Inleiding Europees Recht - Recht - UL - B1 - Oefenbundel
- 3236 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
De doelstellingen van de Verdragen kunnen op grond van artikel 352 lid 1 VWEU worden aangevuld.
Het HvJ EU heeft in de zaak Grzelczyk (C-184/99) bepaald dat lidstaten EU-burgers in beginsel gelijk moeten behandelen aan hun eigen onderdanen.
De voorzitter van de Raad wordt voor een termijn van zes maanden verkozen.
Welke stelling over het attributiebeginsel is juist?
Welke stelling is de juiste?
Studenten in heel Europa hebben het moeilijk. Ze hebben te lijden onder maatregelen zoals het leenstelsel, het bindend studieadvies en de langstudeerboete. Een aantal studenten afkomstig uit verschillende EU landen organiseert een burgerinitiatief. Het initiatief is succesvol: meer dan twee miljoen studenten uit zes verschillende EU lidstaten ondertekenen het initiatief waarin de Commissie verzocht wordt een wetsvoorstel in te dienen waarbij de lidstaten gedwongen worden om het hoger onderwijs toegankelijker te maken voor alle studenten, met name voor de minder bedeelden. Uiteindelijk nemen de Raad en het Europees Parlement een verordening aan, waarvan artikel 10a stelt: ‘De lidstaten vergemakkelijken de toegang tot het hoger onderwijs.’
Piet Jansen, een student Rechtsgeleerdheid, kan maar net leven van zijn basisbeurs en daagt de Nederlandse Staat voor de rechter. Hij wil een hogere vergoeding. Heeft zijn actie kans van slagen?
Engeland eist van aanvragers tot gezinshereniging dat een inburgeringsexamen met succes wordt afgelegd. De Europese Commissie is van mening dat deze inburgeringseis strijdig is met artikel 3 lid 6 van Richtlijn 2006/78/EG inzake het recht op gezinshereniging. Welke stelling is onjuist?
Welke stelling over staatsaansprakelijkheid is de juiste?
Welke stelling is onjuist?
In de zaak Michael Schwarz (C-291/12) oordeelde het HvJ EU dat de zaak waarop de vraag van de verwijzende rechter betrekking had, niet binnen de reikwijdte van het Unierecht paste.
De fundamentele rechten behoren tot de algemene beginselen waar het HvJ EU de eerbiediging van verzekert.
In 1950 werd aangenomen dat het EVRM enkel positieve verplichtingen oplegt aan lidstaten.
Tijdens de zomer van 2014 ontmoet de Leidse rechtenstudent Leo op vakantie de Spaanse Anna. Na een paar dagen samen scheiden hun wegen: Leo keert terug naar Nederland en Anna neemt haar leven in Spanje weer op. Na enkele maanden contact te hebben onderhouden via Skype wil het inmiddels stapelverliefde stel graag samen gaan wonen in Nederland. De aanvraag voor een verblijfsvergunning voor Anna wordt echter afgewezen, omdat zij niet geslaagd is voor het Nederlandse inburgeringsexamen. Anna en Leo vechten dit besluit aan bij de ABRvS, maar tevergeefs: in juni 2016 wordt het besluit tot afwijzing bevestigd. Eind maart 2015, tijdens het vak Inleiding Europees Recht, hoort Leo over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij het EHRM. Hij vermoedt dat hun klacht een goede kans heeft, nu een inbreuk op het recht op eerbiediging van hun familieleven heeft plaatsgevonden. Het standpunt van Leo is…
De ECB werkt geheel onafhankelijk van de regeringen van de lidstaten van de Euro zone.
Dankzij de rechtstreekse werking kan een individu zich voor de nationale rechter op alle Europese wetgeving beroepen. Bij twijfel of onduidelijkheid kan de nationale rechter een prejudiciële vraag aan het HvJ EU stellen. Zo wordt een effectieve en uniforme toepassing van het Europese recht gegarandeerd.
Welke stelling is de juiste?
Welk land was in 1992 lid van de EU?
Welke stelling over de rechtstreekse werking van richtlijnen is de juiste?
Welke stelling over de instellingen van de Europese Unie is juist?
Wat houdt het subsidiariteitsbeginsel in?
Waarin voorzag het verdrag van Maastricht niet?
De Europese Commissie is van plan een wetsvoorstel op te stellen waarbij terrorisme wordt bestreden in de lidstaten van de EU. Een onderdeel van het geeft de mogelijkheid om politiemensen naar andere lidstaten uit te zenden om terroristen op te sporen en met de plaatselijke autoriteiten samen te werken. Op basis van welk artikel kan de Commissie een wetsvoorstel maken?
Welke stelling is de juiste?
Wie is de voorzitter van de Europese Commissie op dit moment?
Waartoe is de Europese Commissie niet bevoegd?
De Europese Commissie wenst de vergoedingen toegekend aan profvoetballers aan banden te leggen in de hele EU. Na lang overleg besluiten de Commissarissen om artikel 114 VWEU als rechtsgrondslag te gebruiken. Binnen de nieuw aangestelde Commissie – die bestaat uit leden die nauwelijks iets weten van het Unierecht – worden verschillende voorstellen gelanceerd. Jij bent juridisch adviseur van de Commissie en moet nagaan welk van de hieronder vermelde voorstellen juridisch juist is.
Lees de volgende passage uit het arrest Van Gend en Loos: ‘…, dat uit deze omstandigheden moet worden afgeleid, dat de Gemeenschap in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde vormt ten bate waarvan de Staten, zij het op een beperkt terrein, hun soevereiniteit hebben begrensd en waarbinnen niet slechts deze lidstaten maar ook hun onderdanen gerechtigd zijn; dat het gemeenschapsrecht derhalve, evenzeer als het, onafhankelijk van de wetgeving der lidstaten, ten laste van particulieren verplichtingen in het leven roept, ook geëigend is rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldig maken, …’.
Het HvJ EU introduceerde de rechtstreekse werking van het Europese recht en verklaarde de Gemeenschappen tot ‘een nieuwe rechtsorde’. Welke uitspraak is de juiste?
Wat volgt uit de zaak Faccini Dori?
Welke uitspraak over de voorrang van Unierecht is onjuist?
De Nederlandse Gas Unie (NGU) heeft als enige marktpartij het recht om te boren naar gas in de Noordzee. Hiertoe heeft het een concessie gedaan. De NGU zal de gasvelden schuin aanboren vanaf winningsstations op het vasteland, waardoor er op de Noordzee zelf geen boortorens gebouwd hoeven te worden. De Europese Commissie heeft ter bescherming van de biodiversiteit in een algemeen uitvoeringsbesluit vastgelegd dat er niet langer naar gas geboord mag worden in de Noordzee. Volgens de NGU was de Europese Commissie onbevoegd tot het nemen van dit besluit. Om deze reden start de NGU een actie tot nietigverklaring op basis van art. 263 VWEU. Welke stelling is de juiste?
Welke van de volgende stellingen over de Europese rechtsmiddelen is de juiste?
Waaruit volgen de voorwaarden voor de aansprakelijkheid van lidstaten om aan particulieren schadevergoeding te betalen wegens schending van het EU-recht?
In februari 2015 is in Noorwegen een wet ingevoerd die verplicht tot opname van een vingerafdruk in het paspoort. De Noorse mw. Grieg vindt dat dit een schending van haar recht op respect voor privéleven is en wil hier actie tegen ondernemen. Wat kan mevrouw Grieg doen?
Welke stelling over de zaak Schilder t. Nederland (2012) is juist?
In 2015 wordt door de Nederlandse uitgeverij ‘Uitdagend’ een boekje uitgegeven onder de naam ‘Puberproblemen’. Het boekje is bedoeld om Nederlandse jongeren tussen de tien en zestien jaar voorlichting over thema’s als scholing, seksualiteit en drugs te geven. Dit boekje zorgt vanaf de uitgave voor opschudding: veel ouders vinden dit werk ongeschikt en zijn bang dat het tieners negatief kan beïnvloeden. Zo staat er in het boekje: “Voel je niet schuldig als je soms spijbelt: dit draagt juist bij aan je ontwikkeling”. De Nederlandse autoriteiten besluiten in te grijpen: alle gedrukte uitgaven van ‘Puberproblemen’ worden in beslag genomen. De uitgeverij krijgt een verbod opgelegd het boekje verder te verspreiden. ‘Uitdagend’ vecht dit besluit juridisch aan: eerst voor de nationale rechter en daarna voor het EHRM. De uitgeverij vindt dat haar recht van vrije meningsuiting is geschonden. Als het EHRM vastgesteld heeft dat aan alle ontvankelijkheidscriteria is voldaan wordt de zaak inhoudelijk onderzocht. Welk van onderstaande verweren heeft de grootste kans van slagen?
Welk van de onderstaande stellingen over het ontstaan van het EVRM is juist?
Welk van de onderstaande stellingen over de bescherming van mensenrechten binnen de EU is onjuist?
Welk van de onderstaande fonden is op het VEU danwel het VWEU gebaseerd?
Van welk historisch feit is de Economische en Monetaire Unie een gevolg?
Wie is de voorzitter van het Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank?
Omdat steeds meer jonge Europeanen dikker worden als gevolg waarvan de kosten voor de gezondheidssystemen in Europa enorm oplopen, gaan steeds meer stemmen op voor een EU-breed verbod op reclame van hamburgers. De Europese Commissie reageert door een Verordening voor te stellen, welke een reclameverbod voor hamburgers met een verzadigd vetpercentage van boven de 10% bevat. Deze Verordening wordt door het Europees Parlement en de Raad aangenomen op grond van artikel 114 VWEU. Hooper Sugarlee, de eigenaar van Fattie Fanta, de enige producent van softdrinks in Engeland is het helemaal niet eens met deze Verordening. Volgens Sugarlee is de Unie immers op grond van artikel 114 VWEU onbevoegd om maatregelen met een dergelijke doelstelling te nemen.
Sugarlee neemt contact op met zijn advocaat, John Johnson. Hij wil dat Johnson zo spoedig mogelijk in naam van Fattie Fanta een zaak opstart voor het HvJ EU om de verordening op rechtmatigheid te laten toetsen. Daarnaast denkt de Britse regering erover naar om Sugarlee te helpen in zijn strijd tegen de bureaucraten van de Europese Unie.
Beantwoord de volgende twee vragen (en verwijs daarbij indien mogelijk naar relevante rechtspraak en verdragsbepalingen):
Vraag 1: Maakt Johnson kans om een zaak voor Sugarlee op te starten voor het HvJ EU om de rechtmatigheid van de verordening te laten toetsen? Leg uit waarom wel of niet.
Vraag 2: Bevindt de Britse regering zich in een betere positie om de rechtmatigheid van de verordening voor het HvJ EU te laten toetsen?
B
A
B
A
A
B
A
B
A
B
A
B
B
A
A
B
A
D
C
D
C
C
C
A
C
D
D
A
C
C
C
B
B
D
C
D
D
D
C
C
Met deelvraag nummer 1 kon u 8,5 van de tien punten verdienen.
Sugarlee is een onderneming die een vordering in rechte wenst in te stellen voor het HvJ EU. Individuen (natuurlijke personen en rechtspersonen) mogen op grond van het VWEU een vordering in rechte instellen, mits aan alle voorwaarden van artikel 263 VWEU is voldaan. In dat geval kan het HvJ EU (het Gerecht of het Hof) de bestreden Verordening nietig verklaren op grond van artikel 264 VWEU (1 punt voor de vermelding van artikel 263 VWEU als zodanig en het verwijzen naar nietigverklaring als gevolg van een succesvolle vordering).
Lid 2 van artikel 263 verwijst expliciet naar onbevoegdheid als argument dat in het vernietigingsberoep mag worden aangevoerd (0,5 punt).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Nietigheidsactie: artikel 263 VWEU.
Aan welke ontvankelijkheidsvoorwaarden moet op grond van artikel 263 voldaan worden?
a. Volgens artikel 263 lid 1 kan tegen ‘wetgevingshandelingen’ een beroep in rechte ingesteld worden. Wetgevingshandelingen zijn handelingen die tot stand zijn gekomen op basis van een wetgevingsprocedure die is uiteengezet in de verdragen. De bestreden maatregel is ingevoerd op grond van artikel 114 VWEU en heeft daarbij als het verbieden van reclame. Artikel 114 VWEU heeft het over het aannemen van maatregelen op grond van de gewone wetgevingsprocedure. De Verordening die op grond van artikel 114 aangenomen is, vormt daarom een wetgevingshandeling die aan te vechten moet zijn op grond van artikel 263 VWEU (1 punt).
