Vraag 1
Wanneer wordt een kabinet ‘demissionair’ en wat kan de aanleiding zijn voor het aannemen van de demissionaire status?
Vraag 2
Waarom worden (in)formateurs benoemd en in wiens opdracht verrichten zijn hun werkzaamheden?
Vraag 3
Wie sluiten een regeerakkoord en wat is het nut daarvan?
Vraag 4
Over welke middelen beschikken de Kamers der Staten-Generaal om inlichten van de regering te verkrijgen? Geef daarbij aan of de Kamers kunnen afdwingen dat de inlichten ook daadwerkelijk worden verstrekt.
Vraag 5
Over welke middelen beschikken de Kamers om op basis van de verstrekte informatie het beleid van de regering bij te sturen? Kan deze bijsturing ook daadwerkelijk worden afgedwongen?
Vraag 6
Welke juridische en feitelijke verschillen bestaan er tussen de Tweede en de Eerste Kamer waar het de controle van de regering betreft?
Vraag 7
Hoe kunnen de Kamers door middel van het parlementaire budgetrecht het regeringsbeleid bijsturen?
Vraag 8
Wie betrekt de Raad van State bij de totstandkoming van wetten en welke zeggenschap heeft de Raad van State met betrekking tot zo’n wet?
Vraag 9
Welke organen kunnen een door de regering ingediend voorstel van wet wijzigen en op welke manier dient dat te geschieden?
Vraag 10
Wat zijn de rechtsgevolgen van de aanvaarding van een amendement? Is het daarbij relevant welk oordeel de regering over dat amendement heeft uitgesproken?
Vraag 11
Waarin verschilt de procedure van herziening van de Grondwet van de gewone procedure van wetgeving en welke argumenten zijn er voor dan wel tegen deze verzwaarde procedure aan te voeren?
Vraag 12
Waaruit blijkt dat de Grondwet delegatie door de wetgever toestaat en langs welke wegen kunnen de Kamers der Staten-Generaal toezicht houden op de uitoefening van een door de wetgever overgedragen bevoegdheid tot regelstelling?
Vraag 13
Leg uit of alle rechter in Nederland onderdeel zijn van de rechterlijke macht.
Vraag 14
Ten opzichte van wie dient de rechter onafhankelijk te zijn en waarom is dat een rechtstatelijke eis?
Vraag 15
Op welke wijze komt de rechterlijke onafhankelijkheid tot uiting in de benoeming, de beloning en het ontslag van rechters en in de wijze waarop de minister van Veiligheid en Justitie de zittende en staande magistratuur kan aansturen?
Vraag 16
De bestuursrechtspraak is nog altijd wat minder systematisch georganiseerd dan de burgerlijke of strafrechtspraak. Hoe is dat te verklaren en langs welke wegen is geleidelijk meer samenhang tot stand gebracht?
Vraag 17
De Benthem-zaak betekende het einde van administratief beroep als definitieve vorm van geschilbeslechting. In hoeverre kennen we nog administratief beroep en wat is de functie daarvan?
Vraag 18
Staat bij de bestuursrechter beroep open tegen:
De vaststelling van de nieuwe Jeugdwet
De afwijzing door de minister van een verzoek tot subsidie
De wijziging van een ministeriele regeling
Het besluit tot verkoop van een aandelenpakket van de overheid in een luchtvaartuigmaatschappij
.....read more
Add new contribution