Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Sheetnote hoorcollege 3a, rechtseconomie 2018/2019
  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

Kartel 

De mogelijkheid om monopolistische winsten te behalen hangt af van de concurrentie op de markt. De concurrentie op basis van aantallen en de concurrentie op basis van prijzen.

Kartels zijn moeilijk op te zetten en afhankelijk van verschillende elementen:

  • De mogelijkheid om marktrijzen te beïnvloeden.
  • De marktconcentratie.
  • De mate van rivaliteit.
  • Productdifferentiatie. Bij een kartel worden niet alleen afspraken gemaakt, maar moet ook gekeken kunnen worden of de afspraken worden nageleefd, dat is lastig bij productdifferentiatie.

Het bereiken van een overeenkomst is moeilijk om verschillende redenen:

  • Kosten van onderhandelingen - geheimhouding is probleem, bedrijven moet info geven over bedrijf en willen dat vaak niet
  • Productdifferentiatie - met veel verschillende producten op de markt is het lastig na te gaan of iedereen zich aan de afspraken houdt.
  • Vraagvolatiliteit – de vraag veranderd en dan moet het kartel zich aanpassen
  • Verschillende kostenstructuren
  • Intertemportele voorkeuren - voorkeuren van personen, of ze het product liever vandaag of morgen willen hebben. Kartels functioneren goed als mensen homogeen zijn.
  • Kosten van collusie (boetes) - kartels zijn bij wet verboden. Afspraken kun je dus niet voor de rechtbank opeisen.
  • Verschillen in risicoaversie

Het werken van kartels

Er kan één leider zijn die de prijs aangeeft en doorgeeft aan de rest van het kartel. Als er prijsregels zijn dan zitten bedrijven tegen de bovenkant aan.

Kartel (in)stabiliteit

Een kartel is meestal op lange termijn instabiel. Je wilt met je kartel minder produceren en een zo hoog mogelijke prijs, maar elke individuele producent wil liever iets meer produceren. Als iedereen meer produceert, werkt het kartel niet. Je hebt ook sanctiemechanisme nodig: je gaat meer produceren als iemand anders doet maar dan is iedereen de dupe (ook jijzelf). Dat is dus duur, de vraag is dan of je voor sanctiemechanisme wil betalen.

Verticale integratie: bedrijven werken met elkaar samen, bijvoorbeeld de producent van een auto en de producent van verlichting. Als er sprake is van verticale integratie, dan is het lastig om te achterhalen of iedereen zich aan de afspraak houdt.

Risico van detectie van overtreders: de persoon die als eerst persoonlijke informatie vertelt (klikt) over het kartel bij de overheid hoeft geen boete te betalen.

Artikel 101 VwEU - bepaling tegen kartels

Artikel 101 VwEU niet altijd van toepassing. Nederlandse kartelrecht is van toepassing als een kartel enkel in Nederland bestaat. Ook niet van toepassing als kartel geen invloed heeft op de interne Europese markt.

Uitzondering art. 101: totale marktaandeel van niet meer dan 10% indien partijen daadwerkelijke of potentiële concurrentie zijn - deminimis regel. Van 15% wanneer de partijen geen concurrenten op de relevante markten zijn.

De reden van deze uitzonderingen is dat toepassing van de wet veel geldkost, dus niet achter de kleine overtredingen aan zal gaan.

 

art. 101 lid 3 VwEu voorwaarden die afweging mogelijk maken

  1. De afspraak moet bijdragen aan de verbetering van de productie of de distributie of aan de bevordering van de technische of economische vooruitgang.
  2. De voordelen die voorvloeien uit de afspraken moeten voor ene redelijk deel ten goede komen aan de gebruikers.
  3. De concurrentie mag niet verder beperkt worden dan strikt noodzakelijk is.
  4. Er moet in de markt voldoende concurrentie overblijven.

Misbruik 

Bedrijf is dominant als bedrijf zich in zekere mate onafhankelijk kan gedragen. Zij hebben:

  • Mogelijkheid om de prijzen te beïnvloeden.
  • Toegang tot de markt
  • Grootte van de markt
  • Verwachte productiestrategie (bijvoorbeeld afschrikking)

Zijn positie verdedigen/afschrikken doet hij door:

  • Beperking van prijzen (limit pricing)
  • Fusies
  • Arbeidscontracten in de industrie zodat het voor nieuwe bedrijven te duur is om met jou in mededinging te treden. Het kan dan uit dat het je iets meer kost.
  • Investering in overcapaciteit: te veel producten zodat het voor nieuwe producenten moeilijk wordt toe te treden. Als ze in de markt komen kun je ze er zo weer uitgooien, want prijs gaat omlaag en je hebt een buffer en zij niet.
  • Verticale integratie: bedrijven proberen betere controle over producten te houden. Als er veel verschillende producten zijn en allemaal min of meer hetzelfde zijn, dan wordt het nieuwe product niet gevonden.
  • Productdifferentiatie

Misbruik van macht -> overtreding

  • Prijsdiscriminatie: verschillende consumenten verschillende prijzen geven
  • Tying: voor een hele goedkope prijs een product verkopen en dan niet goed verdienen door product, bv. Printer goedkoop, cartridges heel duur, maar je hebt ze nodig.
  • Roofprijzen: prijsmechanisme waarbij geprobeerd wordt concurrenten uit de markt te pesten
  • Contractuele beperkingen
  • Territoriale beperkingen

Juridische elementen van dominantie

  • Relevante markt: bedrijf is alleen dominant op bepaalde markt. Niet elk groot bedrijf is dus dominant, omdat het afhankelijk is op welke markt ze actief zijn
  • Er is sprake van een economische machtspositie
  • Misbruik: gedrag van bedrijf op een gebied of in een tijd dat bedrijf zoveel economische macht heeft dat er sprake is van dominantie.
  • Relevante markt: vraag is er of een substituut is

Productmarkt

  • Uitwisselbaarheid van producten

    • Fysieke eigenschappen
    • Consumptie-eigenschappen
    • Vraag-/aanbodstructuren
    • Potentiële concurrentie
  • Geografische markt - kan EU zijn, maar ook kleiner
  • Transportkosten

Afbakening van de relevante markt

  • Correlaties: onderlinge afhankelijkheid van bijvoorbeeld productprijzen
  • Prijselasticiteit
  • Vraag reacties op prijswijzigingen
  • Vraag reacties op prijswijzigingen van complimenten en substituten

SSNIP test

Als een prijsverhoging ertoe leidt dat de consument goed ‘B’ koopt in plaats van ‘A’, maakt product ‘B’ deel uit van de relevante markt. Er is een probleem als ‘opgeblazen’ prijzen als basis worden gebruikt. Soms is een prijs al kunstmatig hoog bij bijvoorbeeld monopolie.

Positie van marktmacht

In de EU worden marktaandelen meegewogen, maar er is geen directe link tussen marktaandelen en het feit dat een bedrijf een dominante positie heeft. Ook naar andere elementen kijken:

  • Productvervanging.
  • Aantal concurrenten.
  • Marktconcentratie: te veel producenten er zijn, hoe grote speler.
  • Belemmeringen voor toegang: als het makkelijk is om toe te treden tot de markt en dan heb je bijna geen marktkracht ook al ben je monopolist.
  • Potentiële concurrentie: zijn er belangrijke spelers die makkelijk vanuit een andere hoe met jou in concurrentie kunnen treden.

Dit moet je in de gaten houden bij de vraag of er sprake is van marktmacht.

 

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?

Er worden geen onderwerpen behandeld die niet zijn terug te vinden in de literatuur.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

Er worden geen recente ontwikkelingen binnen het vakgebied besproken.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?

Er worden geen vragen behandeld die behandeld zouden kunnen worden op het tentamen.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Follow the author: cecilejvn
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1468