Long-Term Effects of Parenting and Family Characteristics on Delinquency of Male Young Adults - Hoeve e.a. - Artikel

Long-Term Effects of Parenting and Family Characteristics on Delinquency of Male Young Adults - M. Hoeve e.a.

Introductie

Ondanks het feit dat de factor familie een terugkerende factor is in veel criminologische theorieën en er empirisch bewijs is gevonden voor de relatie tussen familie en delinquentie gedurende de adolescentie, blijft het onduidelijk of het ouderschapsproces (gedurende de adolescentie) een blijvende voorspeller is voor delinquent gedrag gedurende de jong volwassenheid. We onderscheiden twee contrasterende theorieën inhoudende of de effecten van gezinskenmerken tijdens de adolescentie op criminele activiteiten door gaan gedurende de jong volwassenheid.

Familie en delinquentie

Gezinskenmerken die het risico op jeugddelinquentie vergroten zijn: gebrek aan warmte, lage supervisie, hard straffen, conflictueus gezin, ouders met veel problemen, en delinquentie binnen de familie. De meeste empirische studies over de bronnen en correlaties van delinquentie focusten zich op adolescenten. Eerder onderzoek toonde aan dat veel gezinskenmerken een significant verband hebben met jeugddelinquentie. Echter, wat we niet weten is of ouderschap of gezinskenmerken gedurende de adolescentie gerelateerd zijn aan crimineel gedrag op de lange termijn. Bestaat er een verband tussen gezinskenmerken en crimineel gedrag van jongvolwassenen?

Tegenstrijdige hypotheses

Er zijn nieuwe theorieën ontworpen en oude theorieën zijn geherformuleerd. Hieruit zijn tenminste twee tegenstrijdige hypotheses, over de link tussen familiefactoren gedurende adolescentie en criminaliteit in de jong volwassenheid, voortgekomen.
Allereerst kan er een significante relatie worden afgeleid van statische theorieën. Als voorbeeld: Gottfredson en Hirschi zeggen dat crimineel gedrag verklaard kan worden door de onderliggende factor lage zelfcontrole, wat komt door slecht ouderschap. Statische theorieën zeggen dat de variatie in crimineel gedrag uitgelegd kan worden door individuele verschillen tussen mensen. Deze verschillen blijven constant gedurende tijd. Dus, volgens deze theorie moet de link tussen adolescente gezinskenmerken en jong volwassen gezinskenmerken gelijk zijn, net als de link tussen adolescente gezinskenmerken en delinquentie in de jong volwassenheid.

De tweede theorie is die van de dynamische visie. Deze visie zegt dat verandering mogelijk is. Dynamische theorieën zeggen dat veranderingen in levensomstandigheden zogenaamde ‘turning points’ teweeg brengen. Dus de dynamische theorie zeggen dat levensomstandigheden invloed hebben om crimineel gedrag en dat crimineel gedrag kan worden gewijzigd gedurende het leven.

Dus een significant lange termijn relatie tussen gezinskenmerken en crimineel gedrag bij jong volwassenen is onwaarschijnlijk.

Empirische bevindingen

Met gebruik van data uit de Pittsburgh Youth Study, vonden Stouthamer-Loeber et al. bewijs dat risicofactoren kunnen veranderen gedurende de ontwikkeling, want als kinderen groter worden, krijgen ze te maken met andere risicofactoren en andere beschermende factoren.

Eerder onderzoek vond een sterk verband tussen streng straffen en delinquentie onder 10 tot 13 jaar oude kinderen, maar niet onder de jongste groep (7 jaar oude kinderen) noch onder de respondenten die al in midden adolescentie zaten(15 jaar en ouder). Dus straffen kan verschillende effecten hebben, afhankelijk van de leeftijd van het kind.

Het is duidelijk dat zowel theorieën als empirische onderzoeken niet specifiek zijn als het gaat om het verband tussen gezinskenmerken en het criminele gedrag van jong volwassenen. De weinige longitudinale studies die zijn gedaan naar (jong) volwassenen, hebben data gebruikt van 40 jaar geleden of met veel tijd tussen de metingen in.

