De leefsituatie als explanans en explanandum bij multiprobleem-gezinnen - Tausendfreund et al (2012) - Artikel
Vergelijking van multiprobleemgezinnen in Duitsland en Nederland
Zowel in Amerika als in Nederland wordt vaak gesproken van multiprobleemgezinnen wanneer het een gezin betreft dat te kampen heeft met een chronisch complex van socio-economische en psychosociale problemen, waarvan de betrokken hulpverleners vinden dat het gezin te weerbarstig is voor hulp. In de Duitse literatuur daarentegen lijkt er geen vergelijkbaar begrip te bestaan. Daar spreken ze van 'sozialpädagogische Familienhilfe' wat ook een vorm is van thuisbegeleiding. Het begrip multiprobleemgezin wordt terzijde geschoven aangezien het niet verenigbaar zou zijn met centrale Duitse hulpverleningsprincipes zoals de 'Ressourcen-orientierung' wat inhoudt dat men zich met name richt op de (potentiële) krachten en vaardigheden van het gezin in kwestie en het 'Sozialstaatlichkeitsprinzip' wat voorschrijft dat de overheid verplicht is om ongelijke kansen zoveel mogelijk op te heffen. Alternatieve concepten die genoemd worden zijn, armoede en deprivatie. De focus ligt dus, anders dan in Nederland, op de houding of visie van de hulpverlening en de overheid ten opzichte van een groep burgers of cliënten. In Nederland daarentegen ligt de focus op het omschrijven van een doelgroep. Daarnaast hanteert Duitsland het Lebenslagekonzept (dat vertaald kan worden als leefsituatie). Het gaat hier om een multidimensioneel concept dat centraal staat in de analyse en beschrijving van armoede in Duitsland.
De begrippen 'armoede', 'sociale uitsluiting' en 'leefsituatie'
In Duitsland wordt een 'breed' begrip van armoede gehanteerd, wat betekent dat er onder armoede niet alleen een financieel tekort wordt verstaan maar ook deprivatie op een aantal maatschappelijk relevante leefgebieden. Het concept 'Lebenslage' (leefsituatie) wordt dan ook niet alleen gebruikt om het effect van inkomen-gerelateerde armoede op kinderen te onderzoeken, maar ook om het effect van andere vormen van armoede op kinderen te onderzoeken. In Nederland daarentegen wordt een striktere, meer financieel-economische, definitie gehanteerd. Armoede zal dan ook vaak gepaard gaan met sociale uitsluiting. Voor elk van deze drie begrippen, armoede, sociale uitsluiting en leefsituatie, zijn geen sluitende definities te vinden.
Toch zijn er een aantal kenmerken die in bijna elke definitie overeenkomen.
Aangezien de exacte definitie hier niet echt van belang is zullen we ons hier met name op gaan richten. Er vallen vier hoofdkenmerken te onderscheiden bij het conceptualiseren van armoede en sociale uitsluiting als leefsituatie.
Elk van deze kenmerken zal worden behandeld aan de hand van concrete voorbeelden uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek.
Multidimensionaliteit
Multiple niveaus
Objectiviteit en subjectiviteit
Dynamiek en relativiteit
1. Multidimensionaliteit
Dit kenmerk kan opgesplitst worden door naar verschillende leefgebieden te kijken die samen de leefsituatie vormen. Er zijn verschillende indelingen mogelijk, sub dimensies, domeinen of bijvoorbeeld twee hoofddimensies, zoals economisch-structureel en sociaal-cultureel. Multidimensionele conceptualisering heeft een aantal voordelen, zo wordt de informatie beperkt maar wordt de karakteristieke complexiteit wel behouden. Door een begrip op te delen in verschillende aspecten, kan elk van deze aspecten nader geanalyseerd worden. Verder biedt het de mogelijkheid om zowel één verschijnsel vanuit verschillende perspectieven te bekijken als een overkoepelende analyse te doen van factoren in meerdere gebieden.
De definities die Nederland hanteert voor de begrippen 'armoede' en 'sociale uitsluiting' zijn volgens Duitsland eenzijdig en unidimensioneel. Zo zijn zij van mening dat de leefsituatie van multi-probleemgezinnen gekenmerkt worden door een accumulatie van problemen op meerdere leefgebieden en dat dit in de Nederlandse definitie niet voldoende benadrukt wordt. Zelf omschrijven ze deze gezinnen ook wel als gezinnen die 'multiple gedepriveerd' zijn, families met existentiële problemen op alle leefgebieden, gezinnen in chronische structuurcrisis of families in multi-probleemsituaties. Maar kijkend naar het kenmerk multi-dimentionaliteit valt vooral de overeenkomst op tussen de Duitse en de Nederlandse omschrijvingen. Zo worden ook in Nederland multi-probleemgezinnen omschreven als gezinnen die te kampen hebben met een accumulatie van problemen op meerdere leefgebieden.
Daarnaast lijkt ook de 'eenzijdigheid' van het Nederlandse begrip wel mee te vallen. Ook in Nederland wordt namelijk de interactie tussen de hulpverlener en het gezin benadrukt in de meeste definities.
2. Multiple niveaus
Het concept 'leefsituatie' geeft niet alleen de mogelijkheid om te ordenen maar ook om factoren op verschillende niveaus te bekijken. Traditioneel worden daarbij een micro-, meso- en macro-niveau onderscheiden.
Micro-niveau, omschrijft de kleinste sociale eenheid, namelijk de interactie tussen mensen.
Meso-niveau, omschrijft de institutionele inbedding en blijft dus in de organisatorische sfeer.
Macro-niveau, omschrijft het sociale in het algemeen, in de maatschappelijke sfeer.
Deze opbouw in verschillende niveaus biedt de mogelijkheid om verbanden en achterliggende factoren te analyseren. Vervolgens kan dit geïntegreerd worden in een theorie en gekwalificeerd worden. Met kwalificeren wordt hier bedoeld dat er niet alleen een onderscheid gemaakt kan worden tussen wenselijke en onwenselijke gevolgen maar dat er ook uitspraken gedaan kunnen worden over mogelijkheden en grenzen van directe en indirecte veranderbaarheid.
Dit is een fundamenteel verschil met sociaal-ecologische theorieën in de pedagogische wetenschappen aangezien hier de micro-, meso- en macro-niveaus erg dicht bij elkaar liggen en gekoppeld worden aan het individu dat in het midden staat van alles. In de orthopedagogiek daarentegen wordt met name gekeken naar het micro- en meso-niveau en wordt het macro-niveau als constant verondersteld. Door ook apart naar het macro-niveau te kijken kunnen het hulpverleningssysteem, het overheidsbeleid en de maatschappelijke ontwikkelingen ook als factoren worden meegenomen, wat een aanvullend perspectief biedt.
De Duitse kritiek op het begrip 'multiprobleemgezin' richt zich, onder andere, op het feit dat er in Nederland voornamelijk gekeken wordt naar het micro- en meso-niveau en dat het macro-niveau constant verondersteld wordt. Zo zijn zij van mening dat de politiek, het beleid en de zorg met elkaar verbonden moeten worden om tot een passende oplossing te komen. In de Duitse sociaal-pedagogische opvatting komt dan ook naar voren dat het de verantwoordelijkheid van de overheid is om te compenseren voor ongelijke kansen bij kwetsbare kinderen en gezinnen.
3. Objectiviteit en subjectiviteit
Een derde hoofdkenmerk is de theoretische koppeling tussen objectieve voorwaarden of mogelijkheden waarin het individu verkeert (de daadwerkelijke situatie) en de subjectieve invulling die hij of zij daaraan geeft (handelingen of gedrag). Dit maakt het mogelijk om overeenkomsten of conflicten tussen individuen en zijn of haar omgeving weer te geven.
Bemiddeling bij conflicten tussen het subject en de omgeving is kenmerkend voor de jeugdzorg en gezinsondersteuning in Duitsland (Resourcen-orientierung). De nadruk ligt hierbij met name op het mobiliseren van krachten en vaardigheden waarover het individu in kwestie reeds beschikt. Deze aanpak is vergelijkbaar met empowerment- of oplossingsgerichte gezinsbenaderingen in Nederland.
4. Dynamiek en relativiteit
Het laatste overkoepelende kenmerk van zowel het concept 'leefsituatie' als het concept 'sociale uitsluiting' is dat het een dynamisch en relatief concept is. Een leefsituatie is aan verandering onderhevig en is afhankelijk van omstandigheden en ontwikkelingen in de gehele populatie. Daarnaast geldt voor zowel het concept 'leefsituatie' als het concept 'sociale uitsluiting' dat ze zowel het verklarende begrip zijn (explanans) als ook het te verklaren begrip (explanandum) kunnen zijn. Er dient dus rekening gehouden te worden met de wisselwerkingen en veranderingen in de loop van die tijd, die samenhangen met individuele, sociale en culturele ontwikkelingen, verspreid over verschillende niveaus van handelen en functioneren. Een belangrijk voordeel van het beseffen dat deze concepten zowel dynamisch als relatief zijn, is dat het eigenlijk automatisch al vraagt om voorzichtigheid bij interpreteren van, het trekken van conclusies over en het ontwikkelen van oplossingen voor en met een individu en/of gezin.
De Duitse kritiek benadrukt het belang van het ontwikkelen van een adequate houding en basisprincipes voor de hulpverlening, dit zou belangrijker zijn dan het identificeren van doelgroepkenmerken. Deze opvattingen vinden we ook terug in een aantal Nederlandse studies. Hier ligt echter ook een gevaar in verborgen, zo ontstaat het risico dat structureel-maatschappelijke problemen geïndividualiseerd worden.
Conclusie
Dat armoede en sociale uitsluiting als dringende sociale kwesties worden gezien is zowel in Nederland als in Duitsland duidelijk, Maar hoe deze sociale vraagstukken beantwoord en geconceptualiseerd dienen te worden is minder voor de hand liggend en blijft dan ook een nationale kwestie. Verschillen in aanpak dienen geen probleem te vormen maar kunnen juist een bron van inspiratie zijn. Overeenkomsten daarentegen kunnen aanleiding geven tot het ontwikkelen van een gezamenlijke aanpak voor sociale vraagstukken, die over de landsgrenzen heen aan de orde zijn.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution