Materieel Strafrecht - UU - B2 - Werkgroepen 19/20
- 1740 reads
Lees de casus en beantwoord de vragen schriftelijk en gemotiveerd.
Deel I
Jannie woont in Drenthe en is van middelbare leeftijd. Ze is gefascineerd door vuur en ondanks behandeling voor pyromanie sticht ze nog steeds regelmatig brand. De laatste keer dat ze dit deed, was in recreatiepark Het Grote Zand. Ze was dit park op haar fiets binnengereden. Ze zag dat veel van de vakantiewoningen bewoond waren en dat ze voorzien waren van een rieten dak. Bij een van de bungalows heeft ze het rieten dak met een lucifer aangestoken. Er ontstond direct brand en toen twee personen in haar richting renden, is ze gevlucht.
De politie heeft haar aangehouden voor deze laatste brand. Ze werd op het moment van die brand namelijk door middel van een peilbaken in haar fiets stelselmatig geobserveerd in het kader van verdenkingen van eerdere brandstichtingen. Zodoende kon men achterhalen dat zij bij de vakantiewoning was gestopt, dat ze daar korte tijd was gebleven en dat ze hierna snel is weggefietst. Hiernaast bleek uit onderzoek naar haar mobiele telefoon dat ze de dagen na de brand steeds had gezocht naar nieuws over de brand. Op basis van deze gegevens is Janne verdachte in een strafzaak geworden. De rechter in de zaak weet uit ervaring dat in geval van brandstichting veelal sprake is van psychische problematiek. Ze laat zich graag adviseren door een deskundige over de geestesgesteldheid van Jannie, aangezien ze wil weten of het feit aan Jannie is toe te rekenen.
In deze zaak heeft een psychiater, de heer dr. Van Os, Jannie onderzocht en een rapport opgemaakt, waarin het volgende wordt geconcludeerd:
“Er is bij verdachte sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis tot uiting komend in haar impulsiviteit, zelfdestructief gedrag, zoals automutilatie en heftige woede. Daarnaast is er sprake van een autismespectrumstoornis, het syndroom van Asperger met als fascinatie pyromanie. Aangezien deze stoornissen chronisch van karakter zijn, kan worden aangenomen dat deze ook aanwezig waren ten tijde van hetgeen onderzochte ten laste wordt gelegd. Zeer waarschijnlijk hebben de ziekelijke stoornissen en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens een doorwerking gehad in het tenlastegelegde feit gezien de fascinatie voor vuur, haar geringe frustratietolerantie bij veranderingen in haar ritme en dagstructuur en haar impulsiviteit. Onderzoeker schat in dat verdachte gezien haar ziekelijke stoornissen als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.”
Hiernaast is een rapport opgemaakt door de GZ-psycholoog drs. Driessen, die tot de volgende conclusie komt: “Verdachte lijdt aan meervoudige persoonlijkheidsproblematiek, te classificeren als een Persoonlijkheidsstoornis Niet Anderszins Omschreven (NAO) met borderline- en schizotypische trekken. Tevens voldoet verdachte aan de criteria van de stoornis van Asperger en de stoornis pyromanie. Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde. Geadviseerd wordt om verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten.”
In het rapport van dr. Van Os wordt Jannie als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, terwijl drs. Driessen haar sterk verminderd toerekenbaar acht. Welke gradaties van toerekenbaarheid bestaan in de praktijk en wat zijn de verschillen daartussen?
Voor de beslissing over de toerekenbaarheid van een verdachte zal de rechter drie vragen dienen te beantwoorden. Welke passages uit de beide rapportages kan de rechter gebruiken voor de beslissing omtrent de mate van toerekenbaarheid van Jannie? En ter beantwoording van welke vragen zal de rechter dat doen?
In het artikel ‘Toerekening in tweedracht: een juridisch-gedragskundig perspectief’ van Den Boer en Van Mulbregt wordt ingegaan op het ‘vermogen tot innerlijk overleg’. Leg uit wat hiermee wordt bedoeld en leg uit welke relevantie dit vermogen heeft voor de vragen die de rechter ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid moet beantwoorden.
