Inleiding Europees Recht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 3235 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In de zaak Grzelczyk (zaak C-184/99) bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat lidstaten onderdanen uit andere lidstaten die in hun land verblijven het EU-burgerschap moeten verstrekken.
Het Economisch en Sociaal Comité is onderdeel van het Europees Parlement en heeft een wetgevende taak.
Waarvan is het Bierarrest (zaak 178/84) een goed voorbeeld?
Lees de volgende woorden van Robert Schuman: “De vereniging van Europa kan niet zomaar worden verwezenlijkt en ook niet door een allesomvattende schepping tot stand worden gebracht: het verenigd Europa moet worden opgebouwd door middel van concrete verwezenlijkingen, waarbij feitelijke solidariteit als uitgangspunt moet worden genomen.”
Wat bedoelt Schuman met de feitelijke solidariteit?
Indien een richtlijn voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is, kan een individu of rechtspersoon zich hier op beroepen voor de nationale rechter vanaf de inwerkingtreding.
Het Europese recht heeft voorrang boven het nationale recht. Daarom mag het HvJ EU strijdig nationaal recht vernietigen.
Conforme interpretatie van het Unierecht kan dienen als grondslag voor een contra legem uitleg van het nationale recht.
Welke uitspraak is de juiste?
Welke stelling over prejudiciële vragen is de juiste?
Wanneer kan een onderneming zich tot het HvJ EU wenden?
Welke stelling is onjuist?
Op 15 september 2010 is in het Publicatieblad van de EU het Commissiebesluit 2010/20 gepubliceerd. In dit besluit wordt lidstaat Nederland door de Commissie gekort op de jaarlijkse financiële bijdrage vanuit de EU. De provincie Flevoland heeft veel werkgelegenheidsprojecten die EU-gelden ontvangen en wil dit besluit van de Commissie ongedaan maken. Daarom stelt de provincie Flevoland een beroep tot nietigverklaring op grond van artikel 263 VWEU in bij het HvJ EU.
Welke stelling is juist?
In de zaak Annibaldi (zaak C-309/96) besliste het Hof van Justitie van de EU dat het EVRM was geschonden.
Op 30 oktober 2009 wordt Mr. Paul opgepakt in Nederland op verdenking van het plegen van internationale misdrijven. Zijn land van herkomst, ‘Verweggia’, verzoekt aan Nederland om zijn uitlevering. Rapporten van mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International wijzen er echter op dat in ‘Verweggia’ verdachten van internationale misdrijven het risico lopen ter dood te worden veroordeeld. Nadat Nederland desalniettemin besluit Mr. Paul uit te leveren aan ‘Verweggia’, dient laatstgenoemde een klacht in bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Met zes stemmen tegen één concludeert het Hof dat Nederland een aantal bepalingen van het EVRM zal schenden indien het besluit tot uitlevering over te gaan. De Nederlandse EHRM-rechter is het niet eens met de uitkomst van de zaak en wil zijn mening – die afwijkt van die van de meerderheid – kenbaar maken. Wat kan de Nederlandse rechter in een dergelijk geval doen?
Welk juridisch instrument werd ingezet om het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) op te zetten?
Het Verdrag van Maastricht heeft bepaald dat de derde stap van de EMU op 1 januari 1999 zou ingaan.
Welk van de onderstaande landen hoort niet in het rijtje van “Member States with a derogation” met betrekking tot de EMU?
Hoe wordt de voorzitter van de Europese Raad verkozen?
Wat houdt het attributiebeginsel in?
Wat is geen taak van de Raad?
Wat was voor Frankrijk de belangrijkste reden om een half jaar lang niet deel te nemen aan de vergaderingen van de Raad in 1965?
De afgelopen twee jaar is geconstateerd dat in het luchtruim van de lidstaten van de EU ernstige vervuiling wordt veroorzaakt door vrachtwagens van internationale transportbedrijven. De Europese Commissie wil dit probleem graag aanpakken en een wetsvoorstel maken zonder de werking van de interne markt aan te tasten. In het wetsvoorstel wordt neergelegd dat tegen het jaar 2050 elke vrachtwagen over een nieuw type dieselmotor moet beschikken die veel minder vervuilend is. Op welke rechtsbasis zou een dergelijke wet kunnen berusten?
Welke stelling is onjuist?
Welke instelling heeft in beginsel een monopolie op het initiatiefrecht voor het indienen van nieuwe wetsvoorstellen?
Welke van de onderstaande stellingen is juist?
Strawberry is sinds jaren de grootste techgigant in Nederland en de Strawberrygadgets zijn erg gewild bij jongeren. De mobieltjes met het bekende Strawberrylogo kleuren het straatbeeld. Echter, na verscheidene klachten van artsen heeft de Decibelvereniging de mobieltjes onderzocht en blijktdat deze volumes tot 100dB toelaten. Volgens Richtlijn 33/2012 moet het volume van geluidsdragers echter begrensd worden op 80dB. Nederland blijkt de richtlijn nog niet te hebben omgezet in Nederlands recht, ook al is de implementatietermijn reeds verlopen. Wat zou de Decibelvereniging kunnen doen?
Wat moet iedere nationale rechter doen als een nationale maatregel strijdig is met Europees recht?
In het arrest Costa tegen ENEL (Zaak 6/64) besliste het HvJ EU dat:
Wat werd beslist in Van Gend & Loos (Zaak 26/62)?
Welke partij is bij een actie tot nietigverklaring geen geprivilegieerde partij?
In welke van deze zaken wordt niet ingegaan op staatsaansprakelijkheid?
Welke van de volgende verdragsbepalingen stelt een individu in staat om onder bepaalde voorwaarden zelf een zaak aanhangig te maken bij het HvJ EU?
De Nederlandse wetgever heeft nagelaten een richtlijn die voorzag in subsidies voor landbouwers tijdig te implementeren. Omdat agrariërs hierdoor subsidies mislopen, wensen zij de Nederlandse Staat aansprakelijk te stellen. Welke van de volgende hypotheses is hierbij correct?
Wat is geen voorwaarde voor het vaststellen van staatsaansprakelijkheid van lidstaten ten opzichte van particulieren in verband met een schending van het Europees recht?
Welke stelling over het EU-Handvest van de Grondrechten is de juiste?
Wat is geen voorwaarde voor ontvankelijkheid genoemd in het EVRM?
Welke stelling over de zaak Vejdeland t. Zweden (2010) is onjuist?
Welk van de onderstaande stellingen omtrent het toezicht op de naleving van het EVRM is juist?
Welk van de onderstaande stellingen beschrijft het beste de term margin of appreciation?
Welk van de onderstaande organen maakt geen onderdeel uit van de Europese Centrale Bank?
Op een mooie namiddag in maart 2014 staat Julia Tiszokaut aan de bushalte aan de hoofdstraat in Rostock op de bus te wachten. Een gedrongen mannetje met een grote snor spreekt haar aan en stelt zich voor als verkoper van de De Duitsograaf. Hij biedt haar een eenjarig abonnement aan voor slechts een derde van de prijs. Julia vindt dit een prima aanbod en tekent meteen. Later thuis, wanneer zij het contract goed doorleest, komt zij evenwel tot de vaststelling dat het abonnement niet is wat zij verwacht had. Weliswaar ontvangt zij De Duitsograaf, maar steeds een dag te laat, oud nieuws dus. Op dinsdag zou ze de krant van maandag krijgen. Om begrijpelijke redenen wenst zij het abonnement dan ook met onmiddellijke ingang te beëindigen. Hiertoe biedt het contract echter geen mogelijkheid. Haar vriendin, Erasmus-studente Jo Brotchen, beweert dat er alsnog een manier zou zijn om van het contract af te komen. Blijkbaar bestaat er een Europese richtlijn waarin is opgenomen dat de lidstaten in hun wetgeving zeker moeten stellen dat verkopers te allen tijde de koper op bijzondere, onverwachte onderdelen van koopcontracten moeten wijzen. “Dat zou hier toch het geval moeten zijn. Wie wil er immers de krant van gisteren lezen?”, denkt Julia. De richtlijn in kwestie moest ten laatste op 1 januari 2014 omgezet worden in nationaal recht. De Duitse wetgever heeft dit tot op heden echter nagelaten, waardoor de bijzondere informatieverplichting thans nog geen deel uitmaakt van het Duitse recht. Jo en Julia vragen zich af wat dit nu betekent. Kunnen ze naar de rechter stappen en zich op de richtlijn beroepen? Wat moet die rechter doen? En, als dit allemaal nergens naar toe leidt, kunnen ze Duitsland dan aansprakelijk stellen voor hun verlies – het abonnement kost namelijk 300€ per jaar? Veel geld voor een student, vindt Julia alvast. Verwijs in uw juridisch advies naar de relevante wetsartikelen en rechtspraak.
B
B
A
A
B
B
B
A
A
B
B
B
B
B
A
A
B
D
A
B
A
C
C
B
B&C
B
B
A
C
A
B
C
B
A
A
B
C
C
A
C
Allereerst is een Richtlijn niet (tijdig) geïmplementeerd in de nationale rechtsorde. De lidstaat, in dit geval Hongarije, heeft dit nagelaten. De betreffende richtlijn maakt het mogelijk om als particulier onder een geldig contract uit te komen, op voorwaarde dat dat contract bijzondere of onverwachte onderdelen bevat en de verkoper niet uit zichzelf op deze voorwaarden wijst. In casu kan men van een dergelijk contract spreken. Ten tweede bestaat het contract tussen twee particulieren, te weten tussen het bedrijf dat het abonnement heeft verkocht, en Anna. Dit heeft effect op de toepasbaarheid van de Richtlijn tussen Anna en de verkoper, het gaat hier om een horizontale situatie. Ten derde heeft een particulier schade geleden door de niet-implementatie van een richtlijn. Deze schade kan Anna theoretisch proberen te verhalen door middel van een schadevergoedingsactie tegen de lidstaat, in dit geval Hongarije. De hele casus lijkt op het Faccini Dori arrest. Van studenten wordt verwacht dat ze deze drie aspecten herkennen en benoemen en dat ze een juridische oplossing voor Anna’s problemen op grond van deze drie aspecten ontwikkelen onder verwijzing naar de besproken verdragsartikelen en rechtspraak.
Puntenschema:
De zaak lijkt op het arrest Faccini Dori: 0,5
Richtlijnen kunnen geen directe verplichtingen aan particulieren opleggen / er is geen horizontale werking van richtlijnen: (1)
Noem art 288 VWEU: 0,5
Noem Marshall of Marleasing: 0,5
Toepassing: GEEN horizontale rechtstreekse werking t.o.v. Onderneming: 0,5
Uitleg van de voorwaarden van rechtstreekse werking (onvoorwaardelijk en nauwkeurig): 0.5
De rechter moet de richtlijn uitleggen in het licht van het EU recht: 1
Noem richtlijnconforme interpretatie / indirecte werking: 0,5
Noem Marleasing: 0,5
Dit volgt uit het beginsel van loyale samenwerking: 0,5
BONUS: het beginsel van loyale samenwerking volgt uit art. 4(3) VEU: 0,5
BONUS: er is geen contra legem interpretatie toegestaan: 0,5
Het beginsel van Staatsaansprakelijkheid: 0,5
Noem Francovich: 0,5
Vermeld dat voorwaarden in Brasserie zijn aangepast: 0,5
Noem en pas voorwaarden toe:
Rechten aan particulieren toekennen: 0,5
Voldoende gekwalificeerde schending (richtlijn niet omgezet) : 0,5
Causaal verband schade - schending: 0,5
Een particulier moet de schade beperken: 0,5
Conclusie: schadevergoeding op grond van staatsaansprakelijkheid is mogelijk of niet: 0,5
BONUS:
Noem Simmenthal: 0,5; en het buiten toepassing verklaren van de nationale regel: 0,5
Julia kan de Europese Commissie vragen om op grond van artikel 258 VWEU actie te ondernemen: 0,5.
Je krijgt aftrek voor taalfouten. Je kan maximaal 2 punten aftrek krijgen voor taalfouten in je antwoord. Per soort fout (spelling, grammatica, stijl en structuur) wordt 1 punt afgetrokken.
Vindplaatsen:
Hoofdstuk 8 - Rechtsverhoudingen bij rechtstreekse werking
Hoofdstuk 8 - Rechtsgevolgen van rechtstreekse werking en voorrang van EU-recht
Hoofdstuk 8 - Conforme interpretatie
Hoofdstuk 8 - Staatsaansprakelijkheid
Hoofdstuk 9 - Acties tegen lidstaten.
Hoofdstuk 10 - Wetgeving, uitvoering en controle
Berekening punten Onderdeel B
Je kan nooit meer dan tien punten voor onderdeel b van dit tentamen verkrijgen. Het volgende rekenschema wordt toegepast:
punten uit schema + bonuspunten = tussenresultaat (maximaal 10 punten).
tussenresultaat – aftrek taalfouten = eindresultaat onderdeel B tentamen.
Opmerkingen over antwoorden open vraag
In veel antwoorden stonden vaak lange inleidingen of lange samenvattingen van de arresten. Let op, vaak voegen dergelijke samenvattingen en inleidingen weinig toe aan het antwoord. Je verdient hiermee geen punten behalve als dit inhoudelijk antwoord geeft op de vraag.
Artikel 340 VWEU was niet de grondslag van het arrest Francovich. Artikel 340 VWEU gaat over de aansprakelijkheid van de EU zelf en niet over die van de lidstaten. Het HvJ EU zag het artikel als een voorbeeld van schadevergoeding en liet zich hierdoor inspireren tijdens zijn redenering dat Staatsaansprakelijkheid behoort tot de algemene beginselen van Unierecht.
Artikel 263 en 264 VWEU zijn procedures om rechtshandelingen van de EU zelf te toetsen (de nietigverklaring van Europese rechtshandelingen). Deze procedures kunnen niet worden gebruikt om nationale handelingen te toetsen op hun rechtmatigheid. Het HvJ EU kan daarom geen nationale besluiten / rechtshandelingen ‘vernietigen’. Maak een duidelijk onderscheid tussen de toetsing van EU- recht (is hier secundair recht in strijd met primair recht?) en de toetsing van het nationale recht (is nationaal recht strijdig met Europees recht?).
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Inleiding Europees Recht aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2422 |
Add new contribution