Hoorcollege week 6 Bestuursrecht

Hoorcollege

Onrechtmatige overheidsdaad: 

  • Hoe/waar schadevergoeding te verkrijgen ten gunste van besluiten en ander overheidshandelen 

  • Welke materiële criteria gelden om te bepalen of de overheid schadeplichtig is 

Rechtmatige overheidsdaad: 

  • Hoe/waar schadevergoeding te verkrijgen bij schadeveroorzakend rechtmatig handelen van de overheid  

  • Welke materiële criteria gelden om te bepalen of de overheid schadeplichtig is 

Urgenda-uitspraak: 

  • Voorbeeld onrechtmatig handelen want in strijd met de zorgplicht van de artikelen 2 en 8 EVRM 

Overheidsaansprakelijkheid: 

  • Belangrijke vragen over positie overheid: 
    - Rechter bevoegd over de beoordeling rechtmatigheid overheidshandelen 
    - Rechter bevoegd over de beoordeling van schade 

  • Noordwijkerhout/Guldemond-uitspraak --> je kan bij de burgerlijke rechter terecht als je vraagt om door de burgerlijke rechter te worden beschermd 

Burgerlijke rechter of bestuursrechter: 

  • Met ingang van 1994: algemene bestuursrechter bevoegd over besluiten (Awb) 

  • Bijzondere bestuursrechtspraak 

  • Nog kleinere rol burgerlijke rechter: afstemming nodig 

  • Art. 8:88 Awb: 
    1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van: 
    a. Een onrechtmatig besluit 

Artikel 8:89 Awb: 

  • Onrechtmatige daad: bepaalde zaken exclusief naar civiele rechter, met uitzonderingen: 
    - CRvB en HR-belastingzaken in welke zaken de bestuursrechter exclusief bevoegd is 
    - In overige zaken: claims t/m 25.000 euro keuzevrijheid: NB claim van 25.000 euro mag worden opgeknipt 

  • Bij burgerlijke rechter dagvaardingsprocedure (art. 6:162 BW) 

Onrechtmatig  handelen I: 

  • Aansprakelijkheid voor appellabele Awb-besluiten/daarmee verband houdende voorbereidingshandelingen/het niet tijdig nemen van een besluit (art. 8:88 Awb) 

  • Probleem: afstemming met als oplossing: 
    - Formele rechtskracht (Heesch/Van de Akker) 
    - Oneigenlijk of omgekeerde formele rechtskracht (St. Oedenrode/Driessen) 
    - Schuld/toerekenbaarheid is gegeven = quasi risicoaansprakelijkheid (Van Gog/Nederweert) 

Onrechtmatig handelen II: 

  • Aansprakelijkheid voor ander overheidshandelen: avv, beleidsregels, civielrechtelijk handelen, feitelijk handelen 

  • Rechtsgang: civiele rechter 

Eisen 6:162 BW of status aparte: 

  • Evolutie: Noordwijkerhout/Guldemond 

  • Van schending van rechter/verwaarlozing van rechtsplichten die hun grondslag vinden in het privaatrecht 

  • Via handelen dat in strijd komt de eigen rechtsplicht van de overheid (Ostermann-arrest) dus in samenwerking met wettelijk voorschrift 

  • Tot schending zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt: ook ongeschreven publiekrecht (Amsterdam/IKON-arrest) 

  • Codificatie: art. 6:162 BW, art. 3:14 BW en 3:1 lid 2 Awb 

Eisen 6:162 BW 

 [note: deze afbeeldingen uit het college zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht] 

 

Formele rechtskracht: 

  • Heesch/Van de Akker --> wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan en deze niet is benut, dient de burgerlijke rechter ervan uit te gaan, dat die beschikking rechtmatig is zowel wat haar wijze van totstandkoming, als wat haar inhoud betreft 

Uitzonderingen formele rechtskracht: 

  • Bezwaren door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden: 
    - Onrechtmatigheid erkend (Heesch/Van de Akker) 
    - Geen verwijt burger door gedrag overheid 
    - Geen belanghebbende ten tijde van besluit/onderzoeksplicht veiligheid overheid 
    - Niet-beroepsgerechtigden 

Onrechtmatige formele wetgeving: 

  • Belemmering: toetsingsverbod art. 120 Grondwet 

  • Maar zie art. 93/94 GW 

  • Schending EVRM: 
    - Inzake wet verbod pestdierhouderij, maar de Hoge Raad denkt hier anders over 

  • Schending EU-recht  

Europeanisering: 

  • Veellagige rechtsorde: invloed EU-recht en EVRM 

  • EVRM en EU-recht: schending grond voor aansprakelijkheid overheid 

Slotopmerkingen onrechtmatige daad: 

  • Verdient de overheid een bijzondere positie in het onrechtmatigedaadsrecht 

Rechtmatige overheidsdaad: 

  • Hoe/waar schadevergoeding te verkrijgen bij schadeveroorzakend rechtmatig overheidshandelen van de overheid 

  • Welke materiële criteria gelden om te bepalen of de overheid schadeplichtig is wegens rechtmatig handelen 

Casus Paul Krugerbrug: 

  • Scheepswerf de Liesbosch lijdt miljoenen schade voor vervanging beweegbare brug door baste brug waardoor toegang voor grote schepen werd belemmerd 

  • Procedeert tegen de vergunning: ARRvS vernietigt besluit: minister onvoldoende gemotiveerd of en zo ja, hoeveel schadevergoeding men zou betalen aan de Liesbosch --> onzelfstandig schadebesluit 

  • Evolutie naar ontkoppeling: 
    - Rechtmatigheid besluit 
    - Compensatie schadelijke gevolgen 
    - Zelfstandig schadebesluit in geval van processuele connexiteit 

Algemene rechtsgrondslag: 

  • Beginsel van égalité devant les charges publiques 

  • Het beginsel op basis waarvan bestuursorganen gehouden zijn tot vergoeding van onevenredige buiten het normaal matschappelijk risico vallend en op een beperkte groep burgers rustende schade ten gevolge van rechtmatige overheidshandelingen 

  • Geldt voor verhouding burger/overheid  

 

[note: deze afbeelding uit het college is door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht]  

Algemene rechtsgrondslag: 

  • Beginsel van égalité devant le charges publiques: 
    - Speciale last: verstoring gelijke behandeling rechtsgenoten (schade enkele personen of kleine groep terwijl anderen in vergelijkbare positie niet worden getroffen): probleem: referentiegroep 
    - Abnormale last: schade niet binnen normaal maatschappelijk risico: schade geen gevolg voorzienbare maatschappelijke ontwikkelingen: geen echte terughoudende toets 

Rechtsbescherming: ontwikkeling: 

  • Onzelfstandig/onzuiver schadebesluit (Paul Krugerbrug) 

  • Bijzondere wetten 

  • Beleidsregels 

  • Zelfstandig/zuiver schadebesluit (van Vlodrop):  
    - Reactie van een bestuursorgaan op een verzoek om vergeoding van schade veroorzaakt door de rechtmatige uitoefening van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid, is een besluit in de zin van art. 1:3 Awb, ook als daarvoor geen wettelijke regeling of beleidsregel is aan te wijzen 
    - Als schadeveroorzakend besluit appellabel is, dan beroep bij de bestuursrechter; zo niet: burgerlijke rechter 

  • Restgroep (Leffers-arrest, Staat/Lavrijsen-arrest) --> civiele rechter via constructie dat het niet vergoeden van onevenredige schade veroorzaakt door op zichzelf rechtmatig overheidshandelen dit handelen alsnog onrechtmatig maakt 

  • Egalité-claims met betrekking tot appellabele Awb-besluiten exclusief bij bestuursrechter (nadeelcompensatie coffeeshop Venlo-arrest) 

Nieuwe regeling in art. 4:126 Awb: 

  • Kritiek huidig systeem te complex 

  • Aanpassing Awb en bijzondere wetgeving  
    - Onrechtmatige daad: bepaalde zaken exclusief naar civiele rechter, met uitzonderingen 
    - Rechtmatige daad: zo veel mogelijk exclusief naar bestuursrechter (ook schade die verband houdt met feitelijke handelingen en avv’s) 

  • Doel van de nieuwe regeling: meer overzicht, uniformeren van wettelijke en buitenwettelijke schaderegelingen, codificeren van jurisprudentie en belangrijkste materiële criteria 

Artikel 4:126 Awb: 

  • Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe 

  • Wettelijke zelfstandig schadebesluit. Wachten is nog steeds op inwerkingtreding regeling rechtmatige daad 

Check page access:
Public
Check more or recent content:

Bestuursrecht Universiteit Leiden (samenvatting literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en arresten)

Samenvatting week 1 Bestuursrecht

Samenvatting week 1 Bestuursrecht

Week I 

Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorgaan --> art. 1:1 Awb) en burgers (belanghebbende --> art. 1:2 Awb). Bereik van het bestuursrecht is erg groot, sommige dingen zou je eerder met strafrecht associëren. Ook is het bestuursrecht sterk beïnvloed door Europese regelgeving. 
Vaak overlapt het bestuursrecht dus met het strafrecht (iemand die fraudeert bij bijstand moet ook boete betalen), privaatrecht (overheid sluit overeenkomst over grondverkoop die bepalen waarvoor grond mag worden gebruikt) en Europees recht (Nederlandse wetgeving mag niet in strijd zijn met Europees recht). 

Het bestuursrecht is het recht voor, van en tegen het overheidsbestuur. 

  • Het is als eerst het recht van de overheid, omdat het instrumentarium van het overheidsbestuur is; waarmee het bestuurt. Het bestuur heeft de mogelijkheid rechten en plichten van de burger te bepalen. Dit heet eenzijdige rechtshandelingen en geeft de overheid veel macht. Deze macht is echter wel beperkt door de wetgever die de bevoegdheid toekent aan de wetgever door wettelijke voorschriften. Dat vormt een van de functies van het bestuursrecht, namelijk de instrumentele functie: het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (instrumenten) om het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen. 

  • Het zijn de normen voor het bestuur, omdat in het bestuursrecht het uitgangspunt is dat het bestuur niks mag, tenzij het in de wet staat, al het overheidsoptreden heeft een wettelijke grondslag nodig. Dit is de normerende functie. 

  • Het is het recht tegen het bestuur, omdat het bestuursrecht ook rechtsbescherming biedt voor belanghebbenden die het niet eens zijn met besluiten van het bestuur. Het bestuursrecht heeft inspraakmogelijkheden. Dit is de waarborgfunctie. 

Bronnen van bestuursrecht: 

  • Wet- en regelgeving --> De regels van het bestuursrecht zijn opgenomen in de Awb. Dit heeft net zoals het burgerlijk wetboek een gelaagde structuur (van algemeen naar bijzonder). Het bijzondere bestuursrecht staan in wetten en regelingen op specifieke terreinen van overheidsbeleid en zijn gericht op een speciaal bestuursorgaan of onderwerp.  

  • Jurisprudentie 

  • Annotatie van wetenschapper of praktijkjurist --> Annotatie bij uitspraak waarin hij toelicht wat er is gebeurd en legt hij het belang van de zaak uit. Vaak gelezen voor de recente ontwikkelingen. 

  • Literatuur 

 Doelstellingen van Awb: 

  1. Het bevorderen van eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving 

  1. Het systematiseren en waar mogelijk, vereenvoudigen van de bestuursrechtelijke wetgeving 

  1. Het codificeren van ontwikkelingen die zich in de bestuursrechtelijke jurisprudentie hebben afgetekend 

  1. Het treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun aard niet voor regeling in een bijzondere wet lenen 

Omdat het belangrijk is dat de regels duidelijk zijn en dat bijvoorbeeld gemeenteraden of provinciale staten niet afwijkende regels maken, is uniformen erg belangrijk. Soms moet er echter wel van worden afgeweken (ministers op grond van onderwijs of belastingen), maar dit mag niet te vaak gebeuren. Anders ontstaat er de onoverzichtelijke situatie voor de Awb. Daarom zijn er de volgende categorieën van Awb-regels te onderscheiden: 

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    Hoorcollege week 1 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 1 Bestuursrecht

    Hoorcollege 

    Bestuursrecht: 

    • Recht voor, van en tegen overheidsbestuur. Dit komt terug in de functies van bestuursrecht 

    • Twee functies:  
      - instrumentele functie (biedt overheid mogelijkheid om beleidsdoelen te verwezenlijken) 
      - Waarborgfunctie (bescherming tegen de overheid) 

    • Algemeen bestuursrecht --> algemene regels die op alle terreinen van bestuursorganen gelden   

    • Bijzonder bestuursrecht --> vreemdelingenwet 2000, participatiewet, omgevingswet, mededingingsrecht, etc. 

    Wat is het bestuur: 

    • Trias politica: wetgever, uitvoerende macht, rechterlijke macht 

    • Bestuursrecht geldt daar waar bestuursorganen besturen 

    Wie zijn die bestuursorganen: 

    • Artikel 1:1 Awb lid 1 

    • A: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of; 

    • b. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed 

    1. A-orgaan: Kijken of in de wet staat dat het een bestuursorgaan is. Dan voor alle overheidshandelen valt het onder het bestuursrecht 

    1. B-orgaan: stichtingen, verenigingen en krijgen een bepaalde taak toebedeeld. Zoals garagehouder die een Apk-keuring kan verlenen, maar alleen voor dat stukje onder bestuursrecht. 

    B-organen: 

    • Zijn 'met openbaar gezag’ bekleed, dat wil zeggen zijn bevoegd eenzijdig rechten of plichten voor een ander in het even te roepen of bindend vast te stellen 

    • Dit is dus, anders dan bij de a-organen een materieel criterium 

    Altijd een actuele discussie: 

    • Stichting Silicose 

    • Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio  

    • Stichting Calamiteitenfonds (weer gekeken naar inhoudelijk en financiële vereiste) 

    • Maror-gelden (weer gekeken naar inhoudelijk en financiële vereiste) 

    Wat doen bestuursorganen zoal: 

    • Presterend bestuur --> overheid doet iets actief om te ondersteunen (verlenen van subsidie bijv.) 

    • Dwingend/handhavend bestuur --> overheid treedt handhavend op (opleggen van last onder dwangsom of bestuurlijke boete) 

    • Bestuur ter uitvoering van EU recht 

    • Schadeveroorzakend bestuur --> rechtmatige wijze (weg moet worden vervangen en restaurant kan daardoor geen winst maken, hierdoor is schade bij de horeca en is er een schadevergoeding) of onrechtmatige wijze (rechter zegt dat het besluit moet worden vernietigd dan de schade die daardoor is verricht moet worden vergoed) 

    • Bestuur door middel van privaatrecht --> gemeente heeft grond in eigendom en kan grond verkopen om zo beleidsdoelen te bereiken 

    Hoe komen zij aan bevoegdheden: 

    • Legaliteitsbeginsel: veel overheidsoptreden heeft een grondslag in de wet nodig 

    • Dit moet bij zowel presterend bestuur, dwingend/handhavend bestuur, etc. 

    • Sjoerd Zijlstra had kritiek want hij zegt dat het spanning oplevert met het legaliteitsbeginsel. Dat gelimiteerd dat de overheid via constructies zich achter een privaatrechtelijke bescherming dit bewerkstelligt. Dit leidt ook tot rechtsonzekerheid. Hij vindt dat het hele besluit onrechtvaardig moet zijn als het niet in de wet is opgenomen. 

    Bevoegdheidsverkrijging: 

    • Attributie, delegatie en mandaat 

    Wie worden bestuurd: 

    • Belanghebbende 

    .....read more
    Access: 
    Public
    Werkcollege week 1 Bestuursrecht

    Werkcollege week 1 Bestuursrecht

    Werkcollege 

    Vraag 1 (bestuursorgaanbegrip) 

    De voor deze week voorgeschreven uitspraak ‘Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio’ (AB 2015/219) is een belangrijke uitspraak voor de ontwikkeling van de publieketaakjurisprudentie. 

    a. Wat is de centrale vraag in de uitspraak ‘Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio’? 

    Kan een privaatrechtelijke rechtspersoon buitenwettelijk onder bepaalde omstandigheden toch al B-bestuursorgaan kwalificeren 

    In de voor deze week voorgeschreven conclusie van AG Widdershoven schetst hij de historie en de verschillende lijnen van jurisprudentieontwikkeling met betrekking tot b-organen met buitenwettelijk openbaar gezag. 

    b. Wat is volgens AG Widdershoven problematisch aan de publieketaakjurisprudentie? 

    Hij stelde vast dat er geen consistente lijn is in de rechtspraak, waardoor het moeilijk voorspelbaar is wanneer sprake is van een b-orgaan. 

    De ABRvS concludeert dat de ‘Stichting Bevordering Kwaliteit Leefomgeving Schipholregio’ geen bestuursorgaan is in de zin van Awb. 

    c. Beschrijf de criteria waaraan volgens de ABRvS moet worden voldaan om te kwalificeren als een ‘buitenwettelijk b-orgaan’. 

    Aan het inhoudelijke en financiële vereiste.  

    Inhoudelijke vereiste --> De criteria voor geldverstrekking moeten in beslissende mate door één of meer a-organen worden bepaald (als een A-orgaan, zoals het college van gedeputeerde staten, een lijst had vastgesteld wanneer er sprake is van schrijnende gevallen dat er een aanvraag moet worden goedgekeurd. NIET als een a-orgaan gewoon geld had gegeven en er geen criteria aan had vastgesteld).  

    Financiële vereiste --> De financiering van de stichting moet in overwegend mate (2/3 of meer) afkomstig zijn van één of meer a-organen. 

     

    Vraag 2 (belanghebbendebegrip) 

    Tolsma beschrijft in haar annotatie bij AB 2017/348 (Mestbassin Mechelen) de ontwikkeling in de jurisprudentie op grond waarvan een belanghebbende als belanghebbende wordt aangemerkt wanneer hij/zij ‘naar objectieve maatstaven gemeten, hinder van enige betekenis’ ondervindt. 

    a. Op welk onderdeel van de OPERA-criteria ziet deze wijziging? 

    Het persoonlijkheidsvereiste 

    b. Leidt de nieuwe lijn tot een beperking of een uitbreiding van de kring van belanghebbenden? 

    Beperking 

    c. Waarom leidt dit criterium tot een ‘normatief oordeel’ volgens Tolsma? 

    Ze schrijft dat door de jurisprudentie dit onduidelijkheid kan brengen en elkaar kan tegenspreken.  

    d. Hoe duidt u de uitspraak AB 2018/192 (Bewoners Buggenum) in dit verband? 

    Dit is een soortgelijke zaak als het mestbassin Mechelen. Ook hierbij moest getoetst worden aan het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’. Verschil in deze zaak was dat de bewoners hun krachten hadden gebundeld in een stichting en zo als belanghebbende wilde worden aangemerkt. Rechtspersonen moeten aan een aantal vereisten voldoen als zij algemeen/collectief belang willen behartigen:  
    1. Rechtspersoon  
    2. Statutaire doelstelling  
    3. Feitelijke werkzaamheden  

    De rechtbank oordeelt dat hier sprake is van een collectief belang, maar dat er geen sprake is van bundeling van krachten, omdat de bewoners individueel geen belanghebbende zijn (de last van geur, verkeer en zicht is niet van enige betekenis). Zij oordelen dus uiteindelijk dat er geen sprake is van collectief belang. De afdeling oordeelt dat er sprake is van algemeen of overstijgende collectief belang, dus dan zijn de feitelijke werkzaamheden belangrijk. De feitelijke werkzaamheden zijn de dingen die je doet om het belang te behartigen (uit deze werkzaamheden moet blijken dat je het belang in het bijzonder behartigt). 

    Vraag 3 (bestuursorgaanbegrip) 

    De gemeente Den Haag voert een actief jeugdbeleid dat beoogt alle kinderen van Haagse gezinnen, dus ook gezinnen

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    Samenvatting week 2 Bestuursrecht

    Samenvatting week 2 Bestuursrecht

    Week II 

    Als een bestuursorgaan een besluit neemt, terwijl het daartoe op grond van de wet geen bevoegdheid heeft, dan leidt dat in beginsel tot vernietiging van het betreffende besluit door de bestuursrechter. Bestuursorganen mogen namelijk alleen handelen wanneer zij daartoe op grond van de wet de bevoegdheid hebben toebedeeld gekregen en deze bevoegdheden mogen alleen worden overgedragen op grond van de wet. Deze regels zijn gebaseerd op de rechtsstaat: 

    • Wetmatigheid van bestuur (legaliteitsbeginsel en specialiteitsbeginsel) --> Het legaliteitsbeginsel (art. 5:4) zorgt ervoor dat de overheid niet mag ingrijpen in rechten en vrijheden van burgers zonder dat daarvoor een uitdrukkelijke bevoegdheid is toegekend in een wettelijk voorschrift, opgesteld door de democratisch gelegitimeerde wetgever. Naast de democratische legitimatie van overheidshandelen worden nog twee doelstellingen gediend: 
      - De rechtsgelijkheid: Gelijke behandeling van burgers 
      - De rechtszekerheid: Doordat de overheid alleen mag ingrijpen op grond van algemene vooraf vast te stellen regels wordt dat ingrijpen voorspelbaar 
      De handelingsvrijheid van het bestuur wordt ook door het specialiteitsbeginsel (art. 3:4) beperkt. Het houdt in dat het bestuur bij het gebruikmaken van een wettelijk toegekende bevoegdheid alleen die belangen mag meewegen, die de betreffende regeling specifiek beoogt te beschermen. Ook blijkt dit uit artikel 1:2 lid 2 waarin voor bestuursorganen is bepaald dat hun toevertrouwde belangen als hun belangen worden beschouwd. Bevoegdheden worden door de wetgever immers met een speciaal doel toegekend. De vergunningverlening voor de Sinterklaasintocht mag alleen rekening worden gehouden met de openbare orde en veiligheid en niet ook met de mensen die de stereotypering van zwarte mensen onwenselijk vinden. Anders zou dit in strijd zijn met het verbod van détournement de pouvoir (art. 3:3). Dit houdt in dat een toegekende bevoegdheid niet voor een ander doel mag worden gebruikt dan waarvoor die is verleend. 
       

    • Grondrechten 

    • Scheiding van machten 

    • Onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke controle 

    NL is een democratische rechtsstaat dat betekent dat de wetgeving op democratische wijze tot stand wordt gebracht en dat de controle op het handelen van het bestuur mede in handen is van vertegenwoordigende organen, die door het volk in vrije verkiezingen worden gekozen. De bestuursrechter waakt over de regels van de democratische rechtsstaat.  

    De verkrijging van attributie (art. 10:22-10:23) vloeit voort uit het legaliteitsbeginsel dat eist dat een publiekrechtelijke bevoegdheid wordt verleend door een zelfstandig tot wetgeving bevoegde instantie. Het scheppen van een nog niet bestaande bevoegdheid en het toedelen daarvan aan een bestuursorgaan. Voor attributie is een basis in een wettelijk voorschrift vereist (legaliteitsbeginsel). Voorbeeld: art. 147 Gemeentewet: gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld. Of art. 2:25 APV Leiden: het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te houden of te doen houden (de bevoegdheid om vergunningen te verlenen) 

    Het is een oorspronkelijke wijze van bevoegdheidsverkrijging. Regelgevende bevoegdheid kan alleen worden geattribueerd via de Grondwet of een wet in formele zin. Attributie van andere bevoegdheden, zoals het nemen van een besluit kan ook op een lager niveau plaatsvinden, zij het dat daarvoor dan ook een basis in de Grondwet of een formele wet moet kunnen worden aangewezen.

    .....read more
    Access: 
    Public
    Hoorcollege week 2 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 2 Bestuursrecht

    Hoorcollege 

    Overheid kan beleidsdoelen nastreven met bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten 

    Bestuursrechtelijk: 

    • Begrip: besluit (art. 1:3 Awb) 

    • Soorten besluiten 

    Privaatrechtelijk: 

    • Soorten privaatrechtelijk handelen 

    • Aanvaardbaar handelen (mag de overheid net zoals een eigenaar van haar bevoegdheden gebruikmaken of niet door haar bijzondere positie) 

    Beschikking: inhoud: 

    • Individueel: persoonsgericht 

    • Concreet: zaaksgericht 

    Overheidsrechtspersonen zijn dus drager vermogensrechtelijke bevoegdheden, plichten en rechten en kunnen bijvoorbeeld zijn: 

    • Eigenaar (art. 5:1 BW) 

    • Partij overeenkomst (6:213 BW) met particulieren of andere overheidsrechtspersonen 

    • Eiser in actie uit onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) 

    Beperking op grond van het publiekrecht: 

    • Gemene rechtsleer: BW exclusief bepalend. Vroeger aanvaard: Eindhoven/Staals1968: tweewegenleer toegestaan, ook ter behartiging algemeen belang. Privaatrecht leidend: publiekrechtelijke normen niet van toepassing op privaatrechtelijk handelen overheid 
       
      Twee problemen: 

    1. De leer maakt ten onrechte geen principieel verschil tussen de aard van de toepasselijke privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke regels 

    1. De leer beschouwt ten onrechte het privaatrecht als het algemene recht en maakt hij van het bestuursrecht slechts het bijzondere uitzonderingsrecht 
       

    • Gemende rechtsleer: civiele en publiekrechtelijke normen zijn van toepassing: publiekrecht bepaalt grenzen. Windmill-arrest: verbod doorkruising publiekrecht. Kunst & Antiekstudio 1991: ruimte privaatrecht/geen principiële keuze publiekrecht 

    • Invullende rechtsleer: vanwege het legaliteitsbeginsel is het publiekrecht exclusief bepalend (Maastrichtse school) 

    • Gemeenschappelijke rechtsleer: er is een algemene rechtsbron waaruit publiek en privaatrecht putten 

    De overheid moet zijn Beginselen van Behoorlijk Bestuur in acht blijven nemen. Niet omdat de overheid zich als private partij zich gedraagt. Zo was in het arrest Amsterdam/Ikon de vraag of de overheid aan deze beginselen moest houden, nu zij als erfpachter de grond had gegeven aan Ikon en daar voorwaarden aan had gesteld. De Hoge Raad vond alsnog dat de gemeente zich aan deze beginselen moest houden. Ook de civiele rechter mag het bestuursoptreden toetsen aan de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur, dus ook het privaatrechtelijke optreden. 

    Andere inet privaatrecht door overheid: 

    • Onrechtmatige daad jegens de overheid: ontruiming gebouwen (Staat/Kabayel 1994) 

    • Kostenverhaal (Vlissingse brandweerkosten 1992) 

    Access: 
    Public
    Werkcollege week 2 Bestuusrecht

    Werkcollege week 2 Bestuusrecht

    Werkcollege 

    Vraag 1 – Gevaarlijke honden In Ba1 heeft u geleerd wat de verschillende soorten besluiten zijn. In Ba2 verdiepen we deze begrippen aan de hand van de voorgeschreven (illustratieve) jurisprudentie. Uit Gst. 2017/190 blijkt dat het correct aanwijzen van een plaats waar je geen gevaarlijke honden mag houden moeilijker is dan gedacht.  

    a. Wat voor een soort besluit is deze aanwijzing volgens het college van B&W van SintOedenrode? 

    Concretiserend besluit van algemene strekking.  

    b. Hoe definieert de bestuursrechter deze aanwijzing en waarom?  

    Er is sprake van een persoonsgerichte beschikking en niet van een concretiserend besluit van algemene strekking. Hierdoor is B&W niet bevoegd om het besluit te nemen, en er dus wel degelijk beroep openstaat bij de bestuursrechter op grond van art. 8:1 Awb 

    Vraag 2 – Parkeren in Leiden  

    Het onderscheid tussen algemeen verbindend voorschrift (avv) en concretiserend besluit van algemene strekking (c-bas) is bijzonder belangrijk in het licht van artikel 8:1 Awb (vgl. artikel 8:3, aanhef en onder a, Awb). Dit komt naar voren in de voor deze week voorgeschreven uit AB 2018/140. Analyseer de uitspraak en beantwoord de volgende vraag:  

    a. Besluit I valt volgens de ABRvS eigenlijk uiteen in twee besluiten. Welke zijn dit?  

    Valt te splitsen in twee onderdelen: een onderdeel over de invoering van fiscaal parkeren en een onderdeel over de invoering van een vergunningstelsel (vergunningstelsel en fiscalering). 

    b. Wat is hiervan de consequentie voor Infotheek B.V.?  

    De rechtsvraag is of tegen de besluiten I en II rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. Besluit I kan worden gezien als een concretiserend besluit van algemene strekking waar rechtsmiddelen tegen kunnen worden aangewend 

    c. Wat voor een soort besluit is besluit 2 en wat is hiervan de consequentie voor Infotheek? 1 II. Strategisch besluitbegrip  

    Besluit II wordt gekwalificeerd als een algemeen verbindend voorschrift (AVV) waardoor er geen beroep open staat. 

    Vraag 3: Meldingen en waarschuwingen Ortlep beschrijft in AB Klassiek Meldingsstelsel Leeuwarden de meldingssystematiek voor het maken van uitwegen van de gemeente Leeuwarden.  

    a. Voldoet het niet reageren op een melding (waardoor iemand dus een uitweg mag maken zoals de APV van Leeuwarden het mogelijk maakt) aan de definitie van besluit ex artikel 1:3 lid 1 Awb? 

    Een melding moet ook worden aangemerkt als een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb. Een dergelijke conclusie is een aan het desbetreffende rechtscollege onafhankelijk, openbaar en met redenen omkleed niet-bindend advies over een in de zaak te nemen beslissing. De rechtsbescherming bij de bestuursrechter moet ook gelden voor de zogeheten fictieve instemming die ontstaat als de aanleg niet binnen de voorgeschreven beslistermijn wordt verboden. 

     b. Welk argument/belang wordt aangevoerd om een dergelijk ‘van rechtswege verleende instemming’ met een besluit gelijk te stellen?  

    Er ontstaat dan voor zowel de melder als voor andere belanghebbenden een coherent systeem van rechtsbescherming 

    Vraag 4 De waarschuwing De uitspraak AB 2018/224 gaat over de vraag of en wanneer een waarschuwing als een besluit kan worden aangemerkt.  

    a. Wanneer kan de waarschuwing volgens de uitspraak AB 2018/223 worden aangemerkt als een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb?  

    Een bestuurlijke waarschuwing kan worden aangemerkt als een besluit

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    Samenvatting week 3 Bestuusrecht

    Samenvatting week 3 Bestuusrecht

    Week III 

    De bestuursbevoegdheid dient op de wet te berusten en moet overeenkomstig de wet worden uitgeoefend. Veel informatie die het bestuursoptreden nodig heeft is opgenomen in zogenoemde bijzondere wetten. Een bijzondere wet is een speciale wet die voor dat type optreden is geschreven. Deze bevat: 

    1. De bevoegdheidstoekenning zelf en 

    1. De regels die het bestuur daarbij in acht moet nemen 

    In de Wet wapens en Munitie is er een verbod op wapens, behoudens een vergunning. De bevoegdheid om die vergunning te geven is gegeven aan de korpschef (1). En de wet heeft aan onder welk omstandigheden verlof kan worden gegeven (2). 

    De bijzondere normstellingen vinden plaats op verschillende niveaus. Dit noemen we de gelede normstelling. In de Wet Wapens en Munitie moet ook gekeken orden naar de regeling wapens en munitie (ministeriële regeling) en de Circulaire wapens en munitie (beleidsregel). Dit gebeurt vaak in het bestuursrecht dat je begint bij de wet in formele zin en daalt steeds verder af naar lagere regels om te bezien hoe van die bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt.  
    Redenen voor een gelede normstelling: 

    • Het is praktisch onmogelijk om alles bij formele wet te regelen 

    • Normen moeten voortdurend en snel aangepast worden aan de maatschappelijke omstandigheden 

    • Nadere regelgeving vergt soms vergaande administratieve en technische details; het zou zinloos zijn daarmee het parlement te belasten 

    • Het decentralisatiebeginsel: besluitvorming zo dicht mogelijk bij de burger 

    • Het is gewenst dat normen worden vastgesteld na overleg en/of inspraak; dat is bij formele wetgeving moeilijker te realiseren dan bij normstelling op een lager niveau 

    • Pas in een concreet geval kan worden aangegeven hoe moet worden gehandeld; er zal een individuele beslissing genomen moeten worden 

    Redenen voor geen gelede normstelling: 

    • Er bestaat een risico op uitholling van de democratische legitimatie van wet- en regelgeving. Alleen bij een wet in formele zin, provinciale en gemeentelijke verordeningen zijn de democratisch gelegitimeerde organen betrokken. Als dit dan wordt gedelegeerd aan lagere bestuursorganen hebben de democratische organen weinig invloed op de inhoud daarvan 

    • Dit verschijnsel betekent dat niet alles meer in een wet in formele zin wordt geregeld, dat burgers nogal wat moeite moeten doen om uit te vinden welke regel op hen van toepassing zijn. De wet- en regelgeving wordt dus onduidelijker 

    Om na te gaan of het bestuur een bevoegdheid heeft en zo ja, of het daar op een juiste wijze gebruik van heeft gemaakt, moet er worden gekeken naar zowel een de bijzondere rechtsnormen als naar de algemene rechtsnormen. Eerst moet je de bijzondere regelgeving opzoeken die speciaal voor jouw onderwerk is gemaakt (Muilkorfgebod, Wet wapens en munitie). In de bijzondere regeling spoor je allereerst de grondslagen van de bevoegdheid op: op grond van welk voorschrift is het bestuur bevoegd? Vervolgens kun je in die bijzondere regel en de onderliggende regelgeving (gelede normstelling) zoeken naar normering van het bestuursoptreden. Deze bevatten vaak

    .....read more
    Access: 
    Public
    Hoorcollege week 3 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 3 Bestuursrecht

    Hoorcollege 

     Belangrijkste publiekrechtelijke normen: 

    • Bijzondere rechtsnormen zoals voortvloeiend uit bijzondere formele en materiële wetten, beleidsregels en beschikkingen 

    • Algemene materiële rechtsnormen --> fair play, verbod van vooringenomenheid, zorgvuldigheid, gelijkheid, vertrouwen, rechtszekerheid, motivering, etc. 

    • Algemene procedurele rechtsnormen --> recht op bijstand of vertegenwoordiging, doorzendplicht van bestuursorganen, geheimhoudingsplicht, vergevingsplicht, hoorplicht 

    A.b.b.b. ontwikkeling: 

    • Houden verband met terugtred van de wetgever d.w.z. het fenomeen dat de rechtspositie van burgers niet meer uit de formele wet kan worden afgeleid maar dat de formele wetgever gebruik maakt van vage termen of de nadere normstelling delegeert aan de materiële wetgever 

    • Het wegvallen van waarborgen in formele wetten wordt gecompenseerd door de ontwikkeling van de a.b.b.b. 

    • Vergelijkbare ontwikkeling in privaatrecht: ontwikkeling van buitenwettelijke toetsingsmaatstaven (HR Lindenbaum/Cohen) 

    Functie a.b.b.b.: 

    • Bestuurlijke gedragsnormen: richtsnoeren voor het bestuur bij de uitoefening van bevoegdheden 

    • Rechterlijke toetsingsnormen: bij strijd met een a.b.b.b. kan de rechter een besluit deels of geheel vernietigen 

    • Normen waar de burger zich in een geschil met de overheid op kan beroepen 

    • Deels codificatie in Awb, deels ongeschreven 

    • Rechtsnormen waarmee een besluit en lagere regelgeving zoals beschikking kan worden getoetst (want toetsingsverbod dat formele wetgeving niet kan worden getoetst aan a.b.b.b. maar lagere regelgeving wel) 

    Gevolgen van schending van een a.b.b.b.: 

    • Wanneer de rechter constateert dat in strijd met een a.b.b.b. is gehandeld, verklaart hij het beroep gegrond en vernietigt hij het besluit deels of geheel (art. 8:72 lid 1 Awb). Het a.b.b.b. moet dan wel in acht worden genomen 

    • Bij vernietiging vanwege de schending van een formele norm (bijvoorbeeld schending hoorplicht of motiveringsbeginsel) kan het bestuursorgaan soms een nieuw besluit nemen met dezelfde rechtsgevolgen 

    • De vernietiging vanwege de schending van een materieel beginsel zal hoe dan ook moeten leiden tot een inhoudelijk nieuw besluit 

    Formele zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb): 

    • Kennisvergaringsplicht t.a.v. feiten en belangen: het bestuur heeft een onderzoeksplicht 

    • Is sprake van een besluit op aanvraag, dan heeft de burger ook een informatieplicht (art. 4:2 lid 2 Awb) en over de aanvulling van gegevens (art. 4:5 Awb) 

    Wanneer horen: 

    • Art. 4:7 Awb stelt drie cumulatieve eisen bij aanvraag van een besluit (staat in wet): 

    1. Bij gedeeltelijke of gehele afwijzing van een aanvraag 

    1. Wanneer die afwijzing steunt op gegevens over feiten en belangen die de aanvrager betreffen 

    1. En die gegevens afwijken van gegevens die de aanvrager zelf heeft verstrekt 

    • Art. 4:8 Awb: voorgenomen besluit waartegen naar verwachting bedenking van derde  

    Verbod van vooringenomenheid: 

    • Art. 2:4 Awb ook wel het verbod van vooringenomenheid 

    • Het bestuur moet open zijn, eerlijk zijn, mag er geen dubbele agenda op nahouden 

    • Ziet vaak op vermengen van eigen belangen net algemene belangen 

    Vergewisplicht (art. 3:9 Awb): 

    • Het bestuursorgaan moet nagaan 
      - Of de adviseur over de vereiste kwaliteit, deskundigheid en onpartijdigheid beschikt 
      - Of het advies inhoudelijk concludent is: volgen de conclusies van de adviseur uit de feitelijke bevindingen 
      - Een besluit moet goed worden gemotiveerd (art. 3:46); wanneer is

    .....read more
    Access: 
    Public
    Werkcollege week 3 Bestuursrecht

    Werkcollege week 3 Bestuursrecht

    Werkcollege 

    Vraag 1 – Beleidsregels Uit het voor deze week voorgeschreven artikel van Feenstra & Tollenaar blijkt dat de ABRvS in oktober 2016 een nieuwe jurisprudentielijn heeft ingezet over de toepassing van beleidsregels.  

    a. Wat houdt deze nieuwe jurisprudentielijn in?  

    Nieuwe interpretatie van art. 4:84. Je bent overeenkomst je beleidsregel te handelen, maar als er bijzondere omstandigheden voordoen met betrekking op de belangen van de burger onevenredig worden geraakt moet je van de beleidsregel afwijken. 

    b. Wat betekent deze nieuwe jurisprudentielijn voor de rechterlijke toetsing van beleidsregels?  

    Een beleidsregel kan je niet in bezwaar of beroep (art. 8:3 lid 1) 

    Vraag 2 - Natuurbescherming De Wet natuurbescherming implementeert de Habitatrichtlijn 92/43/EC en bevat onder andere de volgende artikelen: Art. 3.5 Wet natuurbescherming 1. Het is verboden in het wild levende dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, met uitzondering van de soorten, bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, in hun natuurlijk verspreidingsgebied opzettelijk te doden of te vangen. 2. (…) 3. (…) 4. Het is verboden de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van dieren als bedoeld in het eerste lid te beschadigen of te vernielen. Art. 3.8 Wet natuurbescherming 1. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van een of meer van de verboden, bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren of planten van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van daarbij aangewezen soorten. 1 2. (…) Gedeputeerde Staten van Noord-Holland publiceren in het Provinciaal Blad regels ter invulling van de bevoegdheden neergelegd in artikel 3.8 Wet natuurbescherming onder vermelding van de volgende overwegingen: Overwegende dat het wenselijk is om vast te leggen op welke wijze uitvoering en invulling wordt gegeven aan de bevoegdheden voortvloeiend uit de hiervoor genoemde artikelen van de Wet natuurbescherming;  

    a. Wat voor soort besluit zijn de in het Provinciaal Blad gepubliceerde regels van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland?   

    Beleidsregel 

    b. In hoeverre zijn deze regels vatbaar voor rechterlijke toetsing door de bestuursrechter? II. Oefenvragen  

    Beleidsregels kan je niet bij de bestuursrechter aanvechten 

    Vraag 3 Vertrouwensbeginsel Piet Knotwilg woont in de gemeente Zand en Vee en houdt sinds het jaar 2018 op zijn erf een paardenstal met daarnaast een opslag voor paardenmest. Het College van B&W besluit tot handhaving over te gaan door Piet onder oplegging van een dwangsom te gelasten de mestopslag te verwijderen. Het College voert daartoe aan dat voor het houden van de mestopslag een omgevingsvergunning nodig is, terwijl die nooit door Piet is aangevraagd. Piet komt op tegen de oplegging van de dwangsom door bezwaar te maken bij het College van B&W. Hij verwijst daartoe naar een gespreksverslag van 20 december 2018 waaruit blijkt dat aan hem door ambtenaren van de gemeente is toegezegd dat voor de mestopslag geen vergunning is vereist en dat niet handhavend zal worden opgetreden. In dat gespreksverslag is tevens opgenomen dat de ambtenaren aanwezig waren ‘namens het College van B&W’.  

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    Samenvatting week 4 Bestuursrecht

    Samenvatting week 4 Bestuursrecht

    Week 4 

    Bij de handhaving van normen geldt voor particulieren als voor de overheid zelf. Hoewel de verantwoordelijkheid voor handhaving in eerste instantie bij de overheid ligt, mag van iedere deelnemer aan het maatschappelijk verkeer worden verwacht dat hij bijdraagt aan een leefbare samenleving door zich aan normen te houden. Handhaving aan via bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten worden bevorderd. Vaak kiest de wetgever voor een bestuurlijke boete omdat het een eenvoudige sanctie is (geen rechter nodig) en effectief is.  

    Onder een bestuurlijke sanctie wordt verstaan een door een bestuursorgaan wegens een overtreding opgelegde verplichting (geldsom betalen of overtreding beëindigen) of onthouden aanspraak (art. 5:2 lid 1 Awb). Er mag geen bestuurlijke sanctie worden opgelegd zonder wettelijke basis (art. 5:4) en ook niet als er sprake was van een rechtvaardigingsgrond (art. 5:5). Bestuurlijke sancties kan worden onderscheiden in: 

    1. Herstelsancties --> strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van de herhaling daarvan, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding. Reparatoir van aard 
      Een overtreding is een gedraging die, of een nalaten dat, in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift (art. 5:1 lid 1). Een overtreder is een natuurlijk persoon of rechtspersoon (art. 5:1 lid 3) die de overtreding pleegt of medepleegt (art. 5:1 lid 2). Er is ook een cumulatieverbod van herstelsancties: er mag slechts één tegelijk van kracht zijn ten aanzien van de overtreding in kwestie (art. 5:6). Wel kan een herstelsanctie worden opgelegd voordat de overtreding daadwerkelijk is begaan: een klaarblijkelijke dreiging van een overtreding is voldoende (art. 5:7). Dit geldt niet voor een bestraffende sanctie.  
      Voorbeeld: 

    •  Last onder bestuursdwang (art. 5:21-5:31c Awb). De definitie: Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd (art. 5:21). Een last onder bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden ingezet als een schuur illegaal is gebouwd, dus zonder vergunning. Het college van B&W kan ervoor kiezen om het gebouw zelf te slopen als de overtreder dit niet doet binnen de gestelde termijn. De gemaakte kosten zijn dan voor rekening van de overtreder. In dit artikel staat niet in welke gevallen dit mag worden opgelegd. Dit staat in bijzondere wetten, zoals de Gemeentewet (art. 125). Het gaat om een bevoegdheid en niet een verplichting tot het toepassen ervan. Er mag dus worden gekozen het op te leggen. Echter in de sfeer van ruimtelijke ordening en milieurecht moet het gemeentebestuur als regel tot handhaving overgaan. Op gemeentelijk niveau is het college van burgemeesters en wethouders bevoegd, tenzij het regels betreft die de burgemeester uitvoert. Die is dan zelf bevoegd of wanneer door het college of burgemeester bevoegdheden zijn overgedragen aan een commissie (art. 125 lid 1 en lid 2 Gemeentewet). Op provinciaal niveau is deze bevoegdheden gegeven met betrekking tot

    .....read more
    Access: 
    Public
    Hoorcollege week 4 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 4 Bestuursrecht

    Hoorcollege 

    Legaliteitsbeginsel: 

    • Legaliteit: ingrijpend overheidsoptreden moet op de wet zijn terug te voeren 

    • Fluoridering-arrest  

    Bij HR Fluoridering-arrest ging het om het geval van materiële legaliteit. De gemeente had de plicht om water deugdelijk te maken, oftewel drinkbaar volgens art. 4 lid 1 Waterleidingwet. De staatssecretaris had echter de toestemming gegeven aan de gemeente van Amsterdam om fluoride toe te voegen voor massamedicatie om tandbederf tegen te gaan, terwijl zij alleen bevoegd was tot drinkbaar maken. Dit had de wetgever niet bedoeld en dus tegen het legaliteitsbeginsel. De Hoge Raad had dus besloten dat dit van dermate ingrijpende aard is dat een wettelijke grondslag vereist. 

    Grondwet: 

    • Art. 16 GW --> geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling 

    • Art. 89 Grondwet 
      Lid 1: Algemene maatregelen van bestuur worden bij koninklijk besluit vastgesteld| 
      Lid 2: Voorschriften, door straffen te handhaven, worden daarin alleen gegeven krachtens de wet. De wet bepaalt de op te leggen straffen 

    Awb: 

    • Art. 5:4 lid 1 Awb: de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend 

    • Ook voor begunstigend overheidsoptreden maar minder strikt (art. 6:23 Awb) --> subsidie slechts op grond van wettelijk voorschrift maar diverse uitzonderingen 

    Toezicht en handhaving: 

    • Toezicht: controleren of wet- en regelgeving wordt nageleefd 

    • Handhaving: indien sprake is van het niet naleven van wet- en regelgeving daartegen optreden met als doel daaraan een einde te maken 

    • Vaak samen ook met handhaving aangeduid 

    Toezicht I: 

    • Algemeen pakket aan bevoegdheden voor toezichthouders (art. 5:11 Awb: bij of krachtens wet aangewezen) 

    • Beperking pakket bij wettelijk voorschrift (ook APV) (art. 5:14 Awb); uitbreiding alleen bij formele wet 

    • Welke bevoegdheden --> art. 5:15-5:20 Awb (plaatsen betreden, inlichtingen vorderen, identificatie vorderen, inzage vorderen in gegevens, etc.) 

    Toezicht II: 

    • Normering toezicht: 
      - Hoofdstuk Awb 
      - Betreft geen besluiten, dus hoofdstuk 3 Awb alleen via schakelbepaling 3:1 Awb van overeenkomstige toepassing 
      - Hoofdstuk 5 Awb: identificatieplicht (art. 5:12 Awb), evenredigheidseis (art. 5:13 Awb) 
      - Art. 6 (eerlijk proces) en 8 (privéleven) EVRM 
      - Betreffende bijzondere wet 
      - Ongeschreven abbb 

    Handhaving I: 

    • Indien er sprake is van een overtreding vaak keuze hoe daartegen op te treden: strafrecht 

    • Overtreding definitie in art. 5:1 lid 1 Awb 

    • Overtreder definitie in art. 5:1 lid 2 Awb 

    Handhaving II: 

    • Welke instrumenten in het bestuursrecht/bestuurlijke sancties (art. 5:2 lid 1 a Awb) --> opgelegde verplichting of onthouden aanspraak: 
      - Last onder bestuursdwang (herstelsanctie; art. 5:1 lid 1 b Awb) 
      - Last onder dwangsom  
      - Bestuurlijke boete (bestraffende sanctie; art. 5:2 lid 1 c Awb) 
      - Maatregelen als korting uitkering/subsidie, intrekking vergunning, naming en shaming 

    Handhaving III: 

    • Algemene normen handhaving: 
      - Hoofdstukken 2,3 en 4 Awb 
      - Titel 5.1 Awb (art. 5:3 Awb alleen voor sancties als geregeld in Awb of aangewezen): legaliteit, eis wederrechtelijkheid, geen cumulatie, preventief toepassen, samenloop, inhoud beschikking, bestemming opbrengst, zwijgrecht en cautie) 

    .....read more
    Access: 
    Public
    Werkcollege week 4 Bestuusrecht

    Werkcollege week 4 Bestuusrecht

    Werkcollege 

    Vraag 1 

    In de voor deze week voorgeschreven uitspraak Gst. 2018/39 staat het sluiten van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet centraal. 

    a. Volgens welke redenering komt de ABRvS tot de conclusie dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 Awb? 

    Met deze motivering die de burgemeester gegeven is het in ieder geval onvoldoende gemotiveerd waarom het niet onevenredig is 

    b. Is de woningsluiting volgens de ABRvS een criminal charge? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel? 

    Relevant criminal charge want art. 6 lid 2 en 3 zijn alleen sprake als er een criminal charge is. Hier zijn drie criteria die in Özturk arrest van belang.  

    1. Classificatie aan nationaal recht --> of de maatregel die wordt opgelegd die in het nationaal recht bestuursrechtelijk of strafrechtelijke van aard is 

    Dit was een last onder bestuursdwang. Dit is om een herstelmaatregel: onrechtmatige situatie te herstellen naar een rechtmatige situatie. Dit is niet bestraffend en dus bestuursrechtelijk. Dan door naar 2, als dit wel strafrechtelijk is dan is het een criminal charge 

    1. Aard van de overtreding --> normadressaat criterium. Is de norm die is overtreden die tot een ieder is gericht of tot een individu.  

    Als de norm tot een ieder is gericht, is het een criminal charge. Wanneer dit niet zo is, gaan we door naar 3.  

    1. Zwaarte en aard van de sanctie --> doe je het om het te straffen en leed op te leggen? Dat is strafrechtelijk en dus een criminal charge 

    Maar wanneer het een bestraffende sanctie is, is het geen herstelsanctie en is er dus altijd sprake van een criminal charge wat ertoe leidt dat de rechter vol toetst. 

    c. Wat zou de betekenis kunnen zijn van de conclusie van de raadsheren advocaat-generaal Wattel en Widdershoven over het evenredigheidsbeginsel van 7 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1468) als de bestuursrechter nu over een woningsluiting op grond van artikel 13b Opium zou moeten oordelen? 

    Tot nu toe was als het zo dat als er sprake was van een criminal charge de rechter vol toetst. Wanneer dit niet zo was toetste de rechter vrij terughoudend aan evenredigheid. Maar was dit wenselijk of moet het dichter naar elkaar toegroeien? Bij Özturk was het slechts een boete van 30, - waar vol werd getoetst aan evenredigheid, terwijl de vrouw bij vraag a haar huis uit moest en daar toetst de rechter terughoudend aan evenredigheid terwijl de gevolgen groter zijn.  
    Wattel en Widdershoven zeggen daarop dat we moeten kiezen voor een systeem waarin de toetsingsintensiteit traploos mee glijdt met het gewicht van de betrokken algemene particuliere belangen en de mate van aantasten van grondrechten en omstandigheden van het geval. Voor de indringendheid hebben ze twee oriëntatiepunten: 

    • Aard en gewicht van de bij de opleggen van de sanctie af te wegen algemene/particuliere belangen  

    • De ingrijpendheid van het sanctiebesluit 

    Vraag 2 

    Volgens artikel 21 Huisvestingswet is het verboden een woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden. In de Huisvestingsverordening Amsterdam zijn regels opgenomen op grond waarvan vakantieverhuur voor een beperkte periode per jaar zonder onttrekkingsvergunning onder strikte voorwaarden is toegestaan. Die voorwaarden houden in dat de woning niet meer dan dertig nachten per

    .....read more
    Access: 
    Public
    Samenvatting week 5 Bestuursrecht

    Samenvatting week 5 Bestuursrecht

    Week 5

    Bij de handhaving van normen geldt voor particulieren als voor de overheid zelf. Hoewel de verantwoordelijkheid voor handhaving in eerste instantie bij de overheid ligt, mag van iedere deelnemer aan het maatschappelijk verkeer worden verwacht dat hij bijdraagt aan een leefbare samenleving door zich aan normen te houden. Handhaving aan via bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten worden bevorderd. Vaak kiest de wetgever voor een bestuurlijke boete omdat het een eenvoudige sanctie is (geen rechter nodig) en effectief is.  

    Onder een bestuurlijke sanctie wordt verstaan een door een bestuursorgaan wegens een overtreding opgelegde verplichting (geldsom betalen of overtreding beëindigen) of onthouden aanspraak (art. 5:2 lid 1 Awb). Er mag geen bestuurlijke sanctie worden opgelegd zonder wettelijke basis (art. 5:4) en ook niet als er sprake was van een rechtvaardigingsgrond (art. 5:5). Bestuurlijke sancties kan worden onderscheiden in: 

    1. Herstelsancties --> strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van de herhaling daarvan, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding. Reparatoir van aard 
      Een overtreding is een gedraging die, of een nalaten dat, in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift (art. 5:1 lid 1). Een overtreder is een natuurlijk persoon of rechtspersoon (art. 5:1 lid 3) die de overtreding pleegt of medepleegt (art. 5:1 lid 2). Er is ook een cumulatieverbod van herstelsancties: er mag slechts één tegelijk van kracht zijn ten aanzien van de overtreding in kwestie (art. 5:6). Wel kan een herstelsanctie worden opgelegd voordat de overtreding daadwerkelijk is begaan: een klaarblijkelijke dreiging van een overtreding is voldoende (art. 5:7). Dit geldt niet voor een bestraffende sanctie.  
      Voorbeeld: 

    •  Last onder bestuursdwang (art. 5:21-5:31c Awb). De definitie: Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd (art. 5:21). Een last onder bestuursdwang kan bijvoorbeeld worden ingezet als een schuur illegaal is gebouwd, dus zonder vergunning. Het college van B&W kan ervoor kiezen om het gebouw zelf te slopen als de overtreder dit niet doet binnen de gestelde termijn. De gemaakte kosten zijn dan voor rekening van de overtreder. In dit artikel staat niet in welke gevallen dit mag worden opgelegd. Dit staat in bijzondere wetten, zoals de Gemeentewet (art. 125). Het gaat om een bevoegdheid en niet een verplichting tot het toepassen ervan. Er mag dus worden gekozen het op te leggen. Echter in de sfeer van ruimtelijke ordening en milieurecht moet het gemeentebestuur als regel tot handhaving overgaan. Op gemeentelijk niveau is het college van burgemeesters en wethouders bevoegd, tenzij het regels betreft die de burgemeester uitvoert. Die is dan zelf bevoegd of wanneer door het college of burgemeester bevoegdheden zijn overgedragen aan een commissie (art. 125 lid 1 en lid 2 Gemeentewet). Op provinciaal niveau is deze bevoegdheden gegeven met betrekking tot

    .....read more
    Access: 
    Public
    Hoorcollege week 5 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 5 Bestuursrecht

    Hoorcollege 

    Doorwerking van internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde: 

    • Monistisch systeem: internationaal recht werkt automatisch door in de nationale rechtsorde dat wil zeggen heeft interne werking 

    • Dit betekent dat de drie staatsmachten (wetgevende, rechtsprekende, handhavende) hieraan zijn gebonden 

    • ‘Een ieder verbindende bepaling’ bevatten een subjectief recht, deze kunnen zonder tussenkomt van de wetgever door de rechter worden toegepast  

    • Ook wel aangeduid als rechtstreeks werkend 

    Bijzondere positie EU-recht: werking los van de Grondwet: 

    • Hof van Justitie in Van Gend & Loos 

    • “De EG vormt in het volkenrecht een nieuwe rechtsorde. Onafhankelijk van wetgeving der Lid-Staten roept het gemeenschapsrecht ten laste van particulieren verplichtingen in het leven en is ook geëigend rechten te scheppen welke zij uit eigen hoofde kunnen geldend maken tegenover de staat.” 

    • Rechtstreekse werking 

    Bijzondere positie EU-recht: 

    • Hof van Jusitie in Costa/ENEL 

    • Bij het EEG Verdrag hebben de Lid-Staten hun soevereiniteit, zij het op beperkt terrein, definitief begrensd 

    • Eigen rechtsorde die zowel voor de Lid-Staten als onderdanen bindend is 

    • De nationale rechter moet met de rechtsorde van de Gemeenschap (Unie) rekening houden 

    • Voorrang Unierecht/conforme interpretatie richtlijnconforme 

    • Doel bijzondere positie: uniformiteit 

    Kraaijeveld ging het om de toepasselijkheid van de EU-richtlijn en in hoeverre rechtstreekse werking toekomt. Volgens art. 288 VWEU is een richtlijn voor een lidstaat verbindend voor wat betreft het te bereiken resultaat. De manier en middelen die nodig zijn om dit resultaat te bereiken, liggen in het keuzeveld van de lidstaten. In beginsel is het de bedoeling dat lidstaten deze richtlijnen omzetten in nationale regelgeving. Hoe kan hier beroep op worden gedaan wanneer dit niet wordt gedaan: 

    • Rechtstreekse werking --> bepaling van EU-recht heeft rechtstreekse werking als de bepaling inhoudelijk gezien onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig is 

    • Richtlijnconforme uitlegging --> nationale recht zoveel mogelijk interpreteren in de bewoording en doel van een richtlijn 

    Beperkingen rechtstreekse werking: 

    • De bepaling moet voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk zijn geformuleerd of moeten in elk geval de grenzen van de beoordelingsmarge die de bepaling laat voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk zijn (Kraaijeveld-criterium) 

    Europeanisering bestuursrecht: 

    • EVRM en EU-recht 

    • Öztürk en Benthem 

    Art. 2 EVRM: 

    • Recht op leven --> verplichting voor de overheid om burgers te beschermen tegen reëel en direct levensgevaar en verplichting tot adequaat onderzoek mochten er toch mensen om het leven komen 

    Gedeelde rechtsorde EU/NL: 

    • Gedeelde rechtsorde: materiële normen worden op steeds meer terreinen bepaald door het EU-recht, maar de toepassing daarvan en de rechtsbescherming vinden in de regel plaats door nationale bestuursorganen en rechters 

    Doorwerking van EU-recht: 

    • Invloed op bijzonder bestuursrecht, zoals milieurecht, natuurbescherming, vreemdelingenrecht en economisch bestuursrecht --> vaak normen uit richtlijnen die omgezet zijn in nationale wetgeving en door nationale bestuursorganen worden toegepast 

    • Maar nationale bestuursorganen passen ook rechtstreeks Eu-normen toe, zonder omzetting in nationale wetgeving 

    Doorwerking van EU-recht II: 

    • Via door het HvJ Eu ontwikkelde algemene beginselen van Eu-recht (zoals gelijkheid, proportionaliteit, rechtszekerheid, transparantie,

    .....read more
    Access: 
    JoHo members
    Werkcollege week 5 Bestuursrecht

    Werkcollege week 5 Bestuursrecht

    Werkcollege 

    Vraag 1 Beantwoord de volgende vragen en betrek hierbij Awb-tijdperk en de bijdrage van Molendijk en Ortlep die voor deze week staat voorgeschreven.  

    a. Wat houdt de zogenoemde ‘dubbele bevoegdheidsgrondslag’ in? 

    Dit is hun visie op het legaliteitsbeginsel. Het legaliteitsbeginsel moet de bevoegdheid zelf maken (materiële bevoegdheid) en deze bevoegdheid moet aan een orgaan worden toegewezen. Het EU-recht schept wel de materiële bevoegdheid maar geeft dit slechts aan een lidstaat en niet een concreet orgaan. Molendijk en Ortlep vinden dus dat in het nationale recht deze bevoegdheid aan een orgaan wordt toegekend 

     b. Waarom zijn Molendijk & Ortlep van mening dat ‘halve legaliteit’ problematisch is?  

    Het Eu-recht geeft wel de materiële bevoegdheid, maar het nationale recht geeft niet aan, aan welk orgaan. Het is dus maar voor de helft geregeld. 

    Dit is problematisch, want als dit niet wordt toegekend dat een orgaan dit zelf aan zichzelf toekend. Dit zorgt voor een probleem in de attributiefunctie: rechtsonzekerheid en je wilt dit door een democratisch gekozen wetgever laten bepalen, zodat dit wordt gekozen door de burger. Ook de beschermingsfunctie: de randvoorwaarden ontbreken over hoe de bevoegdheid moet worden toegepast en beschermt de burger doordat een wettelijke grondslag is vereist voor bevoegdheidsuitoefening. 

    Vraag 2 De uitspraak ABRVS 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1930 (Inbeslagname Orchideeën) gaat over de doorwerking van Unierecht. Eén van de vragen die in de uitspraak wordt opgeworpen betreft de vraag of de staatssecretaris bevoegd was tot de inbeslagnames. In ABRVS 13 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1930 (Inbeslagname Orchideeën) overweegt de Afdeling in r.o. 4.2: “In artikel 16, vierde lid, van de Basisverordening is uitdrukkelijk bepaald dat indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B of C op een bepaalde plaats wordt binnengebracht zonder passende geldige vergunning of certificaat, het specimen in beslag moet worden genomen en het verbeurd kan worden verklaard. De Afdeling stelt gelet hierop vast dat op grond van artikel 16, vierde lid, van de Basisverordening een verplichting bestaat voor zover die bepaling ziet op het in beslag nemen van een levend specimen dat zonder de daartoe vereiste invoervergunning binnen de Europese Unie is gebracht. Het bepaalde in artikel 16, vierde lid, van de Basisverordening schept die verplichting, zonder dat een bevoegdheidsattributie door het nationale recht noodzakelijk is. Het voorgaande betekent dat de besluiten van 10 en 15 februari 2012, 6 april 2012 en 15 juni 2012 tot toepassing van bestuursdwang hun rechtsgrondslag rechtstreeks in artikel 16, vierde lid, van de Basisverordening vinden.”  

    a. Bent u van mening dat in deze zaak aan het vereiste van de dubbele bevoegdheidsgrondslag is voldaan?  

    Nee, want de bevoegdheid is nergens in het nationale recht aan de staatssecretaris gegeven. 

    b. Hoe dient de aangehaalde rechtsoverweging 4.2 van de Afdeling te worden beoordeeld in het licht van de noodzaak van een dubbele bevoegdheidsgrondslag zoals bepleit door Molendijk en Ortlep in JBPlus 2017/4?  

    Niet wenselijk, want beide moet gebeuren (bevoegdheid gecreëerd door EU-recht en dit moet worden toegewezen in het nationaal recht) 

    Vraag 3 In het kader van de uitvoering van Unierecht moeten lidstaten vervolgens – voor zover in het Unierecht geen uitvoeringsregels zijn gegeven – hun nationale recht toepassen. In deze uitspraak betekent dit dat de staatsecretaris gebruik

    .....read more
    Access: 
    Public
    Samenvatting week 6 Bestuursrecht

    Samenvatting week 6 Bestuursrecht

    Soms leiden burgers schade door een besluit of andere feitelijke handelingen. Zowel onrechtmatig als rechtmatig overheidshandelen kan er voor zorgen dat iemand dan recht heeft op een schadevergoeding.

    Bestuursrechtelijke onrechtmatigheid is civielrechtelijke onrechtmatigheid: als een besluit vernietigd is door de bestuursrechter is het dus op beide rechtsgebieden onrechtmatig. Als een besluit formele rechtskracht heeft, is het onaantastbaar: de mogelijkheden van bezwaar en beroep ertegen zijn verlopen dan wel verwerkt (bezwaar/beroep is afgewezen). Er wordt wel gesproken van “omgekeerde formele rechtskracht” in het geval dat een besluit door de bestuursrechter vernietigd is. Het wordt daardoor automatisch onrechtmatig geacht.

    Access: 
    Public
    Hoorcollege week 6 Bestuursrecht

    Hoorcollege week 6 Bestuursrecht

    Hoorcollege

    Onrechtmatige overheidsdaad: 

    • Hoe/waar schadevergoeding te verkrijgen ten gunste van besluiten en ander overheidshandelen 

    • Welke materiële criteria gelden om te bepalen of de overheid schadeplichtig is 

    Rechtmatige overheidsdaad: 

    • Hoe/waar schadevergoeding te verkrijgen bij schadeveroorzakend rechtmatig handelen van de overheid  

    • Welke materiële criteria gelden om te bepalen of de overheid schadeplichtig is 

    Urgenda-uitspraak: 

    • Voorbeeld onrechtmatig handelen want in strijd met de zorgplicht van de artikelen 2 en 8 EVRM 

    Overheidsaansprakelijkheid: 

    • Belangrijke vragen over positie overheid: 
      - Rechter bevoegd over de beoordeling rechtmatigheid overheidshandelen 
      - Rechter bevoegd over de beoordeling van schade 

    • Noordwijkerhout/Guldemond-uitspraak --> je kan bij de burgerlijke rechter terecht als je vraagt om door de burgerlijke rechter te worden beschermd 

    Burgerlijke rechter of bestuursrechter: 

    • Met ingang van 1994: algemene bestuursrechter bevoegd over besluiten (Awb) 

    • Bijzondere bestuursrechtspraak 

    • Nog kleinere rol burgerlijke rechter: afstemming nodig 

    • Art. 8:88 Awb: 
      1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van: 
      a. Een onrechtmatig besluit 

    Artikel 8:89 Awb: 

    • Onrechtmatige daad: bepaalde zaken exclusief naar civiele rechter, met uitzonderingen: 
      - CRvB en HR-belastingzaken in welke zaken de bestuursrechter exclusief bevoegd is 
      - In overige zaken: claims t/m 25.000 euro keuzevrijheid: NB claim van 25.000 euro mag worden opgeknipt 

    • Bij burgerlijke rechter dagvaardingsprocedure (art. 6:162 BW) 

    Onrechtmatig  handelen I: 

    • Aansprakelijkheid voor appellabele Awb-besluiten/daarmee verband houdende voorbereidingshandelingen/het niet tijdig nemen van een besluit (art. 8:88 Awb) 

    • Probleem: afstemming met als oplossing: 
      - Formele rechtskracht (Heesch/Van de Akker) 
      - Oneigenlijk of omgekeerde formele rechtskracht (St. Oedenrode/Driessen) 
      - Schuld/toerekenbaarheid is gegeven = quasi risicoaansprakelijkheid (Van Gog/Nederweert) 

    Onrechtmatig handelen II: 

    • Aansprakelijkheid voor ander overheidshandelen: avv, beleidsregels, civielrechtelijk handelen, feitelijk handelen 

    • Rechtsgang: civiele rechter 

    Eisen 6:162 BW of status aparte: 

    • Evolutie: Noordwijkerhout/Guldemond 

    • Van schending van rechter/verwaarlozing van rechtsplichten die hun grondslag vinden in het privaatrecht 

    • Via handelen dat in strijd komt de eigen rechtsplicht van de overheid (Ostermann-arrest) dus in samenwerking met wettelijk voorschrift 

    • Tot schending zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt: ook ongeschreven publiekrecht (Amsterdam/IKON-arrest) 

    • Codificatie: art. 6:162 BW, art. 3:14 BW en 3:1 lid 2 Awb 

    Eisen 6:162 BW 

     [note: deze afbeeldingen uit het college zijn door de WorldSupporter redactie verwijderd wegens vermoedelijke inbreuk op het auteursrecht] 

     

    Formele rechtskracht: 

    • Heesch/Van de Akker --> wanneer tegen een beschikking een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang heeft opengestaan en deze niet is benut, dient de burgerlijke rechter ervan uit te gaan, dat die beschikking rechtmatig is zowel wat haar wijze van totstandkoming, als wat haar inhoud betreft 

    Uitzonderingen formele rechtskracht: 

    • Bezwaren door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden: 
      - Onrechtmatigheid erkend (Heesch/Van de Akker) 
      - Geen verwijt burger door gedrag overheid 
      - Geen belanghebbende ten tijde van besluit/onderzoeksplicht veiligheid overheid 
      - Niet-beroepsgerechtigden 

    Onrechtmatige formele wetgeving: 

    • Belemmering: toetsingsverbod art. 120 Grondwet 

    .....read more
    Access: 
    Public
    Werkcollege week 6 Bestuursrecht

    Werkcollege week 6 Bestuursrecht


    Werkcollege

    Algemene gegevens

    1a. Zie onderstaande samenvatting van casus.

    1b. Twee, namelijk onrechtmatig tracébesluit en toezegging minister

    1c. Interbest BV (verzoekster) en Minister van Infrastructuur en Milieu (verweerder)

    1d. Is het Tracébesluit onrechtmatig (en moet minister schade vergoeden)?

    2. ABRvS, hoger beroep. Eerst besluit, toen obv art. 2 Bevoegdheidsregeling naar ABRvS.

    Onrechtmatige overheidsdaad

    3. In het arrest Noordwijkerhout/Guldemond: Guldemond bouwt op eigen grond een vaarsloot die een voetpad kruist. Gemeente wil voetpad weer oude bestemming geven en Guldemond gaat naar civiele rechter. Gemeente stelt dat civiele rechter niet bevoegd is, omdat sprake is van een publieke taak, obv Gemeentewet. Rb en Hof verklaren zich bevoegd, gemeente stelt cassatie in, waarin wordt gesteld dat Gemeentewet is geschonden door civiele rechter bevoegd te verklaren. HR: objectum-litis-leer → bevoegdheid van de civiele rechter is afhankelijk van het recht waarin de eiser vraagt te worden beschermd en niet van de aard van het recht waarop de verweerder zijn verweer baseert. De stelling dat onrechtmatig is gehandeld is dus wel relevant, want dan kan de bestuursrechter bevoegd zijn op basis van art. 8:88 Awb, maar ook de civiele rechter.

    4. De bestuursrechter oordeelt in r.o. 7 dat het niet bevoegd is te oordelen over de schade van Interbest die is ontstaan door de toezegging van de minister, omdat het niet valt onder één van de oorzaken die zijn genoemd in art. 8:88 lid 1 Awb.

    5. De bestuursrechter oordeelt in r.o. 6 dat tegen een besluit die betrekking heeft op de Tracéwet een rechtsgang open staat naar de bestuursrechter. Dit is dus een grond die wordt genoemd in art. 8:88 lid 1 sub a Awb.

    6. Art. 8:89 Awb lid 2: In de overige gevallen is de bestuursrechter bevoegd voor zover de gevraagde vergoeding ten hoogste € 25.000 bedraagt. Lid 3: bestuursrechter is in gevallen, bedoeld in lid 2, niet bevoegd indien de belanghebbende het verzoek heeft ingediend nadat hij terzake van de schade een geding bij de burgerlijke rechter aanhangig heeft gemaakt. In r.o. 9.9 oordeelt de bestuursrechter dat art. 8:89 lid 3 Awb bedoeld is om te voorkomen dat een belanghebbende tijdens een procedure van spoor wisselt: indien hij eenmaal voor een bepaalde rechter (bestuursrechter of civiele rechter) heeft gekozen, kan hij niet bij een andere rechter terecht (wel na bestuursrechtelijke procedure naar civiele procedure).

    7. R.o. 19.2: door intrekking beroep is is Tracébesluit onherroepelijk geworden (bip komt in de plaats van bob) en dus in rechte onaantastbaar. Moet worden uitgegaan van rechtmatigheid besluit. Hier kan vrijwel niet van worden afgeweken (alleen in uitzonderlijke omstandigheden.

    8. Ja, de bestuursrechter gaat uit van het oordeel van de bestuursrechter. Inhoudelijke criteria besluitenaansprakelijkheid

    9. Schade als gevolg van onrechtmatig handelen komt voor vergoeding in aanmerking. Sint Oedenrode - Driessen: moet sprake zijn van

    .....read more
    Access: 
    Public
    Work for WorldSupporter

    Image

    JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

    Working for JoHo as a student in Leyden

    Parttime werken voor JoHo

    How to use more summaries?


    Online access to all summaries, study notes en practice exams

    Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

    There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

    1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
    2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
    4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
    5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

    Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

    Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

    Field of study

    Access level of this page
    • Public
    • WorldSupporters only
    • JoHo members
    • Private
    Statistics
    1229
    Comments, Compliments & Kudos:

    Add new contribution

    CAPTCHA
    This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
    Image CAPTCHA
    Enter the characters shown in the image.
    Promotions
    Image

    Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

    Werkzaamheden: o.a.

    • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
    • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
    • PR & communicatie werkzaamheden

    Interesse? Reageer of informeer