Deel II
De rechter in de strafzaak tegen Jannie neemt de conclusies van beide gedragskundigen in zoverre over dat zij vaststelt dat het feit aan Jannie kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate. Bij de strafoplegging houdt de rechter rekening met het feit dat Jannie eerder ter zake van soortgelijke misdrijven is veroordeeld. De rechter acht bewezen dat Jannie opzettelijk brand heeft gesticht. Brandstichting is volgens de rechter een zeer gevaarzettend en voor de omgeving bedreigend delict. Om deze reden veroordeelt ze Jannie tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden. Voorts is het volgens de rechter, ter voorkoming van herhaling, noodzakelijk dat Jannie wordt behandeld. Jannie krijgt terbeschikkingstelling opgelegd en de rechter stelt hierbij vast dat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar te boven mag gaan.
In casu is een combinatievonnis gewezen. Kan de rechter hiertoe, gezien de omstandigheden van het geval, inderdaad overgaan?
Kan de rechter op andere wijze (dan door middel van terbeschikkingstelling) bewerkstelligen dat Jannie een verplichte behandeling krijgt opgelegd?
Lees onderstaande casus, reeds bekend uit de cursus Inleiding Strafrecht, en beantwoord de vraag schriftelijk en gemotiveerd.
Casus
De 21-jarige Anthony, maakt al enige jaren deel uit van een jeugdbende in noordwest-Utrecht. Inmiddels heeft hij dan ook al diverse gewelds-, vermogens- en drugsdelicten op zijn naam staan. Van de opbrengsten van zijn criminele activiteiten heeft Anthony een fonkelnieuwe scooter gekocht bij de rijwielhandel van Joop. Als Anthony enige tijd later op pad wil gaan om oude dametjes van hun handtasje te beroven, komt zijn nieuwe scooter echter al na enkele meters pruttelend tot stilstand. Wat hij ook probeert, de scooter is niet meer in beweging te krijgen. Met zijn scooter aan de hand komt hij woedend thuis. Vloekend en tierend stampt hij door de woonkamer van zijn ouderlijk huis. Zijn 15-jarige broertje Ricardo zit in diezelfde woonkamer een computerspel te spelen. Hij is maar al te goed bekend met Anthony’s opvliegende karakter en houdt zich muisstil. Op een gegeven moment haalt Anthony twee vuurwapens tevoorschijn, die hij op zolder bewaart voor dit soort gelegenheden. ‘Meekomen jij!’, schreeuwt hij Ricardo toe. Ricardo durft niet tegen zijn boer in te gaan en loopt gehoorzaam achter hem aan. Aangekomen bij de winkel van Joop haalt Anthony zijn twee pistolen tevoorschijn en duwt er één in de trillende handen van Ricardo. Het tweede pistool neemt Anthony zelf mee. Ricardo stribbelt nog wat tegen, maar Anthony snauwt tegen hem: ‘Stel je niet zo aan, slappeling! Kom mee, het is zo voorbij.’ Met knikkende knieën loopt Ricardo vervolgens achter Anthony aan richting de winkel. Binnen bedreigt Anthony Joop met zijn pistool en dwingt hem een nieuwe scooter aan hem af te staan. Ricardo staat ondertussen een beetje klungelig met het pistool voor zich uit te zwaaien. Nog voordat Anthony en Ricardo op de nieuwe scooter de straat zijn uitgereden, worden ze aangehouden door de gealarmeerde politie.
Naast Anthony wordt Ricardo vervolgd voor zijn rol bij de overval. Kan Ricardo zich met succes beroepen op een strafuitsluitingsgrond?
Lees de casus en beantwoord de vragen schriftelijk en gemotiveerd.
Casus
Thijs zijn vrouw, Abigail, lijdt al jarenlang aan Multiple Sclerose (MS). Op enig moment hoort Thijs dat cannabis uitkomst kan bieden voor MS-patiënten (het kan de pijn en de spasticiteit veroorzaakt door de ziekte MS bestrijden). Hij regelt dat Abigail zowel de op doktersrecept verkrijgbare cannabis als de cannabis uit de coffeeshops krijgt en gebruikt. Deze cannabis heeft helaas niet het gewenste effect op de ziekteverschijnselen van Abigail: de pijn en de spasticiteit worden niet verminderd. Hij gaat verder op onderzoek uit en ontdekt dat de cannabis van coffeeshops schimmels en bacteriën kan bevatten die schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruiker. Daarnaast bestaan er vele soorten cannabis en de werkzame stoffen van de cannaboïden verschillen per soort, waardoor de uitwerking van die werkzame stoffen ook per gebruiker verschilt.
Thijs ziet dan ook geen andere uitweg: hij gaat zelf cannabis telen. De door Thijs geteelde cannabis heeft een zeer positieve uitwerking op Abigail, aangezien het de beoogde pijnverlichting brengt.
Op 5 januari 2018 valt de politie zijn huis binnen en ontdekt de cannabisplanten. Het Openbaar Ministerie besluit Thijs te vervolgen voor overtreding van artikel 3, eerste lid, onder B, van de Opiumwet. Ter terechtzitting voert de raadsvrouw van Thijs aan dat hij de wet niet wil overtreden, maar dat hij geen keuze heeft. Als hij er voor kiest om de ziekteverschijnselen van Abigail te onderdrukken met zelfgekweekte cannabis pleegt hij een strafbaar feit. Wanneer hij zich aan de wet houdt, worden de ziekteverschijnselen niet of onvoldoende onderdrukt. Hij heeft derhalve de juiste belangenafweging gemaakt.
Op welke strafuitsluitingsgrond beroept Thijs zich, en heeft het beroep kans van slagen?
Als de rechter het verweer aanvaardt, welke einduitspraak dient hij dan te geven?
Er zijn verschillende gradaties van toerekenbaarheid. In eerste instantie is dat de toerekenbaarheid zelf. In het strafrecht wordt als uitgangspunt genomen dat eenieder toerekeningsvatbaar is. Op grond van art. 39 Sr is de ontoerekenbaarheid een strafuitsluitingsgrond. Tussen toerekeningsvatbaarheid en ontoerekeningsvatbaarheid zit nog de verminderde toerekeningsvatbaarheid. Deze vorm wordt afgeleid van art. 37a Sr. Factoren die van belang zijn bij de beoordeling zijn wat de ernst van de stoornis is, en of er een doorwerking is van de stoornis in het feit dat is gepleegd door de verdachte.
3 vragen dienen beantwoord te worden. De eerste vraag is of de verdachte een psychische stoornis had ten tijde van het ten laste gelegde feit. De tweede vraag is of het feit is begaan door de stoornis. Tot slot de vraag betreffende het eindoordeel of de verdachte ontoerekeningsvatbaar is.
Vraag 1: Aangezien deze stoornissen chronisch van karakter zijn, kan worden aangenomen dat deze ook aanwezig waren ten tijde van hetgeen onderzochte ten laste wordt gelegd. + Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde.
Vraag 2: Zeer waarschijnlijk hebben de ziekelijke stoornissen en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens een doorwerking gehad in het tenlastegelegde feit gezien de fascinatie voor vuur, haar geringe frustratietolerantie bij veranderingen in haar ritme en dagstructuur en haar impulsiviteit.
Vraag 3: vraag van de rechter, maar de deskundigen adviseren verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Het vermogen tot innerlijk overleg is de mogelijkheid om als persoon voor- en nadelen af te wegen om de gevolgen van een gedraging in te schatten. Relevantie met vragen die rechter moet beantwoorden: Het vermogen tot innerlijk overleg heeft te maken met de tweede vraag die de rechter moet beantwoorden: In hoeverre is er doorwerking van stoornis in het feit? In hoeverre was je wilsvrijheid beperkt door de stoornis? Bij een sterke doorwerking van de stoornis is er namelijk geen ruimte voor die wilsvrijheid.
Een combinatievonnis houdt in dat wanneer iemand voor een deel van zijn misdaad toerekeningsvatbaar is een straf opgelegd krijgt en voor het deel verminderd toerekeningsvatbaar een maatregel wordt opgelegd. In dit geval is Jannie verminderd toerekeningsvatbaar, wat betekent dat ex. art. 37a Sr een straf gecombineerd met een maatregel mag worden opgelegd.
Dit zou kunnen op grond van art. 37 Sr en 14C Sr.
Strafuitsluitingsgronden zijn te onderscheiden in rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. De rechtvaardigingsgronden nemen de verwijtbaarheid van de gedraging weg en de schulduitsluitingsgronden de verwijtbaarheid van de dader.
