Begrippenlijst Inleiding Internationaal en Europees Recht

Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.

 

 

Stamplijst Internationaal en Europees Recht
Inleiding:
Codificatie – Het op schrift stellen van recht
Internationaal publiekrecht – Volkenrecht
Ius gentium – Het recht van volken
Ius inter gentes – Het recht tussen volken
Soevereiniteit –De hoogste macht afhankelijk van geen ander gezag.
Volmachtige – Een afgevaardigde vertegenwoordiger van een staat die namens zijn staat de onderhandelingen mag doen.
Volkenrecht – Internationaal publiekrecht
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1:
Cuius regio, euis natio – Eén staat, één natie.
Cuius regio, euis religio – Eén staat, één godsdienst.
De iure belli ac pacis – Over het recht van oorlog en vrede. Een boek van Hugo de Groot uit 1625.
Haves – De welvarende oude staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nots – De arme jonge staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nevers – De arme jonge staten die door het Non-proliferatieverdrag uit 1968 beloofden bepaalde informatie nooit te verwerven. Daarmee werden ze van have nots, have nevers.
Mare liberum – Vrije zeevaart. Een boek van Hugo de Groot uit 1604
Sub deo ac lege– Onder God en de wetten
Hoofdstuk 2:
Founding Fathers – Oprichters van de Verenigde Naties
Soft Law – Regels die niet voor een ieder bindend zijn
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 4:
Bilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Clausula rebus sic santibis – Een clausule in het Weense Verdragenvedrag (1968) die inhoudt dat bij onvoorziene verandering van omstandigheden er een wederzijdse optie is om het verdrag te beëindigen.
Doctrines – Leerstelling van de meest bevoegde schrijvers. Een hulpmiddel bij de internationale rechtsvinding.
Multilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen twee meerdere staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Nemo plus juris transferre potest quam ipse habet – Geen staat kan meer recht overdragen dan hij bezit.
Opinio iuris sive necessitatis – Een rechtsovertuiging, welke samen met de Usus, noodzakelijk moet worden geacht om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Pacta sunt servanda – Gesloten overeenkomsten moeten worden nagekomen

Persistent Objector – Een staat die van meet af aan zich verzet heeft tegen een bepaalde Usus en het onstaan van de regel van internationaal gewoonterecht. Zij zijn dan ook niet gebonden aan deze betreffende regel.
Permissive resolutions – Resoluties die bepaalde gedragingen aanbevelen die zonder aanbeveling internationaalrechtelijk niet geoorloofd zouden zijn.
Preambule - Een preambule is een inleidende bepaling in de tekst van een wet of verdrag. In de preambule wordt vaak het doel geschetst, een onderliggende filosofie en/of de omstandigheden die hebben geleid tot de wet of het verdrag.
Usus – Gewoonte, gebruik of praktijk welke samen met de Opinio iuris vereist is om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Wijdverbreid – Als een groot aantal staten de Usus volgt is deze wijdverbreid. Ook dit is een vereiste om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 5:
Algemeen-politieke organisaties – Organisaties ten behoeve van de wereldorganisatie (VN)
Functionele organisaties – Organisaties met een bepaald werkterrein (UNESCO)
Mankind – De mensheid in het algemeen
Rechtssubjecten – Drager van rechten, plichten en bevoegdheden onder het internationaal recht
Regionale organisaties - Organisaties die maar voor een bepaald gebied gelden (EU)
Staten – Primair subject van international publiekrecht. Om te kunnen spreken van een staat moet er worden voldaan al de volgende criteria: Een grondgebied, een bevolking, een regering met effectief gezag over het grondgebied en de bevolking en tevens de mogelijkheid om internationale betrekkingen met andere staten aan te gaan
Volken – Geen eenduidige definitie. Wel beschikt een volk in ieder geval over een gemeenschappelijk grondgebied, geschiedenis, taal en cultuur
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 6:
Ius cogens – Een regel van dwingend internationaal publiekrecht, erkend door de internationale gemeenschap, waar niet van mag worden afgeweken.
Mutatis mutandis – Nadat is veranderd wat veranderd moet worden
Ratificatie - Officiële bekrachtiging van een internationaal verdrag door een staat.

Voorbehoud maken – Door voorbehoud te maken verklaart de staat zich niet te binden aan een specifieke verdragsbepaling
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 7:
Gesloten organisaties: Organisaties waarbij het lidmaatschap slechts open staat voor staten die tot een bepaalde groep behoren of die een specifiek belang behartigen
Implied powers – De leer waaruit de intenties van de oprichters van de VN blijkt
Intergouvermentele Organisaties – Samenwerkingsvorm waarbij gezamenlijk gestreefd wordt naar een bepaald doel zonder verlies van de eigen soevereiniteit
Open organisaties: Organisaties waarbij het lidmaatschap open staat voor alle staten
Supranationale Organisaties – Samenwerkingsvorm waarbij een bepaald doel wordt nagestreefd en daarbij een deel van de soevereiniteit wordt verloren
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 8:
Act of state – De nationale rechter mag geen oordeel uitspreken over het handelen van een andere staat
Ex aequo et bono – Naar gelijkheid en billijkheid
Fiscale immuniteit – Algemene vrijstelling van persoonlijke belastingen
Functionele immuniteit – Immuniteit beperkt tot handelingen van overheidsfunctionarissen in hun officiële hoedanigheid
Iure imperii – Overheid heeft gehandeld naar zijn publieke gezag
Iure gestionis - Overheid handelt als gelijke met de particuliere personen
Ius ad bellum – Het recht om ten oorlog te gaan
Ius in bello – Recht in oorlog
Ne impediatur legatio – Zij die persoonlijke immuniteit genieten kunnen niet door een vreemde rechter op het matje geroepen worden.
Par in parem non habet imperium – Men heeft geen gezag over zijn gelijken
Persoonlijke immuniteit – Immuniteit die, naast de functionele immuniteit, ook voor privéhandelingen geldt.
Triple Standard – Standaard (voldoende, doeltreffend en onmiddellijk) die in acht genomen moet worden bij nationalisatie. Ook wel Hull-rule genoemd.
Ubi commercium, ubi ius – Waar handel, waar recht
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 9:
Actio popularis – In het algemeen belang of voor iemand anders
Fait accompli – Een onomkeerbaar feit
Magna Carta – Eerste vorm van individuele rechtspositie
Obligationes erga omnes - Verplichtingen tegenover eenieder
Res communis – Een gemeenschappelijk goed
1e Generatie mensenrechten – Burgerrechten en politieke rechten. Dit vereist doorgaans een terughoudende houding van de staat (EVRM).
2e Generatie mensenrechten – Economische, sociale en culturele rechten. Dit vereist doorgaans een meer actieve houding van de staat.
3e Generatie mensenrechten – Collectieve rechten. (Recht op zelfbeschikking van volken en het recht van minderheden om hun eigen identiteit te houden)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 10:
All necessary means (measures) – Diplomatiek jargon voor het gebruik van militair geweld.
Responsibility to protect-beginsel – Het beginsel van verantwoordelijkheid om te beschermen.
Ultimum remedium – Het uiterste middel om schending van het recht ongedaan te maken.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 11:
Arbitrage – Juridische vorm van geschillenbeslechting waarbij een tribunaal een einduitspraak doet met betrekking tot een conflict op basis van internationaal recht.
Conciliatie – Een andere benaming voor verzoening, een methode van diplomatieke geschillenbeslechting.
Ipso facto – Door het feit zelf.
Merits – De hoofdzaak, bestaande uit een schriftelijk en een mondelinge behandeling door het Hof van Justitie.
Rekest – Een eenzijdig verzoekschrift
Repressailes – Handelingen die een schending van internationaal recht zouden inhouden ware het niet dat zij uitgevoerd worden teneinde de schending van de andere staat een halt toe te roepen.
Retorsies - Onvriendelijke daden die niet onrechtmatig zijn.
 

 

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Check more of topic:
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3542