Het mag volgens lid 1 ook niet om adviezen of aanbevelingen gaan. Hier gaat het om een Verordening, een instrument dat op grond van artikel 288 VWEU algemene strekking heeft en verbindend is in al haar onderdelen; het gaat dus niet om een enkele aanbeveling of een advies (1 punt).
Vindplaats: Hoofdstuk 10 - Keuze van de juiste wetgevingsprocedure, Hoofdstuk 3 - Wetgeving en bestuur in het kader van harmonisatie van de interne markt.
b. Wanneer? Het beroep moet op grond van lid 6 worden ingesteld binnen twee maanden vanaf de dag van bekendmaking van de handeling in het Publicatieblad. In de opgave is niets gegeven over data. Niettemin moet Johnson de vordering binnen die termijn instellen. Je mag ervan uitgaan dat dat nog steeds mogelijk is (1 punt).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Nietigheidsactie, artikel 263 VWEU
c. Wie? De belangrijkste – en moeilijkste– horde betreft de specifieke aard van Sugarlee als rechtspersoon. Volgens artikel 263 lid 4 kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon een beroep instellen tegen handelingen die hem rechtstreeks en individueel raken of die tot hem gericht zijn.
i. De Verordening is niet rechtstreeks gericht tot Sugarlee, maar richt zich tot alle producenten en importeurs van hamburgers die een beroep op reclame willen doen. Deze voorwaarde is daarom niet vervuld (0,5 punt).
ii. De Verordening raakt Sugarlee rechtstreeks, er zijn geen uitvoeringsmaatregelen nodig. Volgens artikel 288 is een Verordening rechtstreeks toepasselijk, er mogen geen implementatiemaatregelen worden genomen (0,5 punt).
iii. Sugarlee wordt weliswaar rechtstreeks maar niet individueel geraakt door de Verordening. In het arrest Plaumann worden zeer strenge eisen gesteld aan het individueel geraakt zijn: je moet deel uitmaken van een historisch gesloten groep (zaak Codorniu) en de maatregel moet jou individueel raken binnen die groep. Omdat iedereen op dit ogenblik hamburgers kan produceren of importeren, is Sugarlee niet individueel geraakt. Op grond hiervan zal het instellen van een individuele vordering op grond van artikel 263 VWEU niet slagen (2 punten).
Vindplaatsen: Hoofdstuk 9 - Nietigheidsactie: artikel 263 VWEU, Verordeningen.
BONUSELEMENT:
Verwijzen naar de categorie regelgevingshandelingen en aantonen dat een Verordening een wetgevingshandeling is en geen regelgevingshandeling.
Indien een vordering op grond van artikel 263 VWEU niet zal slagen, kan Johnson altijd nog een vordering voor de nationale rechter instellen op grond van het nationale recht. Vervolgens kan of moet die rechter op grond van artikel 267 VWEU een prejudiciële geldigheidsvraag stellen aan het HvJ EU (1 punt).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Indirecte acties van de particulier.
Volgens artikel 263 lid 2 VWEU is het HvJ EU bevoegd uitspraak te doen inzake elk beroep dat door een lidstaat is ingesteld. In tegenstelling tot beroepen die worden ingesteld door natuurlijke personen of rechtspersonen, hoeft in dergelijke situaties niet aangevoerd te worden dat een lidstaat
rechtstreeks en individueel geraakt of genoemd is in de bestreden maatregel (1 punt). Verder moet de Britse regering evenwel aan alle eerder vermelde ontvankelijkheidsvoorwaarden (wat van wie?; wanneer?) voldoen (0,5 punt).
Vindplaats: Hoofdstuk 9 - Nietigheidsactie, artikel 263 VWEU.
Deze bundel bevat oefententamens bij het vak Inleiding Europees Recht aan de Universiteit Leiden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2316 |
Add new contribution