Waarom een ontwikkelingsperspectief meer is dan IQ en leerrendement - Pameijer - 2014 - Artikel
Waarom moet een ontwikkelingsperspectief meer zijn dan alleen IQ en leerrendement?
Wat is een ontwikkelingsperspectief?
Het doel van Passend Onderwijs is om alle kinderen op scholen te kunnen plaatsen die passen bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Dit is in het bijzonder belangrijk voor kinderen die extra begeleiding nodig hebben op school.
Scholen formuleren een ontwikkelingsperspectief (OPP) voor kinderen om ze op de juiste school te kunnen plaatsen en zo nodig ondersteuning te kunnen bieden. Een OPP bevat twee onderdelen: uitstroombestemming en uitstroomniveau (UB en UN) en leerrendementsverwachting (LRV). UB en UN gaan over de lange termijn: naar welke school kan het kind na deze school en op welk niveau zal het les nodig hebben en aankunnen. LRV gaat over de korte termijn: welke doelen moeten de komende periode worden nagestreefd voor wat betreft de kwaliteiten van het kind.
Een OPP is onder andere belangrijk om de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ook kan een OPP achteraf helpen om uit te zoeken waar bepaalde leerachterstanden zijn ontstaan.
Welke discussies zijn er rondom het ontwikkelingsperspectief?
Sinds het OPP het individuele handelingsplan zou gaan vervangen, staat het sterk in de belangstelling. Er is veel discussie over het nut van het OPP en over de mogelijke problemen ervan.
Ten eerste wordt in het OPP vanuit beginkenmerken van een kind diens eindniveau vastgesteld. Dit zou te weinig recht doen aan de individuele ontwikkeling van een kind en aan het complexe karakter van schools leren. Er kan van alles gebeuren in de omgeving of met het kind zelf wat een sterke invloed heeft op het leren.
Dan zijn er ook invloeden in het kind, in het onderwijs en in het gezin die erg belangrijk zijn voor het leren. Invloeden op het leren in het kind zelf zijn bijvoorbeeld leerstoornissen, werkhouding, gedrag en lichamelijk functioneren. Hoe goed docenten lesgeven en hoe goed ouders kinderen helpen en controleren bij het leren, heeft ook erg veel invloed. Het OPP zou hier meer rekening mee moeten houden om belemmeringen voor het leren te minimaliseren.
Dit brengt ons bij de tweede kritiek dat in het OPP alleen gekeken naar IQ en leerrendement, terwijl hoe een kind zich ontwikkelt zeker niet alleen maar hiervan afhankelijk is en er in de manieren om intelligentie te testen al veel problemen zitten. IQ-scores hebben wel een voorspellende waarde voor schoolsucces, maar deze is verre van volmaakt. Schoolprestaties hangen ook samen met vele andere factoren van het kind en met de kwaliteit van het onderwijs en de opvoeding.
Daar komt nog bij dat IQ-scores slechts inschattingen zijn maar dat er altijd een standaardmeetfout is. Afwijkingen van 10 punten zijn normaal en afwijkingen tot 20 punten komen ook nog voor. Vaak leiden verschillende IQ-tests bij hetzelfde kind ook tot verschillende scores, omdat ze andere aspecten van intelligentie vaststellen.
Ook is de invloed van intelligentie niet op alle vlakken even groot. Hoe goed iemand kan leren lezen heeft bijvoorbeeld heel weinig met intelligentie te maken.
Tenslotte is er het risico dat scholen sneller geneigd zullen zijn een lager OPP te formuleren, zodat zij later niet aan ouders en inspectie hoeven te verantwoorden dat het eindniveau lager is uitgevallen dan voorspeld. Dit zorgt voor het Pygmalion-effect; kinderen worden te laag ingeschat door de leerkrachten en zullen hierdoor (onbewust) ook beneden hun kunnen presteren.
Hoe kan het ontwikkelingsperspectief goed ingezet worden?
Een OPP kan een positieve bijdrage leveren aan het bieden van passend onderwijs, maar dan moet het OPP wel verantwoord zijn opgesteld, met marges zijn en regelmatig geëvalueerd moet worden op basis van de individuele onderwijsbehoeften van het kind. Dit is dan ook de conclusie van dit artikel.
Een functioneel OPP kan nooit alleen maar gebaseerd zijn op het IQ en het leerrendement van het kind. Het moet gebaseerd zijn op een gedegen analyse van betrouwbare en valide gegevens van het kind, de kwaliteit van het onderwijs en de mate van onderwijsondersteunend gedrag van ouders. Het is belangrijk om rekening te houden met de wisselwerking tussen een kind en diens leerkrachten, ouders en medeleerlingen. Het lange termijn einddoel UN moet worden vertaald naar halfjaarlijkse streefdoelen betreffende de LRV, werkhouding, welbevinden, sociaal-emotionele ontwikkeling en een passend onderwijsaanbod. De lat moet bewust hoog gelegd blijven worden, maar er moet ook alles aan gedaan worden om de hoge doelen te bereiken. Over de praktische implicaties hiervan kan nog verder gediscussieerd worden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Add new contribution