Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 3 (Ethiek 2) Universiteit Utrecht
Slide 1-2 Titeldia & Inhoud college 3
Geen aantekeningen
Slide 3 Utilitarisme versus deontologie Aantekeningen
In ethische discussie worden deze argumenten gebruikt; onderscheid is belang, want in ethiek is de vraag wat is juist/wat is het goede om te doen.
In ethische argumentatie kan ook worden gekeken naar wat praktisch haalbaar is of volgens de wet mag, maar weet wel wat het verschil is tussen praktische, juridische en ehtische argumenten.
Wegen van verschillende belangen kwam terug bij haar vertrek uit baarn. Ethische afweging is gewogen besluit tussen verschillende belangen die spelen.
Tekst van singer was oefening waarbij 2 dimensies terugkwamen. Oefening om te kijken wat is nu utilitaristisch en deontologisch.
Utilitarisme wordt ook wel consequentionalisme genoemd. Om te kijken wat juiste is om te doen kijk je naar wat beste ocnsequenties heeft voor zoveel mogelijk betrokknen.
Er zin ook stromingen die niet kijken naar gevolgen, maar nar beste principes. Juist en rechtvaardig ongeacht consequenties.
Slide 4 Is alles betrekkelijk? Aantekeningen
Je maakt in die afweging wat juist is gebruik van waarden en normen. Het zijn geen feiten waarvan juistheid aan te tonen is. Wat betekent dat dat het betrekkelijk is?
Voorbeeld: orthodox joods is onderwijs voor jongens principieel anders dan voor meisjes vanuit orthodoxe jodendom. Meiden hebben een andere taak in het volwassen leven namelijk. De overtuiging binnen die groep is dat het beste is voor die kinderen, want zo voorbereid op rol in gemeenschap en dus ok voor gemeenschap. Dus overtuiging dat dit beste is om te doen. Moeten we dit als pedagogen accepteren omdat waarden en normen verschillen en geen feiten zijn, of moeten we in objectieve termen denken zoals vinden we dit wel goed voor kinderen en moeten we dit bij wet verbonden. Waarden en normen zijn tijd en plaatsgebonden, betekent dat dan gelijk dat ze betrekkelijk zijn, of is het zo dat er bepaalde cutluurhistorisch overstijdigende principes kunnen onderscheiden.
In ethiek is sprake van funderingsprobleem. Er is geen empriisch bewijs voor bepaalde warde en normen. Worden wel feiten aangevoerd ter onderbouwing, maar er zijn geen feiten waaruit automatisch normen afgeleid kunnen wordne. Uit een feit kan je geen norm afleggen à de logisch ekloof tussen zijn en behoren. Uit hoe iets is valt niet af te leiden hoe je moet handelen. Er zijn wel 2 kampen onderscheidden.
Aan ene kant objectivisme. Iedereen heeft eigen waarden en ormen, maar zijn tijds en cultur principies waarbij hierarchie te maken is; deze waarden en normen zijn beter dan andere. De verkalring van universele rechten van de mens is daar voorbeeld van. Objectivistische opvatting.
Aan andere kant relativisme. Omdat waaren en normen niet te funderen zijn en vanwge die kloof kunnen we nik szekgne over wenselijkheid of humanitaire karkater van waarden en normen. Je kan niet zeggen dat enen beter is dan andere. Relativisme is makkelijke positie als je niet hoeft te handelen. Als pedagoog ben je niet in luxepositie om te zeggen dat is betrekkelijk, dat moeten mensen zelf weten. Als pedagoog kan je opmerking dat is in bepaalde kringen nu eenmaal gewoon niet altijd accepteren. Grens van wat je acceptabel vind ahv mens- en kindbeeld wat goed is. Dus relativisme is prrachtige opvatting binnen academia, maar als pedagoog in praktijk vind je bepaalde dingen wel of niet goed om te doen. Positei innemen is niet hetzelfde als jouw manier alleen juiste is, maar wel grens in wat je pedagogisch verantwoord vind. Dus je meot positeif innemen.
Ander voorbeeld. In de metro gratis treinkrant stond artikel over vrouwenbesnijdenis. Verscihl opvatting tussen beligsch en nl gynacologen. Belgische vonden mildste vorm toegestaan. Nl vonden geen nekele vorm toegestaan. Recht op lichamelijke intergriteit geldt volgens wet ook voor kinderen. Bij besnijdenis dus conflict tussen recht van kind op lichamelijke integriteit en recht ouders vrijheid van geloof. Botsing van 2 catgeorische imperatieven volgens Kant. Ethische vraag wat hier te doen. Maar recht op godsienstvrijheid is een individueel recht en dat mag niet leiden tot inperken van een ander. Kinderen hebben ook godsdienstvrijheid, dus moeten later zonder besnijden te zijn, kunnen kiezen. En nondiscrimnatiebeginsel zegt moet voor jongens als meisjes gelden. Dit was haar argumentatie.
Vraag: betrekkelijk houdt in dat het afhaneklijk van de situatie of personen is. Zijn dingen objectief wel of niet goed of is het afhaneklijk van de situatie en dan is het betrekkelijk.
Slide 5 Oefening: moet besnijdenis mogen? Aantekeningen
1e argument is deontologisch, omdat het gaat over principes zoals zelf geen inspraak hebben.
2e argument is utilitaristisch, omdat het gaat over gevolgen
Utilitaristisch argument dat je er mee eens bent: kind voelt niet veel pijn en schade binnen cultuur kan groter zijn als je niet besneden bent.
Het zijn dus manieren van argumenteren ipv dat de ene manier voor of tegen is.
Deontologisch argument niet bij wet verbieden omdat elke subculturele groep recht heeft om te doen met kinderen wat zij willen. Dan val je terug op ofwel religie of cultuur, als je maar duidelijk maakt dat het om principe gaat. Bijv culturele eigenheid van groepen respecteren.
Je kan het ook gooien op autonomie, zelfbeschikking van eigen lichaam.
Slide 6 Proefvraag ethiek Aantekeningen
- Uit het nieuws: “Dierenactivisten hebben zondagnacht 15 maart 2009 in Stavenisse ongeveer 2500 nertsen uit een nertsenboerderij laten ontsnappen.
De meeste dieren zijn na de actie weer gevangen. Een aantal dieren werd doodgereden op de openbare weg, meldt de Nationale Recherche maandag.
De activisten konden vermoedelijk op het terrein van de Zeeuwse boerderij komen door aan de achterkant een schutting te vernielen”.
- Geef een deontologisch én een utilitaristisch argument voor of tegen deze actie (max. 4 punten).
Een utilitaristisch argument tegen is dat deze bevrijdingsactie niet een groter netto geluk opleverde dan zonder deze actie. De nertsen hebben er geen baat, want die zijn weer gevangen of doorgereden. De nertsenhouders hebben er ook geen extra geluk van, want dit was gedoe. Ook moesten er mensen in actie komen de nertsen te vangen. Netto geluk is dus gedaald, dus tegen de actie.
Vanuit deontologisch perspectief kan je voor de actie zijn gezien het principe dat dieren zoals nertsen niet gevangen moeten leven voor het plezier van de mens. Deontologie gaat immers uit van plichten die je hebt om moreel te handelen. Als je vindt dat dieren vrij moeten zijn, kan je het bevrijden van dieren als plicht zien.
- In hoofdstuk 1 van Van Hees wordt gesteld dat er in de ethiek sprake is van een funderingsprobleem. Leg aan de hand van een voorbeeld (dat mag je antwoord op vraag a zijn) uit wat daarmee bedoeld wordt (max. 3 punten).
Het funderingsprobleem is de opvatting dat het niet mogelijk is morele stellingname te funderen en dat een ‘objectieve’ ethiek derhalve een illusie is; dat het onmogelijk is tot ultieme fundering voor ethische stellingname te komen.
Een voorbeeld kan zijn bij het deontologische argument dat je dieren moet bevrijden die gevangen zijn. Een onderliggend idee kan dan zijn dat dieren en mensen gelijk zijn aan elkaar. Dit idee kan je echter niet verder funderen. [aanvulling docent:]Je zou kunnen zeggen dat je steeds weer nieuwe argumenten moet aanvoeren omdat er nooit een sluitende onderbouwing is voor een norm
Voorstanders van bovenstaande actie van dierenbevrijders wijzen er op dat de daad te rechtvaardigen is omdat deze dieren beperkt werden in hun vrijheid.
- Is vrijheid een deugd, waarde of norm? Leg uit waarom.
Vrijheid is een waarde. Een waarde is iets dat je belangrijk vind in het leven. Een deugd is een waarde verheven tot eigenschap. Vrijheid is geen eigenschap. Een norm is een handelingsrichtlijn, dat is vrijheid ook niet. Vrijheid is wel iets dat waardevol of belangrijk in het leven wordt gevonden en dus een waarde.
Slide 7 Vrijheid van onderwijs Aantekeningen
Voorwaarde voor oprichten: je moet kunnen aantonen dat het nodig is voor jouw subcultuur, omdat die er nog niet is in jouw omgeving.
Slide 8 Onderwijsvrijheid: de geschiedenis Aantekeningen
Achtergrond ook van artikel van de jong en snik of we bijzonder onderwijs meoten financieren.
Schoolstrijd oorsprong in frnas bestuur. Die brachten scheiding kerk en staat in NL. Kerken mochten niet meer bpealen hoe onderwijs eruit mocht zien op school. Mpocht wel christelijke school maar moest geogekeurd worden. Christendom niet verdwnene, maar algemene christelijke waarden en normen zodat je niet voor hofod gestoten werd. Religie mocht niet te veel nadruk. In praktijk betekende dit dat milde vorm protestants onderwijs. Dat was kiem schoolstrijd, want orthodox protesetanen waren niet eens met ligth versie van geloof dus ze wkamen in opstand. Ook joden en kahtolieken sloten aan. Die situatie verandert in 1848 met de gorndwetsherziiening vwaar vrijheid onderwijs een recht is. Je ziet dat aglemene christelijke scholen enutrale scholen gaan heten. Openbare shcolen worden neutraal. In die vrijhei dvan onderwijs neemt dus toe omdat verschillende richtingen dus eigen school mogen, maar werd uit eigen middleen gefinancierd. Schoolstrijd was in zekere zin geslecht door vrijheid stichten, mar ging verder over subsidiering. Maar met 1878 nieuwe eisen aan kwaliteit en veiligheid onderwijs, werd dit gefinancierd voor neutrale scholen, maar niet voor bijzondere scholen. Was voor hun ondoenlijk te bekostigen. Leidde tot volspartissement. Bepleit dat ook bijzondere scholen betaal dmoesten worden of bepelit dat nieuwe onderwijswet van tafel moesten omda tlneit te betalen. In 1917 soort uitruil: alle scholen, zowel bijzonder, openbaar, enutraal op zelfde manier gefinancier vanuit de staat. [vraag: wil niet zeggen dat in 1 drop niet 2 katholieke shcolen mogen zijn. Maar bij aanvraag school op nieuwe grondslag, wordt al gekeken is dit nodig, wordt er al voorzien]. In de coaltie wat uitruil met pacificatie. Scoialisten kregen algemeen keisrecht en daarmee kregen christelijke partijen onderwijsvrijheid. Concreet betekent dat sinds 1917 belijke behandelin gopenbare en bijzondere scholen. Beiden typen scholen hebben zelfde rechten en plichten, beiden recht op volledige financiering. Dat is art. 23 vrijehid van onderwijs
Slide 9 Onderwijsvrijheid: voors en tegens Aantekeningen
Bij besnijdenis gin gom waarborg lichamelijk integriteit. Bij scholen kan je spreken over pscyhische integriteit ofwel autonomie. Onderwijsvrijheid debat voor wie het een vrijheid is. Voor subculturele groepen of voo rkind en wat moet voorrang krijgen? Artikel kurr pleit voor liberal education: onderwijs moet in eerste instante autonomie kinderen. Wat verder inhoudelijk gebeurt maakt niet uit, onderwijs moet rechten kinderen beschermen.
Denoniemntaio/confessioneel: onderwijs mag niet in strijd met cultuur/regels gebruiken met sbulctuur waar ouders behoren.
1e is autonomie kind bepalden vrijheid
2e is vrijheid vrijheid van subcultrele groep
Hier zie je 2 principes of vrijheden in conflict zijn. Je zie tdus dat vrijheid blastig is om discussie te sturen. Hier blijkt dat. Vrijheid, maar voor wie?
Slide 10 'Common school' versus 'private school' Aantekeningen
Pring en levinson
Kennis van zoveel mogelijk opvaatingen en achtergronden. Of bereid je ze net zo goed voor in eigen kring, dus private school. Is bijzonder onderwijs/opgroeien in eigen kring, net zo goed eliden tot vreedzaam samenleven?
Slide 11 De literatuur
Geen aantekeningen
Slide 12 Autonomie als centrale waarde Aantekeningen
Kerr is beschrijving van wat hij verstaat onder autonomie. Zelf keuzes kunnen maken als individu/niet gestuurd door wat andere vinden. Maa rook niet helemaal in je eentje bepalen. te maken met eisen omgeving.
Kerr: hhaal eruit wat onder autonomie verstaan wordt. Wat is het en aan welke voorwaarden moet het voldoen. Die autonomie is onderliggende vraag autonomie voor wie? Is het zo dat autonomie is voor sbuculturele of religeiqueze groepen (zlef bepalen hoe kind opvoeden) of voor idnividu (rechtne kind)? Kunnen ouders zich wel beroepen op recht eigen groep als ontluikende autonomie van kind in de weg staat?
Aan de enen kant onderwijsvrijheid dat ouders zelf mogen weten in welke schoolz e hun kind zetten die past bij hun eigen ideeen. Aan de andere kant kan je afvragen wat plicht staat is om autonomie kind te bewaken. Je kan moeilijk van ouders vragne kritisch op eigen levensbeschouwin gte kijekn. Thius is prive domein. Ouders mogen kinderen thuis opvoeden in regels vna eigen sbucutlurele cultuur. Maar bij scholing is vraag of we ook aan ouders mogen overlaten. Ciritici onderwijsvriheid zeggen als staat plich tom te regeren over publieke domeinen. Onderwijs moet voor zorgen dat kinderen daa rontluikende uatnomie gewaarborgd worden. Dus thuis privedomein, onderwijs publiek domein. Ouders moeten zorgen dat ze hun kinern eopvoeoden zoals zij goed vinden/past bij hun levenosntuiging en staat moet voor waken dat onderwijs daar misschien tegenbeeld aan geeft. Juist om leefbaarheid vna smanelvieng te waarborgen
Slide 13 Verschillende perspectieven Aantekeningen
Je hoort hier al 2 verschillende perspectieven.
Sociologisch: basis argumentatie is voortbestaan leefbare samenleving. Dat is bij pring en levinson discussie.
Artikelen over beschermen autonomie is meer pedagogisch perspectief. Kerr vraagt zich af hoe verhoudt vrijheid subculture groepen met recht autonomie en waar meoten we ingrijpen.
Dat is achtergrond van gelezen artikelen.
Artikel pring is lastig inkomen, voordeel is dat levinson samenvat en kritiek levert. Achtergrond hun discussie is hoe bereiken we het beste kindern voorbereiden op samenleving waarin leven met verschillende perpsectieven een gegeven is.
Slide 14 Vragen bij artikelen Pring en Levinson
Geen aantekeningen; dit was uitleg van huiswerk
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcollege aantekeningen vak Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, blok 3 2021
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 1 (Introductie en argumentatieleer)
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 2 (Rechten en plichten) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 3 (Ethiek 2) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 4 (Wijsgerige antropologie) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 5 (Epistemologie & wetenschapsfilosofie) Universiteit Utrecht
- Werken aan Normatieve Professionaliteit: Hoorcollege week 6 (Wetenschapsfilosofie & Responsie) Universiteit Utrecht
Contributions: posts
Spotlight: topics
Hoorcollege aantekeningen vak Werken aan Normatieve Professionaliteit, Universiteit Utrecht, Bachelor 1, blok 3 2021
Hoorcollege aantekeningen van het vak Werken aan Normatieve Professionaliteit gegeven aan de Universiteit Utrecht in blok 3 2021.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1756 | 4 | 1 | 1 |
Nice! Roos Heeringa contributed on 01-04-2021 13:32
Hey Julia!! Heel chill dat je deze summary deelt!! Ook heel fijn dat je bij elke slide in detail gaat over het stof. Ik denk dat dit alle relevante onderwerpen van week 3, is dat correct?
Hey Roos, Julia Schravendijk contributed on 01-04-2021 14:49
Hey Roos,
Dat klopt, dit zijn alle relevante onderwerpen! Succes met leren!
groetjes,
Juul
Nice! Roos Heeringa contributed on 01-04-2021 13:42
Hey Julia!! Heel chill dat je deze summary deelt!! Ook heel fijn dat je bij elke slide in detail gaat over het stof. Ik denk dat dit alle relevante onderwerpen van week 3, is dat correct?
Nice! Roos Heeringa contributed on 01-04-2021 13:03
Hey Julia!! Heel chill dat je deze summary deelt!! Ook heel fijn dat je bij elke slide in detail gaat over het stof. Ik denk dat dit alle relevante onderwerpen van week 3, is dat correct?
Add new contribution