Psychotherapy
- 3360 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Handboek schematherapie (pp. 17-32). Theorie, praktijk en onderzoek
Vreeswijk, M., Broersen, J., & Nadort, M. (2008).
Hoofdstuk 3
Theoretisch model: schema’s, copingstrategieën en modi
Vroeg ontstane disfunctionele schema’s
Vanaf de eerste levensjaren worden ervaringen opgeslagen in ons autobiografische geheugen in de vorm van schema’s. Deze zijn de zintuigelijke waarnemingen en de ervaren emoties, handelingen en betekenis die eraan is verleend
Schema’s functioneren als filters waarmee mensen de wereld om zich heen ordenen, interpreteren en voorspellen.
De meeste mensen hebben schema’s die hen helpen zichzelf, het gedrag van anderen en gebeurtenissen in de wereld beter te begrijpen. Dit zorgt ervoor dat ze een positief zelfbeeld en een genuanceerd beeld van andere mensen ontwikkelen en om adequaat problemen op te lossen. Mensen met persoonlijkheidsproblematiek hebben disfunctionele schema’s.
Volgens Young ontstaan disfunctionele schema’s op jonge leeftijd als resultaat van de wisselwerking tussen de temperament van het kind, de opvoedingsstijl van de ouders en significante (soms traumatische) ervaringen. Disfunctionele schema’s weerspiegelen belangrijke emotionele behoeften van het kind. Zij zijn aanpassingen aan negatieve ervaringen, gebrek aan liefde en warmte en inadequate ouderlijke zorg en steun.
Hoewel disfunctionele schema’s in de vroege kinderjaren, gezien de omstandigheden, doorgaans adaptief zijn geweest, interfereren ze in belangrijke mate met goed het goed doorlopen van ontwikkelingstaken. Dit kan leiden tot voortdurende negatieve ervaringen, die ervoor zorgen dat een schema steeds meer ingesleten en rigide raakt. Hoe meer iemand op een bepaald gebied tekort is gekomen en hoe ernstiger de ervaren traumatische gebeurtenissen zijn, des te rigider en sterken hebben bepaalde overtuigingen zich geworteld en des te meer last heeft de persoon er in zijn huidige leven last van.
Schema’s zijn niet op elk moment even actief of bepalend in iemands leven. Als omstandigheden meer gelijkenis vertonen met situaties die hebben geleid tot het ontstaan van het schema, dan zal het schema ook meer op de voorgrond komen te staan.
Iemand heeft niet alleen schema’s, maar ook strategieën om er zo min mogelijk last van te hebben (copingsstrategieën).
Disfunctionele schema’s worden veel in stand gehouden doordat de cliënt situaties ontloopt die zijn schema’s zouden kunnen corrigeren, doordat hij personen opzoekt die zijn schema’s bevestigen en/of doordat hij geen oog heeft voor informatie die zijn schema’s nuanceert. De cliënt heeft dit gedrag in zijn jeugd geleerd om moeilijke of bedreigende situaties te overleven. In het huidige leven van de cliënt kan dit gedrag onhandig blijken en de schema’s in stand houden.
Drie manieren waarop men met schema’s om kan gaan (copingstrategiën) zijn overgave, vermijden en overcompenseren. De copingsstrategiën geven op de korte termijn een gevoel van opluchting, maar leiden op de lange termijn tot moeilijkheden op belangrijke levensgebieden. Het gebruiken van een copingsstrategie is in het algemeen geen bewuste keuze van de cliënt, maar een automatische reactie op een dreigende of kwetsende situatie.
Overgave
De cliënt gedraagt zich volgens zijn schema en past zijn gevoelens en gedachten daaraan aan. Het gedrag hierbij is herhaling van gedragspatronen uit de jeugd door mensen en situaties op te zoeken die lijken op de omstandigheden die vroeger hebben geleid tot de vorming van het schema. De gedachten hierbij bestaan uit selectieve informatieverwerking. Het gevoel hierbij houd in dat de emotionele pijn van het schema wordt rechtstreeks gevoeld
Vermijding
De cliënt vermijdt activiteiten die het schema met bijbehorende gevoelens activeren. Het schema kan niet ter discussie gesteld worden en er worden geen correctieve ervaringen opgedaan. Het gedrag hierbij is actieve en passieve vermijding van allerlei situaties die het schema zouden kunnen oproepen. De gedachten hiebrij zijn ontkenning van gebeurtenissen en herinneringen, depersonalisatie of dissociatie. Het gevoel hierbij is afvlakking van gevoelens of niets meer voelen.
Overcompensatie
De cliënt gedraagt zich zo veel mogelijk tegengesteld aan de kern van zijn schema, om er geen last van te ervaren. Dit leidt tot onderschatting van de invloed die het schema kan hebben en vaak tot overdreven assertief, agressief of onafhankelijk gedrag. De gedragingen hierbij zijn aan het schema tegengesteld gedrag. De gedachten zijn tegengesteld aan de inhoud van het schema en de cliënt overdekt onaangename gevoelens van het schema met tegenovergestelde gevoelens. Onaangename gevoelens komen terug als de overcompensatie een keer mislukt.
Cliënten hebben meestal niet één vaste copingsstrategie.
Vooral bij meer complexe persoonlijkheidsproblematiek blijkt dat cliënten zich in verschillende schema’s herkennen en diverse copingstrategieën in voortdurende afwisseling hanteren. Zo kan er vaak binnen korte tijd een wisseling van stemming en gedrag optreden.
Schemamodi zijn de momentane, steeds wisselende, maar alles overheersende gemoedstoestanden waarin een cliënt kan verkeren. Schema’s zijn stabiel van aard, en modi kortdurende toestandsbeelden. Een schema staat voor een eendimensionaal thema en een schemamodus reflecteert een constellatie van diverse op dat moment actieve schema’s en copingstijlen. Schemamodi spelen bij iedereen een rol.
Het verschil tussen gezonde mensen en cliënten is de mate waarin de modi onafhankelijk van elkaar opereren en de sterkte van hun activiteit. Hoe gezonder iemand is, hoe minder de modi los van elkaar staan en hoe minder sterk de disfunctionele modi overheersen. Schemamodi staan nooit compleet los van elkaar. Een schemamodus is een toestandsbeeld dat op een bepaald moment op de voorgrond staat. Bij een cliënt met een paar disfunctionele modi staat meestal één modus op de voorgrond, maar de andere modi zijn tegelijkertijd op de achtergrond aanwezig.
This is a bundle about the ussage and efficacy of psychotherapy. This bundle contains the literature used in the course 'DSM-5 and psychotherapy' at the third year of psychology at the University of Amsterdam.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3882 | 1 | 1 |
Add new contribution