niet tijdig is omgezet, niet voortvloeit dat dezelfde beroepsinstanties gelden als bij de Richtlijn Werken en Leveringen. Er moet worden nagegaan of op grond van het nationaal recht het recht van beroep inzake de Richtlijn Diensten kan worden ontleend aan de regels die reeds gelden ten aanzien van de naleving van de Richtlijn Werken en Leveringen. In omstandigheden zoals in deze zaak moet de nationale rechter dus met name nagaan, of dit recht van beroep voor dezelfde instanties kan worden uitgeoefend als die welke zijn voorzien ter zake van het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en werken.
Kern
I.c. wordt de Federale Commissie beschouwd als een rechterlijke instantie. Op grond van art. 267 VWEU kunnen alleen rechterlijke instanties van een lidstaat een prejudiciële vraag stellen. Of een verwijzende instantie een rechterlijke is, kan alleen worden bepaald worden aan de hand van het Unierecht. Of men kan stellen dat er sprake is van een rechterlijke instantie hangt af van een combinatie van verschillende elementen. Zoals de wettelijke grondslag van het orgaan, het solide karakter, de verplichte rechtsmacht, het uitspraak doen na een procedure op tegenspraak, het toepassen van rechtsregels en de autonomie van het orgaan.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution