Inleiding Europees Recht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 3080 keer gelezen
In de zaak Grzelczyk (zaak C-184/99) bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat lidstaten onderdanen uit andere lidstaten die in hun land verblijven het EU-burgerschap moeten verstrekken.
Het Economisch en Sociaal Comité is onderdeel van het Europees Parlement en heeft een wetgevende taak.
Waarvan is het Bierarrest (zaak 178/84) een goed voorbeeld?
Lees de volgende woorden van Robert Schuman: “De vereniging van Europa kan niet zomaar worden verwezenlijkt en ook niet door een allesomvattende schepping tot stand worden gebracht: het verenigd Europa moet worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij feitelijke solidariteit als uitgangspunt moet worden genomen.”
Wat bedoelt Schuman met de feitelijke solidariteit?
Indien een richtlijn voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is, kan een individu of rechtspersoon zich hier op beroepen voor de nationale rechter vanaf de inwerkingtreding.
Het Europese recht heeft voorrang boven het nationale recht. Daarom mag het HvJ EU strijdig nationaal recht vernietigen.
Conforme interpretatie van het Unierecht kan dienen als grondslag voor een contra legem uitleg van het nationale recht.
Welke uitspraak is de juiste?
Welke stelling over prejudiciële vragen is de juiste?
Wanneer kan een onderneming zich tot het HvJ EU wenden?
Welke stelling is onjuist?
Op 15 september 2010 is in het Publicatieblad van de EU het Commissiebesluit 2010/20 gepubliceerd. In dit besluit wordt lidstaat Nederland door de Commissie gekort op de jaarlijkse financiële bijdrage vanuit de EU. De provincie Flevoland heeft veel werkgelegenheidsprojecten die EU-gelden ontvangen en wil dit besluit van de Commissie ongedaan maken. Daarom stelt de provincie Flevoland een beroep tot nietigverklaring op grond van artikel 263 VWEU in bij het HvJ EU.
Welke stelling is juist?
In de zaak Annibaldi (zaak C-309/96) besliste het Hof van Justitie van de EU dat het EVRM was geschonden.
Op 30 oktober 2009 wordt Mr. Paul opgepakt in Nederland op verdenking van het plegen van internationale misdrijven. Zijn land van herkomst, ‘Verweggia’, verzoekt aan Nederland om zijn uitlevering. Rapporten van mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International wijzen er echter op dat in ‘Verweggia’ verdachten van internationale misdrijven het risico lopen ter dood te worden veroordeeld. Nadat Nederland desalniettemin besluit Mr. Paul uit te leveren aan ‘Verweggia’, dient laatstgenoemde een klacht in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Met zes stemmen tegen één concludeert het Hof dat Nederland een aantal bepalingen van het EVRM zal schenden indien het besluit tot uitlevering over te gaan. De Nederlandse EHRM-rechter is het niet eens met de uitkomst van de zaak en wil zijn mening – die afwijkt van die van de meerderheid – kenbaar maken. Wat kan de Nederlandse rechter in een dergelijk geval doen?
Welk juridisch instrument werd ingezet om het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) op te zetten?
Het Verdrag van Maastricht heeft bepaald dat de derde stap van de EMU op 1 januari 1999 zou ingaan.
Welk van de onderstaande landen hoort niet in het rijtje van “Member States with a derogation” met betrekking tot de EMU?
Hoe wordt de voorzitter van de Europese Raad verkozen?
Wat houdt het attributiebeginsel in?
Wat is geen taak van de Raad?
Wat was voor Frankrijk de belangrijkste reden om een half jaar lang niet deel te nemen aan de vergaderingen van de Raad in 1965?
De afgelopen twee jaar is geconstateerd dat in het luchtruim van de lidstaten van de EU ernstige vervuiling wordt veroorzaakt door vrachtwagens van internationale transportbedrijven. De Europese Commissie wil dit probleem graag aanpakken en een wetsvoorstel maken zonder de werking van de interne markt aan te tasten. In het wetsvoorstel wordt neergelegd dat tegen het jaar 2050 elke vrachtwagen over een nieuw type dieselmotor moet beschikken die veel minder vervuilend is. Op welke rechtsbasis zou een dergelijke wet kunnen berusten?
Welke stelling is onjuist?
Welke instelling heeft in beginsel een monopolie op het initiatiefrecht voor het indienen van nieuwe wetsvoorstellen?
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
Strawberry is sinds jaren de grootste techgigant in Nederland en de Strawberrygadgets zijn erg gewild bij jongeren. De mobieltjes met het bekende Strawberrylogo kleuren het straatbeeld. Echter, na verscheidene klachten van artsen heeft de Decibelvereniging de mobieltjes onderzocht en blijktdat deze volumes tot 100dB toelaten. Volgens Richtlijn 33/2012 moet het volume van geluidsdragers echter begrensd worden op 80dB. Nederland blijkt de richtlijn nog niet te hebben omgezet in Nederlands recht, ook al is de implementatietermijn reeds verlopen. Wat zou de Decibelvereniging kunnen doen?
Wat moet iedere nationale rechter doen als een nationale maatregel strijdig is met Europees recht?
In het arrest Costa tegen ENEL (Zaak 6/64) besliste het HvJ EU dat:
Wat werd beslist in Van Gend & Loos (Zaak 26/62)?
Welke partij is bij een actie tot nietigverklaring geen geprivilegieerde partij?
In welke van deze zaken wordt niet ingegaan op staatsaansprakelijkheid?
Welke van de volgende verdragsbepalingen stelt een individu in staat om onder bepaalde voorwaarden zelf een zaak aanhangig te maken bij het HvJ EU?
De Nederlandse wetgever heeft nagelaten een richtlijn die voorzag in subsidies voor landbouwers tijdig te implementeren. Omdat agrariërs hierdoor subsidies mislopen, wensen zij de Nederlandse Staat aansprakelijk te stellen. Welke van de volgende hypotheses is hierbij correct?
Wat is geen voorwaarde voor het vaststellen van staatsaansprakelijkheid van lidstaten ten opzichte van particulieren in verband met een schending van het Europees recht?
Welke stelling over het EU-Handvest van de Grondrechten is de juiste?
Wat is geen voorwaarde voor ontvankelijkheid genoemd in het EVRM?
Welke stelling over de zaak Vejdeland t. Zweden (2010) is onjuist?
Welk van de onderstaande stellingen omtrent het toezicht op de naleving van het EVRM is juist?
Welk van de onderstaande stellingen beschrijft het beste de term margin of appreciation?
Welk van de onderstaande organen maakt geen onderdeel uit van de Europese Centrale Bank?
Op een mooie namiddag in maart 2014 staat Julia Tiszokaut aan de bushalte aan de hoofdstraat in Rostock op de bus te wachten. Een gedrongen mannetje met een grote snor spreekt haar aan en stelt zich voor als verkoper van de De Duitsograaf. Hij biedt haar een eenjarig abonnement aan voor slechts een derde van de prijs. Julia vindt dit een prima aanbod en tekent meteen. Later thuis, wanneer zij het contract goed doorleest, komt zij evenwel tot de vaststelling dat het abonnement niet is wat zij verwacht had. Weliswaar ontvangt zij De Duitsograaf, maar steeds een dag te laat, oud nieuws dus. Op dinsdag zou ze de krant van maandag krijgen. Om begrijpelijke redenen wenst zij het abonnement dan ook met onmiddellijke ingang te beëindigen. Hiertoe biedt het contract echter geen mogelijkheid. Haar vriendin, Erasmus-studente Jo Brotchen, beweert dat er alsnog een manier zou zijn om van het contract af te komen. Blijkbaar bestaat er een Europese richtlijn waarin is opgenomen dat de lidstaten in hun wetgeving zeker moeten stellen dat verkopers te allen tijde de koper op bijzondere, onverwachte onderdelen van koopcontracten moeten wijzen. “Dat zou hier toch het geval moeten zijn. Wie wil er immers de krant van gisteren lezen?”, denkt Julia. De richtlijn in kwestie moest ten laatste op 1 januari 2014 omgezet worden in nationaal recht. De Duitse wetgever heeft dit tot op heden echter nagelaten, waardoor de bijzondere informatieverplichting thans nog geen deel uitmaakt van het Duitse recht. Jo en Julia vragen zich af wat dit nu betekent. Kunnen ze naar de rechter stappen en zich op de richtlijn beroepen? Wat moet die rechter doen? En, als dit allemaal nergens naar toe leidt, kunnen ze Duitsland dan aansprakelijk stellen voor hun verlies – het abonnement kost namelijk 300€ per jaar? Veel geld voor een student, vindt Julia alvast. Verwijs in uw juridisch advies naar de relevante wetsartikelen en rechtspraak.
B
B
A
A
B
B
B
A
A
B
B
B
B
B
A
A
B
D
A
B
A
C
C
B
B&C
B
B
A
C
A
B
C
B
A
A
B
C
C
A
C
Allereerst is een Richtlijn niet (tijdig) geïmplementeerd in de nationale rechtsorde. De lidstaat, in dit geval Hongarije, heeft dit nagelaten. De betreffende richtlijn maakt het mogelijk om als particulier onder een geldig contract uit te komen, op voorwaarde dat dat contract bijzondere of onverwachte onderdelen bevat en de verkoper niet uit zichzelf op deze voorwaarden wijst. In casu kan men van een dergelijk contract spreken. Ten tweede bestaat het contract tussen twee particulieren, te weten tussen het bedrijf dat het abonnement heeft verkocht, en Anna. Dit heeft effect op de toepasbaarheid van de Richtlijn tussen Anna en de verkoper, het gaat hier om een horizontale situatie. Ten derde heeft een particulier schade geleden door de niet-implementatie van een richtlijn. Deze schade kan Anna theoretisch proberen te verhalen door middel van een schadevergoedingsactie tegen de lidstaat, in dit geval Hongarije. De hele casus lijkt op het Faccini Dori arrest. Van studenten wordt verwacht dat ze deze drie aspecten herkennen en benoemen en dat ze een juridische oplossing voor Anna’s problemen op grond van deze drie aspecten ontwikkelen onder verwijzing naar de besproken verdragsartikelen en rechtspraak.
Puntenschema:
De zaak lijkt op het arrest Faccini Dori: 0,5
Richtlijnen kunnen geen directe verplichtingen aan particulieren opleggen / er is geen horizontale werking van richtlijnen: (1)
Noem art 288 VWEU: 0,5
Noem Marshall of Marleasing: 0,5
Toepassing: GEEN horizontale rechtstreekse werking t.o.v. Onderneming: 0,5
Uitleg van de voorwaarden van rechtstreekse werking (onvoorwaardelijk en nauwkeurig): 0.5
De rechter moet de richtlijn uitleggen in het licht van het EU recht: 1
Noem richtlijnconforme interpretatie / indirecte werking: 0,5
Noem Marleasing: 0,5
Dit volgt uit het beginsel van loyale samenwerking: 0,5
BONUS: het beginsel van loyale samenwerking volgt uit art. 4(3) VEU: 0,5
BONUS: er is geen contra legem interpretatie toegestaan: 0,5
Het beginsel van Staatsaansprakelijkheid: 0,5
Noem Francovich: 0,5
Vermeld dat voorwaarden in Brasserie zijn aangepast: 0,5
Noem en pas voorwaarden toe:
Rechten aan particulieren toekennen: 0,5
Voldoende gekwalificeerde schending (richtlijn niet omgezet) : 0,5
Causaal verband schade - schending: 0,5
Een particulier moet de schade beperken: 0,5
Conclusie: schadevergoeding op grond van staatsaansprakelijkheid is mogelijk of niet: 0,5
BONUS:
Noem Simmenthal: 0,5; en het buiten toepassing verklaren van de nationale regel: 0,5
Julia kan de Europese Commissie vragen om op grond van artikel 258 VWEU actie te ondernemen: 0,5.
Je krijgt aftrek voor taalfouten. Je kan maximaal 2 punten aftrek krijgen voor taalfouten in je antwoord. Per soort fout (spelling, grammatica, stijl en structuur) wordt 1 punt afgetrokken.
Vindplaatsen:
Hoofdstuk 8 - Rechtsverhoudingen bij rechtstreekse werking
Hoofdstuk 8 - Rechtsgevolgen van rechtstreekse werking en voorrang van EU-recht
Hoofdstuk 8 - Conforme interpretatie
Hoofdstuk 8 - Staatsaansprakelijkheid
Hoofdstuk 9 - Acties tegen lidstaten.
Hoofdstuk 10 - Wetgeving, uitvoering en controle
Berekening punten Onderdeel B
Je kan nooit meer dan tien punten voor onderdeel b van dit tentamen verkrijgen. Het volgende rekenschema wordt toegepast:
punten uit schema + bonuspunten = tussenresultaat (maximaal 10 punten).
tussenresultaat – aftrek taalfouten = eindresultaat onderdeel B tentamen.
Opmerkingen over antwoorden open vraag
In veel antwoorden stonden vaak lange inleidingen of lange samenvattingen van de arresten. Let op, vaak voegen dergelijke samenvattingen en inleidingen weinig toe aan het antwoord. Je verdient hiermee geen punten behalve als dit inhoudelijk antwoord geeft op de vraag.
Artikel 340 VWEU was niet de grondslag van het arrest Francovich. Artikel 340 VWEU gaat over de aansprakelijkheid van de EU zelf en niet over die van de lidstaten. Het HvJ EU zag het artikel als een voorbeeld van schadevergoeding en liet zich hierdoor inspireren tijdens zijn redenering dat Staatsaansprakelijkheid behoort tot de algemene beginselen van Unierecht.
Artikel 263 en 264 VWEU zijn procedures om rechtshandelingen van de EU zelf te toetsen (de nietigverklaring van Europese rechtshandelingen). Deze procedures kunnen niet worden gebruikt om nationale handelingen te toetsen op hun rechtmatigheid. Het HvJ EU kan daarom geen nationale besluiten / rechtshandelingen ‘vernietigen’. Maak een duidelijk onderscheid tussen de toetsing van EU- recht (is hier secundair recht in strijd met primair recht?) en de toetsing van het nationale recht (is nationaal recht strijdig met Europees recht?).
Wat voegde Simmenthal toe inzake de voorrang van EU recht ten opzichte van Costa v. E.N.E.L.?
De gemeente Weesp heeft de aanvraag van Antonio en Anneke voor vergoeding van kinderopvang afgewezen. Antonio stelt beroep in tegen dit besluit bij de rechtbank Leeuwarden. Hij voert aan dat hij op basis van artikel 14 VWEU recht heeft op toegang tot een “dienst van algemeen economisch belang.” De rechtbank weet niet zeker of kinderopvang een dienst van algemeen economisch belang is en wijst de vordering van Antonio af. In hoger beroep bij de Raad van State voert Antonio aan dat het Spaanse Hooggerechtshof heeft bepaald dat kinderopvang een dienst van algemeen economisch belang is. De gemeente Weesp voert echter aan dat zowel de Franse Court de Cassation als de Belgische Raad van State bepaald hebben dat kinderopvang geen dienst van algemeen economisch belang is en dat Artikel 14 überhaupt geen rechtstreekste werking heeft. Is de Nederlandse Raad van State verplicht een prejudiciële vraag te stellen over de uitleg van Artikel 14 VWEU?
Welke van de onderstaande stellingen over Brexit is juist?
Welk van de volgende taken behoort niet tot de bevoegdheden van de Commissie?
Wat voor soort bevoegdheid heeft de Unie op het gebied van de interne markt?
Welke stelling met betrekking tot het beroep tot nietigverklaring onder artikel 263 VWEU klopt niet?
Het EHRM verklaarde het verzoekschrift in de zaak Franklin-Beentjes (nr 28167/07) niet-onvankelijk op de volgende grond:
De EU heeft een richtlijn aangenomen die, ten doelen de consument te beschermen, voorschrijft dat lidstaten verplicht zijn om een speciale verpakking te introduceren voor voedingsmiddelen die op biologische wijze geproduceerd zijn. De vereisten voor biologische productie zoals opgelegd in de richtlijn zijn streng.
België gelooft dat nationale voedselautoriteiten dergelijke aspecten van consumentenbescherming beter kunnen regelen. Ook vindt het land een speciale verpakking onnodig duur en milieuvervuilend – een sticker zou hetzelfde werk kunnen doen.
Welk argument kan België aanvoeren bij een verzoek tot nietigverklaring van de richtlijn?
In februari 2015 voerde Portugal ter uitvoering van een EU-richtlijn nieuwe asielwetgeving in. De richtlijn bepaalt dat asielaanvragen binnen een redelijke termijn dienen te worden afgehandeld. Portugal denkt het efficiënt aan te pakken en op de grond van de nieuwe wet kunnen asielaanvragen
.....read moreWaartoe leidt een succesvol beroep tot nietigverklaring onder artikel 263 VWEU?
Geef aan welke stelling juist is.
Wat is waar met betrekking tot verordeningen?
Het EVRM biedt een Europees minimumniveau van mensenrechtenbescherming. Partijen hebben de vrijheid om een hoger beschermingsniveau te bieden.
Ook als er vandaag nog geen belemmeringen merkbaar zijn kan artikel 114 VWEU een rechtsbasis vormen voor maatregelen die toekomstige belemmeringen van het vrij verkeer binnen de interne markt voorkomen,.
Als een EU-lidstaat een van de rechten in het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie overtreedt dan kan een beroep gedaan worden op:
Op grond van het EVRM bestaat een mogelijkheid voor derden om tussenbeide te komen bij een zaak. Welke stelling met betrekking tot deze derden is juist?
Wanneer mag een nationale rechter een prejudiciële vraag stellen aan het Hof van Justitie?
Wat oordeelde het HvJ EU in het Tabaksreclame-arrest (C-376/98)?
Wat moet er gebeuren met beroepen op staatsaansprakelijkheid voor schending van het EU-recht door een lidstaat?
Het Hof erkende in het arrest Defrenne (C-43/75) dat richtlijnen horizontale rechtstreekse werking kunnen hebben.
De Commissie wil dat quota’s op het gebied van biologische
.....read moreAls een richtlijn rechtstreekse werking heeft…
Als gevolg van het arrest Marleasing (C- 106/89 Marleasing SA tegen La Comercial Internacional de Alimentacion SA)
Als gevolg van het arrest Plaumann (Case 25/62 Plaumann & Co. tegen Commissie van de Europese Economische Gemeenschap) …
Op grond van artikel 267 VWEU…
Wanneer het EHRM oordeelt over de ontvankelijkheid van een klacht, gebeurt doormiddel van…
Op wie is het EVRM van toepassing?
Sinds het Verdrag van Lissabon heeft het Handvest de status van primair Unierecht gekregen.
Wat is het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken?
Het Bierarrest (C-178/84 Commissie v Duitsland) geeft een goed voorbeeld van hoe het HvJ EU gebruikt maakt van positieve integratie ten behoeve van de interne markt.
In het arrest C-345/95 Frankrijk t, Europees Parlement erkende het HvJ EU dat lidstaten de bevoegdheid hebben om de zetel van de instellingen, ook die van het Europees Parlement, vast te stellen.
Stelling I: Een individuele Eurocommissaris (lid van de Europese Commissie) kan door het Europees Parlement gedwongen worden om op te stappen.
Stelling II: Per 1 januari 2016 zal Nederland voorzitter zijn van de Raad van de EU voor 6 maanden. Nederland zal tijdens het voorzitterschap de
.....read moreDe doelstellingen van de Verdragen kunnen op grond van artikel 352 lid 1 VWEU worden aangevuld.
Het HvJ EU heeft in de zaak Grzelczyk (C-184/99) bepaald dat lidstaten EU-burgers in beginsel gelijk moeten behandelen aan hun eigen onderdanen.
De voorzitter van de Raad wordt voor een termijn van zes maanden verkozen.
Welke stelling over het attributiebeginsel is juist?
Welke stelling is de juiste?
Studenten in heel Europa hebben het moeilijk. Ze hebben te lijden onder maatregelen zoals het leenstelsel, het bindend studieadvies en de langstudeerboete. Een aantal studenten afkomstig uit verschillende EU landen organiseert een burgerinitiatief. Het initiatief is succesvol: meer dan twee miljoen studenten uit zes verschillende EU lidstaten ondertekenen het initiatief waarin de Commissie verzocht wordt een wetsvoorstel in te dienen waarbij de lidstaten gedwongen worden om het hoger onderwijs toegankelijker te maken voor alle studenten, met name voor de minder bedeelden. Uiteindelijk nemen de Raad en het Europees Parlement een verordening aan, waarvan artikel 10a stelt: ‘De lidstaten vergemakkelijken de toegang tot het hoger onderwijs.’
Piet Jansen, een student Rechtsgeleerdheid, kan maar net leven van zijn basisbeurs en daagt de Nederlandse Staat voor de rechter. Hij wil een hogere vergoeding. Heeft zijn actie kans van slagen?
Engeland eist van aanvragers tot gezinshereniging dat een inburgeringsexamen met succes wordt afgelegd. De Europese Commissie is van mening dat deze inburgeringseis strijdig is met artikel 3 lid 6 van Richtlijn 2006/78/EG inzake het recht op gezinshereniging. Welke stelling is onjuist?
Welke stelling over staatsaansprakelijkheid is de juiste?
In de zaak Grzelczyk (zaak C-184/99) bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat lidstaten onderdanen uit andere lidstaten die in hun land verblijven het EU-burgerschap moeten verstrekken.
Het Economisch en Sociaal Comité is onderdeel van het Europees Parlement en heeft een wetgevende taak.
Waarvan is het Bierarrest (zaak 178/84) een goed voorbeeld?
Lees de volgende woorden van Robert Schuman: “De vereniging van Europa kan niet zomaar worden verwezenlijkt en ook niet door een allesomvattende schepping tot stand worden gebracht: het verenigd Europa moet worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij feitelijke solidariteit als uitgangspunt moet worden genomen.”
Wat bedoelt Schuman met de feitelijke solidariteit?
Indien een richtlijn voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is, kan een individu of rechtspersoon zich hier op beroepen voor de nationale rechter vanaf de inwerkingtreding.
Het Europese recht heeft voorrang boven het nationale recht. Daarom mag het HvJ EU strijdig nationaal recht vernietigen.
Conforme interpretatie van het Unierecht kan dienen als grondslag voor een contra legem uitleg van het nationale recht.
Welke uitspraak is de juiste?
Welke stelling over prejudiciële vragen is de juiste?
Wanneer kan een onderneming zich tot het HvJ EU wenden?
Welke stelling is onjuist?
Welk recht kwalificeert niet als een burgerlijk en politiek recht:
De klacht van Verlinden tegen het Koninkrijk der Nederlanden (Verlinden v. Netherlands; Communication No. 1187/2002) werd door het Mensenrechtencomité niet-ontvankelijk verklaard omdat:
Welke rol spelen Nederlandse rechtbanken in de handhaving van internationale mensenrechten?
Kijk naar de onderstaande stellingen:
Stelling I: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doet slechts uitspraak in zaken tussen particulieren onderling en particulieren tegen lidstaten.
Stelling II: De interpretatie van de bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens hangt altijd af van de bedoeling van de verdragsluitende staten.
Kunnen alle rechten van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ingeperkt worden?
In zijn verklaring gaf de toenmalige Minister van buitenlandse zaken van Frankrijk Schuman in 1950 een visie van een verenigd Europa. Hij zei dat ...
China is momenteel geen partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke rechten (IVPBR). Stel dat China besluit toe te treden tot het IVBPR en het bijhorende Facultatief Protocol. Welk alternatief is juist?
Artikel 34 en 35 EVRM bevatten de ontvankelijkheidseisen voor een klacht bij het EHRM. In welk van de onderstaande situaties is de klacht sowieso niet-ontvankelijk?
Een pilootarrest is een arrest waarin …
Welke van de volgende stellingen is juist?
Tijdens de ‘Empty-chair Crisis’ …
Wat wordt verstaan onder de zogenaamde ‘eerste’ generatie mensenrechten?
Het Comité voor de Rechten van de Mens onder het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten neemt klachten van individuele personen alleen in behandeling indien:
Welke stelling met betrekking tot de benoeming van de Europese Commissie is juist?
Welke instelling met betrekking tot de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (“EHRM”) in de zaak Sanoma t. Nederland (2010) is juist?
Welke van onderstaande stelling(en) over de rol van bepaalde instellingen in de gewone wetgevingsprocedure van de Europese Unie is (of zijn) juist?
Stelling I: De Raad van Europa kan alleen wetgeving aannemen na een voorstel van de Europese Commissie.
Stelling II: Het Europees Parlement kan wetgeving tegenhouden, tenzij de Raad van Ministers met unanimiteit het voorstel van de Europese Commissie aanneemt.
Welke stelling over de Raad van Ministers is juist?
Utopia is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (IVBPR). Op grond van artikel 19 IVBPR – een bepaling waar burgers rechtstreeks rechten aan kunnen ontlenen – kan de vrijheid van meningsuiting slechts op bepaalde gronden worden ingeperkt. Utopia verbiedt in zijn nationale wetgeving echter iedere vorm van vrijheid van meningsuiting. Ten aanzien van doorwerking van het internationaal publiekrecht in de Utopiaanse rechtsorde bevat de grondwet van Utopia twee bepalingen die identiek zijn aan artikel 93 en artikel 94 van de Nederlandse Grondwet. Thomas More, een inwoner van Utopia, beroept zich voor de Utopiaanse rechter op artikel 19 IVBPR. Hoe zal de Utopiaanse rechter moeten oordelen?
Het Comité voor de Rechten van de Mens van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten heeft NIET tot taak:
Let op: gevraagd wordt wat het Comité voor de Rechten van de Mens van het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten NIET tot taak heeft.
Sinds 1 juni 2010 is Protocol 14 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) van kracht. Dit protocol brengt enkele belangrijke wijzigingen aan in de procedurele regels die gelden voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Welke van de onderstaande uitspraken over dit protocol is juist?
Welke stelling met betrekking de Europese Commissie en ontslag is NIET juist?
.....read moreWelke van de volgende stellingen met betrekking tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is correct?
Dhr. van Rooij is van mening dat hij tijdens zijn verblijf in een zwaar beveiligde gevangenis dusdanig slecht behandeld is dat dit resulteert in een schending van het Verdrag inzake Uitbanning van Foltering. Na geprocedeerd te hebben tot en met de Hoge Raad van Nederland, is hij niet tevreden. Tot welk internationaal orgaan kan Dhr. van Rooij zich nog richten om genoegdoening te krijgen?
Jarenlang leefde Marie-Louise Bokilongo onder erbarmelijke omstandigheden in Kongo, een land dat wordt geteisterd door grote conflicten. In 2008 wist ze te vluchten naar Nederland, maar daar werd zij niet als vluchteling erkend. Gisteren kreeg zij te horen dat ze binnenkort zal worden uitgezet. Marie-Louise is bang dat zij bij terugkeer in Kongo weer in grote armoede zal leven en misschien het slachtoffer wordt van geweld. Een vriendin vindt dat Nederland de mensenrechten schendt door haar terug te sturen naar Kongo, en moedigt haar aan een klacht in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Welke van de volgende stellingen is juist?
