TentamenTests met meerkeuzevragen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Check page access:
      JoHo members
      Check more or recent content:

      Oefenmateriaal Ontwikkelingspsychologie - RUG - Psychologie, jaar 1

      TentamenTests bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2017/2018

      TentamenTests bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2017/2018


      Vragen

      Vraag 1

      Er zijn in de ontwikkelingspsychologie verschillende stadiumtheorieën, die in belangrijke opzichten parallel lopen. Welke van onderstaande combinatie van ontwikkelingsstadia is juist:

      1. sensomotorisch (Piaget), Initiatief vs schuld (Erikson), Fallische stadium (Freud)
      2. preoperationeel (Piaget), Autonomie vs schaamte en twijfel (Erikson), Anale stadium (Freud)
      3. concreet operationeel (Piaget), initiatief vs schuld (Erikson), Latentie stadium (Freud)

        Vraag 2

        Tavi begint te huilen voordat zijn moeder weggaat in de Vreemde Situatie test. Wanneer ze terugkomt leunt hij in haar richting maar schopt en draait als ze hem oppakt. Tavi lijkt

        1. veilig gehecht
        2. verward--gedesoriënteerd
        3. ambivalent (resistant)

          Vraag 3

          Hoe wordt een groep mensen genoemd die in hun levensgeschiedenis allen een gemeenschappelijke ervaring delen?

          1. cohort
          2. cultuur
          3. leeftijdsgroep

          Vraag 4

          De ontwikkeling kent het fenomeen van de kritische periode (critical period). De kritische periode voor de ontwikkeling van taal is vanaf de baby-tijd tot de

          1. kleutertijd
          2. vroege schooljaren
          3. puberteit

          Vraag 5

          Er is op verschillende manieren geprobeerd rekenschap te geven van de relatie tussen individu, ontwikkeling en omgeving, zoals in de bioecological theory van Uri Bronfenbrenner. Volgens die theorie heeft het microsysteem betrekking op

          1. de alledaagse omgeving van het kind, zoals gezin, school en buurt
          2. de interacties tussen bijvoorbeeld gezin, school en buurt
          3. zaken waar het kind niet direct aan deelneemt, indirect de invloed van ondergaat

          Vraag 6

          In een (Nederlandse) longitudinale studie naar rouwverwerking bij ouders van een overleden kind werden verschillende effecten gevonden. Welke van onderstaande conclusies is niet juist?

          1. Hoe ouder het kind des te heviger de rouw die werd gevonden bij de ouders
          2. ouders van kinderen met een traumatische dood rouwden meer dan ouders van een door ziekte overleden kind
          3. Vaders rouwen meer dan moeders

          Vraag 7

          Bernard heeft een gen voor Huntington’s ziekte en zal de ziekte zeker hebben. Dit is een voorbeeld van ................ erving.

          1. recessieve
          2. dominante
          3. sekse-specifieke

          Vraag 8

          Hoe wordt een ontwikkelingsverandering in de hoeveelheid of frequentie van een gedragskenmerk genoemd?

          1. een normatieve verandering
          2. een kwalitatieve verandering
          3. een kwantitatieve verandering

          Vraag 9

          Een belangrijk voorstander van het behaviorisme die volhield dat taalontwikkeling gebaseerd is op ervaring, is

          1. Ivan Pavlov
          2. B.F. Skinner
          3. Noam Chomsky

          Vraag 10

          Welke van de volgende stellingen over emoties is NIET WAAR?

          1. Baby’s kunnen geen emoties uiten gedurende de eerste maanden van hun leven.
          2. Baby’s vertonen gezichtsuitdrukkingen die gelijkaardig zijn aan volwassen uitingen van emotie.
          3. Eén van de eerste emotionele uitdrukkingen die baby’s vertonen is verdriet.

          Vraag 11

          De eerste glimlach van een baby, die bij pasgeborenen van minder dan een week oud kan voorkomen, wordt waarschijnlijk veroorzaakt door

            .....read more
            Access: 
            JoHo members
            TentamenTests met meerkeuzevragen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015

            TentamenTests met meerkeuzevragen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015


            Vragen

            Vraag 1

            Je toont een baby speelgoed dat geluid maakt, en je merkt dat de baby dit aandachtig bekijkt. Je haalt het speelgoed weg, toont het opnieuw, en je herhaalt dit proces een paar keer. Je merkt dat de baby na een paar keer alleen even kort kijkt en dan weer wegkijkt. Als er vervolgens een ander voorwerp komt wat een ander geluid maakt, heeft de baby weer alle aandacht. Hiermee is het volgende aangetoond:

            1. Habituatie
            2. Circulaire reacties
            3. Causualiteit
            4. Objectpermanentie

            Vraag 2

            Annemarie is moeder geworden van een tweeling. De ene baby heeft een X en een Y chromosoon en de andere heeft twee X chromosomen. Het gaat hier om een .... tweeling.

            1. Monozygotische
            2. Dizygotische
            3. Antizygotische

            Vraag 3

            In de loop van de geschiedenis is de kindersterfte enorm afgenomen. Kijken we naar de huidige sterftecijfers rond de geboorte (per 1000 baby’s) in Europese landen dan scoort Nederland relatief

            1. Hoog
            2. Gemiddeld
            3. Laag

            Vraag 4

            Aspecten van ontwikkeling die verschillen per persoon en vrij onvoorspelbaar zijn vallen onder

            1. Normatieve leeftijdsgebonden invloeden
            2. Normatieve historische invloeden
            3. Niet normatieve invloeden

            Vraag 5

            Uit onderzoek naar verschillende ouderschapsstijlen blijkt dat kinderen het meest tevreden, beheerst en assertief zijn bij een ... ouderschapsstijl

            1. Gezaghebbende
            2. Toelaatbare
            3. Autoritaire

            Vraag 6

            In de bio-ecologische systeemtheorie van Uri Bronfenbrenner horen zaken als het karakter van de ouders of de manier van lesgeven op school tot het

            1. Exosysteem
            2. Microsysteem
            3. Chronosysteem
            4. Mesosysteem

            Vraag 7

            Welke hechtingsstijl komt vaak voor tussen kind en verzorger bij risico-kinderen, zoals ernstig zieke kinderen.

            1. Ambivalent
            2. Vermijdend
            3. Ongeorganiseerd / ongeorienteerd

            Vraag 8

            Jean-jacques Rousseau en John Locke bekende voorvaders van de moderne ontwikkelingspsychologie. Welke begrippen worden vaak geassocieerd met de opvattingen van John Locke?

            1. Mechanistisch model-kwantitatieve verandering-behaviorisme
            2. Organistisch model-Kwantitatieve verandering – informatie verwerkingsbenadering
            3. Organistisch model- kwalitatieve verandering – piagetiaanse benadering

            Vraag 9

            Onderzoek naar de relatie tussen erfelijkheid en intelligentie wijst uit dat:

            1. De genetische invloed vooral verantwoordelijk is voor cognitieve prestaties en gelijk blijft bij het ouder worden
            2. Je op latere leeftijd meer beïnvloed wordt door omgevingsaspecten
            3. De genetische factoren die te maken hebben met intelligentie vooral op latere leeftijd van invloed zijn en niet zo zeer op jonge leeftijd.

            Vraag 10

            Het proces waarmee gedrag versterkt of aangeleerd wordt, op zo’n manier dat het een onbewust automatisme wordt, heet:

            1. Klassieke conditionering
            2. Operante conditionering

            Vraag 11

            ijdens de colleges en in de literatuur is de fase van midden-volwassenheid behandeld. Je kan over de ontwikkelingen in deze fase concluderen dat:

            1. Er weinig onderllinge verscheidenheid is
            2. deze het beste getypeerd kan worden als een U-shaped onwikkeling
            3. De mentale vaardigheden hun
            .....read more
            Access: 
            JoHo members
            TentamenTests met open vragen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015

            TentamenTests met open vragen bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2014/2015


            Vragen

            Vraag 1

            Noem de ontwikkelingsfases welke een kind volgens Piaget doorloopt.

            Vraag 2

            Noem 2 kenmerken per fase die typerend zijn voor elk van deze fases (wat kan iemand die in deze fase bevindt wel/niet)

            Vraag 3

            Wat zijn de belangrijkste verschillen in de perspectieven van Piaget en Vygotsky ?

            Vraag 4

            Hoe worden stoffen die de ontwikkeling van een foetus negatief beïnvloeden genoemd?

            Vraag 5

            Noem 2 specifieke symptomen van depressie onder baby’s, kleuters, basisschoolkinderen en adolescenten.

            Vraag 6

            Welke hormonale assen zijn gemoeid bij het starten & doorlopen van de puberteit?

            Vraag 7

            Welke hormonen worden bij respectievelijk mannen en vrouwen zeer hoog in concentratie tijdens de adolescentie, en wat voor gevolgen heeft dit?

            Vraag 8

            Welke vormen van hechting zijn er, en wat zijn de kenmerken per soort hechting?

            Vraag 9

            Hoe wordt hechting gemeten?

            Vraag 10

            Welke voorspellingen kunnen gegeven worden aan de hand van typen hechting?

            Vraag 11

            Wat zijn de 4 belangrijkste opvoedingsstijlen, en wat typeert elke opvoedingsstijl?

            Vraag 12

            Welke van deze stijlen is aangetoond het beste te zijn voor het kind?

            Vraag 13

            Wat betekent motherese en wat voor gevolgen heeft dit voor het kind?

            Vraag 14

            Wat houdt intuïtive parenting in?

            Vraag 15

            Hoe worden Vygotsky’s theorieën in het huidige onderwijs geïntegreerd?

            Vraag 16

            Kan er nadat een sensitieve periode geweest is voor een belangrijk leeraspect, dit aspect nog steeds aangeleerd worden?

            Vraag 17

            Wat is een foneem?

            Vraag 18

            Is het mogelijk meerdere talen aan te leren zonder in te boeten aan andere capaciteiten?

            Vraag 19

            Wat is de relatie tussen sociaal economische klassen en ontwikkeling van taal bij kinderen, en waarom is dit zo?

            Vraag 20

            Welke hersengebieden zijn verantwoordelijk voor de algemene taalontwikkeling?

            Vraag 21

            Wat is segmentatie in de taalontwikkeling?

            Vraag 22

            Volgens welke theorieën zijn taal aangeleerd dan wel aangeboren?

            Vraag 23

            Welk hersengebied is verantwoordelijk voor taalbegrip?

            Vraag 24

            Hoe wordt de ontwikkeling van de hersenen volgens het constructivisme beschreven?

            Vraag 25

            Wat zijn de specifieke kenmerken van de 3 belangrijkste temperamentsoorten?

            Vraag 26

            Wat is de zone of proximal development? (ZPD)

            Vraag 27

            Wat zijn de voornaamste verschillen tussen opvoedingen in agrarische milieus en stedelijke milieus?

            Vraag 28

            Wat zijn interne werkmodellen, en hoe worden deze beïnvloed door de omgeving van een ontwikkelend kind?

            Vraag 29

            Noem 2 verschillen in kenmerken van vriendschappen tussen jongens en meisjes

            Vraag 30

            Wat is ruminatie en co-ruminatie, en wat zijn meestal de gevolgen van het laatste?

            Vraag 31

            Wat zijn de verschillen tussen cliques en crowds?

            Vraag 32

            In welke gevallen kunnen vriendschappen negatieve invloeden op elkaar hebben?

            Vraag 33

            Wat is social belonging interventie en wat zijn de gevolgen ervan?

            Vraag 34

            Welke voorspellingen kunnen er aan de hand van verlegenheid rond 5 jarige leeftijd gemaakt worden als

            .....read more
            Access: 
            JoHo members
            TentamenTests bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2013/2014

            TentamenTests bij Ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen - 2013/2014


            Vragen

            Vraag 1

            Hoe wordt een groep mensen genoemd die allen een gemeenschappelijke ervaring delen?

            1. Generatie
            2. Cohort
            3. Cultuur

            Vraag 2

            Hoe wordt een verandering in de hoeveelheid of frequentie van een gedragskenmerk genoemd?

            1. een normatieve verandering
            2. een kwalitatieve verandering
            3. een kwantitatieve verandering

            Vraag 3

            Welke van de volgende stellingen over erfelijke en omgevingsinvloeden op de ontwikkeling is WAAR?

            1. Interne invloeden zijn belangrijker omdat ze eerst komen
            2. Externe invloeden zijn belangrijker omdat ze voor een langere periode invloed uitoefenen
            3. Interne en externe invloeden interacteren en kunnen vaak niet gescheiden worden

            Vraag 4

            De kritieke periode voor de ontwikkeling van taal is vanaf de baby-tijd tot

            1. kleutertijd
            2. middelste kindertijd
            3. puberteit

            Vraag 5

            Wat is, volgens Freud, het deel van de persoonlijkheid dat handelt volgens het ‘realiteitsprincipe’, en realistische manieren zoekt om voldoening te krijgen?

            1. id
            2. ego
            3. superego

            Vraag 6

            Welke crisis zou een meisje in haar tienerjaren volgens Eriksons psychosociale theorieondervinden?

            1. intimiteit tegenover isolatie
            2. integriteit tegenover wanhoop
            3. identiteit tegenover identiteitsverwarring

            Vraag 7

            Eline heeft een gen voor Huntington’s ziekte en zal de ziekte zeker hebben. Dit is een voorbeeld van .... erving.

            1. recessieve
            2. dominante
            3. sekse-specifieke

            Vraag 8

            Een kind is nog niet in staat tot objectpermanentie. In welke fase bevindt hij zich? In het ….. stadium.

            1. sensomotorische
            2. preoperationele
            3. concreet operationele

            Vraag 9

            Een belangrijk voorstander van leertheorie, die volhield dat taalontwikkeling gebaseerd is opervaring is

            1. Ivan Pavlov
            2. B.F. Skinner
            3. Noam Chomsky

            Vraag 10

            Welke van de volgende stellingen over emoties is NIET waar?

            1. Baby’s kunnen geen emoties uiten gedurende de eerste maanden van hun leven.
            2. Baby’s vertonen gezichtsuitdrukkingen die gelijkaardig zijn aan volwassen uitingen van emotie.
            3. Eén van de eerste emotionele uitdrukkingen die baby’s vertonen is ongelukkigheid.

            Vraag 11

            De eerste glimlach van een baby, die bij pasgeborenen van minder dan een week oud kan voorkomen, wordt waarschijnlijk veroorzaakt door

            1. het zien van een menselijk gezicht
            2. activiteit van het centrale zenuwstelsel
            3. succesvol contact leggen met de moeder

            Vraag 12

            Jaap begint te huilen voordat zijn moeder weggaat in de Vreemde Situatie test. Wanneer ze terugkomt, leunt hij in haar richting, maar schopt en draait als ze hem oppakt. Jaap lijkt:

            1. veilig gehecht
            2. verward--gedesoriënteerd
            3. ambivalent

            Antwoordindicatie

            1. B
            2. C

            3. C

            4. C

            5. B

            6. C

            7. B

            8. A

            9. B

            10. A

            11. B

            12. C

            Access: 
            JoHo members
            Ontwikkelingspsychologie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
            Work for WorldSupporter

            Image

            JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

            Working for JoHo as a student in Leyden

            Parttime werken voor JoHo

            How to use more summaries?


            Online access to all summaries, study notes en practice exams

            Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

            There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

            1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
            2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
            3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
            4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
            5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

            Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

            Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

            Field of study

            Access level of this page
            • Public
            • WorldSupporters only
            • JoHo members
            • Private
            Statistics
            2646 2
            Comments, Compliments & Kudos:

            Add new contribution

            CAPTCHA
            This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
            Image CAPTCHA
            Enter the characters shown in the image.