Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 8609 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Aan een BV (exploitant van enige dierenspeciaalzaken) is naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd. Hiertegen is bezwaar gemaakt maar het besluit is door de inspecteur gehandhaafd. De belanghebbende heeft tegen het kwijtscheldingsbesluit beroep ingesteld bij het hof. Het hof heeft het geschil als volgt omschreven: 'In geschil is of de inspecteur terecht de verhoging niet verder heeft kwijtgescholden dan tot op 50% van het bedrag aan enkelvoudige belasting’. Het een en ander is gebaseerd op de Leidraad administratieve boeten (LAB).
Volgens het hof heeft de inspecteur bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet kunnen komen tot het besluit de in de naheffingsaanslag begrepen verhoging niet verder kwijt te schelden dan tot op 50% van het bedrag van de enkelvoudige belasting. Zo een afweging leidt volgens het hof tot een kwijtschelding tot op 10% van het bedrag aan enkelvoudige belasting. Op die gronden heeft het hof het bestreden kwijtscheldingsbesluit vernietigd en van de verhoging kwijtschelding tot op 10 percent van het bedrag aan enkelvoudige belasting verleend. De staatssecretaris van Financien heeft tegen 's hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad komt terug op eerdere rechtspraak en sluit aan bij HR 11 okt. 1985, NJ 1986, 322. Onder ‘recht’ in genoemde zin is mede te begrijpen door een bestuursorgaan binnen zijn bestuursbevoegdheid vastgestelde en behoorlijk bekendgemaakte regels omtrent de uitoefening van zijn beleid, die, hoewel geen algemeen verbindende voorschriften, het bestuursorgaan op grond van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur binden en die zich naar hun inhoud en strekking ertoe lenen jegens de bij de desbetreffende regeling betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast. De Leidraad AB 1984 beantwoordt aan deze omschrijving. Behoorlijke bekendmaking: plaatsing in de Staatscourant of in een ander vanwege de overheid algemeen verkrijgbaar gesteld publikatieblad, dan wel een andere door of met goedvinden dan wel medeweten van de overheid gedane bekendmaking op zodanige wijze dat verzekerd is dat de regels voor de betrokkenen kenbaar en toegankelijk zijn.
De rechter is niet tot ambtshalve toepassing van die beleidsregels gehouden.
I.c. verricht de rechter, die zelfstandig bepaalt in welke mate de opgelegde verhoging voor
kwijtschelding in aanmerking komt, geen bestuurstaak en is hij dus niet aan de Leidraad gebonden.
M.a.w. de Hoge Raad geeft aan wanneer beleidsregels worden aangemerkt als recht in de zin van art. 99 RO. Beleidsregels zijn een 'steeds gewichtiger rol' gaan spelen in de verhouding tussen burger en overheid. Een eenvormige interpretatie van en zekerheid over de inhoud en strekking van die regels is erg belangrijk. Onder 'recht' in de zin van art. 99 RO valt o.a. door een bestuursorgaan binnen zijn bestuursbevoegdheid vastgestelde en behoorlijk bekend gemaakte regels over de uitoefening van zijn beleid, die weliswaar niet kunnen gelden als algemeen verbindend voorschriften omdat zij niet krachtens enige wetgevende bevoegdheid zijn gegeven, maar die het bestuursorgaan op grond van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur binden. Bovendien lenen zij zich naar hun inhoud en strekking ertoe jegens de betrokkenen als rechtsregels te worden toegepast. Dat wil niet zeggen dat dat het bestuursorgaan daarvan onder bepaalde omstandigheden niet kan afwijken.
Ook al zijn beleidsregels géén algemeen verbindende voorschriften, toch behoren zij volgens de Hoge Raad tot ‘het recht’.
Uitwerkingen bij de Werkgroepopdrachten Week 6 van het vak Algemene Rechtswetenschap 2 - 2016/2017
Welke van de onderstaande beslissingen zijn te kwalificeren als besluit in de zin van artikel 1:3 Awb?
a. De schriftelijke beslissing van een kantonrechter om een meerderjarige onder curatele te stellen.
b. De schriftelijke beslissing van een college van B en W.
c. De schriftelijke mededeling van de Nationale Ombudsman aan de verzoeker, inhoudende de beslissing dat hij geen onderzoek zal instellen naar aanleiding van een verzoek daartoe.
d. De schriftelijke beslissing van een rechtbank om een bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
e. De schriftelijke beslissing van een minister tot vaststelling van een beleidsregel inzake het verlenen van een verblijfsvergunning.
De Gemeente Groningen laat in een brief aan de bewoners en winkeliers van de Grote Markt weten dat de restauratie van de gevel van het stadhuis op de Grote Markt niet in de week vóór Kerstmis zal starten, maar – conform het verzoek van de winkeliersvereniging – twee weken later. Het verrichten van werkzaamheden in de oorspronkelijk geplande week, leek ook de gemeente bij nader inzien, in verband met de bereikbaarheid van deze winkelstraat voorafgaande aan de feestdagen, een minder goed idee. Om wat voor soort handeling van de gemeente gaat het in casu?
Juist of onjuist?
Gepubliceerde beleidsregels van het college van B en W van de Gemeente Amsterdam ter zake van de uitvoering van de Huisvestingsverordening zijn te beschouwen als een bron van recht.
Juist of onjuist?
Om een besluit in de zin van hoofdstuk 1 titel 1 van de Awb te zijn, moet de rechtshandeling publiekrechtelijk van aard zijn, op schrift zijn gesteld, een rechtsvaststelling in een individueel concreet geval betreffen én van een bestuursorgaan afkomstig zijn.
Juist of onjuist?
Het intrekken van een begunstigende beschikking is te beschouwen als een sanctie.
a. Geef gemotiveerd aan wat voor soort besluit moet worden vastgesteld in artikel 216 Gemeentewet.
b. Geef gemotiveerd aan om wat voor soort besluit het in de hieronder weergegeven bijlage gaat:
APV Groningen 2009
Artikel 5:12 Stallen van (brom)fietsen
1. Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan: tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek, tegen dan wel bij een parkeermeter, tegen een op of aan de weg geplaatst monument, beeldhouwwerk of ander ter verdraaiing van het stadsschoon aangebracht werk, indien:
a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw, dat portiek, dat monument of werk;
b. daardoor die ingang versperd wordt, dan wel het gebruik van de meter wordt belemmerd of verhinderd.
2. Het is verboden een (brom)fiets aan een dranghek te bevestigen waardoor het verwijderen van
.......read moreJoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution