Oefententamens Internationaal Recht

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Oefententamen 2008

 

Opgave 1: (15 punten)

 

De buurlanden Magua en Natea hebben decennia lang tegen elkaar oorlog gevoerd. Beide landen hebben zich tijdens deze strijd schuldig gemaakt aan genocide. Eindelijk heerst er weer vrede. Bij wekelijkse informele bijeenkomsten hebben de presidenten van beide landen regelmatig verklaard dat zij nooit meer genocide willen plegen en bovendien alles willen doen om genocide te voorkomen. Dit hebben partijen steeds genoteerd in de notulen van de bijeenkomsten. Na een tijd van rust is het leger van Magua toch weer overgegaan tot het plegen van genocide. Vele burgers van Natea zijn inmiddels het slachtoffer geworden van deze genocide. Natea stelt, dat Magua in strijd handelt met zijn verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag dat tijdens de informele bijeenkomsten werd gesloten. Het verdrag houdt volgens Natea in dat het plegen van genocide verboden is. Magua stelt, dat er geen sprake is van een verdrag.

228-236

 

a. Is er sprake van een verdrag? Motiveer uw antwoord. (8 punten)

 

NB: de vraag heeft betrekking op de vorm en niet op totstandkoming, inwerkingtreding of geldigheid van verdragen.

 

Definitie Verdrag: artikel 2 (1) WVV (of op basis van het gewoonterecht):

-           internationale overeenkomst

-           tussen staten

-           schriftelijk

-           onder internationaal recht

 

(2 punten, noemen van artikel/gewoonterecht en vereisten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 286

 

Indien staten niet uitdrukkelijk hebben aangegeven of zij de bedoeling hadden een verdrag te sluiten, moet uit de aard en inhoud van de overeenkomst, alsmede van de overige omstandigheden van het geval worden afgeleid of er sprake is van een verdrag. (1 punt, aard en inhoud bepalend indien niet in de tekst staat of het een verdrag moet zijn of niet)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 292

In casu is geen sprake van een ‘verdrag’. Er zijn slechts notulen van informele bijeenkomsten. De vraag is derhalve of deze notulen als een verdrag kunnen worden beschouwd. (1 punt,feiten: in de notulen staat niet dat het een verdrag is)

 

Jurisprudentie:

 

Aegean Continental Shelf:

Het hof zei dat ‚[…] the Court must have regard above all to its actual terms and to the particular circumstances in which it was drawn up.’ (para. 96). In het licht van het meeting kijkt het Hof naar de context (para. 100) en naar de notities/opvattingen/uitwisselingen van de partijen (paras. 100-107)

Ogv deze zaak kan men tot twee conclusies komen.

Context: Partijen zijn wekelijks bijeengekomen. Regelmatig kwam ook het onderwerp van genocide aan bod. Maar het zijn echter informele bijeenkomsten

Notities: Er staat duidelijke genoteerd in de notulen dat beide partijen nooit meer genocide willen plegen en genocide willen voorkomen. Er zijn echter geen aanduidingen dat het om een verdrag gaat.

Intentie: Partijen hebben regelmatig verklaard, dat zij nooit meer genocide willen plegen en alles willen doen om genocide te voorkomen. Maar partijen hebben nooit verklaard dat zij ook een verdrag (dus ook niet indirect) willen sluiten.

Conclusie: Afhankelijk van de argumentatielijn is er wel of niet sprake van een verdrag.

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 64

 

Qatar –Bahrain:

Het Hof vindt dat het niet noodzakelijk is om ook nog naar de intentie van de partijen te kijken (para. 27), maar slechts naar de ‚actual terms and to the particular circumstances’, para. 23)

Ook op grond van deze zaak kan men ook tot twee conclusies komen. Of, omdat het hof in deze zaak zegt dat notulen als agreement kunnen worden beschouwd is het niet meer vereist nog naar de intenties van partijen te kijken.

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 247

 

Of er zijn wellicht notulen, maar het ging slechts om informele notulen. Deze zijn niet gelijkwaardig met notulen van formele bijeenkomsten. Derhalve geen sprake van een verdrag.

 

Eindconclusie: Op grond van beide zaken kan er wel of geen sprake zijn van een verdrag.

Punten: 3 Punten (noemen van 1 zaak en plaatsen in de juiste context) of 4 Punten (noemen van twee zaken en plaatsen in de juiste context)

 

b. Op grond van welke andere rechtsregel zou het plegen van genocide verboden kunnen zijn? (7 punten)

 

Het genocideverbod is een erkende regel van gewoonterecht. Gewoonte recht is ex artikel 38 IGH een van de bronnen van het internationaal publiek recht. (4 punten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 230, 231, 242

 

Omdat het genocideverbod ook een regel van jus cogens is, is handelen in strijd verboden. Gewoonterecht is dwingend recht er mag onder geen beding van worden afgeweken Artikel 53 WVV (2 punten)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 280

 

Indien Mague lid is van het Genocideverdrag of het Statuut van Rome zou het plegen van Genocide ook op basis van deze twee bronnen verboden zijn (1 punt)

 

Opgave 2: (15 punten)

 

Lees het volgende bericht (Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken):

 

“Somalië kampt al decennialang met conflicten en rivaliteit tussen (sub-) clans en belangengroeperingen onder leiding van elkaar bestrijdende krijgsheren. Het land gaat gebukt onder extreme armoede en kent al 16 jaar geen effectieve regering. […] De situatie werd sinds 2006 complexer door de opkomst van de Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC), een groepering die zich langs godsdienstige lijnen verzet tegen de internationaal erkende overgangsregering (TFG) en de krijgsheren. […] De spanning tussen de UIC en de TFG liep in de tweede helft van 2006 hoog op. Diplomatieke initiatieven van de Arabische Liga en de regionale organisatie IGAD om een politieke oplossing voor het conflict te vinden liepen op niets uit waarop een militaire interventie volgde. In verrassend korte tijd heroverde de TFG, met steun van het Ethiopische leger en de VS, een groot deel van zuid-Somalië op de UIC. De situatie in het land blijft echter zeer instabiel. De UIC voert dagelijks guerilla-achtige aanvallen uit op de TFG. Een vredesmacht van de Afrikaanse Unie probeert de situatie in Somalië te stabiliseren.”

 

 

a. In hoeverre voldoet Somalië aan de kenmerken voor staat-zijn? (8 punten)

 

De kenmerken van staat-zijn (Montevideo Conventie) zijn: een territoir met een daarop woonachtige bevolking die onder het effectieve gezag staat van een regering met de mogelijkheid betrekkingen aan te gaan met andere staten. De laatste twee criteria worden ook wel interne en externe soevereiniteit genoemd (4 punten).
Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 53
 

Toepassing op Somalië: er is een duidelijk omschreven territoir (de grenzen van Somalië worden niet betwist) met een bevolking. Het feit dat de bevolking onderling in groepen is verdeeld doet daar niets aan af. Ook is Somalië als staat blijkbaar in staat betrekkingen aan te gaan met andere staten (externe soevereiniteit): het heeft in ieder geval de steun van de VS en Ethiopië (2 punten).

 

Of er een effectief gezag is valt te betwisten. Hierbij wordt een aantal afwegingen goedgekeurd (2 punten):

  • op grond van de failed-state doctrine wordt gesteld dat een tijdelijke afwezigheid van een effectief gezag niet leidt tot het wegnemen van staat-zijn. Of 16 jaar gezien kan worden als tijdelijk valt te betwisten, maar het feit dat de internationale gemeenschap blijkbaar van mening is dat de Somalische overgangsregering geholpen moet worden steunt de positie dat Somalië een staat is;
  • de overgangsregering heeft geen geweldsmonopolie en is niet in staat een rechtstaat af te dwingen. NB: het feit dat het bericht stelt dat er geen effectieve regering is, is niet voldoende, evenmin het blote feit dat er strijd plaatsvindt in Somalië.
  • Vindplaats: Nollkaemper randnummer 57

 

 

b. Als Ethiopië en de VS niet op verzoek van de overgangsregering TFG hadden gehandeld, maar in plaats daarvan op eigen initiatief militair zouden hebben ingegrepen, welke beginselen van internationaal recht zouden deze landen dan hebben geschonden?

 

  • Basisprincipe = soevereine gelijkheid van staten (staatssoevereiniteit) (1 punt) (Art. 2, § 1 VN Handvest) (1 punt)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 58

  • exclusieve bevoegdheid van de staat op zijn grondgebied: non-interventiebeginsel in de binnenlandse aangelegenheden van een andere staat (basisprincipe internationaal recht (1 punt) (AV resoluties 2131 en 2625 en Nicaragua-zaak, en toepassing van het principe van art. 2,§ 7.
    VN Handvest) (1 punt) Vindplaats: Nollkaemper randnummer 114.
  • territoriale integriteit (1 punt)
  • Verbod tot gebruik van geweld (1 punt) (gewoonterecht en Art. 2,§ 4 VN Handvest) (1 punt) (eigenlijk ook een toepassing van beide eerste principes) Randnummer 401
  • (eventueel ook zelfbeschikkingsrecht – alternatief punt)

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 99.

Opgave 3: (10 punten)

 

 

a. Onder welke voorwaarden mag een advies aan het Internationaal Gerechtshof gevraagd worden? Verwijs in uw antwoord naar relevante rechtspraak van het Hof.

 

Art. 96 VNH en 65 Statuur IGH (1 punt)

  1. De Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad mogen een advies vragen (1 punt)

à “any legal question” + ‘Wall’ advisory opinion (1 punt)

  1. andere organen van de VN en de gespecialiseerd organisaties kunnen ook een vraag stellen, maar alleen:

à na machtiging van de Algemene Vergadering (1 punt)

à als het in het werkterrein van de organisatie valt (specialisatiebeginsel) (1 punt) (WHO - nuclear weapons) (1 punt)
Vindplaats: Nollkaemper randnummer 638

 

b. Bespreek de verschillen tussen de contentieuze en adviserende rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof.

 

  • contentieus procedure is alleen open voor staten, advies is voor internationale organisaties en organen VN (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper randnummer 627,638
  • contentieus is bindend, advies is niet-bindend (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 637, 638
  • contentieus kan alleen betrekking hebben op een geschil, een advies is rechtsvraag, en niet noodzakelijk een geschil (het is zelfs problematisch bij een geschil tussen staten) (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 625, 638
  • IGH moet uitspraak doen bij contentieuze procedure, maar mag weigeren een advies te geven (1 punt)
    Vindplaats: Nollkaemper 637, 638

 

 

Opgave 4: Casus (20 punten)

 

Marguria en Bulenia zijn twee staten. Beide staten zijn VN lidstaten, partij bij het Statuut van het Internationaal Gerechtshof, het Weens Verdragenverdrag en de Weense Verdragen inzake Diplomatieke en Consulaire Betrekkingen. Marguria heeft een multi-etnische bevolking en dit leidt met enige regelmaat tot spanningen. Twee groepen in het bijzonder vliegen elkaar voortdurend in de haren met slachtoffers aan beide zijden. Een van deze twee groepen, de Lavas, vormt met afstand de grootste groep in Marguria en is goed vertegenwoordigd in de regering. Ook binnen het leger van Marguria is er veel sympathie voor de Lavas. Dit heeft ertoe geleid dat de Lavas gesteund worden door het leger en dat het leger en de gewapende militie van de Lavas (GML) soms zelfs samen opgetrokken zijn. De officiële lijn van de regering van Marguria is dat zij het leger hierin niet steunt. De andere groep, de Popos, is veel kleiner, maar kan dan weer rekenen op steun uit Bulenia: 80% van de inwoners van Bulenia zijn Popos. Tot grote ergernis van de regering van Marguria zijn de Buleense media op de hand van de Popos en steunen politici in Bulenia de groep in Marguria openlijk.

Op 25 november 2008 ontploft er een bom in het centrum van de hoofdstad van Marguria. De aanslag wordt onmiddellijk opgeëist door de Bulenen in Marguria, maar bij nader onderzoek blijkt dat ook de Ambassadeur van Bulenia in Marguria betrokken was bij de voorbereidingen van de aanslag. De gewapende militie van de Lavas is woest en zint op wraak. Op 2 december wordt de Ambassadeur door de GML opgepakt. Met een legerauto wordt hij naar een afgelegen legerbasis gebracht en daar gevangen gehouden. De GML wil hiermee voorkomen dat hij het land ontvlucht en zo zijn straf ontloopt.

 

a. Onder welke voorwaarde(n) kan Marguria onder internationaal recht aansprakelijk gehouden worden voor de handelingen van de GML? Verwijs in uw antwoord naar de relevante bronnen.

 

De eerste voorwaarde is dat er een internationaal onrechtmatige daad plaatsgevonden heeft die toerekenbaar is aan Marguria op grond van Art. 2 van de ILC Articles on State Responsibility (2 punten, zonder bronvermelding of wanneer slechts 1 criterium vermeld wordt: 1 punt).
 Vindplaats: Nollkaemper randnummer 570

Om de activiteiten van de GML te kunnen toerekenen aan Marguria moet een van de artikelen 4 t/m 11 van de Articles on State Responsibility van toepassing zijn (2 punten).

De GML is geen officieel overheidsorgaan, oefent geen officiële overheidstaken uit, is niet ter beschikking gesteld door een andere staat, is geen orgaan dat ultra vires handelt, voert geen handelingen uit in afwezigheid van de staat en het is ook geen opstandige beweging die zich tegen de staat keert. Artikelen 4, 5, 6, 7,9 en 10 zijn dus niet van toepassing. Waar het hier wel om zou kunnen gaan zijn twee mogelijkheden:

  • onder Artikel 8 zou de GML onder directe controle van de staat kunnen staan en in dat geval is Marguria aansprakelijk. Dit is in casu moeilijk aan te tonen: weliswaar helpt het leger, maar er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat er gehandeld wordt in opdracht van de staat. Hierbij wordt verwezen naar de Nicaragua zaak en/of de Congo-Uganda zaak
  • onder Artikel 11 zou Marguria aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de handelingen van de GML wanneer zij deze expliciet goedkeurt en als de zijne aanneemt. Dit moet echter wel expliciet gebeuren en aangezien Marguria laat weten de handelingen van de GML niet te steunen kan aansprakelijkheid niet aangenomen worden onder dit artikel. Hierbij moet verwezen worden naar de Tehran Hostages zaak.

Voor de toepassing van artikel 8 en 11 waren, met verwijzing naar de relevante jurisprudentie 6 punten te verdienen.

N.B. de vraag was NIET in hoeverre Marguria aansprakelijk is voor zijn eigen handelen of nalaten of in hoeverre Marguria aansprakelijk is voor de handelingen van het leger.

 

 

b. Kan de Ambassadeur van Bulenia zich beroepen op immuniteit? Zo ja, op welke immuniteit, zo nee waarom niet? Motiveer uw antwoord.

 

Voor diplomaten kunnen twee verschillende soorten immuniteiten gelden: immuniteit ratione personae en immuniteit ratione materiae. De eerste vorm is een absolute immuniteit die zowel geldt voor privé handelingen als voor handelingen in functie. De tweede vorm is een functionele immuniteit die alleen geldt voor handelingen in functie. Een Ambassadeur geniet immuniteit ratione personae. Hierbij moet verwezen worden naar ofwel het Weens Verdrag inzake diplomatieke betrekkingen, de Arrest Warrant zaak of de Pinochet zaak (5 punten, zonder verwijzing: 4 punten).

Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 148, 158

Een organiseren van een bomaanslag zal naar alle waarschijnlijkheid niet vallen binnen de functie van een Ambassadeur en kan zo’n activiteit (eventueel) gezien worden als een schending van jus cogens, maar zoals zowel in de Pinochet zaak als in de Arrest Warrant zaak is aangetoond dit neemt de immuniteit niet weg als dit een immuniteit ratione personae is. De Ambassadeur kan zich dus met succes beroepen op immuniteit ratione personae. (5 punten).

Vindplaats: Nollkaemper randnummer 149

Afhankelijk van de formulering zijn in sommige gevallen nog punten toegekend wanneer studenten wel goed uitlegden wat het verschil is tussen immuniteit ratione materiae en immuniteit ratione personae maar deze immuniteiten verkeerd toepasten.

De vraag was NIET onder welke omstandigheden de Ambassadeur wèl vervolgd zou kunnen worden.

 

 

Oefententamen 2009

 

Opgave 1 (10 punten)

Gewoonterecht bestaat uit twee elementen. Welke elementen zijn dit? (6 Punten) Geef van ieder element één concreet voorbeeld (4 Punten).

 

  • Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof (IGH) geeft een lijst met bronnen van het internationale recht.
  • Gewoonterecht is een van de formele rechtsbronnen (artikel 38 1(b))

 

Elementen gewoonterecht:

 

1. Praktijk = objectief element (Nollkaemper randnummer 231)

            a. gedurende een zekere periode (North Sea Continental Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 235)

            b. op een bepaalde wijze gedragen (Nollkaemper randnummer 234)

            c. uniform (representatief) & omvangrijk (Nicaragua 186; Cont. Shelf, par. 74, Nollkaemper randnummer 233,234)

 

= 1 Punt voor het element, 1 Punt voor sub-elementen, 1 Punt voor jurisprudentie

 

Voorbeeld:                   handelingen van alle staatsorganen (regering, wetgever of rechter, Nollkaemper randnummer 225, 232), verdragenpraktijk (sluiten van mensenrechtverdragen)

 

                                    = 1 voorbeeld = 2 Punten (geen extra punten voor het noemen van meerdere voorbeelden)

 

2. Opinio Juris = Rechtsovertuiging = subjectief element (Nollkaemper randnummer 231, 236)

 

Overtuiging:                 Staten zijn van oordeel dat bepaalde praktijk door internationaal recht wordt vereist dan wel is toegestaan. Zij volgen deze praktijk niet uitsluitend omdat deze politiek wenselijk is, maar handelen ter uitvoering van een juridische verplichting. (Nollkaemper, randnummer 236, North Sea Continental Shelf, para. 78, Nicaragua)

 

= 2 Punten voor het element, 1 Punt voor jurisprudentie

 

Voorbeeld:                   uitdrukkelijke verklaringen van Staten en regeringsvertegenwoordigers, protest (humanitaire interventie in Kosovo), beroep op uitzonderingenbesluiten van internationale organisaties (Nollkaemper randnummer 237)

 

                                    = Noemen van 1 voorbeeld = 2 Punten (geen extra punten voor het noemen van meerdere voorbeelden)

Opgave 2 (15 punten)

 

a. Mag Apollonia de daders zelf arresteren op het grondgebied van Mercuria? Waarom wel/niet?

Het gaat hier om handhavende jurisdictie (bevoegdheid om regels te handhaven). Hiervoor geldt dat een Staat deze in beginsel uitsluitend op eigen grondgebied mag uitoefenen (territorialiteitsbeginsel). Dit heeft het Permanente Hof van Internationale Justitie bepaald in de Lotus-zaak (“a State may not exercise its power in any form in the territory of another State”). Een Staat mag alleen verdachten arresteren op het grondgebied van een andere Staat als deze daarvoor toestemming heeft gegeven of indien de bevoegdheid voortvloeit uit een verdrag waarbij beide Staten zijn aangesloten. De casus geeft geen informatie over het bestaan van een verdrag. Derhalve, als Apollonia de daders wil arresteren, zal het daarvoor toestemming moeten vragen aan Mercuria. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat Mercuria toestemming zal geven, aangezien het de daders zelf wil berechten. (Nollkaemper randnummer 130, 132)

 

Punten: 10

 

Territorialiteitsbeginsel met toelichting: 5 punten (of: verwijzing naar uitgangspunt soevereiniteit van staten met uitleg: 3 punten); noemen uitzonderingen op het territorialiteitsbeginsel: 4 punten; noemen Lotus-zaak: 1 punt.

 

b. Op grond van welk beginsel mag Mercuria de daders zelf berechten?

Het gaat hier om rechtsprekende jurisdictie (bevoegdheid om rechtsregels toe te passen). Mercuria mag de daders die de Mercuriaanse nationaliteit bezitten, berechten op grond van het actieve nationaliteitsbeginsel. De overige daders kan Mercuria in beginsel niet berechten.(Nollkaemper randnummer 123)

Punten: 5

 

Noemen actieve nationaliteitsbeginsel: 2 punten; motivering: 2 punten; onderscheid daders: 1 punt.

 

Alternatieve antwoorden die deels goed zijn gerekend:

  • Universaliteitsbeginsel met de redenatie dat het om een ernstig internationaal misdrijf gaat/schending ius cogens-norm: 3 punten
  • Passief nationaliteitsbeginsel als de slachtoffers Mercuriaans zijn: 2 punten

 

Opgave 3 (15 punten)

 

Beschrijf het collectieve veiligheidssysteem van de Verenigde Naties, zoals dat is neergelegd in het VN Handvest.

401-414

  • Het eerste centrale element van het collectieve veiligheidssysteem van de VN is het verbod van de dreiging of het gebruik van geweld (1 punt) zoals neergelegd in art. 2 lid 4 van het VN-Handvest (1 punt). (NK rn 401)
  • Een uitzondering op het geweldsverbod is het gebruik van geweld ter zelfverdediging (1 punt) zoals neergelegd in Artikel 51 (1 punt).  (NK rn 405)
  • Het tweede element is de verplichting voor staten om hun geschillen op vreedzame wijze op te lossen (1 punt). Deze verplichting is neergelegd in art. 2 lid 3 en Artikel 33 van het VN-Handvest (1 punt voor noemen van een van deze artikelen). (NK rn 405)
  • Het derde element is de centralisering van de handhaving (enforcement) van de internationale vrede en veiligheid. Dit is het doel van de Verenigde Naties, in het bijzonder de VN Veiligheidsraad (evt. verwijzing naar Artikel 1(1) en/of Artikel 24/25). (1 punt). (NK rn 406)
  • Voordat de VR (militaire) dwangmaatregelen  kan nemen dient hij echter twee stappen te nemen. Eerst dient de VR vast te stellen dat een bepaalde situatie kan worden aangemerkt als een bedreiging van de vrede, inbreuk op de vrede of een daad van agressie (1 punt), zoals neergelegd in Artikel 39 (1 punt).  (NK rn 407, 409)
  • Vervolgens dient hij te beslissen welke maatregelen hij zal nemen. Dat kunnen niet-militaire dwangmaatregelen zijn, zoals b.v. het instellen van een economische boycot of een wapenembargo (1 punt), zoals neergelegd in Art. 41 (1 punt). (NK rn 410)
  • Het kunnen ook militaire dwangmaatregelen zijn (1 punt), zoals neergelegd in Art. 42 (1 punt). (NK rn 413)
  • Aangezien de VR niet zelf over kan gaan tot het gebruik van geweld, kan de VR hooguit lidstaten en/of internationale organisaties (zoals de NAVO) het recht geven (of ‘autoriseren’ of ‘machtigen’) om geweld te gebruiken (2 punten). (NK rn 414)

 

NB1. Voor goed verhaal over humanitaire interventie: max. 2 punten.

NB2. Het noemen van Artikel 42 met daarbij de opmerking dat de VN Veiligheidsraad geweld mag gebruiken is 2 punten. De overige 2 punten worden verdiend door uit te leggen hoe dit in de praktijk werkt (dus niet middels het ‘VN-leger’ van Artikel 43 VN Hv. (dat levert 0 punten op), maar juist door Staten die bereid zijn namens de Veiligheidsraad, op basis van een mandaat van die Raad, militair geweld te gebruiken.

NB3. Een algemeen verhaal over de hoofdorganen van de Verenigde Naties etc. levert geen punten op.

 

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
2140