Ontwikkelingspaden naar ernstige jeugddelinquentie. Justitiële verkenningen van Loeber - Artikel
Ontwikkelingspaden naar ernstige jeugddelinquentie. Justitiële verkenningen - R. Loeber
Het artikel geeft een overzicht van voornamelijk Amerikaanse studies met betrekking op de ontwikkeling van reeds op vroege leeftijd voorkomend lastig gedrag tot latere (jeugd)delinquentie.
Omvang en ernst
Vaak horen we wetenschappers en journalisten zeggen dat de omvang van jeugdmisdaad erg groot is. Het meeste benadrukt wordt het hoge percentage jeugdigen die dit delinquente gedrag vertoont. Delinquent gedrag betekend hier het overtreden van wetten en verordeningen zoals het geval is met gewelddelicten, vandalisme en diefstal. Antisociaal gedrag en gedragsproblemen zijn bredere begrippen waar ook dingen als liegen en pesten onder vallen.
De periode van maximaal delinquent gedrag is meestal te vinden rond de 17 jaar. Jeugddelinquentie kan bestaan uit een grote en brede reeks van probleemgedragingen, die variëren van minder ernstige delicten als fietsendiefstal tot ernstigere delicten als drugshandel. Uiteraard zijn het de ernstige delicten die de volksgezondheid, het welzijn en de economie van de samenleving beïnvloeden.
Naast criminologen en sociologen houden ook kinderpsychologen en psychiaters zich tegenwoordig bezig met de studie en behandeling van jeugdige delinquenten. Dit komt grotendeels door het groeiende inzicht dat vaak delinquentie zich al vanaf de vroege jeugdjaren ontwikkeld.
Ook is jeugddelinquentie de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid in een aantal Westerse landen (zoals Nederland, Engeland, Zweden en de VS). Maar dit kan ook komen, omdat de aandacht hiernaar ook groter is geworden. De statistieken van jeugddelinquentie laten zien dat de niveaus niet jaar tot jaar constant zijn. Het is alleen niet duidelijk welke generaties die jaarlijkse verschillen veroorzaken. Dit leidt tot twee belangrijke vragen:
Zijn recente generaties meer delinquent dan vorige generaties?
Is het percentage ernstige delinquenten van opeenvolgende generaties constant of groeiende?
De bezorgdheid over de ernst van huidige jeugddelinquentie van de auteur komt voor uit het aantal onderzoeken die hebben aangetoond dat gewelddadige delinquenten voor een groot deel ook chronische delinquenten zijn. Onderzoekers zijn het er (in het algemeen) over eens dat chronische delinquenten, hoewel een relatief klein percentage van de mannelijke bevolking, een onevenredige hoeveelheid misdaden plegen. Om deze redenen zal er in dit artikel meer in detail gericht worden op ernstige en chronische jeugddelinquenten. Er wordt naar antwoorden gezocht op een drietal vragen: Hoe ziet de gedragsontwikkeling van ernstige delinquenten er vanaf hun peuterjaren uit? Wat zijn de risicofactoren die er toe bijdragen dat sommige jongeren ernstige en chronische delinquenten worden en welke factoren leiden ertoe dat andere jongeren tijdelijk minder ernstige misdaad plegen, en weer andere hoegenaamd niet delinquent worden? En ten slotte de hamvraag: Wat kunnen we doen om ernstige jeugddelinquentie te verminderen?
Omdat de auteur vooral onderzoek heeft gedaan in Noord-Amerika wordt er vooral aandacht besteed een bevindingen uit twee van zijn Amerikaanse studies en in het bijzonder de Pittsburgh Youth Study. Waar mogelijk worden er vergelijkingen gemaakt met onderzoeksresultaten uit Nederland en andere Europese landen.
Ontwikkelingspaden en kenmerken.
Verergeringsmodel of plotselinge-opkomstmodel?
We beginnen met de eerste vraag: Hoe ziet de gedragsontwikkeling van ernstige delinquenten er vanaf hun peuterjaren uit? Er zijn hierop verschillende visies te vinden. Allereerst de visie dat ernstige delinquentie zich kan voordoen bij alle jongeren en dat een jarenlange aanloop daar naar toe zich niet hoeft voor te doen. Dit model van plotselinge opkomst staat tegenover de visie dat het jarenlange bedrijven van minder ernstige vormen van delinquentie een aanloop is voor de ontwikkeling van ernstige delinquentie. Dit wordt het verergeringsmodel genoemd. Duidelijk moet wel zijn dat niet alle vormen van delinquentie serieus genomen moeten worden. Opgroeien betekend experimenteren en uitproberen. Er wordt dus aandacht gericht op de jongeren die na het experimenteren doorgaan met delinquent gedrag. Daarom is het herhalend probleemgedrag belangrijk.
Veel recente studies hebben aangetoond dat ernstige en chronische delinquentie veel hoger is onder jongeren die hun eerste delict op een vroege leeftijd plegen (voor hun 12e jaar). Als jongeren zich onttrekken aan het gezag en toezicht van volwassenen, hebben ze een grotere kans om in aanraking te komen met delinquente leeftijdgenoten. Een tweede factor die met een vroege kennismaking met criminaliteit te maken heeft is impulsief gedrag. Impulsieve kinderen (en vooral degene die ook hyperactief zijn) hebben een grotere neiging dan niet-impulsieve en niet-hyperactieve kinderen op een vroege leeftijd nieuwe dingen uit te proberen, o.a. delinquent gedrag.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution