Bedrijfskunde B3 - Rijksuniversiteit Groningen
- 2275 reads
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Dit hoofdstuk gaat over de verslaggeving ten behoeve van de fiscus.
Er zijn twee soorten jaarrekeningen: de vennootschappelijke jaarrekening en de fiscale jaarrekening.
Vennootschappelijke jaarrekening: ook wel een bedrijfseconomische of commerciële jaarrekening genoemd. Dit verslag wordt voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gemaakt, door het Bestuur van de NV/BV.
Deze jaarrekening bestaat uit de volgende componenten:
Dit gebeurt allemaal o.b.v. artikel 2:362 lid 1 BW
NORM: de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Fiscale jaarrekening: dit verslag wordt gemaakt voor de Belastingdienst, door het Bestuur van de NV/BV.
Deze jaarrekening bestaat uit de volgende componenten:
Dit verslag moet gemaakt worden door iedereen die onderworpen zijn:
aan IB (eigenaren)
aan Vennootschapsbelasting (belastingplichtige lichamen)
Dit gebeurt allemaal o.b.v. art 3:25 BW.
NORM: de fiscale periodewinst dient te worden bepaald volgens goed koopmansschap.
De verhouding tussen de 2 jaarrekening is dus het gebruik van verschillende normen!
De fiscale jaarrekening kan worden gesplitst in twee soorten:
Extracomptabele fiscale jaarrekening: hierbij wordt het verslag afgeleid van de vennootschappelijke jaarrekening.
Intracomptabele fiscale jaarrekening: hierbij worden in het grootboek beide jaarrekeningen opgesteld.
Voor vennootschapsbelastingplichtige lichamen (=NV/BV) is de vennootschappelijke jaarrekening een onderdeel van de toelichting van de fiscale jaarrekening.
Hier volgt een toelichting m.b.t. de verschillende normen:
De normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd: dit geldt uitsluitend voor de vermogensbepaling en de bepaling van het vennootschappelijke resultaat. Een verantwoord oordeel moet kunnen worden gevormd door de aandeelhouders omtrent het Eigen Vermogen en het resultaat (art. 2:362 lid 1 BW).
De fiscale periodewinst dient te worden bepaald volgens goed koopmansschap: dit geldt uitsluitend voor de winstbepaling. Perioderesultaat als doel van de fiscale jaarrekening, die wordt berekend d.m.v. de vermogensvergelijking. Dus de absolute omvang van het eigen vermogen is niet relevant.
Deze twee normen kunnen als identiek worden beschouwd bij de bepaling voor de winst. Voor een goed voorbeeld: zie blz. 24.
De fiscale winstbepaling kan worden gezien als een winst minimaliserend stelsel. De winst wordt naar de toekomst verschoven of zelfs vermeden. Zo kan er een belastingvoordeel optreden voor het bedrijf.
Wel moet het bedrijf een bestendige gedragslijn volgen.
De openingsbalans is zowel de definitieve vennootschappelijke als de definitieve fiscale jaarrekening van het voorafgaande jaar. Dus 1 jan 2010 is gelijk aan 31 dec 2009.
De definitieve eindbalans geeft alleen de vennootschappelijke jaarrekening weer. Voor de fiscale jaarrekening moeten er nog wat berekeningen plaatsvinden.
De vennootschappelijke belasting is meestal 25%.
De fiscale jaarwinst en de vennootschappelijke jaarwinst wijken van elkaar af, dit is te verklaren doordat:
Bepaalde lasten en/of baten vennootschappelijk & fiscaal aan verschillende jaren worden toegeschreven. De som van de winst van deze bepaalde jaren is wel gelijk aan elkaar.
Verschillen in toerekening jaren!
Bepaalde lasten en/of baten uitsluitend aan de vennootschappelijke of fiscale jaarrekening worden toegeschreven. Hierbij is de som niet gelijk.
Verschillen in winstbegrip!
Stel:
De fiscale winst < de vennootschappelijke winst => uitstel van betaling Vpb: dit is een positief verschil => Passieve latentie genoemd.
De fiscale winst > de vennootschappelijke winst => vooruitbetaling van Vpb: dit is een negatief verschil => Actieve latentie genoemd.
Voor een goed voorbeeld: zie blz. 29.
Hier volgt een toelichting op de twee genoemde verschillen tussen de fiscale en de vennootschappelijke jaarwinst
Verschillen in toerekening jaren
Afwijkende waardering vaste activa als gevolg van afwijkende afschrijfsystemen
Afwijkende waardering van voorraden, handelsgoederen etc.
Fiscaal toelaatbaar systeem om in de waardering van onderhanden werk het constante deel van de algemene kosten buiten beschouwing te laten.
Vorming (fiscaal) van een herinvesteringsreserve.
Deze punten hebben de volgende gevolgen voor de vennootschappelijke jaarrekening:
Belastinglast in winst/verliesrekening = bedrag dat past bij de vennootschappelijke winst.
Belastingschuld in balans = te betalen Vpb kan horen of lager zijn door de toerekeningen.
Belastinglatentie = dit is het verschil tussen de belastinglast en de belastingschuld.
De bijbehorende journaalposten in de vennootschappelijke jaarrekening:
POSITIEF VERSCHIL = PASSIEVE LATENTIE
Vpb W/V
@ Voorziening latentie BB
@ Te betalen Vpb BB
OF
NEGATIEF VERSCHIL = ACTIEVE LATENTIE
Vpb W/V
Voorziening latentie BB
@ Te betalen Vpb BB
Verschillen in winstbegrip
Deelnemingsvrijstelling
Investeringsaftrek, subsidies
Tantièmes (als deze vennootschappelijk als winstverdelingspost worden gezien)
Uitgaven die als kosten worden behandeld door de onderneming, maar door de belastingdienst als zodanig niet of niet geheel worden geaccepteerd.
De belastinglast is in dit geval de vennootschappelijke jaarwinst +/- correcties!!
Deze verschillen vormen een verlichting of een verzwaring voor de belastingdruk. Deze verlichting/verzwaring is als volgt te berekenen:
Effectieve tarief = belastinglast/(Vennootschappelijke jaarwinst vóór belasting) * 100%
Voor een goed voorbeeld: zie blz. 35.
De bijbehorende journaalposten in de vennootschappelijke jaarrekening:
- Vpb - W/V
@ - Te betalen Vpb - BB
Tot slot worden er nog twee benaderingen genoemd voor het boeken van de voorziening latentie:
Resultatenbenadering: deze benadering is voorgaand in het boek gebruikt.
De rekening 068 Voorziening latentie wordt verklaard o.g.v. afwijking in de fiscale en vennootschappelijke jaarwinst.
Balansbenadering: hierbij wordt de rekening 068 Voorziening latentie verklaard o.g.v. afwijking in de fiscale en vennootschappelijke boekwaarden.
Deze benaderingen zorgen dus ook voor andere journaalposten..
Resultatenbenadering: gebruik de journaalposten zoals die hierboven staan genoemd.
Balansbenadering:
Voor de journaalposten m.b.t. verschillen in winstbegrip zijn er geen andere journaalposten, dus bovenstaande gebruiken.
Voor de journaalposten m.b.t. verschillen in toerekening zijn er wel andere journaalposten
Als eerst boek je:
- Vpb
@ - Te betalen Vpb
Dan boek je aan het eind van het jaar
Vennootschappelijke boekwaarde – fiscale boekwaarde = X
X x 25% = Y. Bedrag Y boek je
- Vpb
@ - Voorziening latentie
Fiscale winst = vennootschappelijke winst + verschil in toerekening + verschil in winstbegrip
De rekening 068 Voorziening latentie moet een keer gladlopen!
Daarvoor zijn twee opties:
Boekjaar 1 => rekening 068 Crediteren (fiscale winst < vennootschappelijke winst) = passieve latentie.
Daarna wordt de rekening gedebiteerd (fiscale winst > vennootschappelijke winst). Dit gebeurt allemaal volgens de balansbenadering, dit type verschil heet dan:
Belastbaar tijdelijk verschil
Boekjaar 1 => rekening 068 Debiteren (fiscale winst > vennootschappelijke winst) = actieve latentie.
Daarna wordt de rekening gecrediteerd (fiscale winst < vennootschappelijke winst). Dit gebeurt allemaal volgens de balansbenadering, dit type verschil heet dan:
Verrekenbaar tijdelijk verschil
Verschil tussen de resultatenmethode en de afleiding-vanuit-vennootschappelijke-winst-vóór-belastingmethode is de manier waarop de verschillen worden benoemd.
Hogere & lagere kosten versus permanente & tijdelijke verschillen.
Nu volgt er nog een aantal belangrijke schema’s!
De aangifte:
Fiscale winst
+/- fiscale faciliteiten (niet winstbepalend) =
Fiscaal belastbare winst voor giftenaftrek
-/- giften =
Fiscaal belastbare winst na giftenaftrek
+/- verliesverrekening =
Belastbaar bedrag
Te betalen belasting = belastbaar bedrag x 25%
De “te betalen belasting” wordt ook wel acute belasting genoemd!
De resultatenrekening methode:
Vennootschappelijke winst vóór belasting
-/- overige (permanente) verschillen =
Bedrijfseconomisch belastbaar bedrag
mutatie belastbare verschillen
toename
afname
mutatie verrekenbare verschillen
toename
afname =
Fiscaal belastbaar bedrag
Toelichting:
Mutatie belastbare verschillen
toename aftrekken van het bedrijfseconomisch belastbaar bedrag
afname optellen bij het bedrijfseconomisch belastbaar bedrag
Mutatie verrekenbare verschillen
toename optellen bij het bedrijfseconomisch belastbaar bedrag
afname aftrekken van het bedrijfseconomisch belastbaar bedrag
Want hogere kosten verlagen de winst en lagere kosten verhogen de winst!
3 methoden voor het berekenen van de fiscale winst:
Fiscale resultatenrekening
Inkoopwaarde verkopen Opbrengst verkopen
Afschrijvingen
Overige bedrijfskosten
Tantièmes
Fiscale winst (als saldopost)
Vermogensvergelijking
Fiscaal vermogen eind
-/- Fiscaal vermogen begin =
Verschil fiscaal vermogen
-/- stortingen
+ onttrekking =
Fiscale winst
Afleiding vanuit F winst vóór belasting (is niet de resultaten methode!)
Vennootschappelijke winst vóór belasting
-/- fiscaal hogere kosten
+ fiscaal lagere kosten =
Fiscale winst
Direct bepalen van de post “te betalen belasting”:
Fiscaal vermogen eind
-/- Fiscaal vermogen begin =
Verschil fiscaal vermogen
-/- stortingen
+ onttrekking =
Fiscale winst
+/- fiscale faciliteiten (niet winstbepalend) =
Fiscaal belastbare winst voor giftenaftrek
-/- giften =
Fiscaal belastbare winst na giftenaftrek
+/- verliesverrekening =
Belastbaar bedrag
Te betalen belasting = belastbaar bedrag x 25%
Tot slot de belangrijkste journaalposten
M.b.t. vennootschappelijke administratie
Balansmethode
Aanslag boeken:
(Belastinglast) Vpb
@ Te betalen Vpb
& Mutatie latentie (= verschil voorziening) boeken:
(Belastinglast) Vpb
@ Voorziening Vpb
Resultatenmethode
(Belastinglast) Vpb
@ Te betalen Vpb
@ Voorziening Vpb
M.b.t. fiscale administratie
Aanslag boeken:
Fiscale winst (of fiscale algemene reserve)
@ Te betalen Vpb
Hierbij wordt geen rekening gehouden met latentie, alleen de aanslag boeken!
Belastinglast 25% van de vennootschappelijke winst
Latentie 25% van (belastbare – verrekenbare verschillen)
Te betalen Vpb 25% van de fiscale winst
25% van (belastbare – verrekenbare verschillen) is de veroorzaker van het verschil in belastingdruk: marginale (25%) en de effectieve belastingdruk!
In dit hoofdstuk komen de diverse onderdelen van de fiscale jaarrekening aan bod. Het boek geeft die onderdelen uit het aangiftebiljet weer, vandaar de verwijzingen naar het boek.
In het aangiftebiljet van de vennootschapsbelasting wordt de fiscale balans anders genoemd, namelijk: fiscale vermogensopstelling (blz. 56&58).
Het fiscaal vermogen heet voortaan fiscaal ondernemingsvermogen (blz. 58&59).
De fiscale vermogensopstelling:
Het komt geregeld voor dat een bedrag niet bekend is, maar wel d.m.v. berekeningen bepaald kan worden. Daarom de volgende stappen:
Maak een vennootschappelijke T-account en bepaal de onbekende.
Maak een denkbeeldige fiscale T-account en bepaal de eindwaarde (31/12).
Voor een goed voorbeeld, zie blz. 60&61.
Het fiscaal ondernemingsvermogen:
Dit onderdeel van het aangiftebiljet bestaat uit de volgende posten:
Gestort en opgevraagd aandelenkapitaal
Agio (fiscaal erkend)
Winstreserve
Egalisatiereserve
Herinvesteringreserve
Overige reserves
De posten 1, 2 & 3 zijn van belang voor de belastingheffing over uitkering door de NV/BV aan de aandeelhouders.
De posten 4, 5 & 6 worden gezien als fiscale reserves die ten laste van de fiscale winst komen. In bedrijfseconomische zin is hier sprake van een voorziening in plaats van een reserve.. De fiscale reserves worden hieronder toegelicht.
Egalisatiereserve:
Zoals gezegd is dit geen reserve, maar een voorziening. Deze reserve zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de kosten. Voorbeelden:
Voorziening/reserve kosten groot onderhoud
Voorziening/reserve VUT-uitkeringen in eigen beheer
Herinvesteringreserve:
Deze reserve wordt gevormd uit boekwinsten van de verkoop van bedrijfsmiddelen.
Algemeen geldt dat de reserve uit boekwinsten mag worden gevormd, mits er een herinvestering gaat plaatsen. En dit moet gebeuren binnen 3 jaar na het jaar van vervreemding.
Bij herinvestering in een nieuw bedrijfsmiddel wordt de boekwinst op de aanschafprijs in mindering gebracht (gevolg is lagere fiscale afschrijvingskosten), mits
De aanschaf maximaal binnen 10 jaar plaatsvindt: dan mag men de boekwinst vrij aanwenden. De economische functie is niet van belang.
De aanschaf na 10 jaar plaatsvindt: dan mag men de boekwinst vrij aanwenden op voorwaarde dat de economische functie van het nieuwe bedrijfsmiddel gelijk is aan de economische functie van het verkochte bedrijfsmiddel.
De reserve wordt gevormd in het traject ter vaststelling van het (fiscale) belastbaar bedrag en ontstaat dus niet door winstinhouding.
Er zal wellicht, na de herinvestering, een reserve overblijven. Dit wordt een stille reserve genoemd. Deze reserve wordt geleidelijk opgeheven, want de fiscale afschrijvingskosten zullen lager zijn dan de vennootschappelijke afschrijvingskosten.
Dit proces wordt verschil in toerekening aan jaren genoemd, en is dus een voorbeeld van een belastbaar tijdelijk verschil (balansmethode).
Voor een goed voorbeeld, zie blz. 63&64.
In het aangiftebiljet van de vennootschapsbelasting wordt de fiscale winst/verliesberekening anders genoemd, namelijk: fiscale winstberekening (blz. 66 t/m 69).
Bij de opstelling van deze winstberekening moet een aantal kanttekeningen worden geplaatst:
Opbrengst- & kostenposten moeten overeenkomen met de fiscale voorschriften, want af en toe is er een afwijking met de vennootschappelijke voorschriften. Een bekend voorbeeld is de afschrijving:
Vennootschappelijk: o.b.v. actuele waarde
Fiscaal: o.b.v. historische aanschafprijs
Posten die een laste of een bate zijn voor de fiscale en niet voor vennootschappelijke winstberekening:
Tantièmes: worden fiscaal gezien als een kostenpost, ze spelen een rol bij de winstbepaling. Vennootschappelijk gezien worden ze soms gezien als winstverdelingspost, maar niet als een kostenpost!
Posten die een laste of een bate zijn voor de vennootschappelijke en niet voor fiscale winstberekening:
Investeringssubsidies
Nu volgt er nog een aantal belangrijke schema’s!
Een vermogensvergelijking wordt gebruikt om vermogensverschillen te berekenen, als een controle:
Fiscaal ondernemingsvermogen eind boekjaar
+ terugbetaling van aandelenkapitaal in het boekjaar =
€ XXX
Fiscaal ondernemingsvermogen begin boekjaar
+ stortingen in aandelenkapitaal in het boekjaar =
€ YYY
€ XXX
-/- € YYY =
Verschil fiscaal vermogen
+ niet-aftrekbare bedragen algemeen =
Saldo fiscale winst
Toelichtingen:
Aandelenkapitaal terugbetalingen zijn geen fiscale lasten, alleen het aandelenkapitaal is verminderd. Dus optellen (een pluspost)!
Stortingen in het aandelenkapitaal zijn geen fiscale baten, alleen het aandelenkapitaal is vermeerderd. Dus aftrekken (een minpost)!
Niet-aftrekbare bedragen algemeen, voorbeelden hiervan zijn;
Dividend
Vpb
Beiden zijn een vermogensvermindering, maar geen fiscale last. Dus optellen (een pluspost)!
Een voorbeeld van een storting, dus een opbrengst van een emissie, is het werven van deelneming in een ander bedrijf. Maar een emissie van (bonus)aandelen ten laste van de agioreserve is geen fiscale laste, dus ook geen minpost!
Voor een goed voorbeeld, zie voorbeeld 6 op blz. 74 t/m 84.
Gebruik altijd de betaalde Vpb en de gedeclareerde dividend!
Afleiding belastbaar bedrag uit vennootschappelijke winst vanuit de vermogensvergelijking:
Saldo fiscale winst
+/-Wijzigingen toelaatbare reserves
-/- Deelnemingsvrijstelling =
Belastbaar bedrag
Tot slot de belangrijkste journaalposten!
Van voorlopige balans naar definitieve balans:
Winst vóór belasting
@ Te betalen Vpb
@ Voorziening latente
@ Winst ná belasting
Van voorlopige W/V rekening naar definitieve W/V rekening:
Vpb
Winstsaldo ná belasting
@ Winstsaldo vóór belasting
Dit hoofdstuk gaat over de verwerking van de latente belastingverhoudingen in de vennootschappelijke jaarrekening.
Te beginnen met de verwerking van de latente belastingverhoudingen in het algemeen. Juridisch is er geen afdwingbare verplichting voor het opnemen van een voorziening voor latente belastingverplichtingen. Bovendien is er eigenlijk geen sprake van een voorziening, maar van een transitorische post.
Het is gebruikelijk om de belasting naar de winst als een kostenfactor te behandelen, dit is te zien aan het belasting-minimalisatiegedrag van ondernemingen.
De behandeling als kostenfactor heeft tot gevolg dat de belastingbedragen moeten worden toegerekend aan de jaren waarmee ze een oorzakelijk verband hebben. Met andere woorden het belastingbedrag (= belastinglast) in de vennootschappelijke W/V rekening staat in relatie tot de vennootschappelijke winst en niet de fiscale winst!
Van hoofdstuk A weten we nog het volgende:
De verschillen tussen de fiscale en vennootschappelijke winst kunnen het karakter hebben van:
Verschillen in toerekening aan jaren, en
Verschillen in winstbegrip
Hier volgt nog een korte extra toelichting:
Verschillen in toerekening aan jaren
Deze verschillen zijn het gevolg van winstverschuivingen. Leiden ze tot uitstel van belastingbetaling, dan noemen we dat een belastbaar tijdelijk verschil (= latente belastingverplichting). Leiden ze tot een vooruitbetaling, dan noemen we dat een verrekenbaar tijdelijk verschil (= latente belastingvordering).
Carryback van verliezen houdt in dat er een fiscale regeling is waarbij het mogelijk is om verliezen enkele jaren terug te wentelen en te compenseren met de in die jaren gerealiseerde fiscale winsten. Dit leidt tot een teruggaaf van eerder betaalde vennootschapsbelasting of aanpassing van de balanspost “te betalen Vpb”.
Carryforward van verliezen houdt in dat er een fiscale regeling is waarbij het mogelijk is om verliezen naar komende jaren vooruit te verschuiven en te compenseren meet de in die jaren te realiseren fiscale winsten. Dit zal in die jaren leiden tot een lagere aanslag Vpb.
Een verrekenbaar tijdelijk verschil kan zich voordoen wanneer fiscaal en vennootschappelijk dezelfde levensduur en restwaarde wordt gehanteerd, m.b.t. de afschrijvingen; maar fiscaal wordt afgeschreven o.b.v. een vast percentage van de aanschafprijs en vennootschappelijk wordt afgeschreven o.b.v. een vast percentage van de boekwaarde. Gevolg: fiscale afschrijvingen > vennootschappelijke afschrijvingen.
Een verrekenbaar tijdelijk verschil kan ook ontstaan indien voorzieningen in de vennootschappelijk jaarrekening voor een hoger bedrag (mogen) worden opgevoerd dan in de fiscale jaarrekening.
Bij de presentatie van de belastinglatenties op de vennootschappelijke balans moeten actieve (verrekenbare) en passieve (belastbare) worden gesaldeerd indien de mogelijkheid en het voornemen bestaat de latenties simultaan af te wikkelen.
Internationaal is het gebruikelijk de latenties tegen nominale waarde te vermelden.
De Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving meldt dat het ook is toegestaan om de latenties tegen contante waarde te vermelden, mits de nominale waarden worden vermeld in de toelichting.
Verschillen in winstbegrip
Het meest bekende verschil wordt veroorzaakt door de zogenaamde deelnemingsvrijstelling. Indien een rechtspersoon is onderworpen aan de Vpb, een deelneming heeft in een andere vennootschap op aandelen, blijven onder bepaalde voorwaarden voordelen (dividend en koerswinsten) bij het bepalen van de winst buiten beschouwing. De verliezen op deelnemingen zijn helaas niet aftrekbaar (voor liquidatie gelden andere regels).
Fiscaal worden deelnemingen waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs.
Vennootschappelijk worden deelnemingen waarop deelnemingsvrijstelling van toepassing is gewaardeerd tegen netto-vermogenswaarde.
Dit verschil tussen de fiscale en vennootschappelijke boekwaarde heeft tot gevolg dat de deelnemingsvrijstelling geen aanleiding geeft tot in de toekomst verschuldigde (belastbare) of te verrekenen (verrekenbare) belasting. Dit is een permanent verschil (ook wel overige tijdelijke verschillen genoemd)!
Voor een goed voorbeeld, zie blz. 249 t/m 251.
Dan volgt nu de verwerking van verschillen in winstbegrip i.v.m. investeringsaftrek. Belastingmaatregelen door de overheid zijn vaak bedoeld om zowel bij particulieren als bij ondernemingen een bepaald gedrag te stimuleren. Een bekend voorbeeld is de investeringsaftrek. Deze vorm van overheidssteun is een belastingfaciliteit. Belastingfaciliteiten dienen in het jaar waarin er voor het eerst een waarde kan worden toegerekend volgens de Raad van Jaarverslaggeving hetzij ineens, hetzij over een aantal jaren gespreid ten gunste van de post “belastingen resultaat uit gewone bedrijfsoefening” in de W/V rekening te worden gebracht.
De berekening van het netto-voordeel investeringsaftrek = het belastbaar bedrag – (investeringsaftrek percentage * het belastbaar bedrag),
Vennootschappelijk kan het netto-voordeel worden gebracht:
Ten gunste van de W/V rekening jaar X
Ten gunste van de W/V rekeningen jaar X t/m Y (het aantal gebruiksperioden/jaren van de investering)
Hier volgt een korte toelichting:
Ten gunste van de W/V rekening jaar X
De journaalposten zien er als volgt uit
Vpb (25% * (belastbaar bedrag – aftrek))
@ Te betalen Vpb
Het netto-voordeel van de investeringsaftrek is dus begrepen in de (verhoudingsgewijs lage) belastinglast.
Geen boekwaarden verschillen, dan ook geen latente voorziening!
Ten gunste van de W/V rekeningen jaar X t/m Y (het aantal gebruiksperioden/jaren van de investering)
Dan is er de keuze uit twee varianten:
Het boeken van het netto-voordeel van de investeringsaftrek op de egalisatierekening:
In jaar X
Vpb (25% * belastbaar bedrag)
@ Te betalen Vpb (25% * (belastbaar bedrag – aftrek))
@ Egalisatierekening investeringsaftrek (netto-voordeel)
In jaar X t/m Y afschrijven
Egalisatierekening (netto-voordeel/(aantal jaren X-Y))
@ Vpb
Het boeken van het netto-voordeel van de investeringsaftrek als aftrekpost op de investering:
In jaar X
Vpb (25% * belastbaar bedrag)
@ Te betalen Vpb (25% * (belastbaar bedrag – aftrek))
@ Bedrijfsmiddel, bijv. auto (netto-voordeel)
In jaar X t/m Y afschrijven
Afschrijvingskosten
@ Bedrijfsmiddel, bijv. auto
Bij variant 2 zit het netto-voordeel van de investeringsaftrek verscholen in de post “afschrijvingskosten bedrijfsmiddel).
Voor een goed voorbeeld, zie blz. 254 t/m 258.
Het bedrag van de genoten investeringsaftrek wordt bij het opstellen van het overzicht “belastbaar bedrag” in de aangifte Vpb als een minpost opgevoerd.
Als goederen waarvoor een investeringsaftrek is genoten, binnen een door de wet genoemde termijn (vijf jaar) worden vervreemd, moet bij het berekenen van het belastbare bedrag Vpb een bedrag als desinvesteringsbijtelling, dus als pluspost worden vermeld.
Dan volgt nu de herwaardering van duurzame productiemiddelen
Permanent verschil
Bedrijfseconomische kosten > Fiscale kosten
Verwerking van de latentie agv herwaarderen
Als permanent verschil
Als tijdelijk verschil
Bij het herwaarderen kunnen er 3 methoden worden gevolgd:
Methode 1: geen latentie vormen
De volgende journaalposten zullen ontstaan:
Machine (B)
Aan ongerealiseerde herwaardering (B)
Afschrijvingskosten (RR)
Aan machines (B)
Ongerealiseerde herwaardering (B)
Aan Gerealiseerde herwaardering (B)
Methode 2a: wel latentie vormen
Vrijval ten gunste van gerealiseerde herwaardering
De volgende journaalposten zullen ontstaan:
machine (B)
Aan ongerealiseerde herwaardering (B)
Aan latentie uhv herwaarderen (B)
afschrijvingskosten (RR)
Aan machines (B)
latentie uhv herwaarderen (B)
ongerealiseerde herwaardering (B)
Aan gerealiseerde herwaardering (B)
Methode 2b: wel latentie vormen
Vrijval ten gunste van resultaat
De volgende journaalposten zullen ontstaan:
machine (B)
Aan ongerealiseerde herwaardering (B)
Aan latentie uhv herwaarderen (B)
afschrijvingskosten (RR)
Aan machines (B)
ongerealiseerde herwaardering (B)
Aan gerealiseerde herwaardering (B)
Latentie uhv herwaarderen (B)
Aan belastinglast (RR)
De verliescompensatie wordt als volgt geboekt en wordt toegepast op fiscaal belastbare winsten
Fiscale winst
FACILITEITEN (niet winstbepalend)
Fiscaal belastbare winst voor giftenaftrek
Giftenaftrek
Fiscaal belastbare winst na giftenaftrek
Verliescompensatie
Fiscaal belastbaar bedrag
EEN VOORBEELD
Stel onderneming behaalt in jaar X:
Dividend van dochter onderneming 3000
Afschrijving 10000
Fiscale winst van: -7000
Fiscaal belastbare winst van: -10.000
De huidige regels met betrekking tot de verliesrekening zien zo uit:
Carry backward: Verrekening met positief belastbare winsten van voorgaande jaren
Carry forward: Verrekening met positief belastbare winsten van toekomstige jaren
De journaalposten van de verliesrekening in de BE administratie:
Carry backward
Te vorderen belastingen
Aan belastinglast
(benutte) Carry forward
Actieve belastinglatentie
Aan belastinglast
De actieve latentie uhv carry forward wordt beperkt door de verwachting van positief belastbare winst in de toekomst en het saldo belastbare en verrekenbare verschillen.
EEN VOORBEELD
Stel belastbare winst zijn:
Jaar 1 10000
Jaar 2 25000
Jaar 3 45000
Jaar 4 - 180.000
Tarief 25%
Er is in jaar 4 een belastbaar tijdelijk verschil van € 100000
Er is € 80000 carry back
Te vorderen belastingen 20.000
Aan Belastinglast 20.000
Er is 100.000 opname mogelijk van carry forward omdat er een belastbaar tijdelijk verschil is
Actieve belasting latentie 25.000
Aan Belastinglast 25.000
Saldering passieve latentie uhv belastbarebare verschillen en actieve latentie is mogelijk, maar er is geen saldering mogelijk van passieve belastinglatenties uhv herwaardering met actieve latentie uhv verliescompensatie.
Effectieve Belastingdruk: Belastinglast (be rr) / winst voor belasting
Marginale belastingdruk: Belastingtarief
Afwijking (effectief<>marginaal)
Overdruk (effectieve druk > marg. tarief)
Onderdruk (effectieve druk < marg. tarief)
Indien afwijking: permanente verschillen
Als er geen afwijking is, dan betekent dat effectief = marginaal. De verschillen zijn verwerkt als tijdelijk verschil.
Nu volgt een stuk waarin dieper wordt ingegaan op de verliesrekening.
Hoe worden verliezen verrekend?
Bedrijfseconomisch
Een negatieve winst na belasting (BE-resultatenrekening) wordt verrekend met de algemene reserve op de balans
Fiscaal
Een negatieve fiscale winst (F-resultatenrekening) wordt verrekend met overige fiscaal vermogen op de fiscale balans
Bij aanhoudende verliezen is het mogelijk dat er een negatieve algemene reserve (cumulatief verliessaldo) of een negatief overig fiscaal vermogen ontstaat.
Waarop heeft de fiscale verliesrekening betrekking?
Verrekening van negatief belastbare winsten in een bepaald boekjaar.
Deze verrekening wordt bedrijfseconomisch en fiscaal verschillend verwerkt.
De fiscale verliesrekening van negatief belastbare winsten ziet er als volgt uit:
Fiscale winst
Niet winstbepalende fiscale faciliteiten
Fiscaal belastbare winst voor giftenaftrek
Giftenaftrek
Fiscaal belastbare winst na giftenaftrek
Verliesverrekening
Carry backward
Carry forward
Belastbaar bedrag
De fiscale verliesrekening van negatief belastbare winsten:
In het verliesjaar (huidig boekjaar)
Carry backward: Verrekening met positief belastbare winst van het vorig boekjaar.
Men krijgt niet meer belasting terug dan over het vorige jaar aan belasting is betaald.
Indien verrekening carry backward ontoereikend is:
Carry forward: verrekening met positief belastbare winst van toekomstige boekjaren.
De BE verliesrekening van negatief belastbare winsten:
In het verliesjaar
Carry backward
Ruimte geboden door saldo van belastbare en verrekenbare winstlatenties
In toekomstige jaren
Met positief belastbare winst
Ruimte geboden door mutatie in saldo van belastbare en verrekenbare winstlatentie
Bedrijfseconomisch kunnen negatief belastbare winsten dus eerder verrekend zijn dan fiscaal!!
De journaalposten:
BEDRIJFSECONOMISCH
In het verlies jaar
Carry back
Te vorderen belasting
Aan belastinglast
Latentieruimte
Actieve belasting vordering
uhv verliesverrekening
Aan belastinglast
Na het verliesjaar
Bij voldoende belastbare winst: resterend verlies wordt verrekend
Belastinglast
Aan te betalen belastingen
Te vorderen belastingen
Aan latentie uhv verliezen
BE in voorgaand jaar verrekend
OF
Aan Belastinglast
BE in huidig boekjaar verrekend
FISCAAL
In het verliesjaar
Carry back
Te vorderen belasting
Aan fiscale algemene vermogen
Na het verliesjaar
Bij voldoende belastbare winst:
Overig fiscaal vermogen
Aan Te betalen belasting
Berekend over fiscaal belastbare winst
Te vorderen belasting
Aan overig fiscaal vermogen
Berekend over verliesverrekening
Tot slot nog een paar belangrijke opmerkingen
De actieve latentie uhv verliesverrekening mag maximaal het saldo hebben van de latentie uhv belastbare en verrekenbare winstverschillen
De latentie uhv herwaardering mag niet worden benut
De mutatie in latentieruimte kan ook negatief zijn; er moet dan worden teruggenomen op de verliesverrekening
De invloed van de verliesrekening op de effectieve belastingdruk
Er ontstaat geen afwijking tussen marginaal tarief en effectief tarief voor dat deel van de negatief belastbare winst dat in het verliesjaar zelf (BE) verrekend wordt.
Er ontstaat een afwijking tussen het marginale tarief en de effectieve belastingdruk.
In verliesjaar
(Niet verrekend deel * marginaal tarief) / resultaat voor belastingen
In jaren na het verliesjaar
(Nadien verrekend deel * marginaal tarief) / resultaat voor belastingen
DE STRUCTUUR VAN HET AANGIFTEBILJET
Legenda:
AB aangiftebiljet
FB fiscale balans
RR resultatenrekening
De fiscale balans
Activa Passiva
Rubrieken 3-9 (FB) - Fiscaal ondernemersvermogen
Rubriek 10 (FB)
-Voorzieningen en schulden
Rubriek 11-13 (FB)
Het fiscaal ondernemersvermogen bestaat uit:
Gestort en opgevraagd kapitaal
Informeel kapitaal
Agio
Winstreserve
Fiscale reserves
Overige reserves
De fiscale reserves bestaan uit:
Egalisatiereserve
Afname reserve
Dit is een kostenpost en maakt deel uit van de fiscale winst berekening (EV daalt)
Kosten (RR)
Aan Bank
Mutaties in de fiscale reserves leiden ook tot mutaties op de balans
Fiscale reserve (B)
Aan Winstreserve (B)
Toename reserve
Dit is geen kostenpost want het eigen vermogen verandert niet
Mutaties in de fiscale reserves leiden ook tot mutaties op de balans
Winstreserve (B)
Aan Fiscale reserve (B)
Voorbeeld toename reserve
Stel een onderneming voegt € 5000 toe aan een toegestane risicoreserve
Fiscaal vermogen (B) 5.000
Aan Fiscale reserve (B) 5.000
Geen kostenpost; eigen vermogen verandert niet
Komt in mindering bij berekening belastbaar bedrag
Fiscale winst 0
- Toename fiscale reserve 5000
Belastbaar bedrag -5000
Voorbeeld afname reserve
Stel van de risicoreserve moet € 2000 worden betaald
Risicokosten 2.000
Aan Bank 2.000
Nu kosten; eigen vermogen verandert wel; fiscale winst daalt
Fiscale reserve 2.000
Aan Fiscaal vermogen 2.000
Geen invloed op belastbaar bedrag; de mutatie in de fiscale reserve wordt bij bij het belastbaar bedrag geteld
Fiscale winst -2000
+ Mutatie fiscale reserve 2000
Belastbaar bedrag 0
Op het aangiftebiljet staat de volgende vermogensvergelijking:
Fisc ondernemersvermogen (eind)
(plus) Terugbetaling van kapitaal
=X
Fiscaal ondernemersvermogen (begin)
(plus) Stortingen van kapitaal
=Y
Vermogensverschil = X-Y
(plus) Niet aftrekbare bedragen
= Fiscale winst
Onttrekkingen zijn:
Terugbetaling van kapitaal
Vraag 1b (AB)
Beëindiging financieringsrelatie
Niet aftrekbare bedragen
Vraag 1g (AB)
Uitdelingen van winst in ruime zin
Niet aftrekbare bedragen zijn de volgende bedragen:
Uitdelingen van winst
Beloning commissaris
Beloning
Aftrekbaar gedeelte
Aan Niet aftrekbaar
Tantiemes
Beloning
Aftrekbaar gedeelte
Aan Niet aftrekbaar
Vennootschapsbelasting
Niet zakelijke gift
Voor- en nadelen transacties eigen aandelen
Niet aftrekbare bedragen zijn uitdelingen van winst
Niet aftrekbare kosten zijn bedragen die in eerste instantie opgevoerd zijn als kosten (F), maar waarvan de fiscus een bepaald gedeelte niet accepteert.
Baseren op mututies in de fiscale reserves op de balans
Bijtelpost: verminderingen van fiscale reserves
Aftrekpost: vermeerderingen van fiscale reserves
Aftrekbare giften zien er zo uit:
Fiscale winst
Faciliteiten 2-10
Aan Belastbare winst voor aftrekbare giften
Giftenaftrek:
Maximaal: 6% van de winst voor giftenaftrek
Maximaal: de omvang van de giften zelf
Minimaal: € 500 per gift.
Belastbare winst: belastbare winst voor giftenaftrek- giftenaftrek
Zakelijk: als kosten opvoeren
Niet zakelijk: onttrekking (zie niet aftrekbare bedragen); via de niet-winstbepalende faciliteit kan nog een gedeelte van de niet-zakelijke kosten in mindering worden gebracht.
Een NV/BV heeft een deelneming in een andere NV/BV, indien wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
Er moet sprake zijn van kapitaalverschaffing
Deze kapitaalverschaffing dient om een duurzame band aan te gaan
De kapitaalverschaffing en de duurzame band worden aangehouden ten behoeve van de eigen werkzaamheid.
Een NV/BV wordt aangemerkt als dochtermaatschappij, als een andere NV/BV:
meer dan de helft van de stemrechten in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders kan uitoefenen, al dan niet krachtens een afgesloten overeenkomst met andere stemgerechtigden, of
meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kan benoemen of ontslaan, al dan niet krachtens een afgesloten overeenkomst met andere stemgerechtigden en dit zelfs kan indien alle stemgerechtigden stemmen. Een neveneis hierbij is dat de NV/BV die dit recht kan uitoefenen, een aandeelhouder moet zijn.
Hiermee is dus de zeggenschap bepalend voor de vraag of er sprake is van een dochtermaatschappij en niet de omvang van de kapitaalverschaffing.
De NV/BV die de beslissende zeggenschap kan uitoefenen in een andere NV/BV wordt in dit verband vaak een moedermaatschappij genoemd.
Een NV/BV wordt aangeduid als groepsmaatschappij, als deze samen met een andere NV/BV in een groep verbonden is. Om in dit verband te kunnen spreken van een groep, moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
er moet sprake zijn van een economische eenheid
de in de economische eenheid opererende vennootschappen moeten organisatorisch verbonden zijn.
Waardering van de deelnemingen:
Verkrijgingprijs
Waarderen alleen aanpassen bij duurzame waardedaling
Goodwill in verkrijgingprijs ==> zichtbaar bij consolidatie
Resultaat deelneming is ontvangen dividend
Netto vermogenswaarde
Waardering volgt eigen vermogen dochter
Goodwill apart zichtbaar in enkelvoudige balans ==>
Resultaat deelneming is het aandeel in het resultaat
Journaalposten MOEDER verkrijgingprijs
Verwerving
Deelneming
Aan Bank
Dividend
Te vorderen dividend
Aan opbrengst uit deelneming (rr)
Journaalposten MOEDER netto vermogenswaarden
Verwerving
Deelneming
Goodwill
Aan Bank
Aandeel resultaat
Deelneming
Aan Opbrengst uit deelneming (rr)
Dividend
Te vorderen dividend
Aan deelneming
Voorbeeld 1
Basis:
A verwerft deelneming (80%); betaalde prijs 720; eigen vermogen B 800
Na een jaar behaalt B een resultaat van 100; keert 60 als dividend uit; afschrijving op goodwill in 5 jaar
Journaal A (moeder)
Verwerving
Deelneming 640 (0.8*800)
Goodwill 80 (720-0.8*800)
Aan Bank 720
Aandeel resultaat
Deelneming 80 (0.8*100)
Aan Opbrengst uit deelneming 80
Uitkering dividend
Te vorderen div 48 (0.8*60)
Aan Deelneming 48
Wettelijke reserve
Algemene reserve 32 (0.8*40)
Aan Wettelijke reserve ingehouden winst 32
Afschrijven goodwill
Afschrijvingskosten goodwill 16
Aan goodwill 16 (80 / 5 jaar)
Journaal B (dochter)
Verwerving
nvt
Aandeel resultaat
Winst (rr) 100
Aan winst balans 100
Uitkering dividend
Alg reserve 60
Aan Te betalen dividend 60
Wettelijke reserve
nvt
Afschrijvingen goodwill
nvt
Voorbeeld 2
Basis:
A verwerft deelneming (80%); betaalde prijs 720; eigen vermogen B 800
Na een jaar behaalt B een resultaat van 100; keert 60 als dividend uit; afschrijving op goodwill in 5 jaar
Uitbreiding
B verwerft aandelen van A; betaalde prijs 30
Journaal A (moeder)
Algemene reserve 30
Aan deelneming 30
Deze aandelen A gehouden door B dienen beschouwd te worden als gehouden eigen aandelen. Het EV moet dus worden verlaagd
Journaal B (dochter)
Aandelen A 30
Aan Bank 30
Voorbeeld 3
Basis:
A verwerft deelneming (80%); betaalde prijs 720; eigen vermogen B 800
Na een jaar behaalt B een resultaat van 100; keert 60 als dividend uit; afschrijving op goodwill in 5 jaar
Uitbreiding:
B koopt 20% aandelen B van derden voor een prijs van 150.
Journaal A (moeder)
Deelneming 18
Aan Herwaardering deeln 18
De zeggenschap van A in B stijgt van 80% naar 100%. (op de gehouden eigen aandelen kan niet worden gestemd)
A heeft dus een belang van 100% in het EV B
Aandeel in EV voor transactie was 80% * (800+100-60) = 672
Aandeel in EV B wordt100% van 690
Journaal B (dochter)
Algemene reserve 150
Aan Bank 150
In dit geval houdt B aandelen van zichzelf en deze aandelen worden in mindering gebracht op het EV B
EV B: 800+100-60-150=690
Voorbeeld 4:
Basis:
A verwerft deelneming (80%); betaalde prijs 720; eigen vermogen B 800
Na een jaar behaalt B een resultaat van 100; keert 60 als dividend uit; afschrijving op goodwill in 5 jaar
Uitbreiding:
B herwaardeert de activa voor 40
Journaal A (moeder)
Deelneming 32
Aan herwaardering deelneming 32
Journaal B (dochter)
Activa 40
Aan herwaarderingreserves 40
Tot slot volgt er nog een stuk met betrekking tot de deelnemingsvrijstelling.
De waarderingsgrondslagen
Fiscaal
Verkrijgingprijs
Gevolg RR
Het ontvangen dividend behoort tot het resultaat
Boekwinst: opbrengst-F(waarde) op moment van verkoop
Liquidatieresultaat:
Uitkering- F(waarde) moment van liquidatie
Bedrijfseconomisch
Netto vermogenswaarde
Gevolg RR
Aandeel in het resultaat van de dochter behoort tot resultaat
Boekwinst: opbrengst – BE(waarde) op moment van verkoop
Liquidatieresultaat:
Uitkering - BE(waarde) moment van liquidatie
Het verschil tussen de grondslagen
Verkrijgingprijs: in de verkrijgingprijs is begrepen een bedrag aan goodwill; deze is fiscaal niet zichtbaar en er wordt ook niet op afgeschreven
Netto vermogenswaarde: de goodwill wordt zichtbaar gemaakt en hierop wordt afgeschreven. BE dus wel afschrijvingkosten goodwill.
Vrijgesteld zijn het ontvangen dividend en het boekresultaat verkochte deelnemingen
Wel in aftrek komen liquidatie verliezen.
In dit hoofdstuk zal de consolidatie van verbonden ondernemingen aan bod komen.
De ondernemingen kunnen verbonden zijn ten behoeve van enkelvoudige jaarrekening. Dit komt voor in de deelneming en de dochter.
Of ten behoeve van geconsolideerde jaarrekening. Denk hierbij aan een groepsmaatschappij / overheerste rechtspersoon:
Met een financieel belang
Zonder een direct financieel belang
Zustermaatschappij
Verenigingen en stichtingen
Vennootschappen (VOF of CV)
Maar waarom moet er geconsolideerd worden? De doelstelling van een jaarrekening is volgens art 2:362 lid 1 BW: de jaarrekening moet volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht geven dat een verantwoord oordeel gegeven kan worden omtrent het eigen vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, de solvabiliteit en de liquiditeit van de onderneming.
Een geconsolideerde jaarrekening is een groepsjaarrekening waarin de financiële gegevens uit de afzonderlijke jaarrekeningen van de groepsmaatschappijen zodanig zijn geaggregeerd, dat een beeld ontstaat alsof er maar 1 onderneming is.
In principe is het eigen vermogen geconsolideerd gelijk aan het eigen vermogen van de consoliderende moedermaatschappij
Er is afwijking en dit wordt veroorzaakt door:
De verwerking goodwill
De goodwill wordt als volgt verwerkt:
Enkelvoudig worden deelnemingen verwerkt o.b.v. verkrijgingprijs.
Op geconsolideerd niveau wordt goodwill zichtbaar gemaakt en aan een impairmenttest onderworpen.
Het niet-toestaand van de vermogenswaarde op enkelvoudig niveau.
Consolidatie:
Het opstellen van een gezamenlijk jaarrekening van alle groepsmaatschappijen; onderlinge verhouding in balans en resultatenrekening worden geëlimineerd. integrale consolidatie
Waardesprong/Resultaatsprong van belangen die niet volgens de bovenstaande methode worden geconsolideerd. Active minorities: enkelvoudig: verkrijgingsprijs geconsolideerd netto vermogenswaarde
Wanneer moet er geconsolideerd worden?
Consolidatie als de moedermaatschappij meer dan 50% van het aandelenkapitaal verschaft = kapitaalcriterium
Consolidatie als de moedermaatschappij meer dan 50% van de zeggenschap heeft = zeggenschapscriterium
De techniek van de consolidatie heeft 2 methoden:
Integrale consolidatie
Het toerekenen van alle bezittingen en schulden van groepsmaatschappij aan de moedermaatschappij. Correcties voor belang derden
Het op netto vermogenswaarde waarderen in de geconsolideerde balans van belangen die niet volgens bovenstaande methode worden geconsolideerd / waardesprong en resultaatsprong
Proportionele consolidatie
Het uitgangspunt van de integrale consolidatie is
1A: De groepsmaatschappij is bij de moeder zelf al op netto vermogenswaarde gewaardeerd
1B: De groepsmaatschappij is bij de moeder zelf op verkrijgingprijs gewaardeerd
De bijbehorende techniek kan omschreven worden als de balansen en resultatenrekeningen van de moeder + te consolideren groepsmaatschappij worden bij elkaar opgeteld, onder aftrek van consolidatie journaalposten.
1A Netto vermogenswaarde
Eigen vermogen
Geplaatst kapitaal
Agio
Reserves
Winst boekjaar
Aan Deelneming
Aan Belang derden
Er ontstaat een belang derden voor (100%-kapitaalbelang% moeder in groep)
Onderlinge vorderingen en schulden
Schulden
Aan Vorderingen
De onderlinge schulden worden voor 100% weg geboekt.
Wettelijke reserve
Wettelijke reserve ingehouden winst deelneming
Aan Algemene reserve
Resultaat groepmaatschappij
Aandeel resultaat groepsmaatschappij
Aandeel derden
Aan winst
1B Verkrijgingprijs
Eigen vermogen
Geplaatst kapitaal
Agio
Reserves
Aan Deelneming
Goodwill
De deelneming is op verkrijgingprijs gewaardeerd. Het wegboeken van het eigen vermogen gaat tegen eigen vermogen zoals gewaardeerd op verkrijgingmoment.
Afschrijven op goodwill
Winst boekjaar (balans)
Algemene reserve
Aan goodwill
Op de rekening winst boekjaar worden de afschrijvingskosten van dit jaar geboekt
Op de rekening Algemene reserve worden de afschrijvingen van voorgaande jaren geboekt.
Belang derden
Geplaatst kapitaal
Agio
Reserves
Aan Belang derden
Deze boeking gaat tegen eigen vermogen zoals dit op consolidatiemoment wordt gepresenteerd.
Ontvangen dividend
Aan Winst boekjaar
Het daadwerkelijk door de moeder ontvangen dividend wordt weg geboekt.
Aandeel derden
Aan Winst boekjaar
Afschrijvingskosten
Aan Winst boekjaar
Voor deelnemingen tussen 20% en 50% zeggenschap
Zichtbaar maken goodwill
Goodwill
Aan Deelneming
Afschrijven op de goodwill
Algemene reserve
Winst boekjaar
Aan goodwill
Winsten behaald door de deelneming sinds verkrijging
Deelneming
Aan algemene reserve
Aan winst boekjaar
Uitgekeerde dividenden
Algemene reserve
Te vorderen dividend
Aan Deelneming
In dit hoofdstuk komen de Intercompany- transacties en consolidatie aan bod.
Downstreamsales zijn transacties waarbij de moedermaatschappij levert aan de dochtermaatschappij. Deze transacties worden geconsolideerd; en zijn met name een probleem bij “nog niet gerealiseerde” winsten -> de dochtermaatschappij heeft de goederen nog niet doorverkocht.
De administratie die hoort bij deze verwerking
de ELIMINATIE van ongerealiseerde winst komen volledig voor rekening van het concern
Bij het maken van CORRECTIE boekingen wordt rekening gehouden met het kapitaalbelang
Correctieboekingen zijn boekingen in de vennootschappelijke balans en resultatenrekening van de moedermaatschappij.
T.a.v. eindvoorraad
Aandeel resultaat
Aan Deelneming
T.a.v beginvoorraad
Deelneming
Aan Aandeel resultaat
Bedrag: (kapitaalbelang) * ongerealiseerde winst * (1-belastingpercentage)
Eliminatieboekingen zijn de boekingen waarmee alle onderlinge transacties en verhoudingen tussen moeder en dochter worden geëlimineerd.
Gerealiseerd resultaat:
Opbrengst verkopen
Aan Kostprijs verkopen
Dit heeft betrekking op de goederen die dit boekjaar door de dochter zijn geleverd en ook dit jaar door de moeder zijn doorverkocht
Ongerealiseerd resultaat:
Dit boekjaar door M geleverd, nog niet door D doorverkocht
Opbrengst verkopen
Aan Kostprijs verkopen
(= Opbrengst – kostprijs = ongerealiseerde winst)
Aan vennootschapsbelasting …
(= Belastingtarief * ongerealiseerde winst)
Aan winst na belasting …
(= (1-belasting tarief)* ongerealiseerde winst)
Ongerealiseerd resultaat:
Vorig boekjaar door M geleverd, dit boekjaar door D doorverkocht
Vennootschapsbelasting
(= Belastingtarief * ongerealiseerde winst)
Winst na belasting
(= (1-belasting tarief)* ongerealiseerde winst)
Aan Kostprijs verkopen
(= Opbrengst – kostprijs = ongerealiseerde winst)
Resultaat deelneming
Aandeel resultaat deelneming
Aan Winst na belasting
Bedrag: aandeel resultaat na belasting in rr moeder zoals dit na correctieboekingen is ontstaan
Aandeel derden in de winst
Aandeel derden
Aan Winst na belasting
Bedrag: Winst dochter * derdenbelang
Aanpassen voorraad
Belasting latentie
(= Belasting tarief * totaal ongerealiseerd resultaat)
Winst na belasting (B)
(= (totaal ongerealiseerd resultaat * (1-belasting tarief)))
Aan Voorraad
(= Totaal van ongerealiseerd resultaat)
De rekening Winst na belasting (B) wordt algemene reserve als de balans na winstverdeling is opgesteld
Correctie op aanpassing winst in de balans
Deelneming
Aan Winst (B)
(= Kapitaalbelang * (totaal ongerealiseerd resultaat * 1-belasting tarief)))
De rekening winst (B) wordt algemene reserve als de balans na winstverdeling is opgesteld. Zie ook CORRECTIEboekingen.
Kapitaalbelang
Aandelen (dochter)
Agio (dochter)
Aan Deelneming
Derdenbelang
Aandelen(dochter)
Agio (dochter)
Aan aandeel derden
Upstreamsales zijn transacties waarbij dochtermaatschappijen leveren aan de moedermaatschappij. Deze transacties worden geconsolideerd; en zijn met name een probleem bij “nog niet gerealiseerde” winsten de moedermaatschappij heeft de goederen nog niet doorverkocht.
De administratie die hoort bij deze verwerking
de ELIMINATIE van ongerealiseerde winst komt voor rekening van het concern (kapitaalbelang) en derden (derdenbelang)
Bij het maken van CORRECTIE boekingen wordt rekening gehouden met het kapitaalbelang
Correctieboekingen zijn boekingen in de vennootschappelijke balans en resultatenrekening van de moedermaatschappij.
T.a.v. eindvoorraad
Aandeel resultaat
Aan Deelneming
T.a.v beginvoorraad
Deelneming
Aan Aandeel resultaat
Bedrag: (kapitaalbelang) * ongerealiseerde winst * (1-belastingpercentage)
Eliminatieboekingen zijn de boekingen waarmee alle onderlinge transacties en verhoudingen tussen moeder en dochter worden geëlimineerd.
Gerealiseerd resultaat:
Opbrengst verkopen
Aan Kostprijs verkopen
Dit heeft betrekking op de goederen die dit boekjaar door de dochter zijn geleverd en ook dit jaar door de moeder zijn doorverkocht.
Ongerealiseerd resultaat:
Dit boekjaar door M geleverd, nog niet door D doorverkocht
Opbrengst verkopen
Aan Kostprijs verkopen
(= Opbrengst – kostprijs = ongerealiseerde winst)
Aan vennootschapsbelasting
(= Belastingtarief * ongerealiseerde winst)
Aan winst na belasting
(= (kapitaalbelang)*(1-belasting tarief)* ongerealiseerde winst)
Aan belang derden
(= (derdenbelang)* (1-belastingtarief) * ongerealiseerde winst)
Ongerealiseerd resultaat:
Vorig boekjaar door M geleverd, dit boekjaar door D doorverkocht
Vennootschapsbelasting
(= Belastingtarief * ongerealiseerde winst)
Winst na belasting …
(= (kapitaalbelang)*(1-belasting tarief)* ongerealiseerde winst)
Aandeel derden
(= (derdenbelang) * (1-belastingtarief) * ongerealiseerde winst)
Aan Kostprijs verkopen
(= Opbrengst – kostprijs = ongerealiseerde winst)
Resultaat deelneming
Aandeel resultaat deelneming
Aan Winst na belasting
Resultaat deelneming dochter bij moedermaatschappij wegboeken voor het bedrag dat na verwerken correctieboeking is ontstaan.
Aandeel derden in de winst
Aandeel derden
Aan Winst na belasting
Winst dochter * derdenbelang
Aanpassen voorraad
Belasting latentie
(= Belasting tarief * totaal ongerealiseerd resultaat)
Winst na belasting (B)
(= (Kapitaalbelang) * (totaal ongerealiseerd resultaat * (1-belasting tarief)))
Aandeel derden
(= (Derdenbelang) * (totaal ongerealiseerd resultaat * (1-belastingtarief)))
Aan Voorraad
(= Totaal van ongerealiseerd resultaat)
Correctie op aanpassing winst in de balans
Deelneming
Aan Winst B
(= Kapitaalbelang * (totaal ongerealiseerd resultaat * (1-belasting tarief)))
Sluit aan op CORRECTIEboekingen
Kapitaalbelang
Aandelen (dochter)
Agio (dochter)
Aan Deelneming
Derdenbelang
Aandelen(dochter)
Agio (dochter)
Aan aandeel derden
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hieronder vind je samenvattingen en studiemateriaal te gebruiken bij Bedrijfskunde jaar 3 aan de Rijksuniversiteit te Groningen
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
11927 |
Add new contribution