Opvoeding en uitkomsten

Om verschillen in opvoedings- en gezinsstudies te benadrukken wordt er vaak gebruik gemaakt van de concepten van ‘child-rearing behavior’ en ‘parenting styles’.
‘Child-rearing behaviours’ is gedrag specifiek voor een bepaalde situatie van ouders tegen hun kinderen.
‘Parenting style’ is een opstelsom van gedragingen die overgebracht worden op het kind en waarmee ouders hun kind proberen op te voeden.

Maccoby and Martin (1983) definieerden twee opvoedingsstylen volgens een twee dimensionaal raamwerk, wat bestaat uit:

  1. Steun, zoals warmte, acceptatie, affective;

  2. Controle, zoals straffen, supervisie en bepaalde conformiteitseisen.

Volgens dit raamwerk zijn er vier manieren van opvoeden:

  1. autoritair (weinig steun, veel controle)

  2. gezaghebbend (veel steun en veel controle)

  3. toegeeflijk (veel steun, weinig controle)

  4. nalatig (weinig steun, weinig controle)

Onderzoeksvragen

In tegenwoordige studies zijn er twee vragen onderzocht. De eerste was of familiefactoren die in verband staan met delinquentie in de adolescentie ook voorspellers zijn voor delinquentie in de jong volwassenheid. Hierbij werden de volgende factoren onderzocht: lage supervisie, hard straffen, weinig warmte, familie klimaat, problemen van ouders en delinquentie binnen de familie.

De tweede vraag die onderzocht werd was of opvoedingsstijlen gedurende de adolescentie een voorspeller zijn voor delinquentie binnen de jong volwassenheid. Hierbij werd de nadruk gelegd op autoritaire en gezaghebbende opvoedingsstijlen.

Agressie blijkt een sterke voorspeller te zijn van delinquentie. Ook is er een dubbel verband gevonden tussen agressie en ouderschap, namelijk: agressie heeft invloed op ouderschap en ouderschap op agressie.

In dit artikel wordt allereerst de Pittsburgh Youth Study bekeken en daarna de Child-rearing and Family in the Netherlands study.

Pittsburgh Youth Study (PYS)

The Pittsburgh Youth Study (PYS) is een longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van psychische problemen, drugsgebruik, seksueel- en delinquent gedrag van jongens uit Pittsburgh. Een belangrijk doel was om zo veel mogelijk factoren te onderzoeken die een relatie zouden kunnen hebben met delinquent gedrag. Het onderzoek begon in 1987 en volgde de jongens in de kindertijd en adolescentie.

Verwachtingen

Er werd geconcentreerd op risicofactoren die met familie te maken hadden. De verwachting was dat de volgende familiegerelateerde variabelen een risicoverhogende factor waren: de sociaal economische status, etniciteit, fysieke straffen, supervisie van de ouders, tijd die de ouders/verzorgers met de jongens doorbrachten, binding met de ouder/verzorger, de consistentie van discipline, stress bij de ouder/verzorger en het anti-sociale gedrag van de ouder/verzorger.

Resultaten

Ondanks dat de correlaties niet heel hoog waren onder gezinskenmerken, zijn er wel veel significantie correlaties gevonden. Drie gezinskenmerken waren een significante voorspeller van delinquentie. Lage supervisie onder ouders/verzorgers (dat ouders weten waar hun kind uithangt), de tijd die men met het kind doorbracht en als laatste hoe slechter de binding met de ouder/verzorger, hoe groter de kans op delinquentie.

The Netherlands Study

The Child-Rearing and Family in the Netherlands Study (CFNS) is een longitudinaal onderzoek naar het functioneren van families dat begon in 1990. Het doel van de studie was om de verschillende vormen van relaties en opvoedingstechnieken binnen Nederlandse gezinnen te beschrijven.

De mogelijke effecten werden onderzocht door

  1. Demografische variabelen: leeftijd, etniciteit, inkomen van familie, etc.

  2. Familie variabelen: tijd doorgebracht met kind, straffen, bindingen, structuur, etc.

  3. Deliquentie: de serieusheid van de delinquentie

  4. Gedrag van het kind: humeur, verstrooidheid, depressiviteit, agressie, etc.

Resultaten

In tegenstelling tot de Pittsburgh resultaten, werd agressie hier niet al seen significante voorspeller voor later delinquent gedrag gevonden. Geen enkele demografische factor was significant. Bij de familiefactoren was er maar één variabele significant: lage orde en structuur.

Discussie

De tegenwoordige studies onderzoeken de lange termijn relaties tussen familiefactoren, opvoedstijlen en delinquentie. De eerste onderzoeksvraag ging over de lange termijn voorspelling van latere delinquentie door familiefactoren. Bij de Pittsburgh studie werden resultaten gevonden die overeen kwamen met eerdere bevindingen over familiefactoren. Echter, een meervoudige regressie analyse toonde aan dat de gevonden familiefactoren geen voorspeller waren voor jong volwassen delinquentie zodra er gekeken werd naar antisociaal gedrag en demografische factoren. Hier werd echter wel gevonden dat etniciteit een erg sterke voorspeller was voor delinquent gedrag. Dit was niet uit te leggen met familiefactoren. Wel kan dit door andere risicofactoren worden uitgelegd, zoals slechte buurten (waar veel van deze etnische groepen leven).

De resultaten van de Nederlandse studie lieten zien dat het familieklimaat met lage orde en structuur een voorspeller zijn voor delinquent gedrag. Bij ons weten is dit niet eerder onderzocht. Er werd gevonden dat een adolescent die weinig orde en structuur binnen zijn gezin kent ongeveer een vier keer zo grote kans heeft op delinquent gedrag in vergelijking met jongeren die een gestructureerd gezin hebben. Deze factor bleek belangrijker dan agressie en was ook de enige familiefactor die jong volwassen delinquentie voorspelde.

De tweede onderzoeksvraag ging over het effect van autoritaire en gezaghebbende opvoedingsstijlen. Informatie over opvoedingsstijlen was alleen beschikbaar in de Nederlandse studie. Hieruit bleek dat geen van beide stijlen latere delinquentie voorspelde.

Vergelijken van beide studies

Het primaire doel van dit onderzoek was niet het onderzoeken van culturele verschillen, maar we gaan beide studies toch even vergelijken. Er werden verschillende resultaten gevonden voor familieklimaat (ook wel lage orde en structuur) in het Nederlandse onderzoek en de consistentie van discipline in de Pittsburgh studie.
Lage orde en structuur bleek een grote risicofactor voor latere delinquentie, waar er geen sterk verband werd gevonden tussen slechte consistentie van discipline en delinquentie. De verschillende resultaten kunnen worden uitgelegd doordat er verschillende metingen beschikbaar waren om familie klimaat te onderzoeken.
Een ander verschil was dat agressie bij de Pittsburgh studie wel significant was bij delinquentie en bij het Nederlandse onderzoek niet.

Beperkingen

Er moeten twee beperkingen worden genoemd. Allereerst is er de grote hoeveelheid wrijving in de Nederlandse studie. De tweede beperking is het feit dat het twee studies waren met verschillende kenmerken.

Conclusie

Traditionele familiefactoren geven geen basis voor de lange termijn voorspelling van crimineel gedrag in de jong volwassenheid. Ondanks verschillen in concepten en voorbeelden, waren de resultaten ongeveer gelijk voor zowel de VS als de Nederlandse studie. Deze bevindingen ondersteunen de leeftijdsgerelateerde theorie van Sampson en Laub. Deze theorie voorspelt dat de impact van slecht ouderschap op delinquentie minder erg is op jonge leeftijd, omdat er dan veel risicofactoren nog niet in beeld zijn (relaties, werkloosheid, etc.). Desondanks voorspelt een familieklimaat waarin er weinig orde en structuur is wel delinquentie bij jong volwassenen. Deze bevindingen laten het belang zien van het gebruik van een ontwikkelingsperspectief in het onderzoeken van het verband tussen delinquentie en gezinskenmerken. Niet alle gezinskenmerken zijn op dezelfde manier verwant aan delinquentie.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1019