Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Inleiding Strafrecht - UvA - Extra oefenvragen 2016/2017

Vragen

Vraag 1

Een deel van de Loosdrechtse plassen geldt als waterwingebied. Het is een verboden gebied voor vaartuigen hetgeen steeds duidelijk op witte borden met zwarte letters staat aangegeven. Herman is een fervent surfer en is op zijn surfplank in het waterwingebied verzeild geraakt. Hij wordt door de waterpolitie staande gehouden en krijgt een boete van € 130,- Herman is het hier niet mee eens en betaalt de boete niet. Uiteindelijk moet hij voorkomen. Herman legt aan de rechter uit dat het verbodsbord vaartuigen betreft en dat een surfplank geen vaartuig is. Herman beroept zich op

  1. het verbod van analogische wetstoepassing
  2. het verbod van toepassing van ongeschreven recht
  3. het lex certa beginsel
  4. het verbod van extensieve interpretatie

Vraag 2

De gemeente Amsterdam wil een verbod om fietsen te stallen op het Sierplein in Amsterdam en dit strafbaar stellen. De doorgang op het plein wordt van tijd tot tijd versperd door een wirwar aan fietsen. Eén van de raadsleden betoogt dat een dergelijk verbod niet nodig is. Zij geeft aan dat indien voldoende plek aan de zijkant van het plein wordt gemaakt voor nieuwe fietsenrekken dat fietsers dan automatisch hun fiets daar zullen neerzetten. Daarbij merkt zij op dat gezien het gebrek aan capaciteit bij de politie er van handhaving van het verbod niet veel zal terechtkomen.

Op welke voorwaarden voor strafbaarstelling (criteria van de Roos) doelt het raadslid?

  1. Schade en proportionaliteit
  2. Proportionaliteit en legaliteit
  3. Subsidiariteit, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
  4. Anticipatie, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit

Vraag 3

Bij welke stafrechtelijke theoretische stroming kan de TBS-maatregel het best worden ondergebracht?

  1. Absolute vergelding
  2. Klassieke richting
  3. Verenigingstheorie
  4. Schade en proportionaliteit
  5. Proportionaliteit en legaliteit
  6. Subsidiariteit, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
  7. Anticipatie, praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
  8. Relatieve/doel theorieën

Vraag 4

Artikel 290 Sr (kinderdoodslag) is een:

  1. geprivilegieerd delict ten opzichte van art. 287 Sr
  2. gekwalificeerd delict ten opzichte van art. 287 Sr
  3. geprivilegieerd delict ten opzichte van art 307 Sr
  4. gronddelict

Vraag 5

Fenix is een enthousiaste jongen die zojuist gestart is met een opleiding als brandweerman. Op een mooie avond loopt hij in de Bos-en Lommerwijk en ziet een oud gebouwtje in brand staan. Fenix inspecteert snel of het stulpje misschien op de monumentenlijst staat, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Hij steekt geen vinger uit. Zelden heeft hij zo’n mooi brandje gezien! De Officier van Justitie besluit Fenix te vervolgen op grond van art. 157 Sr. Geef aan wat rechtens is.

  1. Veroordeling van Fenix is in strijd met diens autonomie van vrij mens en burger. Art. 157 Sr. is immers uitdrukkelijk geformuleerd als een commissiedelict;
  2. Veroordeling van Fenix is in strijd met het legaliteitsbeginsel.. Art. 157 Sr. is immers uitdrukkelijk geformuleerd als een commissiedelict;
  3. Veroordeling van Fenix stuit op geen enkel bezwaar, want als aspirant brandweerman rust op hem een extra grote verantwoordelijkheid;
  4. Veroordeling van Fenix is geen enkel probleem, want de brand is aan zijn schuld te wijten (Art. 158 Sr.)

Vraag 6

Herman is eigenaar van een Volvo Amazone. De auto wordt in Amsterdam gestolen. Herman doet aangifte doch hoort niets meer van zijn auto. Een maand later wordt Herman gebeld door een vriendin in Utrecht. Zij weet te vertellen dat de Volvo Amazone rondrijdt bij een autoverhuurbedrijf voor klassiekers in Utrecht-Overvecht. Herman reist met de trein naar Utrecht en huurt bij het autoverhuurbedrijf de auto die van hem gestolen is. Hij rijdt er direct mee naar huis en zet hem in de garage. Het autoverhuurbedrijf vordert de auto terug maar Herman laat weten dat hij hem niet zal retourneren. Uiteindelijk wordt Herman vervolgd wegens verduistering (321 Sr) Herman zal:

  1. niet worden veroordeeld wegens verduistering omdat hij niet wederrechtelijk heeft gehandeld;
  2. worden veroordeeld wegens verduistering omdat hij niet wederrechtelijk heeft gehandeld maar wel schuld heeft;
  3. niet worden veroordeeld omdat hij de rechtmatige eigenaar van de auto is;
  4. worden veroordeeld wegens verduistering omdat hij op onrechtmatige wijze bezit heeft genomen van de auto

