Informatiemanagement BDK - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Aantekeningen hoorcolleges

Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Informatiemanagement BDK in 2015-2016.

Hoorcollege 6 was een gastcollege, er zijn geen aantekeningen van dit college.

College 1

Onderwerpen

  • Vakgebied informatiemanagement
  • Het vak informatiemanagement BDK
  • Informatiesystemen
  • Informatiesysteemsucces

Het vakgebied informatiemanagement

Amazon wilde vanaf 2015 pakketjes per drone gaan afleveren bij de klant (APA). Dit was een hoax (grap) om de kerstinkopen te stimuleren, want:

  • Drones zijn verboden volgens de Federal Aviation Administration
  • Drones vormen een gevaar voor mens en omgeving
  • Drones zijn onderhevig aan diefstal en vandalisme
  • Drones kunnen de meeste stedelijke gebieden niet bereiken

Wat betreft het vakgebied informatiemanagement had Jeff Bezos (CEO van AMAZON) enkele vragen gehad wanneer dit niet een hoax was geweest:

  • Welke invloed heeft APA op de organisatiestrategie?
    • Kunnen we met APA extra waarde toevoegen aan onze producten?
    • Kunnen we met APA de distribtiekosten drukken?
  • Welke invloed heeft APA op de organisatiestructuur en –processen?
    • Moeten we een aparte afdeling oprichten om de drones te onderhouden?
    • Moeten we het voorraadplanningsproces anders inrichten door het gebruik van APA?
  • Welke ethische en juridische kwesties brengt APA met zich mee?
    • Hoe voorkomen we dat de drones schade aan mens en omgeving aanrichten?
    • Hoe krijgen we formeel toestemming om de drones te gaan gebruiken?
  • Welke beveiligingsmaatregelen vergt APA en in het bijzonder de drones?
    • Hoe voorkomen we dat de drones gehackt worden?
    • Hoe voorkomen we dat de drones uit de lucht worden geschoten?
  • Hoe acquireren we APA?
    • Moeten we APA en de drones zelf ontwikkelen?
    • Zo ja, welke ontwikkelmethode moeten we volgen?
  • Hoe kunnen we het succes van APA vaststellen en beïnvloeden?
    • Wanneer is APA succesvol?
    • Waardoor wordt het succes van APA beïnvloed?

Het vak informatiemanagement BDK

De leerdoelen van het vak sluiten aan bij voorgaande vragen van Jeff Bezos.

Informatiesystemen

Data, informatie en kennis:

  • Data heeft geen context (bijvoorbeeld Jansen, 10.000)
  • Informatie heeft een verkoopcontext (bijvoorbeeld klant Jansen met een order van €10.000)
  • Kennis (bijvoorbeeld: deze klant heeft kredietlimiet overschreden en mag geen orders meer plaatsen)

Componenten van informatiesystemen:

  • Mensen (belangrijkst: voeren informatie in en verwerken informatie)
  • Software
  • Hardware (toetsenbord, beeldscherm)
  • Database
  • Network

Belangrijk: slide 14.

De IT components worden ook wel het IT-platform genoemd. IT Components, IT Personnel en IT Services samen worden ook wel de IT Infrastructure genoemd. Hierboven vallen de Accounting IS, Finance IS, Production/Operations Management IS, Marketing IS en Human Resources IS.

Voor de verschillende typen informatiesystemen: zie slide 15.

Impact van informatiesystemen op mensen en organisaties:

  • Banen en functies kunnen verdwijnen
  • Functies zoals boekhouder veranderen
  • Functies als business analyst ontstaan
  • Werk van manager verandert en er is minder sprake van middenmanagement
  • Gezondheid en veiligheid worden soms aangetast (veel achter de computer zitten is slecht voor de gezondheid)

Impact van informatiesystemen op de maatschappij:

  • Levenskwaliteit wordt positief en negatief beïnvloed
  • Een robotrevolutie lijkt nabij
  • Slide 19

Informatiesysteemsucces

D&M IS Success Model

Dit model bestaat uit samenhangende variabelen voor het meten van IS-succes. Dit zijn samenhangende variabelen. Voor het model: zie slide 21.

Validatie van D&M IS Success Model: zie slide 22.

Updated D&M IS Success Model: kwaliteit van service is ook een belangrijk onderdeel geworden. Voor het model: zie slide 23.

Voor begrippen en maten van de IS-successvariabelen: zie slide 24.

Door succesfactoren wordt technologie verbeterd. Hiervoor worden variabelen onderzocht.

Voor voorbeelden van succesfactoren: zie slide 26 en 27. 

College 2

Onderwerpen:

  • Strategie en informatiesystemen
  • Telecommunicatie en netwerken

Strategie en informatiesystemen

Omgevingskrachten en IT-gebaseerde reacties

Er zijn verschillende krachten die invloed hebben op informatiesystemen. Deze kunnen wij onderscheiden in Sociaal/politiek/legaal, technologisch en economisch. Hier onder worden hier voorbeelden van genoemd. Voor het model: zie slide 6.

Societal/political/legal

  • Terrorist attacks and homeland security
  • Ethical issues
  • Compliance with government regulations and deregulations (erg belangrijk, bijvoorbeeld bij boekhouding)
  • Social responsibility

Technology

  • Information overload
  • Technological innovations and obsolescence

Economic (market)

  • Global economy and strong competition
  • Need for real-time operations
  • Changing workforce
  • Powerful customers

Mogelijke reacties vanuit de IT:

  • Electonic commerce
  • Strategic systems
  • Customer focus and service (CRM), self-service
  • Continuous improvement efforts (just-in-time, Total quality management), KM, ERP
  • Business process restructuring and management (BPM)
  • Intelligent data management
  • On-demand madt-to-order massa customization
  • Better data management
  • Business alliances

Een voorbeeld van een informatiesysteem zijn de KIVA robots (zie slide 7). Deze robots picken orders in sommige Amazon-magazijnen. Voordelen hiervan zijn:

  • Orders kunnen direct na binnenkomst op transport
  • Het verzamelen van orders gaat sneller
  • Er worden nauwelijks fouten gemaakt
  • Er zit weinig tijd tussen het uit voorraad nemen van artikelen en picken
  • Er wordt veel bespaard op energiekosten (geen airco nodig)
  • Er is (de helft) minder opslagruimte nodig (smalle gangen)

De vraag is of dit systeem ook een strategisch voordeel geeft. We kunnen dit bekijken aan de hand van het 5 krachten model van Porter. Door middel van informatiesystemen kunnen bedrijven deze krachten proberen af te zwakken. Deze krachten zijn als volgt:

  • Macht van klanten
  • Macht van toeleveranciers
  • Bedreiging van nieuwe bedrijven op de markt
  • Bedreiging van vervangende producten of diensten
  • Huidige concurrenten

Je kunt deze krachten afzwakken, maar je moet hier dan beter in zijn dan de concurrent.

Het gebruik van KIVA-robots leidt vooral tot:

  1. Afzwakking van kracht van nieuwe toetreders omdat zij dan ook deze robots moeten aanschaffen (toetredingsbarrière)
  2. Afzwakking van onderhandelingskracht van klanten omdat ze snelle en foutloze levering waarderen (differentiatie)
  3. Afzwakking van kracht van huidige concurrenten omdat arbeids-, vastgoed- en energiekosten worden verlaagd, en dit misschien meer is dan bij de concurrentie

Waardeketenmodel van Porter (zie slide 11): De essentie van dit model is dat een organisatie er van leeft dat het bedrijf waarde toevoegd. Centrale vragen zijn:

  • In welke activiteiten kunnen de kosten verlaagd worden met een (strategisch) informatiesysteem?
  • Waar kan de meeste waarde toegevoegd worden met een (strategisch) informatiesysteem? (en meer dan bij de concurrent)

Het gebruik van KIVA robots leidt vooral tot:

  • Verlagen kosten bij outbound logistics (want arbeids-, vastgoed- en energiekosten worden verminderd
  • Toevoegen van waarde bij marketing and sales (omdat de producten sneller en foutlozer geleverd worden
  • En dit allebei meer dan bij de concurrentie!

5 concurrentiestrategieën Porter:

  • Kostenleider (concurreren op basis van een lage prijs)
  • Differentiëren (speciale eigenschappen aan het product toevoegen)
  • Innovatie (nieuwe dingen op de markt brengen, bijvoorbeeld Apple)
  • Operationeel effectief (goede afstemming, hoge klanttevredenheid, efficiënt)
  • Klant georiënteerd (klanten bieden wat ze willen, klanttevredenheid)

Belangrijk is dat IT bij de keuze voor een concurrentiestrategie past.

Business-Information technology Alignment: evenwicht tussen de strategie en IT. Een slechte overeenstemming wordt een misalignment genoemd. Voor een voorbeeld van JetBlue zie slide.

Telecommunicatie en netwerken

LAN = local area network

WAN = white area network

Verschillende soorten:

  • FInance LAN
  • Human Resource LAN
  • Manufacturing LAN
  • Marketing LAN
  • Accounting LAN
  • Mainframe

Hiertussen staat de Corporate Backbone WAN (zie slide 16).

Je hebt een analoog signaal tussen twee bronnen, maar ook een digitaal signaal tussen twee computers. Een digitaal signaal werkt met 1 en 0, en wordt door een modum omgezet. Een modum zet digitale signalen om in analoge (modulatie), maar ook analoge signalen om in digitale (demodulatie).