Tot aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon bepaalde artikel 211 EG Verdrag (na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon: artikel 17 VEU) dat de Europese Commissie het goed functioneren van de gemeenschappelijke markt dient te waarborgen. Welke van de volgende taken valt NIET onder de bevoegdheid van de Europese Commissie?
Let op: dit tentamen is gebaseerd op de situatie voor het verdrag van Lissabon. Dit heeft tot consequentie dat niet alle vragen meer accuraat zijn, en dat de gegeven antwoorden kunnen afwijken van de huidige situatie.
De Poolse regering is van mening dat het tegen het katholieke geloof indruist om pornografische artikelen toe te staan en dat dergelijke artikelen zedenmisdrijven uitlokken. Er wordt een verbod uitgevaardigd op het bezitten, verkopen en produceren van pornografische artikelen. Wat is juist? Kies het meest toepasselijke antwoord.
Welke van de volgende stellingen is onjuist?
Welke argumenten gebruikte het Hof van Justitie in het Chen arrest?
1. Het betrof geen interne situatie en het vrij verkeer van personen was van toepassing.
2. Mevrouw Chen had misbruik gemaakt van het gemeenschapsrecht.
3. De dochter maakte gebruik van het vrij verkeer van diensten maar hier vloeit geen permanent recht op verblijf uit voort.
4. Art. 18 EG is geen onbeperkt recht.
5. Mevrouw Chen kwam ten Jaste van haar dochter zoals in de zin van richtlijn 90/364 en kon daarom ook blijven.
Welke van de volgende voorwaarden vormt geen eis voor ontvankelijkheid van een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens?
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
Stelling I: De samenstelling van de Europese Raad is afhankelijk van het te behandelen beleidsonderwerp. Zo zal de Nederlandse minister van landbouw deelnemen indien het Europese landbouwbeleid op de agenda staat.
Stelling II: Indien een gemeenschapsinstelling regelgeving uitvaardigt met betrekking
.....read moreLet op: De volgende oefentoets is gebaseerd op de situatie vóór het verdrag van Lissabon. Dit heeft tot consequentie dat niet alle vragen meer accuraat zijn, en dat de gegeven antwoorden kunnen afwijken van de huidige situatie.
De Poolse regering is van mening dat het tegen het katholieke geloof indruist om pornografische artikelen toe te staan en dat dergelijke artikelen zedenmisdrijven uitlokken. Er wordt een verbod uitgevaardigd op het bezitten, verkopen en produceren van pornografische artikelen. Wat is juist? Kies het meest toepasselijke antwoord.
Welke van de volgende stellingen is onjuist?
Welke argumenten gebruikte het Hof van Justitie in het Chen arrest?
1. Het betrof geen interne situatie en het vrij verkeer van personen was van toepassing.
2. Mevrouw Chen had misbruik gemaakt van het gemeenschapsrecht.
3. De dochter maakte gebruik van het vrij verkeer van diensten maar hier vloeit geen permanent recht op verblijf uit voort.
4. Art. 18 EG is geen onbeperkt recht.
5. Mevrouw Chen kwam ten Jaste van haar dochter zoals in de zin van richtlijn 90/364 en kon daarom ook blijven.
Welke van de volgende voorwaarden vormt geen eis voor ontvankelijkheid van een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens?
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
Stelling I: De samenstelling van de Europese Raad is afhankelijk van het te behandelen beleidsonderwerp. Zo zal de Nederlandse minister van landbouw deelnemen indien het Europese landbouwbeleid op de agenda staat.
Stelling II: Indien een gemeenschapsinstelling regelgeving uitvaardigt met betrekking
.....read moreIn deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Inleiding Europees Recht voor de opleiding Rechten, jaar 1, aan de Unversiteit Leiden.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor Europees Recht ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !
Werkzaamheden: o.a.
Interesse? Reageer of informeer
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution