Sheetnotes werkgroepen Groepsdynamica

 

Bundle items:
Sheetnotes Groepsdynamica werkgroepopdracht 1
Sheetnotes Groepsdynamica werkgroepopdracht 2
Sheetnotes Groepsdynamica werkgroepopdracht 3
Sheetnotes Groepsdynamica werkgroepopdracht 4
Follow the author: marenthevh
This content is used in bundle:

College- en werkgroepaantekeningen bij Groepsdyanmica - UL

College-aantekeningen bij Groepsdynamica aan de Universiteit Leiden - 2016/2017

College-aantekeningen bij Groepsdynamica aan de Universiteit Leiden - 2016/2017


College 1: Groepslidmaatschap

Zijn groepen echt?

Voor sociale & organisatiepsychologen zijn groepen ‘echt’ in zoverre dat de consequenties die groepen teweeg brengen echt zijn.

Wanneer groepen ontstaan, ontstaat er interdependentie (inter-afhankelijkheid). Dit houdt in dat wat jij doet gevolgen voor jezelf heeft, maar ook voor de anderen in de groep. Het gaat om wederzijdse afhankelijkheid.

Bij de sociale waarde oriëntatie schaal wordt gekeken of iemand pro-sociaal, individualistisch of competitief is. Men moet hierbij keuzes maken voor zichzelf en voor een ‘onbekende ander’. Als men elke keer een gelijke beloning kiest voor ‘de ander’ en zichzelf, is men coörporatief/ pro-sociaal. Indien men steeds kiest voor eigen gewin is men individualistisch. Mensen die competitief zijn kiezen niet voor eigen gewin, maar willen vooral ‘de ander’ zo laag mogelijk hebben. Deze test voorspelt heel veel, bijvoorbeeld verkeersgedrag, concessies bij onderhandeling en coöperatie binnen en tussen groepen. Dit is voorspellend voor concessies bij onderhandelingen, milieugedrag, verkeersgedrag, coöperatief zijn, zelfopoffering en nog veel meer. Een sociaal psycholoog zou hierbij een opmerking maken dat de manier van invullen afhangt van wie ‘de ander’ is. Mensen verschillen in naar wie ze coöperatief zijn en naar wie niet.

Situaties

Categorisatie

De meeste situaties waar wij ons dagelijks in begeven zijn nested, ofwel binnen een groep zitten meerdere groepen. Individuen voelen zich de ene keer meer verbonden met de ene groep, en in een andere situatie weer meer met een andere groep.

Er zijn drie kenmerken die de entitativity van een groep bepalen:

  • Nabijheid: hoe nabijer de groepsleden, hoe eerder groepsvorming plaatsvindt.

  • Gelijkheid: hoe meer gelijkheid tussen groepsleden, hoe meer groepsvorming.

  • Common fate: een gemeenschappelijk doel/lot maakt van een categorie een groep.

Een groep is te categoriseren op verschillende niveaus. Het niveau van categorisatie hangt af van de vraag wie zich verbonden voelt met wie (nabijheid, gelijkheid) en hoe de schaarse middelen verdeeld zijn (lotsverbondenheid). Het is bij lotsverbondenheid de vraag of men als groep wordt gefinancierd of als individu. Multilevel houdt in dat we behoren tot een collectieve organisatie, waarin subgroepen kunnen zitten, waarin persoonlijke categorisatie valt. Persoonlijke categorisatie betekent dat ieder individu in een groep ook gezien wordt als een individu. Ten tweede is er subgroep categorisatie. Verschillende individuen worden dan ingedeeld in subgroepen. Hierbij zijn de individuele kwaliteiten wat meer op de achtergrond, terwijl de kwaliteiten van de subgroep voorop staan. Het gaat hierbij vaak om een ‘ingroep’ en een ‘outgroep’. Deze vorm van categorisatie komt het meeste voor en is vaak dreigend......read more

Access: 
JoHo members
Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2014-2015)

Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2014-2015)

 Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2014-2015.

Zie ook de college notes van 2016-2017 voor een update.


College 1: Groepslidmaatschap

Zijn groepen echt?

Voor sociale & organisatiepsychologen zijn groepen ‘echt’ in zoverre dat de consequenties die groepen teweeg brengen echt zijn.

Wanneer groepen ontstaan, ontstaat er interdependentie (inter-afhankelijkheid). Dit houdt in dat wat jij doet gevolgen voor jezelf heeft, maar ook voor de anderen in de groep. Het gaat om wederzijdse afhankelijkheid.

Bij de sociale waarde oriëntatie schaal wordt gekeken of iemand pro-sociaal, individualistisch of competitief is. Men moet hierbij keuzes maken voor zichzelf en voor een ‘onbekende ander’. Als men elke keer een gelijke beloning kiest voor ‘de ander’ en zichzelf, is men coörporatief/ pro-sociaal. Indien men steeds kiest voor eigen gewin is men individualistisch. Mensen die competitief zijn kiezen niet voor eigen gewin, maar willen vooral ‘de ander’ zo laag mogelijk hebben. Deze test voorspelt heel veel, bijvoorbeeld verkeersgedrag, concessies bij onderhandeling en coöperatie binnen en tussen groepen. Een sociaal psycholoog zou hierbij een opmerking maken dat de manier van invullen afhangt van wie ‘de ander’ is. Mensen verschillen in naar wie ze coöperatief zijn en naar wie niet.

 

Situaties

Categorisatie

De meeste situaties waar wij ons dagelijks in begeven zijn nested, ofwel binnen een groep zitten meerdere groepen. Individuen voelen zich de ene keer meer verbonden met de ene groep, en in een andere situatie weer meer met een andere groep.

Er zijn drie kenmerken die de entitativity van een groep bepalen:

  • Nabijheid: hoe nabijer de groepsleden, hoe eerder groepsvorming plaatsvindt.

  • Gelijkheid: hoe meer gelijkheid tussen groepsleden, hoe meer groepsvorming.

  • Common fate: een gemeenschappelijk doel/lot maakt van een categorie een groep.

 

Een groep is te categoriseren op verschillende niveaus. Het niveau van categorisatie hangt af van de vraag wie zich verbonden voelt met wie (nabijheid, gelijkheid) en hoe de schaarse middelen verdeeld zijn (lotsverbondenheid). Het is bij lotsverbondenheid de vraag of men als groep wordt gefinancierd of als individu. Allereerst is er de persoonlijke categorisatie. Dit betekent dat ieder individu in een groep ook gezien wordt als een individu. Ten tweede is er subgroep categorisatie. Verschillende individuen worden dan ingedeeld in subgroepen. Hierbij zijn de individuele kwaliteiten wat meer op de achtergrond, terwijl de kwaliteiten van de subgroep voorop staan. Het gaat hierbij vaak om een ‘ingroep’ en een ‘outgroep’. Deze vorm van categorisatie komt het meeste voor en is vaak dreigend. Bij subgroep-categorisatie kan ook sprake zijn van minder ingroep-outgroep

.....read more
Access: 
JoHo members
Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2013-2014)

Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2013-2014)

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Zie ook de college notes van 2016-2017 voor een update.


College 1: Groepslidmaatschap

donderdag 14 november 2013

Zijn groepen echt?

Voor sociale & organisatiepsychologen zijn groepen ‘echt’ in zoverre dat de consequenties die groepen teweeg brengen echt zijn.

Wanneer groepen ontstaan, ontstaat er interdependentie (inter-afhankelijkheid). Dit houdt in dat wat jij doet gevolgen voor jezelf heeft, maar ook voor de anderen in de groep. Het gaat om wederzijdse afhankelijkheid.

Bij de sociale waarde oriëntatie schaal wordt gekeken of iemand pro-sociaal, individualistisch of competitief is. Men moet hierbij keuzes maken voor zichzelf en voor een ‘onbekende andere’. Als men elke keer een gelijke beloning kiest voor ‘de ander’ en zichzelf, is men coörporatief/ pro-sociaal. Indien men steeds kiest voor eigen gewin is men individualistisch. Mensen die competitief zijn , kiezen niet voor eigen gewin, maar willen vooral ‘de andere’ zo laag mogelijk hebben. Deze test voorspelt heel veel, bijvoorbeeld verkeersgedrag, concessies bij onderhandeling en corporatie binnen en tussen groepen. Een sociaal psycholoog zou hierbij een opmerking maken dat het afhangt van wie ‘de andere’ is. Bij de test die tijdens het college werd afgenomen wordt gekeken of iemand die prosociaal is iemand anders in zijn hoofd heeft bij zijn keuzes dan iemand die individualistisch is.

Situatie:

Categorisatie

Er zijn drie kenmerken die de entitativity van een groep bepalen:

  • Nabijheid: hoe nabijer de groepsleden, hoe eerder groepsvorming plaatsvindt.

  • Gelijkheid: hoe meer gelijkheid tussen groepsleden, hoe meer groepsvorming.

  • Common fate: een gemeenschappelijk doel/lot maakt van een categorie een groep.

Een groep is te categoriseren op verschillende niveaus. Het niveau van categorisatie hangt af van de vraag wie zich verbonden voelt met wie (nabijheid, gelijkheid) en hoe de schaarse middelen verdeeld zijn (lotsverbondenheid). Allereerst is er de persoonlijke categorisatie. Dit betekent dat ieder individu in een groep ook gezien wordt als een individu. Ten tweede is er categorisatie op het niveau van de subgroep. Verschillende individuen worden dan ingedeeld in subgroepen. Hierbij zijn de individuele kwaliteiten wat meer op de achtergrond, terwijl de kwaliteiten van de subgroep voorop staan. Het gaat hierbij vaak om een ‘ingroep’ en een ‘outgroep’. Deze vorm van categorisatie komt het meeste voor en is vaak dreigend. Bij subgroep-categorisatie kan ook sprake zijn van minder ingroep-outgroep categorisatie, bijvoorbeeld wanneer men zichzelf ziet als een groep en de rest als ‘los volk’, dit is minder dreigend. Ten derde is er de categorisatie op het niveau van.....read more

Access: 
Public
Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2012-2013)

Collegeaantekeningen Groepsdynamica - UL (2012-2013)

Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.

Zie ook de college notes van 2016-2017 voor een update.


College 1

Are groups real?

Interdependentie

Voor sociale & organisatiepsychologen zijn groepen ‘echt’ in zoverre dat de consequenties die groepen teweeg brengen echt zijn.

Wanneer groepen ontstaan, ontstaat er interdependsentie (inter-afhankelijkheid). Dit houdt in dat wat jij doet gevolgen voor jezelf heeft, maar ook voor de anderen in de groep. Het gaat om wederzijdse afhankelijkheid. Het komt voor dat groepsleden zich onafhankelijk van de groep opstellen. Zij kiezen dan vaak voor zichzelf, ongeacht wat de gevolgen voor de ander zijn. Wie de ander is doet er overigens niet toe. Deze mensen heten pro-selfs. Daar tegenover zijn er ook pro-socials. Dit zijn mensen die altijd onderscheid maken tussen andere mensen. Het maakt uit wie de ander is en dat heeft invloed op de manier waarop er met die ander omgegaan wordt. De pro-socials maken onderscheid tussen de ‘warme kant’ en de ‘koude kant’ van een groep, waarbij de warme kant de mensen zijn waarmee zij zelf meer hebben en die dichterbij hen staan.

Categorisatie

Er zijn drie kenmerken die de vorming van een groep bepalen:

Nabijheid: hoe nabijer de groepsleden, hoe eerder groepsvorming plaatsvindt.

Gelijkheid: hoe meer gelijkheid tussen groepsleden, hoe meer groepsvorming.

Common fate: een gemeenschappelijk doel/lot maakt van een categorie een groep.

Groepen kunnen van minuut tot minuut veranderen. Een groep is te categoriseren op verschillende niveaus. Het niveau van categorisatie hangt af van de vraag wie zich verbonden voelt met wie en hoe de schaarse middelen verdeeld zijn. Allereerst is er de persoonlijke categorisatie. Dit betekent dat ieder individu in een groep ook gezien wordt als een individu. Ten tweede is er categorisatie op het niveau van de subgroep. Verschillende individuen worden dan ingedeeld in subgroepen. Hierbij zijn de individuele kwaliteiten wat meer op de achtergrond, terwijl de kwaliteiten van de subgroep voorop staan. Ten derde is er de categorisatie op het niveau van het collectief. Een groep, inclusief alle subgroepen met daarin de individuen, wordt gezien als één entiteit in plaats van als subgroep of als individu.

Modelbouw

Verschillende ordeningen in een groep of categorie kunnen tot verschillende problemen binnen of tussen groepen leiden. Wanneer de ingroup teveel aandacht heeft voor ieder individu en te weinig voor het groepsbelang, dan is er sprake van gebrekkige samenwerking binnen de groep. Wanneer de ingroup teveel aandacht heeft voor de groep in plaats van wat er buiten de groep gebeurt (en er dus verwerping van de outgroup plaatsvindt), dan is er sprake van gebrekkige samenwerking tussen groepen.

Bij het maken van een model voor het oplossen van een sociaal probleem staan drie vragen centraal. Wat is het

.....read more
Access: 
Public
Groepsdynamica: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Groepsdynamica: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Groepsdynamica voor de opleiding Psychologie, jaar 2, aan de Universiteit Leiden.

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar de Samenvattingen Shop Psychologie - B2/3 - UL op JoHo.org.

Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
944 1
Last updated
08-11-2022