Je hebt verschillende soorten media voor computer netwerken. De drie bekendste zijn:

  • Twisted-pair wire (kabel met koperdraadjes

Voordelen: goedkoop, veel beschikbaar, gemakkelijk om mee te werken

Nadelen: langzaam, makkelijk storingen, lage veiligheid (tapbaar)

  • Coaxial cable

Voordelen: dikker, minder gevoelig voor elektromagnetische interference

Nadelen: relatief duur en onflexibel, laag tot gemiddelde veiligheid, lastig om mee te werken

Fiber-optic cable (glasvezel)

Voordelen: hoge bandbreedte, relatief goedkoop, goede veiligheid

Nadelen: lastig om mee te werken

Internet, intranet en extranet

Internet is een globaal WAN, en intranets binnen organisaties en extranets tussen organisaties gebruiken internettechnologie. ‘WWW’ is één systeem dat draait van internet, dus niet het gehele internet. Internetprotecol: regels en procedures die zijn afgesproken voor communicatie op internet. Voorbeeld: E-mail (zie slide 20).

Netwerkapplicaties:

  • Discovery (zoekmachines)
  • Communication (e-mail)
  • Collaboration (workflow, virutal teams)
  • E-learning and distance learning
  • Virtual Universities
  • Telecommuting

New technology stack van organisaties: bijna elke product wordt tegenwoordig met het internet verbonden (zie slide 23).

Een voorbeeld hiervan is Babolat, een tennisracket dat met internet verbonden is. Dit leidt tot differentiatie, maar ook tot hoge vaste kosten en variabele kosten.

Dingen versus informatie

Dingen

Informatie

Kunnen opraken

Raken nooit op, kunnen verouderd of onwaar raken

Worden gerepliceert op kosten van de fabrikant

Worden bijna gratis gerepliceerd, zonder grenzen

Bestaan in een tastbare locatie

Bestaan niet fysiek

Veranderen van eigenaar bij verkoop

Verkoper kan nog steeds eigenaar zijn bij verkoop, en het nog een keer doorverkopen (kopiëren)

Prijs gebaseerd op productiekosten

Prijs gebaseerd op waarde voor de klant

College 3

Onderwerpen:

  • Data management
  • Business intelligence
  • Business visualisation

Data management

Data management is een lastige opgave voor organisaties om verschillende redenen, en data governance (processen en maatregelen om data te beheren) is dan ook noodzakelijk.

DMBSs: minimaliseren dataredundantie, - inconsistentie en – isolatie en maximaliseren databeveiliging, - integriteit en onafhankelijkheid.

Applicaties: registrars office, accounting department of athletics department. Maakt gebruik van database managementsysteem.

Dmbs is de extra laag tussen de database en applicaties.

Voordelen :

  • Voorkomen van dataredundantie (= data die vaker opgeslagen wordt). Er wordt bijvoorbeeld een keer een adres ingevoerd, en alle applicaties halen deze informatie uit de database
  • Voorkomen van isolatie, gegevens zijn toegankelijk voor alle applicaties
  • Door de gegevens op 1 plek te bewaren zijn ze beter te beveiligen, dit biedt middelen om de integriteit van de database te verzekeren (bijvoorbeeld door middel van regels).

Zie slide 5 voor figuur over applicaties, dbms en database.

Zie slide 6 voor hiërarchie van data:

Dit bestaat uit velden (bijvoorbeeld studentnaam), en alles wordt in bits en bites opgeslagen in een computer.

De meest gebruikte vorm is de relationele database (relatie = verzamelingen, technische term).

Deze database bestaat uit een verzameling tussen tweedimensionale tabellen, rijen en kolommen. Alle gegevens worden hier in tabellen opgeslagen (zie slide 7).

Een instantie is een voorbeeld van 1 rij hieruit. Een voorbeeld van entiteit is studenten in het algemeen.

In een rij staat een primaire sleutel. Deze kan niet leeg zijn en is uniek. Een kolom wordt ook wel een attribuut genoemd. In een cel staat altijd elementaire gegevens, welke niet opgedeeld kunnen worden zonder dat gegevens verloren gaan.

Het verband tussen de tabellen is dat ze aan elkaar ‘gelijmd’ worden door middel van vreemde sleutels. Het zit niet allemaal in 1 tabel, omdat dezelfde gegevens dan twee keer opgeslagen worden (= redundantie). Redundantie kan leiden tot inconsistentie, daarom wordt de database opgeslagen in verschillende tabellen waarin elk gegeven één keer wordt opgeslagen.

In een ERP systeem zitten tienduizenden tabellen.

Big data: organisaties maken gebruik van alle data die (onbewust) wordt opgeslagen. Dit wordt gekenmerkt door veel volume, velocity en variety. Dit is dus een informatiestroom die veel volume heeft, groot is en heel snel gaat. Elke klik wordt geregistreerd.

