NHG-standaard (Geneeskunde): Schouderklachten - M08

Schouderklachten: pijn met of zonder bewegingsbeperking van de bovenarm, waarbij pijn gelokaliseerd is in het gebied van nek tot elleboog, en de klachten niet het gevolg zijn van een trauma.

Werkgerelateerde aandoening: als er een (vermoede) causale relatie bestaat tussen werkfactoren en de schouderklacht. Arbeidsrelevante klacht: wanneer de klachten het functioneren op het werk beïnvloeden.

Pathofysiologie en differentiële diagnose

Subacromiale ruimte: tussen acromion en kop van de humerus, omvat een deel van het gewrichtskapsel en de rotator cuff, de bursa subacromialis en de lange kop van de bicepspees.

Schouderklachten kunnen recidiveren en een langdurig beloop hebben, met gevolgen voor het dagelijks functioneren en de nachtrust. De prognose is ongunstig wanneer klachten bij het eerste consult al lang bestaan, zeer pijnlijk zijn of geleidelijk zijn ontstaan. Nekklachten, werkgerelateerde en psychosociale factoren kunnen een ongunstige invloed hebben op het beloop. Acute of langdurige overbelasting van weke delen veroorzaken vermoedelijk weefselbeschadiging en aseptische ontsteking met zwelling en pijn, maar klachten kunnen ook ontstaan als gevolg van trauma.

Mogelijke oorzaken van schouderklachten zijn:

  • Aseptische ontsteking subacromiale (SA) ruimte (80%): subacromiaal impingement-syndroom, subacromiale bursitis, tendinose, tendinitis/ruptuur (partieel of volledig) rotatorcuff/bicepspees.

  • Aseptische ontsteking glenohumeraal (GH) gewricht: frozen shoulder, capsulitis adhaesiva, traumatische artritis, artrose.

  • Glenohumerale instabiliteit.

  • Aseptische ontsteking acromioclaviculaire (AC) of sternoclaviculaire (SC) gewricht.

  • Functiestoornis cervicale werkvelkolom en cervicothoracale overgang.

- Tot 35 jaar: traumatische beschadigingen van rotatorcuff en (sub)luxaties AC of GH.

- 35-75 jaar: niet-traumatische rotatorcuffbeschadigingen, aseptische ontstekingen SA

- 40-65 jaar: frozen shoulder

- > 60 jaar: artrose

Er worden drie typen schouderklachten onderscheiden:

  1. Met passieve bewegingsbeperking: beperking van exorotatie en/of abductierichting bij passieve tests. Beperking van exorotatie hangt samen met aseptische ontsteking of degeneratieve afwijking GH, beperking van abductie met aseptische ontsteking of degeneratieve afwijking SA.

  2. Zonder passieve bewegingsbeperking met pijnlijk einde van het abductietraject (passief of actief): door aangedane structuur/structuren SA.

  3. Zonder passieve bewegingsbeperking en zonder pijnlijk abductietraject: geen beperkingen maar wel pijn of instabiliteit door:

    • Instabiliteit van GH.

    • Aandoeningen AC of SC.

    • Functiestoornissen cervicale wervelkolom of cervicothoracale overgang.

In de praktijk kunnen meerdere typen naast elkaar bestaan. Zeldzame gevallen zijn: maligne aandoeningen, diafragmaprikkeling, systemische ziekten, neurologische aandoeningen, gerefereerde pijn vanuit interne organen, trauma met luxatie/fractuur/ruptuur van rotatorcuff.

Intrinsieke oorzaken

  • Subacromiale impingement: op de kop van de bovenarm zitten 4 spieren, namelijk Musculus subscapularis, Musculus supraspinatus, Musculus infraspinatus en Musculus teres minor. Deze spieren kunnen de kop naar alle kanten roteren en hebben een stabiliserende functie als de arm zelf door de Musculus deltoïdeus wordt geheven. De pezen verstrengelen zich in de rotatorcuff. Tussen rotatorcuff en acromion zit de bursa subacromialis (glijlaag).

Degeneratie van de rotatorcuff leidt tot verdikking en inscheuring en ontstaat druk op de versmalde ruimte tussen humeruskop en acromion. Dit is impingement en leidt tot het klinische verschijnsel painfull arc. Druk op de pees zal ischemie en daardoor irritatie en degeneratie van de pees veroorzaken. De klachten worden hierdoor in stand gehouden. Onvermogen tot abduceren van de arm ontstaat wanneer de rotator cuff scheurt (acuut of door verdergaande degeneratie).

  • Capsulitis adhesiva (frozen shoulder): functiebeperking van >50% van GH-gewricht in alle richtingen, gedurende tenminste 3 maanden. Pathologisch-anatomisch is er sprake van een ontstekingsreactie van het gewrichtskapsel van GH-gewricht en verkleving van de recessus articularis. Veel patiënten ontwikkelen na enkele jaren ook klachten aan de andere zijde.

  • Instabiliteit van het schoudergewricht: onvermogen om de kop van de bovenarm in de kom te houden, traumatisch/unidirectioneel (Bankart-laesie: gewrichtskapsel is samen met labrum glenoïdale afgescheurd van de rand van het benige glenoïd) of atraumatisch/multidirectioneel en hyperlaxiteit. Klinische verschijnselen afhankelijk van grootte en plaats van de scheur. Andere laesies bij traumata zijn fracturen van tuberculum majus, Hills-Sachs-laesie (impressiefractuur achterzijde humeruskop) en rotatorcuffletsel. Een oorzaak van atraumatische instabiliteit is bijvoorbeeld bij congenitale hyperlaxiteit of overbelasting bij sporten.

  • Artrose van schoudergewricht: kraakbeendegeneratie met uiteindelijk sclerosering van oppervlak van het GH gewricht. Het betreft meestal oudere patiënten en wordt gekenmerkt door pijn en afname van beweeglijkheid van de schouder.

  • Systeemziekten: RA (verschillende gewrichten aangedaan), polymyalgia rheumatica.

Extrinsieke oorzaken

  • Functiestoornissen van nek/schoudergordel: bij het heffen van de arm ontstaat een rotatiebeweging in de cervicothoracale overgang waarbij de wervellichamen van de heffende arm af draaien -> samenhang nek en schouder.

  • Referred pain: foutieve perceptie van een pijnprikkel, pijn in een bepaalde structuur kan worden ervaren in het bij dat segment horende dermatoom of myotoom.

  • Overig: botmetastasen van prostaat- of mammacarcinoom. Ook een longtoptumor kan schouderpijn veroorzaken door doorgroei in de plexus brachialis.

Epidemologie

Incidentie in huisartsenpraktijk

24/1000

Prevalentie in huisartsenpraktijk

35/1000

Circa 60% is vrouw.

Anamnese

Aanleiding, type, ernst, zelfmedicatie, plaats van pijn, uitstraling, pijnlijke beperking in één of meer richtingen, pijn tijdens abductie, instabiliteit, nekklachten, ernst van pijn en ervaren hinder, factoren voorspellend voor beloop zoals:

  • Gunstige (acuut begin, geen nekklachten) of ongunstige (veel pijnklachten, langdurige klachten op 1e consult, provocerende werkfactoren, problemen op werk) factoren. Bij werkverzuim: bedrijfsarts.

  • Psychosociale factoren

  • Zelfzorg, analgeticagebruik

  • Schouderklachten in de voorgeschiedenis, beloop, behandeling en resultaat hiervan

  • Werkverzuim

Lichamelijk onderzoek

  1. Inspectie: plaats aanwijzen, vorm­/standsverandering, vergelijk met andere schouder.

  2. Bewegingsonderzoek (vergelijk met andere schouder): actieve abductie met gestrekte gesupineerde arm, passieve abductie, passieve exorotatie met elleboog in 90º.

  3. Bij nekpijn onderzoek van cervicale wervelkolom: anteflexie, retroflexie, rotaties, lateroflexie.

Aanvullend onderzoek

Niet zinvol bij geïsoleerde niet-traumatische schouderklachten. Wel bij afwijkend beloop of behandeling levert geen effect op.

  • Röntgendiagnostiek: subacromiale calcificaties of artrose SA.

  • Echografie/MRI: partiële of volledige rupture rotatorcuff.

Mogelijke signalen van ernstige oorzaak van schouderklachten:

  • Ernstige/persisterende klachten, dubbelzijdige schouderklachten, lichamelijke klachten elders, koorts, malaise, gewichtsverlies, verhoogd CRP/BSE: septische artritis, polymyalgia rheumatica, cholecystitis, metastasen.

  • Uitstralende pijn, tintelingen arm/hand, nekbewegingen, verminderde klacht arm-/handspieren: cervicaal radiculair syndroom.

  • Dyspneu, pijn op de borst: pneumonie, angina pectoris, acuut coronair syndroom.

  • Gewrichtsklachten elders, reumatoïde artritis in VG, tekenen van synovitis (koorts, warmte): reumatoïde artritis.

  • Klachten niet passend bij leeftijd.

Beleid & behandeling

Behandeling geschiedt stapsgewijs, het begint met voorlichting / adviezen en het zo nodig voorschrijven van analgetica bij ernstige pijnklachten. Als de klachten na twee weken analgeticagebruik nog niet verminderd zijn gaat men naar de volgende stap, namelijk verlenging van behandeling met pijnstillers, corticosteroïd injectie of verwijzing oefentherapeut/manuele therapie. Bij ernstige pijn is het beleid op vermindering van de pijn (voorkeursbehandeling analgetica of injectie corticosteroïd), bij minder ernstige pijn op het beperken/voorkomen van disfunctioneren (voorkeursbehandeling oefen- of manueel therapeut). Een combinatie is ook mogelijk.

  • Voorlichting en niet-medicamenteus: uitleg dat de oorzaak irritatie of ontsteking van structuren rondom schouder is, benadruk dat herstel weken-maanden-jaar kan duren. Van geen van de behandelingen staat vast dat ze het natuurlijk beloop op lange termijn beïnvloeden. Adviezen:

    • Actief blijven. Strikte rust wordt ontraden tenzij minimale bewegingen ernstige pijn geven.

    • Bij acute pijn voor korte tijd de activiteiten aanpassen.

    • Daarna activiteiten uitbreiden, niet wachten tot pijn verdwenen is.

  • Medicamenteus:

    • Analgetica: twee weken paracetamol (eerste keus, breed veiligheidsprofiel), ibuprofen, diclofenac of naproxen (tweede keus, let op comorbiditeit/bijwerkingen/interacties).

    • Lokaal corticosteroïd injectie: pijn vermindert gedurende enkele weken-maanden en verdwijnt eerder dan bewegingsbeperking. Type schouderklacht bepaald locatie van injectie. Injectie in SA, behalve als bewegingsbeperking vnl. exorotatie betreft (dan GH) triamcinolonacetonide in combinatie met lidocaïne. Bijwerkingen: enkele dagen pijn, opvliegers, vaginaal bloedverlies. Arm moet in beweging blijven. Desgewenst kan de injectie na 2-4 weken worden herhaald (maximaal drie injecties).

      • SA: 2 cm onder het midden van de laterale rand van het acromion.

      • GH: 1 cm onder dorsolaterale hoek van acromion in richting van processus coracoïdeus.

Consultatie/verwijzing:

  1. Oefentherapie/manuele therapie: geen verbetering ondanks adviezen en 1-2 weken analgetica.

  2. Bedrijfsarts: bij aanhoudend ziekteverzuim, werkgerelateerde klachten.

  3. Specialist: voor echo, MRI, artroscopie, open of artroscopische chirurgie. Bij patiënten die ondanks behandeling klachten en belemmeringen blijven houden.

Follow-up

Controles: de patiënt moet terugkomen als de pijn niet afneemt, bij koorts na een injectie, als de klachten na twee weken niet zijn verminderd en als er na 6 weken geen herstel is van dagelijks functioneren.
 

Access: 
Public
Follow the author: Medicine Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
1207