Begrippenlijst Beschrijvende Statistiek

Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.

Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om meer kennis te vergaren

Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om oplossingen te vinden voor problemen in de praktijk

Gedragswetenschappen

Onderzoeken het gedrag van individuen

Maatschappijwetenschappen

Onderzoeken groepen mensen

Sociale wetenschappen

Onderzoeken het samenleven van mensen

Methodeleer

De studie van de verschillende methoden waarop je onderzoek uit kan voeren binnen de sociale wetenschap

Methodologie

Doet wetenschappelijke uitspraken over methoden

Methoden

Manieren waarop je iets, bijvoorbeeld onderzoek, kunt doen

Technieken

Een simpele methode voor een kleine handeling

Alledaagse kennis

Kennis die je opdoet in het dagelijks leven (bijv. fruit eten is gezond)

Systematische kennis

Kennis die je opdoet door iets te onderzoeken

Literatuuronderzoek

Het bestuderen van teksten omtrent het onderwerp van jouw onderzoek dat je doet ter voorbereiding van het echte onderzoek

Vooronderzoek

Een kleine versie van je onderzoek die je uitvoert om eventuele fouten in de methode of technieken van te voren op te sporen

Onderzoeksplan

Plan waarin je de probleemstelling en de onderzoeksopzet behandelt

Probleemstelling

Hierin behandel je waartoe het onderzoek dient en voor wie het onderzoek is bedoeld

Onderzoeksopzet

Hierin behandel je wat je precies wil weten, hoe het onderzoek uitgevoerd moet worden, wie er onderzocht moeten worden, waar het onderzoek gehouden zal worden en wanneer het onderzoek gehouden zal worden

Probleemschets

Korte weergave van de onderzoeksvraag

Probleem

In het dagelijks leven: een lastige situatie

In de wetenschap: een vraagstuk dat je kunt onderzoeken

Wetenschappelijk relevantie

Een onderzoek is wetenschappelijk relevant als het iets toevoegt aan de kennis over een bepaald onderwerp

Maatschappelijke relevantie

Een onderzoek is maatschappelijk relevant als de uitkomsten kunnen helpen bij het

vinden van antwoorden op praktijkproblemen

Explorerend onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om je kennis over een onderwerp uit te breiden

Toetsen onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om te kijken of een vermoeden of een bewering klopt (bijv. is fruit eten wel echt gezond?)

Verklarende vraagstelling

Deze vraag stel je omdat je een verklaring zoekt voor een verschijnsel

Voorspellingsvraagstelling

Deze vraag stel je omdat je iets wilt kunnen voorspellen aan de hand van onderzoek

Causale vraagstelling

Deze vraag stel je omdat je de oorzaak ergens van wilt weten

Kwantitatief onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om grote hoeveelheden objectieve data te verzamelen en waarbij je gebruik maakt van vaste methoden

Kwalitatief onderzoek

Onderzoek waarbij je niet alleen objectieve data wil verzamelen, maar ook meer te weten wil komen over subjectieve gegevens, zoals emoties en waarbij je de methode eventueel kunt aanpassen

Primair onderzoek

Onderzoek waarbij je zelf op zoek gaat naar nieuwe gegevens

Secundair onderzoek

Onderzoek waarbij je gebruikmaakt van gegevens die al eerder, door anderen, zijn verzameld

Longitudinaal onderzoek

Onderzoek dat niet in één periode klaar is, maar dat je uitvoert verspreid over de tijd

Retroperspectief onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om informatie over het verleden te vergaren

Prospectief onderzoek

Onderzoek dat je uitvoert om informatie over de toekomst te vergaren

Ontologie

Studie die zich bezighoudt met het onderzoeken van sociale structuren

Epistemologie

Studie die zich bezighoudt met hoe je goed onderzoek moet uitvoeren en wat goede, betrouwbare kennis is

Paradigma

Heersende, algemene opvattingen omtrent een bepaald onderwerp

Empirisch-analytisch

Benadering die pleit voor een gestructureerde, kwantitatieve uitvoering van onderzoek, waarbij je kennis vergaart door middel van waarneming

Nomothetische kennis

Kennis waarin wetten naar voren komen

Wetenschap

Bij wetenschap draait het om de wil om meer kennis te vergaren en het doel om theorieën op te stellen

Interpretatieve benadering

Benadering die ervan uitgaat dat het bij onderzoek ook draait om het begrijpen van en om je in te leven in de dingen

Kritisch-emancipatoire benadering

Benadering die ervan uitgaat dat onderzoek ook tot actie moet leiden om zo de maatschappij te verbeteren

Intersubjectiviteit

Dat er overeenstemming is binnen de wetenschap omtrent een bepaalde kwestie

Idiografische kennis

Kennis die over unieke eigenschappen gaat

Holistische benadering

Benadering die zegt dat je dingen in het grote geheel moet bekijken

Inductie

Dat je een concrete, uitspraak formuleert die in het algemeen geldt, aan de hand van kennis die je hebt opgedaan uit één ding/situatie. [Situatie ⇒ Theorie]

Deducutie

Dat je een uitspraak formuleert die specifiek op een situatie van toepassing is, gebaseerd op kennis over die over het algemeen van toepassing is. [Theorie ⇒ Situatie]

Empirische cyclus

Een circuit van stappen die je moet doorlopen voor het uitvoeren van goed fundamenteel wetenschappelijk onderzoek

Regulatieve cyclus

Een circuit van stappen die je moet doorlopen voor het uitvoeren van goed praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek

Theorie

Uitspraak om een verschijnsel te verklaren en te beschrijven

Syllogisme

Een redering waarbij het ene logischerwijze volgt uit het andere

Deterministisch

Bij een deterministische uitspraak volgt het ene logisch uit het andere en dat gevolg is altijd absoluut en honderd procent afhankelijk van de oorzaak

Probalistisch

Bij een probalistische uitspraak volgt het ene logisch uit het andere, maar dat gaat niet in alle situaties voor honderd procent op

Constante

Eigenschap of gegeven dat maar één waarde aan kan nemen

Inductieprobleem

Het probleem dat je niet zomaar uit een algemeen geldende situatie met honderd procent zekerheid kan zeggen dat dat ook het geval zal zijn in deze specifieke situatie (er kunnen altijd andere factoren een rol spelen)

Doelpopulatie

De groep mensen waarop jouw onderzoek betrekking heeft

Construct

Begrippen waarvan de betekenis niet meteen helemaal duidelijk is

Operationele populatie

De groep mensen die meedoen aan jouw onderzoek

Validiteit

Je onderzoek is valide als je met je onderzoek inderdaad gemeten hebt wat je wilde meten

Betrouwbaar

Je onderzoek is betrouwbaar als je ervan op aan kunt dat de resultaten nauwelijks toevallige foutjes bevat (zoals verkeerd ingevulde leeftijden)

Sociaal wenselijke antwoorden

Antwoorden die mensen geven, omdat ze denken dat dat het antwoord is dat de ander graag wil horen

Operationalisering

Als je iets operationaliseert, geef je aan hoe je iets meetbaar maakt

Parallelle operationalisering

De vragen uit een vragenlijst zijn verschillende formuleringen van dezelfde vraag

Items

Losse vragen uit een vragenlijst

Getrapte steekproef

Binnen je steekproef houd je nog een steekproef

Populatievaliditeit

De populatievaliditeit is hoog als de resultaten van jouw onderzoek opgaan voor de hele doelpopulatie

Ecologische validiteit

De ecologische validiteit is hoog als de resultaten van jouw onderzoek ook opgaan in andere situaties (bijv. andere landen) dan de situatie was tijdens het onderzoek

Reactiviteit

Het gegeven dat mensen hun gedrag soms aanpassen wanneer ze zich ervan bewust zijn dat ze meedoen aan een onderzoek

Afhankelijke variabele

De variabele die beïnvloedt wordt

Onafhankelijke variabele

De variabele die iets anders (bijv. de afhankelijke variabele) beïnvloedt

Laboratoriumexperiment

Een experiment dat je uitvoert in een onderzoeksruimte

Veldexperiment

Experiment dat je uitvoert buiten de onderzoeksruimte (bijv. bij een schoolklas)

Statistisch verband

Een samenhang tussen twee variabelen, waarbij het niet duidelijk is of het ene het andere veroorzaakt

Deterministisch verband

Een samenhang tussen twee variabelen, waarbij het ene het andere veroorzaakt

Plafondeffect

De waarde van een variabele stijgt niet meer, omdat deze al haar maximale waarde heeft aangenomen

Vloereffect

De waarde van een variabele daalt niet meer, omdat deze al haar kleinste waarde heeft aangenomen

Verzadiging

Je hebt genoeg gegevens verzameld voor je onderzoek

Triangulatie

In je onderzoek betrek je methoden, theorieën of onderzoekers met verschillende visies en uitgangspunten

 

Intercodeurbetrouwbaarheid

De intercodeurbetrouwbaarheid is hoog als de gegevens die door verschillende codeurs verzameld zijn, overeenkomen

Intracodeurbetrouwbaarheid

De intracodeurbetrouwbaarheid is hoog als dezelfde codeur telkens opnieuw dezelfde gegevens verzameld

Significantie

Bij significante resultaten is de kans kleiner dan het significantieniveau (dat kan bijv. 5% zijn, 2%) dat de resultaten toevallig zijn

Significantieniveau

Het percentage dat de grens aangeeft of iets wel of niet significant is

Standaardisatie

Als je de manier van onderzoeken vastlegt en je onderzoek telkens op deze manier voert, dan heb je je onderzoek gestandaardiseerd

Onderdekking

Je hebt niet alle eenheden in je onderzoek meegenomen die wel nodig waren

Overdekking

Je hebt te veel onnodige eenheden in je onderzoek meegenomen

Non-respons

Een respondent heeft een of meerdere vragen niet beantwoord

Reader

Bundel met hoofdstukken en/of artikelen

Handboeken

Boeken die door uitgevers op de markt gebracht worden die bedoeld zijn voor scholen en andere opleidingsinstanties

 

 

Onderzoekseenheden

De onderwerpen waarover je in je onderzoek een uitspraak doet (bijv. mensen of dieren)

Variabelen

Eigenschappen die je kunt meten (bijv. leeftijd)

Numerieke waarde

Als je een variabele numerieke waarde geeft, dan geef je voor elke mogelijke vorm die de variabele aan kan nemen, een ander cijfer (bijv. Coca cola = 1, Fanta = 2, Sprite = 3)

Label

Het label geeft aan wat er met een bepaalde variabele gemeten wordt

Valuelabel

Het valuelabel geeft aan wat een bepaalde waarde bij een variabele betekent (bijv. 19 = 19 jaren oud)

Absolute waarde

Als iets een absolute waarde heeft, heeft het in waarde dat je in getallen kunt uitdrukken (bijv. het aantal kralen in deze pot is 2500)

Relatieve waarde

Als iets een relatieve waarde heeft, geeft die waarde een deel van het geheel aan, vaak in procenten (bijv. in 30% van deze pot zitten kralen)

Continue meetschaal

De uitkomsten kunnen alle mogelijke waarden aannemen

Discrete meetschaal

De uitkomsten kunnen alleen hele getallen als waarden aannemen

Univariate analyse

Je doet berekeningen omtrent één variabele

Bivariate analyse

Je doet berekeningen omtrent twee variabelen

Multivariate analyse

Je doet berekeningen omtrent meerdere variabelen

Modus

Geeft de waarde aan die het meeste voorkomt

Mediaan

Geeft de middelste waarneming aan in een rij waarbij de waarden van laag naar hoog lopen

Centrummaten

De modus, de mediaan en het gemiddelde noemen we centrummaten

Kwartiel

In een rij van waarnemingen (van laag naar hoog) is een kwartiel daar een kwart van. In zo’n rij vind je dus vier kwartielen

Interkwartielafstand

Verschil tussen het eerste en het derde kwartiel

Associatiematen

Associatiematen bereken je om te bekijken of er een verband is tussen twee variabelen en om meer te weten te komen over hoe dat verband precies in elkaar zit

Asymmetrische relatie

Als er een asymmetrische relatie tussen variabelen is, is er één onafhankelijk variabele en één afhankelijke

Symmetrische relatie

Als er een symmetrische relatie tussen variabelen zit, is het niet zo dat er een afhankelijke variabele is die wordt beïnvloed door een onafhankelijke variabele

Nominaal meetniveau

Hoort bij variabelen die je van elkaar kunt onderscheiden (bijv. appels, peren en kersen)

Ordinaal meetniveau

Hoort bij variabelen die je van elkaar kunt onderscheiden en waarbij je een rangordening kunt aanbrengen (bijv. videoband, dvd, blueray)

Interval meetniveau

Hoort bij variabelen die je van elkaar kunt onderscheiden en waarbij je een rangeordening met een vaste meeteenheid aan kunt brengen (bijv. 0-10 cm, 11-15 cm, 16-20 cm)

Ratio meetniveau

Hoort bij variabelen die je van elkaar kunt onderscheiden, waarbij je een rangordening kunt aanbrengen met een vaste meeteenheid en waarbij een absoluut nulpunt is (bijv. 0 cm, 1 cm, 2 cm,3 cm enz.)

Voorspellingsfout

Als de voorspellingsfout groot is, betekent dat dat je slecht iets kunt voorspellen

Enkelvoudige regressie

Er is één onafhankelijke variabele waarover je een regressie-analyse doet en één afhankelijke

Meervoudige regressie

Er zijn meerdere afhankelijke variabelen waarover je een regressie-analyse doet

Spurieuze samenhang

Het verband dat je vond is een schijnverband, er is een derde variabele in het spel die de afhankelijke variabele beïnvloedt

Gespecificeerde samenhang

Een derde variabele beïnvloedt het verband dat je hebt gevonden

Versluierd verband

Er is wel degelijk een verband, maar door een derde variabele die een omgekeerd verband veroorzaakt, is dit niet te zien

Antecedente variabele

Er is een derde variabele die het verband of (een van de) variabelen van te voren heeft beïnvloed

Interveniërende variabele

De onafhankelijke variabele A heeft geen directe invloed op afhankelijke variabele B, maar op variabele C die op zijn beurt variabele B beïnvloedt

Overeenstemmingspercentage

Het overeenstemmingspercentage geeft aan hoeveel van de coderingen door twee codeurs hetzelfde zijn uitgevoerd

Latente variabelen

Variabelen die je niet met één vraag kunt meten (bijv. vriendschap)

Manifeste variabelen

Variabelen die je duidelijk met één vraag kunt meten (bijv. geslacht)

Datareductie

Letterlijk: het terugbrengen van data, oftewel je gaat kijken of je met allerlei verschillende data één overkoepelende term hebt gemeten

Constructvaliditeit

Als de constructvaliditeit van een latente variabele hoog is, betekent dat dat alle kleine, manifeste variabelen inderdaad samen de latente variabele meten

Cramers V

Associatiemaat die hoort bij nominale variabelen en die geen rekening met symmetrie houdt

Phi

Associatiemaat die hoort bij nominale variabelen, die geen rekening houdt met symmetrie en die je alleen bij 2x2 tabellen gebruikt

Kruskal en Goodman’s tau

Associatiemaat die hoort bij nominale variabelen en de rekening houdt met symmetrie

Lambda

Associatiemaat die hoort bij nominale variabelen en die rekening houdt met symmetrie

Gamma

Associatiemaat die hoort bij ordinale variabelen en die geen rekening houdt met symmetrie

Concordante paren

Concordante paren zijn twee onderzoekseenheden waarvan de een op beide variabelen hoger scoort dan de andere onderzoekseenheid

Discordante paren

Discordante paren zijn twee onderzoekseenheden waarvan de een op een variabele hoger en op de ander lager scoort dan de andere onderzoekseenheid

Kendalls tau-b

Associatiemaat die hoort bij ordinale variabelen, die geen rekening houdt met symmetrie en die het beste gebruikt kan worden bij vierkante tabellen

Spearman’s rho

Associatiemaat die je kunt gebruiken voor variabelen met een ordinaal, interval of rationiveau hebben en die geen rekening houdt met symmetrie

Somer’s d

Associatiemaat die hoort bij ordinale variabelen en die rekening houdt met symmetrie

Geknoopte paren

Geknoopte paren zijn twee onderzoekseenheden die op één van de twee variabelen dezelfde waarde hebben

Correlatiecoëfficiënt r

Associatiemaat die hoort bij ratio of interval variabelen en die geen rekening houdt met symmetrie

Bèta

Associatiemaat die hoort bij ratio of interval variabelen en die rekening houdt met symmetrie

Associatiemaat die hoort bij ratio of interval variabelen en die rekening houdt met symmetrie

Eta

Associatiemaat die hoort bij variabelen, waarbij de onafhankelijke variabele een nominaal meetniveau heeft, de afhankelijke variabele een interval of ratio meetniveau en die rekening houdt met symmetrie

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Activities abroad, study fields and working areas:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
7012