De Metselaar (CRvB 01-06-2005, AB Klassiek 2016/32)
Feiten
I.c. gaat het om de gedingen tussen de appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen UWV (gedaagde). Appellant is op 13 juni 1994, toen hij als metselaar werkzaam was bij zijn werkgever, uitgevallen wegens rugklachten. Per 12 juni 1995 is hem een WAO arbeidsongeschiktheidsuitkering toegekend. Naast deze uitkering heeft appellant zijn werkzaamheden bij zijn werkgever hervat in enigszins aangepaste vorm en tegen een lagere loonwaarde.
In het kader van een grootschalig strafrechtelijk onderzoek tegen de werkgever zijn stukken en dossiers onderzocht. Ook informatie over appellant is toen aan het licht gekomen. Het UWV heeft hieruit geconcludeerd dat de werkgever de appellant bovenop het reguliere loon een bovenloon van f. 20,- per werkdag betaalde, waarover geen premies zijn afgedragen. Ook zou de appellant gedurende een tijd zwart hebben gewerkt voor de werkgever.
Er zijn ten opzicht van de appellante meerdere besluiten genomen, zoals de intrekking van de WAO-uitkering en terugvordering van de onverschuldigd betaalde WAO-uitkering.
Bij besluit van 19 november 2001 heeft het UWV appellants bezwaren tegen de vijf besluiten ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank artikel 6 EVRM heeft geschonden, omdat aan partijen geen bewijsopdracht is verstrekt en dat appellant zodoende door een verrassingsuitspraak is overvallen. Ook in hoger beroep ontkent appellant hetgeen hem wordt verweten.
CRvB
Nog afgezien van de omstandigheid dat gelet op het beschikbare bewijsmateriaal de uitspraak van de rechtbank voor appellant niet als een verrassing kan zijn gekomen, kent het bestuursprocesrecht, in tegenstelling tot het burgerlijk procesrecht, niet de formele bewijsopdracht. In de procedure voor de bestuursrechter moeten partijen uit eigen beweging hun stellingen voldoende aannemelijk maken en spontaan het daarvoor benodigde bewijsmateriaal aandragen. Vervolgens kan de bestuursrechter gebruik maken van de onderzoeksbevoegdheden uit hoofdstuk 8 Awb. Nu appellant zijn stellingen niet met enig bewijsmateriaal heeft onderbouwd, was er voor de rechter geen aanleiding om van zijn onderzoeksbevoegdheden gebruik te maken. Van schending van artikel 6 lid 1 EVRM (recht op een eerlijk proces) is geen sprake.
De Raad acht de verklaring van appellant volstrekt niet geloofwaardig en verwijst naar al het bewijs dat voorhanden is. Er wordt dan ook vastgesteld dat hij geen recht op WAO-uitkering had en dus onverschuldigd is betaald. De Raad stelt vast de appellant in verband met het niet melden van inkomsten tijdens de WW-perioden strafrechtelijk is vervolgd en schuldig verklaard en dat hem ter zake daarvan straf is opgelegd. Onder deze omstandigheden mag van appellant worden verlangd dat hij het onderbouwde standpunt van gedaagde op deugdelijke en met voldoende verifieerbare gegevens ondersteunde wijze weerlegt, wil zijn stelling doel treffen. Daarin is hij niet geslaagd.
De conclusie is dat het bestreden besluit op een deugdelijke grondslag berust en de rechterlijke toetsing kan doorstaan.
Arresten en jurisprudentie
- Arresten en jurisprudentie : waar vind je meer uittreksels en samenvattingen op WorldSupporter?
- Arresten en jurisprudentie: hoe kan je ze lezen, begrijpen en bestuderen?
- Arrestsamenvattingen: waar vind je per vakgebied arresten verzameld op WorldSupporter?
Samenvattingen en studiehulp
Studie in het buitenland
- Recht & Bestuur: opleiding tot studeren in het buitenland
- Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken
Vacatures en Stage in het buitenland
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution