Oefenvragen bij Hoofdzaken belastingrecht van Marres (druk 16)

Inleiding

  1. Waarom staan bestemming en omvang van de overheidsuitgaven niet vast? (par. 0.1)

  2. Geef de formele en de materiële definitie van belastingheffing (par. 0.2)

  3. Leg het free riders-probleem uit (par. 0.3)

  4. Wat is de financieringsfunctie van belastingen? En wat de instrumentele functie? Noem een geval waarin deze twee samen kunnen vallen. (par. 0.4)

  5. Wat houdt de belastingmix in? (par. 0.5)

  6. Wat zijn de grondslag en het tarief en hoe worden deze uitgedrukt? (par. 0.6)

  7. Leg het verschil uit tussen de inspecteur en de ontvanger (par. 0.7)

  8. Aan welke voorwaarden moet de belastingheffing voldoen? (par. 0.8)

  9. Wat is het verschil tussen materieel en formeel belastingrecht? (par. 0.9)

 

Hoofdstuk 1: Het formele belastingrecht

  1. Wat beoogt het legaliteitsbeginsel te voorkomen? (par. 1.1)

  2. Wat gebeurt er bij formalisering van een materiele belastingschuld? (par. 1.2)

  3. Is een uitnodiging tot het doen van aangifte vrijblijvend? Waarom wel/niet? (par .1.3)

  4. Wanneer is geen nieuw feit vereist bij navordering? (par. 1.4)

  5. Waarom is bij naheffing geen nieuw feit vereist? (par. 1.5)

  6. Wat is de belangrijkste verplichting van de belastingplichtige? (par. 1.6)

  7. Wat houdt omkering van de bewijslast in? (par. 1.7)

  8. Hoe wordt een bestuurlijke boete gedefinieerd? (par. 1.8)

  9. Wat houdt een gesloten stelsel van rechtsbescherming in? (par .1.9)

  10. Wat is een pro-formaberoepschrift? (par. 1.10)

  11. Wat is de functie van het hoger beroep? (par. 1.11)

  12. Op welke twee gronden kan de Hoge Raad uitspraken vernietigen? (par. 1.12)

  13. Welke drie beginselen van behoorlijk bestuur worden genoemd? (par. 1.13)

  14. Wat houdt het una via-beginsel in? (par. 1.14)

  15. Leg uit wat het dwangbevel inhoudt. (par. 1.15)

  16. Welke twee vereisten kent het leerstuk van fraus legis? Leg uit. (par. 1.16)

 

Hoofdstuk 2: De wet Inkomstenbelasting 2001

  1. Welke twee subjecten kunnen er zijn binnen de inkomstenbelasting? (par. 2.1.1)

  2. Welke drie objecten van belasting (boxen) zijn er? (par. 2.1.2.2)

  3. Wat is een ondernemer? (par. 2.2.1.1)

  4. Wat is een onderneming? (par .2.2.1.2)

  5. Wat is totaalwinst? En wat is jaarwinst? (par. 2.2.3.1 en 2.2.5.1)

  6. Noem het verschil tussen resultaat uit overige werkzaamheden en winst uit onderneming. Noem ook het verschil tussen r.o.w. en loon uit dienstbetrekking. (par. 2.3.3.1)

  7. Wat is een eigen woning? (par. 2.3.5.1)

  8. Wanneer heeft een belastingplichtige een aanmerkelijk belang? (par. 2.4.2.1)

  9. Wat houdt een doorschuiffaciliteit in en waarom is deze in het leven geroepen? (par. 2.4.6.1)

  10. Waarover en hoe wordt er belast bij het voordeel uit sparen en beleggen? (par. 2.5.1 en 2.5.2)

 

Hoofdstuk 3: De loonbelasting

  1. Op welk beginsel is de loonbelasting gebaseerd en wat houdt dit in? (par. 3.1.2)

  2. Noem de vier pijlers van de loonbelasting (par. 3.1.7)

  3. Definieer het begrip werknemer (par. 3.2.1)

  4. Wat is het grootste verschil tussen een publiekrechtelijke en een civielrechtelijke dienstbetrekking? (par. 3.3.2)

  5. Wat is de ratio achter het bestaan van een fictieve dienstbetrekking? (par. 3.3.4.1)

  6. Welke drie soorten inhoudingsplichtigen bestaan er? (par. 3.4.1)

  7. Hoe wordt het loon gedefinieerd in de wet LB? (par. 3.5.2)

  8. Hoe werkt heffing in de werkkostenregeling? Leg uit. (par. 3.7.5)

 

Hoofdstuk 4: de vennootschapsbelasting

  1. Wanneer is iemand binnenlands belastingplichtige en wanneer buitenlands belastingplichtige? (par. 4.4)

  2. Waarom zijn bepaalde lichamen onbeperkt belastingplichtig? (par. 4.5.1)

  3. Hoe wordt het ondernemingsbegrip ten aanzien van stichtingen en verenigingen gedefinieerd? (par. 4.6.1)

  4. Hoe wordt het belastbare bedrag berekend? (par. 4.9.1)

  5. Welke stappen moet je doorlopen om te beoordelen of door de vennootschap gedane uitgaven aftrekbaar zijn van de winst? (par. 4.9.4)

  6. Welke vijf renteaftrekbeperkingen worden besproken in het boek? Noem de artikelen. (par. 4.11.1)

  7. Wanneer is sprake van een deelneming? (par. 4.12.2)

  8. Welke soorten fusies en splitsingen zijn er? (par. 4.13)

  9. Aan welke twee vereisten moet worden voldaan om een fiscale eenheid tot stand te laten komen? (par. 4.14.2)

 

Hoofdstuk 5: Dividendbelasting

  1. Welke bestaansgronden zijn er voor de dividendbelasting, zowel binnenlands als internationaal? (par. 5.2)

  2. Betekent een vrijstelling van inhouding ook dat de belastingplicht worden opgeheven? (par. 5.4.1)

  3. Voor wie is het interessant om dividendbelasting te ontgaan? Waarom? (par. 5.7)

 

Hoofdstuk 6: Internationaal en EU-belastingrecht

  1. Welke drie hoofdgebieden heeft het internationale belastingrecht? (par. 6.1)

  2. Hoe wordt de woonplaats of de vestigingsplaats bepaald? (par. 6.2)

  3. Wanneer belast Nederland het inkomen van niet-inwoners? (par. 6.3)

  4. Hoe worden binnenlandse belastingplichtigen belast? (par. 6.4)

  5. Welke twee methoden bestaan er om internationale dubbele belasting te voorkomen? (par. 6.5.1)

  6. Wanneer wordt het BvdB 2001 toegepast? (par. 6.6.1)

  7. Uit welke elementen bestaat een belastingverdrag? (par. 6.7.2)

  8. Welke begrippen zijn er om te laten zien dat activiteiten in een ander land dan het vestigingsland iets moeten voorstellen? (par. 6.8)

  9. Wat houdt transfer pricing in? (par. 6.9)

  10. Wat houdt positieve integratie in? (par. 6.10.2)

Hoofdstuk 7: Omzetbelasting

  1. Welke twee systemen bestaan er voor het heffen van omzetbelasting? (par. 7.2)

  2. Wat is de ratio achter de harmonisatie van omzetbelasting, accijnzen en andere indirecte belastingen? (par. 7.4)

  3. Welke drie tarieven kent de omzetbelasting? Wat is het verschil van het laagste tarief met een vrijstelling?(par. 7.5)

  4. Wat houdt de term ‘ondernemer’ uit de Wet OB in? (par. 7.6.1)

  5. Worden prestaties om niet belast in de omzetbelasting? (par. 7.6.5)

  6. Wat zijn de vier belastbare feiten uit artikel 1 Wet OB? (par. 7.7.1)

  7. Waarom is de plaats van prestatie van belang? (par. 7.8.1)

  8. Wat is de consequentie van een vrijstelling en waar zijn de vrijstellingen geregeld? (par. 7.10.1)

 

Hoofdstuk 8: Overige belastingen

  1. Waarover wordt schenk- en erfbelasting geheven? (par. 8.1.1)

  2. Waarom zijn er in de Successiewet enkele fictiebepalingen opgenomen? (par. 8.1.2.1.1)

  3. Wie worden als partner aangemerkt? (par. 8.1.4.1.1)

  4. Wat is het belastbare feit voor de overdrachtsbelasting? (par. 8.2.2.1)

  5. Wat houdt de onroerendezaakbelasting (OZB) in? (par. 8.3.2)

  6. Welke drie belastingen mogen naast de reguliere provinciale belastingen door de Provincie worden geheven? (par. 8.3.3)

  7. Wat houdt de zuiveringsheffing van de waterschappen in? (par. 8.3.4)

  8. Naar welke waarde wordt de WOZ-waarde bepaald? (par. 8.4)

  9. Welke vier belastingen op milieugrondslag worden nu geheven? (par. 8.5)

 

Hoofdstuk 9: De verhouding tussen de (vennootschappelijke) jaarrekening en de (fiscale) aangifte

  1. Uit welke onderdelen bestaat de vennootschappelijke jaarrekening? (par. 9.1)

  2. In welke gevallen zijn goed koopmansgebruik en de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd niet gelijk? (par. 9.2)

  3. Wat is de belangrijkste oorzaak van verschillen tussen de vennootschappelijke jaarrekening en de fiscale aangifte? (par. 9.3)

  4. Welke drie prijsgrondslagen zijn er om de waarde van activa en passiva te bepalen? (par. 9.4)

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
906