Vraag 7

Nick en Madonna wonen in hetzelfde huis en handelen af en toe in ecstasy pillen (MDMA). Na een ruzie met de leverancier besluit Madonna een wapen aan te schaffen. Ze heeft jaren op schietles gezeten dus ze weet er mee om te gaan. Onverwacht komt ze in de situatie dat ze het wapen moet gebruiken. Op een avond wordt de deur geforceerd door de drugscrimineel Johan die Nick bedreigt met een mes; als hij niet met geld over de brug komt dan zal hij hem neersteken. Madonna weet dat Nick geen geld heeft. In paniek trekt ze het wapen en schiet. Ze raakt Johan dodelijk. Ze wordt vervolgd wegens doodslag (art. 287 Sr). Madonna geeft op de terechtzitting aan dat ze Nick wilde verdedigen tegen Johan. Door de hevige paniek die de actie van Johan bij haar teweegbracht, realiseerde ze zich niet meer dat ze Johan ook had kunnen tegenhouden door hem minder fataal te raken. De rechter zal indien hij haar verweer aanvaardt een beroep op:

  1. noodtoestand honoreren;
  2. een beroep op noodweer honoreren;
  3. een beroep op noodweerexces honoreren;
  4. een beroep op AVAS honoreren.

Vraag 8

Indien het causale verband bij ten laste gelegde materiële delicten ontbreekt, dient de rechter de verdachte:

  1. te veroordelen
  2. vrij te spreken
  3. te ontslaan van alle rechtsvervolging
  4. de dagvaarding nietig te verklaren

Vraag 9

Onder het opportuniteitsbeginsel wordt verstaan dat:

  1. alleen het openbaar ministerie strafzaken bij de strafrechter mag aanbrengen
  2. het openbaar ministerie de vrijheid heeft een selectie te maken uit het aanbod van strafzaken
  3. het openbaar ministerie slechts tot vervolging kan overgaan indien een redelijk vermoeden van schuld bestaat
  4. strafbeschikkingen in sommige gevallen mogen worden uitgevaardigd door opsporingsambtenaren

Vraag 10

Faruk werkt bij het Kruidvat en ziet dat Melanie sieraden in haar zak heeft gestoken. Als Melanie de kassa passeert betaalt zij hetgeen in haar winkelmandje ligt. De sieraden rekent zij niet af. Faruk mag Melanie

  1. staande houden (art. 52 Sv)
  2. aanhouden (art. 53 Sv)
  3. onderzoeken aan de kleding (art. 56 Sv)
  4. geen van de genoemde dwangmiddelen toepassen.

Vraag 11

Emma werkt bij de Vomar in Amsterdam. Pim gaat met een volle boodschappentas naar de betaalpaal van de zelfscan van de Vomar, scant zijn boodschappen en rekent af met zijn pasje. Hij wordt door de computer uitgekozen voor een steekproefsgewijze controle waarna Emma conform de instructies zeven boodschappen scant. Geen van deze boodschappen zijn door Pim gescand. Het blijkt dat Pim alleen een beker yoghurt en een zak kroepoek heeft afgerekend. Emma deelt hem mee dat hij is aangehouden. Ze waarschuwt haar collega’s en belt de politie. Emma mag

  1. Pim niet aanhouden omdat ze geen opsporingsambtenaar is
  2. Pim niet aanhouden omdat niet zeker is of diens handelingen wel onder art. 310 Sr vallen
  3. Pim aanhouden omdat zij hem op heterdaad betrapt heeft
  4. Pim aanhouden omdat voor winkeldiefstal voorlopige hechtenis is toegelaten

Vraag 12

In art. 350 Sv staat dat de rechtbank beraadslaagt op grond van de tenlastelegging. Wat wordt daarmee bedoeld?

Stelling I Dat de grondslag van de tenlastelegging niet mag worden verlaten in die zin dat na het uitbrengen van de dagvaarding de tenlastelegging niet meer mag worden gewijzigd.

Stelling II Dat de tenlastelegging leidend is. Een consequentie hiervan is dat de rechter niet kan kwalificeren (vraag 2 art. 350 Sv) indien niet alle bestanddelen van de delictsomschrijving in de tenlastelegging zijn opgenomen.

  1. Stelling I is juist, stelling II is onjuist
  2. Stelling II is juist, stelling I is onjuist
  3. Beide stellingen zijn juist
  4. Beide stellingen zijn onjuist

Vraag 13

Welk rechtsmiddel kan de verdachte tegen een strafbeschikking aanwenden?

