Burgerlijk Recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen

 

Bundle items:
College: Vertegenwoordiging
College: Algemene voorwaarden
College: Nakoming/niet-nakoming in het algemeen, toerekening en non-conformiteit
College: Ingebrekestelling vereist? Andere aspecten van afdeling 6.1.9
College: Ontbinding en opschorting
College: Verjaring, rechtsverwerking en afstand
College: Rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen
College: Overdracht, (voorwaardelijke) titel, beschikkingsbevoegdheid en levering
College: Levering registergoederen en derdenbescherming
College: Levering roerende zaken (bij voorbaat) en derdenbescherming
College: Levering vorderingen op naam (bij voorbaat) en derdenbescherming
College: Gemeenschap
College: Natrekking, zaaksvorming en (oneigenlijke) vermenging
College: Verjaring en bezit
Crossroads: activities
Crossroad: goals
Follow the author: Law Supporter
This content is used in bundle:

Burgerlijk Recht 2: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG

Boeksamenvatting bij de 12e druk van Compendium van het Nederlands Vermogensrecht van Hijma en Olthof

Boeksamenvatting bij de 12e druk van Compendium van het Nederlands Vermogensrecht van Hijma en Olthof


Inleiding Nederlands vermogenrecht (1)

1 Het Burgerlijk Wetboek

Het Nederlands Burgerlijk Wetboek (BW) bestaat uit tien boeken. Voor boek 9 is er nog geen wetsvoorstel verschenen. Dit heeft echter geen haast, omdat het intellectuele eigendom vooral door internationale regelingen wordt beheerst.

2 Het vermogensrecht

Het vermogensrecht regelt de subjectieve rechten en verplichtingen die onderdeel van een vermogen vormen. Boek 1 en 2 bevatten vooral personenrecht; de Boeken 3 tot en met 9 omvatten het vermogensrecht.

3 Het systeem van het vermogensrecht

In het vermogensrecht wordt een onderscheid gemaakt binnen de goederen: tussen zaken en vermogensrechten, zie art. 3:1 BW. Zo ziet Boek 3 op alle goederen en Boek 4 op de overgang van goederen na overlijden. Boek 5 bevat rechten die kunnen bestaan op zaken, de boeken 6 tot en met 8 zien op de vorderingsrechten en Boek 9 heeft betrekking op de rechten op voortbrengselen van de geest.

4 Het algemene deel, het goederenrecht en het verbintenissenrecht

Het vermogensrecht omvat het goederenrecht en het verbintenissenrecht. Bij het goederenrecht gaat het om de verhouding van een persoon tot een bepaald goed en zijn de regels vooral dwingend van aard (Boeken 3 en 5). Terwijl het bij het verbintenissenrecht gaat om een verhouding tussen personen en het voornamelijk regelend recht bevat (Boeken 6-8).

Daarnaast zijn er in Boek 3 algemene bepalingen te vinden die zowel zien op goederenrecht als op het verbintenissenrecht.

Deze samenvatting bestaat uit drie hoofdonderdelen:

A Het algemene deel: Boek 3 BW.....read more

Access: 
Public
BulletPointsamenvatting bij de 12e druk van Compendium van het Nederlands Vermogensrecht van Hijma en Olthof

BulletPointsamenvatting bij de 12e druk van Compendium van het Nederlands Vermogensrecht van Hijma en Olthof


Deel 1: Algemeen

  • Het vermogensrecht, vastgelegd in de Boeken 3 t/m 9 BW, regelt de subjectieve rechten en verplichtingen die onderdeel van een vermogen vormen. Het vermogensrecht omvat het goederen- en het verbintenissenrecht. Goederen worden onderverdeeld in zaken en vermogensrechten, art. 3:1 BW.
  • In Boek 3 BW zijn algemene (titels 3.1.1, 3.2, 3.2 en 3.11) en goederenrechtelijke bepalingen (titels 3.1.2 en 3.4 - 3.10) opgenomen.  De algemene bepalingen gelden voor zowel het verbintenissen- als het goederenrecht.
  • Een goed, art. 3:1 BW, is een zaak of een vermogensrecht. Een zaak is een voor de menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object, art. 3:2 BW. Een vermogensrecht is een overdraagbaar recht dat ziet op het verschaffen van stoffelijk voordeel, art. 3:6 BW. Dieren vallen onder de categorie zaken. Schulden zijn geen goederen. Een zaak is roerend of onroerend. Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn. Art. 3:3 BW bepaalt wat onroerende zaken zijn.
  • Een bestanddeel is geen (zelfstandige) zaak, maar een onderdeel ervan, art. 3:4 BW. Bestanddeel: alles wat naar verkeersopvatting deel uitmaakt van de hoofdzaak en een zaak die zodanig met de hoofdzaak verbonden is, dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat een van beide zaken hierdoor beschadigt. De eigenaar van de hoofdzaak is ook eigenaar van de bestanddelen.
  • Er zijn verschillende soorten vermogensrechten:
    • Volledig recht, zoals eigendom, vorderingsrechten en rechten op voortbrengselen van de geest.
    • Beperkt recht, art. 3:8 BW: afgeleid uit een meer omvattend recht (moederrecht), welke met het beperkte recht is bezwaard. Er is een onderscheid tussen gebruiksrechten en zekerheidsrechten. Deze zijn limitatief wettelijk geregeld.
    • Zakelijk recht: alle rechten op zaken, zoals het eigendomsrecht en beperkte rechten op zaken.
    • Afhankelijk recht, art. 3:7 BW: dit recht is verbonden aan een ander recht en kan niet zonder dit andere recht bestaan. Het volgt het recht waaraan het verbonden is, art. 3:82 BW.
  • Enkele bijzondere goederen zijn:
    • Vruchten, art. 3:9 BW: natuurlijke of burgerlijke vruchten.
    • Registergoederen, art. 3:10 BW: voor overdracht of vestiging is inschrijving in het toepasselijke openbare register vereist.
    • Goodwill is geen goed.
  • De goede trouw is geregeld in art. 3:11 BW. Men is niet te goeder trouw als hij de feiten of het objectieve recht kende of deze behoorde te kennen. Dit laatste betekent dat men een bepaalde onderzoeksplicht heeft. Er wordt meestal vanuit gegaan dat men het objectieve recht behoorde te kennen. Er is een verschil tussen het zijn van te goeder trouw, te kwader trouw en niet te goeder trouw.
  • De redelijkheid en billijkheid verwijzen naar maatstaven van ongeschreven recht die partijen jegens elkaar in acht moeten nemen. Het begrip wordt ingevuld door art. 3:12 BW. Er moet hierbij rekening worden gehouden met de algemeen erkende rechtsbeginselen, de in Nederland levende
  • .....read more
Access: 
Public
Collegeaantekeningen Burgerlijk recht 2 - RUG

Collegeaantekeningen Burgerlijk recht 2 - RUG


Hoorcollege 1: Vertegenwoordiging

Contracten hebben over het algemeen het doel van dienstverlening of eigendomsovergang.

Dit college gaat over vertegenwoordiging en de vraag wie ‘de wederpartij’ is.
Hiervoor is van belang of er sprake is van een rechtshandeling. Dat kan een eenzijdige of een meerzijdige rechtshandeling zijn. De eenzijdige rechtshandeling kan door iemand alleen verricht worden, maar moet nog steeds op een bepaald persoon gericht zijn.

De wilsvertrouwensleer houdt in dat er redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er redelijkerwijs op vertrouwd mag worden dat een wil ten grondslag ligt aan een rechtshandeling.

Het is vaak onduidelijk wie de wederpartij is als er een overeenkomst wordt gesloten. Wel is het vaak handig om te weten wie het is. Je wil bijvoorbeeld weten of iemand te vertrouwen is en waar je iemand kan vinden in het geval van tekortkoming.

Ook wil je weten of de wederpartij handelingsbekwaam en beschikkingsbevoegd is.

Ondanks al die redenen is het in beginsel niet vereist dat de partijen bekend zijn, maar er zijn er paar uitzonderingen. Denk aan registergoederen of bij gevaar aan misbruik.

Om te bepalen wie de wederpartij is, kan je kijken naar een feitelijk en een juridisch element.

Het feitelijke element is makkelijk te bepalen, dat is degene met wie de overeenkomst wordt gesloten. Het juridische element hangt af van of iemand in eigen naam handelt of niet.

In het arrest Baby Kelly is bepaald dat het erom gaat of iemand bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam is opgetreden of als vertegenwoordiger van een derde. Dat wordt dan bepaald afhankelijk van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en redelijkerwijs daaruit hebben kunnen afleiden.

Hieruit blijkt dus dat de wilsvertrouwensleer van belang is. Dit wordt geregeld in art. 3:33 tot 3:35 BW. Eerst moet je kijken of er sprake is van een rechtshandeling, en door wie die dan gesloten zou zijn.

Vertegenwoordiging bestaat uit drie elementen:

  • In naam van een ander;

  • Verricht je rechtshandelingen;

  • Krachtens een bevoegdheid (ontleend aan wet of volmacht).

Problemen hier kunnen zijn wanneer in naam van een ander is besloten en wat er gedaan moet worden bij een onbevoegde vertegenwoordiging.

De enige vorm van vertegenwoordiging die uitgebreid is geregeld in het BW is de volmacht.

Volmacht in de zin van art. 3:60 lid 1 BW is:

Access: 
Public
Contributions, Comments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1256 1
Last updated
08-11-2022