Bestuursrecht 2 WC3A

Werkgroepcasus I: Onvolledige aanvraag

Vraag 1

Leg uit aan welke normen uit de Awb een bestuursorgaan zich moet houden bij het voorbereiden en nemen van een beschikking.

Vraag 2

Wat is de verhouding tussen art. 3:2, art. 4:2, tweede lid, en art. 4:5 Awb?

Vraag 3

Is art. 4:5 Awb op elk gebrek in een aanvraag van toepassing?

Vraag 4

Het college van B&W van Groningen heeft voor het indienen van een aanvraag om een reclamever- gunning het gebruik van een aanvraagformulier als bedoeld in art. 4:4 Awb voorgeschreven. Carina Jagersma levert de voor het nemen van het besluit relevante informatie aan, echter zonder van dit for- mulier gebruik te maken. Mag het college van B&W om die reden de aanvraag buiten behandeling laten?

Vraag 5 

Bram Dijkema dient een subsidieaanvraag in bij het college van B&W van Leeuwarden. In reactie op zijn aanvraag laat het college van B&W op 12 juni 2018 per brief aan Bram weten dat deze onvolledig is en moet worden aangevuld. In de brief staat duidelijk vermeld welke gegevens Bram nog moet over- leggen. Ook laten B&W aan Bram weten: “De aanvraag moet uiterlijk 1 augustus 2018 behoorlijk zijn aangevuld. Indien u de gevraagde gegevens niet binnen de aangegeven termijn verstrekt, dan nemen wij uw aanvraag mogelijkerwijs niet in behandeling.” Het blijft daarna stil. Bram laat niets van zich horen, het college van B&W evenmin. Dat verandert pas op 13 september 2018. Dan komt Bram alsnog met de gevraagde gegevens. Hoe moet/kan het college van B&W op de ontstane situatie reageren?

Vraag 6

Omar Tekin dient een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwen in bij het college van B&W van Groningen. In reactie op zijn aanvraag laat het college van B&W op 15 januari 2018 per brief aan Omar weten dat deze onvolledig is en moet worden aangevuld. In de brief staat duidelijk vermeld welke gegevens Omar nog moet overleggen. Ook laten B&W aan Omar weten: “De aanvraag moet uiterlijk 1 februari 2018 behoorlijk zijn aangevuld. Indien u de gevraagde gegevens niet binnen de aangegeven termijn verstrekt, dan nemen wij uw aanvraag niet in behandeling.” Omar komt niet met een aanvulling. Op 25 april 2018 laten B&W aan Omar weten dat zijn aanvraag buiten behandeling wordt gelaten. Heeft het college van B&W de aanvraag van Omar rechtmatig buiten behandeling gelaten?

Vraag 7

Rosa Molenaar dient een aanvraag voor een evenementenvergunning in bij de burgemeester van As- sen. In reactie op haar aanvraag laat de burgemeester op 30 mei 2018 per brief aan Rosa weten dat deze onvolledig is en moet worden aangevuld. In de brief staat duidelijk vermeld welke gegevens Rosa nog moet overleggen. Ook laat de burgemeester aan Rosa weten: “De aanvraag moet uiterlijk 15 juni 2018 behoorlijk zijn aangevuld.” Rosa laat niets van zich horen. De burgemeester beslist op 16 juni 2018 om de aanvraag buiten behandeling te laten. Heeft de burgemeester de aanvraag van Rosa rechtmatig buiten behandeling gelaten?

Werkgroepcasus II: Advisering bij besluitvorming

ABRvS 5 december 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB9482

Vragen

Vraag 1 

Startvraag.

Vraag 2

Er kunnen verschillende motieven zijn om in het bestuursrecht een adviseur bij de besluitvorming te betrekken. Leg uit welk(e) motief/motieven in de besluitvorming in reactie op een verzoek om planschadevergoeding een rol speelt/spelen.

Vraag 3 

Artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan worden gezien als algemene regel van bewijsrecht, die ook voor het bestuursrecht betekenis heeft. In hoeverre is de verdeling van verantwoordelijkheden tussen aanvrager en bestuursorgaan ter zake van de besluitvorming in reactie op een aanvraag om een financiële vergoeding zoals die uit deze uitspraak – met name uit de overwegingen 2.1, 2.2 en 2.3 (eerste alinea) – blijkt, in overeenstemming met de uitgangspunten van artikel 150 Rv?

Vraag 4 

Medisch onderzoek in het kader van een besluit van het UWV ter zake van het recht op een arbeids- ongeschiktheidsuitkering vindt plaats door een arts in dienst van het UWV. Bij de beslissing op een verzoek om planschadevergoeding, zoals hier aan de orde, wordt advies gevraagd aan een persoon die niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan dat op het verzoek moet beslissen. Noem één argument waarom dat verschil tussen de gang van zaken bij een verzoek om een arbeidsongeschiktheidsuitkering enerzijds en een verzoek om planschadevergoeding anderzijds wel, dan wel juist niet gerechtvaardigd is.

Vraag 5 

Aan welke norm/rechtsregel vindt de door de Afdeling in rechtsoverweging 2.4.2 verrichte toetsing door de Afdeling plaats?

Vraag 6 

Stel, u werkte in 2005 als jurist bij de gemeente Zundert. Uw collega jurist vraagt u: ‘Zijn wij ei- genlijk in deze zaak wel op grond van de wet of anderszins verplicht een advies te vragen?’ en stuurt u de volgende link: http://wetten.overheid.nl/BWBR0002375/2008-02-01#HoofdstukVIII. Wat is uw reactie?

Vraag 7

Geef op basis van r.o. 2.4.2 van de uitspraak van 5 december 2007 en op basis van r.o. 4.2 van de uitspraak van de 17 december 2014 aan waar de Afdeling, bij de vraag of een adviseur al dan niet onafhankelijk is, de grens trekt.

Vraag 8

Stelling: de Afdeling is te streng voor het gemeentebestuur van Helmond, nu de Verordening waar- aan het gemeentebestuur is gebonden (zie overweging 4.1) als enige eis stelt dat de adviseur een persoon of adviescommissie is die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijk- heid van het college. In hoeverre bent u het met deze stelling eens?

Antwoordindicatie 

Werkgroepcasus 1 

Vraag 1 

In ieder geval H 1 (alle begrippen) H2 (verkeer tussen burgers en BO) en H 3 (handelingen, belangenafweging, advisering, voorbereidingsprocedure, bekendmaking, motivering), eventueel H4 (Titel 4.1 beschikkingen in bijzonder, voorbereidingen beschikkingen en beslistermijnen). Eigenlijk de hele Awb.

Hoofdstuk 4 Awb, bijzondere bepalingen over besluiten. Onderzoeksplicht art 3:2 Awb. correcte bejegening, zorgvuldigheid, deugdelijk motiveren. 3:2 zorgvuldigheid, correcte bejegening, deugdelijke motivering, hoorplicht (4:7, 4:8).

Vraag 2 

Awb aanvraag eventueel buitenbehandeling. Artikel 4:2 Awb is een soort informatieplicht, tegelijk geldt door 3:2 een informatieplicht bij het bestuursorgaan. Wat als er sprake is van een botsing? In sommige gevallen heeft 3:2 Awb  invloed op de informatieplicht van 4:2 Awb. Stel dat aavrager te weinig info heeft verstrekt, moet BO de ontbrekende gegevens opvragen (hersteltermijn), maar soms heeft BO de ontbrekende gegevens al of kan er makkelijker zelf aankomen, in dat geval moet BO zelf info zoeken en is beroep op art 4:5 Awb niet mogelijk, omdat zij zelf al over de gegevens beschikt of deze makkelijker kan verkrijgen.

Vraag 3 

Alleen van toepassing op gebreken uit 4:5. Brede begrippen dus waarschijnlijk zou elk gebrek hier wel onder vallen. 4:5 geeft herstelmogelijkheid, dus niet van toepassing op gebreken die onherstelbaar zijn. 

Vraag 4 

Is dit aanvraagformulier wettelijk voorgeschreven? Dan kan je op grond van 4:5 sub a niet voldoen aan wettelijk voorschrift. Als dus in een AVV opgenomen staat dat je iets ‘moet’, dan is het dus in strijd met een wettelijk voorschrift.

Vraag 5 

Het bestuursorgaan heeft de bevoegdheid om de aanvraag buiten behandeling te laten omdat Bram niet op tijd heeft aangevuld. Het bestuursorgaan had dit echter binnen 4 weken buiten behandeling moeten laten. 

Vraag 6

Artikel 4:5 lid 1 sub c: onvoldoende informatie verstrekt, vul deze binnen door BO gestelde termijn aan. Vervolgens zegt lid 4 dat binnen vier weken na het verstrijken van het termijn om aan te passen het BO moet laten weten dat ze aanvraag niet in behandeling nemen. 15 oktober is dus veel te laat.

Vraag 7 

Nee, je moet als BO wel vermelden wat de gevolgen zijn als je niet voldoet aan dit termijn. 

Werkgroepcasus 2 

Vraag 1 

Heeft de gemeente in strijd met haar eigen verordening gehandeld door Oranjewoud als planschadetaxateur in te schakelen omdat deze geen onafhankelijke adviseur zou zijn?

Vraag 2 

Zodat je als bestuursorgaan kan aantonen dat het onafhankelijk tot stand is gekomen. Onderbouwen van motivatie met deskundigheid. Onafhankelijkheid speelt ook een rol, zodat geen schijn van vooringenomenheid zal ontstaan.

Vraag 3 

Wie stelt bewijst. Is in het Bestuursrecht ook zo, maar bij planschade kan je het dus stellen en moet BO bewijzen of en in hoeverre het zo is. Nu is het zo dat de burger stelt, maar dat de gemeente het moet bewijzen.

Vraag 4 

UWV artsen doen de hele dag niks anders, anders moet je ze altijd inhuren. Planschade vaststellen komt veel minder voor.  Bij planschade is er  veel meer ruimte wat betreft de beoordeling. Arts stelt gewoon vast: arbeidsongeschikt of niet. Verder staat de arts ook nog eens onder tuchtrecht, dus staat nog meer onder toezicht.

Vraag 5 

Gaat om begrip onafhankelijkheid uit artikel 4 en 5 van de procedureverordening. Is Oranjewoud wel onafhankelijk?

Vraag 6 

Wro van toen: bepaling zei niks over verplicht inwinnen van een advies. Maar, in planschadeprocedureverordening staat dat wel. Dus anderszins wel verplicht. Nu is deze verplichting dus wel opgenomen. 

Vraag 7 

Zie r.o. 2.4.2 en r.o. 4.2.

Medewerkers van zo’n adviseur mogen niet tegelijkertijd twee functies of taken voor BO mogen uitoefenen. Dus het gaat om de medewerkers. Voor jou als burger moet duidelijk zijn wie hij is, voor wie hij werkt en wat hij uitvoert. Niet verenigbaar is niet toegestaan.

Vraag 8 

Ze hebben het hier de hele tijd over Hekkelman (het hele advocatenkantoor), dat gaat wel heel ver om het hele bedrijf uit te sluiten. Het is beter om bepaalde werknemers (advocaten) uit te sluiten.

 

Access: 
Public
Follow the author: lisacelineh
More contributions of WorldSupporter author: lisacelineh
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.