Er kan hier sprake zijn van een strafuitsluitingsgrond in art. 40 Sr. Dit artikel betreft de overmacht. Overmacht kent 2 vormen: psychische overmacht als schulduitsluitingsgrond en noodtoestand als rechtvaardigingsgrond. In casu kan een beroep worden gedaan op psychische overmacht wat de verwijtbaarheid van de gedraging zou weg kunnen nemen.
In het arrest Moord te Capelle aan den Ijssel is geoordeeld dat de voorwaarden van psychische overmacht zijn dat er sprake moet zijn van een buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon bieden en ook niet behoefde te bieden. Daarnaast kan onder omstandigheden het feit dat de verdachte zich heeft gebracht in de situatie waarin die drang op hem is uitgeoefend in de weg staan aan het slagen van het beroep op psychische overmacht.
In het onderhavige geval wist Ricardo een opvliegend karakter heeft. Zijn broer kwam ineens met 2 pistolen aan en hij moest mee komen. Ricardo hoeft hier geen weerstand tegen te bieden en behoefde dit ook niet te doen. Het karakter van zijn broer was bij hem bekend en zijn broer had tevens 2 pistolen in zijn hand. Daarnaast heeft Ricardo zichzelf ook niet in een situatie gebracht waardoor het slagen van het beroep op psychische overmacht niet zou kunnen slagen. tevens is de dwang extern, omdat het wordt veroorzaakt door Anthony. Tot slot moet er zijn voldaan aan de vereisten van proportionaliteit (evenredigheid van de gedraging en de situatie) en de noodzakelijkheid (had er anders gehandeld kunnen worden). In deze casus is er geen aanleiding dat deze vereisten een beroep op psychische overmacht in de weg staan. Er was namelijk geen andere uitweg voor Ricardo en hij heeft geen gehandeld met het pistool. De Garanenstellung en culpa in causa zijn hier niet van toepassing.
Dit betekent dat een beroep op psychische overmacht art. 40 Sr kans van slagen heeft.
Thijs beroept zich op art. 40 Sr betreffende overmacht. Overmacht maakt onderscheid tussen psychische overmacht dat een schulduitsluitingsgrond is en de noodtoestand dat een rechtvaardigingsgrond is. In het onderhavige geval beroept Thijs zich op de noodtoestand. Wanneer dit verweer zal slagen, wordt de wederrechtelijkheid van de gedraging weggenomen.
In het arrest hulp bij zelfdoding door een niet-arts is genoemd dat een gerechtvaardigd beroep op noodtoestand het geval kan zijn indien moet worden aangenomen dat daarbij is gehandeld in noodtoestand, dat wil zeggen dat de pleger van het feit, staande voor de noodzaak te kiezen uit onderling strijdige plichten en belangen, de zwaarstwegende heeft laten prevaleren.
In casu ging het om de ene plicht om je aan de wet te houden en aan de andere kant het belang om de ziekteverschijnselen te onderdrukken. Hier was sprake van een noodsituatie, omdat er geen werkende medicijnen waren voor zijn vrouw. In dit geval is het terecht dat Thijs heeft gekozen voor het belang om de ziekteverschijnselen van zijn vrouw te onderdrukken. Dit is het meest zwaarwegende. Tevens moet dit voldoen aan de proportionaliteit en noodzakelijkheid. In casu is de actie noodzakelijk, omdat zij zo wekende medicijnen konden maken. Tevens is het proportioneel, omdat hij het enkel gebruikt voor zijn vrouw. De Garantenstellung speelt hier geen rol.
Dit betekent dat een beroep op overmacht noodtoestand art. 40 Sr kans van slagen heeft.
Indien de rechter het beroep op overmacht art. 40 Sr in de zin van noodtoestand aanvaardt, is er sprake van een geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond. Rechtvaardigingsgronden nemen de wederrechtelijkheid van de gedraging weg. Gezien art. 350 betreft dit vraag 2b of het feit strafbaar is. Dit betekent dat dit hier niet het geval is, waardoor de rechter zal moet oordelen tot ontslag van alle rechtsvervolging art. 352 lid 2. (Gezien dit artikel geen wederrechtelijkheid als bestanddeel is, anders vrijspraak op grond van art. 352 lid 1.)
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1823 |
Add new contribution