  1. Hoger beroep
  2. Herziening
  3. Verzet
  4. Cassatie

Vraag 14

Bewoners van de Beethovenstraat in Amsterdam vinden het hinderlijk dat de leerlingen van het St. Nicolaaslyceum als het regent steeds schuilen onder het afdak van het portiek van hun flat. Zij hebben hierover meerdere malen contact gehad met de politie maar dat heeft weinig effect. De bewoners vinden dat er een verbodsbord moet komen. De betreffende wethouder geeft echter aan dat het probleem zich zo sporadisch voordoet dat een verbodsbord wel zwaar overdreven zou zijn. Volgens hem is er geen agent te vinden die steeds die jongeren gaat wegsturen. Hij stelt voor een afdak nabij de school te maken zodat leerlingen daar kunnen schuilen voor de regen.

Aan welke criteria voor strafbaarstelling toetst de wethouder?

  1. Subsidiariteitsbeginsel, schadebeginsel, beginsel van de praktische hanteerbaarheid en effectiviteit
  2. Proportionaliteitsbeginsel, schadebeginsel, beginsel van praktische hanteerbaarheid en effectiviteit en legaliteitsbeginsel
  3. Subsidiariteitsbeginsel; schadebeginsel; en legaliteitsbeginsel
  4. Proportionaliteitsbeginsel, subsidiariteitsbeginsel, schade, beginsel van praktische hanteerbaarheid en effectiviteit

Vraag 15

Kolya wordt vervolgd ter zake dat aan zijn schuld te wijten is dat een verkeersongeval plaatsvond waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht (artikel 6 Wegenverkeerswet). De tenlastelegging luidt als volgt: “dat hij op 27 juli 2015 te Klimmen, in de gemeente Voerendaal, als bestuurder van een motorrijtuig daarmede rijdende over de weg, de Klimmenderstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander, te weten [slachtoffer 1], zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, welke bovenbedoelde gedraging hieruit heeft bestaan dat hij (…)”, door rood is gereden en daardoor een aanrijding heeft veroorzaakt. Ter terechtzitting beroept Kolya zich op psychische overmacht: hij was op dat moment gegijzeld door een bij hem in de auto zittende gewapende en gevluchte bankovervaller die hem dwong door middel van bedreiging met een vuurwapen door te rijden. Als de rechter dit verweer honoreert zal hij Kolya

  1. Vrijspreken
  2. ontslaan van alle rechtsvervolging omdat de schuld ontbreekt
  3. ontslaan van alle rechtsvervolging omdat de wederrechtelijkheid ontbreekt
  4. schuldig verklaren zonder oplegging van straf (artikel 9a Sr.)

Vraag 16

Voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht zal de rechter:

  1. de taakstraf omzetten in een gevangenisstraf;
  2. de taakstraf omzetten naar een geldboete;
  3. vervangende hechtenis bevelen;
  4. voorlopige hechtenis bevelen.

Vraag 17

Twan heeft door middel van een strafbeschikking een geldboete en een taakstraf opgelegd gekregen. De maximale duur van de taakstraf is:

  1. 180 uur;
  2. 240 uur;
  3. 120 uur;
  4. 250 uur.

Vraag 18

Als bijzondere strafverhogende omstandigheid geldt het bepaalde in art:

  1. 258 Sr;
  2. 312 Sr;
  3. 44 Sr;
  4. 43a Sr.

Vraag 19

Tobias is in 2011 veroordeeld tot een taakstaf van 200 uur wegens mishandeling (art. 300 Sr). De taakstraf heeft hij uitgevoerd. In 2015 staat hij weer voor de rechter omdat hij zijn huisgenoot heeft mishandeld door die met een hockeystick te slaan. De rechter kan:

  1. maximaal 240 uur taakstraf opleggen mits gecombineerd met een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende sanctie;.
  2. alleen een vrijheidsbenemende sanctie opleggen;
  3. geen taakstraf opleggen;
  4. maximaal 180 uur taakstraf opleggen.

Vraag 20

Samir moet terecht staan omdat hij Peer van het leven heeft berooft (art 287 Sr.) Ter zitting blijkt dat Samir handelde uit noodweer. (art 41 lid 1 Sr.) De rechter zal Samir :

  1. Vrijspreken omdat Samir niet strafbaar ;
  2. Vrijspreken omdat het feit niet strafbaar is;
  3. Ontslaan van alle rechtsvervolging omdat het feit niet kwalificeerbaar is;
  4. Ontslaan van rechtsvervolging omdat het feit niet strafbaar is.

Antwoordindicatie

  1. A

  2. C

  3. D

  4. A

  5. B

  6. D

  7. C

  8. B

  9. B

  10. B

  11. C

  12. B

  13. C

  14. D

  15. A

  16. C

  17. A

  18. A

  19. A

  20. D

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2040