In organisatiesystemen waar bedrijfsacties geregistreerd worden (bijvoorbeeld financiële acties, transacties zijn er bijvoorbeeld POS (kassassysteem), ERP (financiën), legacy (verouderde systemen die niet te missen zijn), OLTP en external web documents systemen. Deze gegevens worden samen met big data gebruikt voor het maken van beslissingen.

De systemen moeten zo min mogelijk verstoord worden wanneer managers er gegevens uit gebruiken. Tegenwoordig maken daarom bijna alle organisaties gebruik van een data warehouse (= database waar alle gegevens worden ingepompt, deze kun je gebruiken om beslissingen te ondersteunen). Het proces van data naar het data warehouse bestaat uit ETL: Extraction, transformation (informatie wordt opgeschoond) en load (gegevens in de database krijgen).

Voor het model zie slide 10.

Eigenschappen van een data warehouse zijn:

  • Geïntegreerd
  • Time variant (houdt geschiedenis vast)
  • Nonvolatile (geen wijzigingen aanbrengen)
  • Multidimensionaal

Relationele databases zijn gericht op het verwerken van organisatietransacties en multidimensionale databases zijn gericht op het presenteren van organisatiefeiten per dimensie.

Er zijn ook managers die geen gebruikmaken van databeses die verbonden zijn aan ERP en POS, maar die worden overgepompt naar het datawarehouse met een andere speciale structuur. Dit kan ook nog in stukjes beschikbaar gesteld worden (data marts). Vervolgens hebben managers een rij aan applicaties waarmee beslissingen ondersteund kunnen worden.

Besluitvormingsfasen Simon (slide 12):

  1. Probleem definitie
  2. Designfase (wat zijn de opties, en wat zijn de alternatieve oplossingen)
  3. Keuze voor 1 van de alternatieven + beslissen hoe dit geïmplementeerd wordt

Verschillende soorten beslissingen:

  • Gestructureerd (procedure ligt vast)
  • Semigestructureerd (procedure ligt vast, maar niet geheel)
  • Ongestructureerd (geen vaste procedure)

Voor voorbeelden: zie slide 14.

Er zijn twee soorten systemen die beslissingen ondersteunen: OLAP/ROLAP en Data Mining. Dit gaat over data analyse.

Elke organisatie heeft een concurrentiestrategie. Hieruit leidt je doelen af. Prestatie indicatoren zijn bijvoorbeeld omloopsnelheid en voorraad.

Een hulpmiddel hiervoor is een managements dashbord.

Definitie: “A visual display (VD) of the most important information needed to achieve one or more objectives that has been consolidated on a single computer screen so it can be monitored and understood at a glance

Belangrijk is dat het op één scherm moet passen.

  • Probleem 1: inattentional (en change) blindness. Als je gericht bent op één taak, zie je de andere dingen niet eens.
  • Probleem 2: alleen detail in fovea + blinde vlek + saccades. Je ziet alleen het deel waar je je op concentreert, de rest is een blinde vlek.
  • Probleem 3: in het visuele werkgeheugen kunnen slechts 3 chunks (waar je op let).

Business visualisatie:

  1. Wat springt in het oog? Mensen vallen dingen op die afwijken, omdat dit weinig cognitieve inspanning vergt.
  2. Wat hoort bij elkaar? Mensen zien ‘dingen’ in verband op basis van verbindende lijnen, contouren, nabijheid, dezelfde ondergrond en uitlijning. Het leggen van verbanden tussen ‘dingen’ dat deels is aangeboren en deels aangeleerd vergt in dergelijke gevallen weinig cognitieve inspanning.
  3. Het berekenen van kleur. Mensen ervaren kleuren afhankelijk van de context en door allerlei verschilsignalen te berekenen op basis van signalen die afkomstig zijn van de kegeltjes op het netvlies. Het berekenen van de verschilsignalen vergt cognitieve inspanning.
  4. Het berekenen van diepte. Mensen zien in twee dimensies en de derde dimensie wordt berekend op basis van cues, dit vergt cognitieve inspanning.

Oplossingen:

  • Zet informatie die in verband met elkaar moet worden gebracht op één scherm, want ons visuele geheugen is zeer beperkt.
  • Zet informatie in een context door gebruik te maken van normen (of historie), want actie moet worden ondernomen als afgeweken wordt van de norm in organisaties.
  • Zet de belangrijkste informatie op de in het oogspringendste plaats (linksboven) en bij elkaar horende informatie bij elkaar
  • Maak informatie die op moet vallen afwijkend in een of meerdere pop out channels
  • Gebruik adequate figuren om de informatie weer te geven, bijvoorbeeld lijngrafieken om verbanden uit te drukken, want mensen ontdekken hierin gemakkelijk patronen, en gebruik nooit cirkeldiagrammen
  • Varieer de figuren niet onnodig
  • Gebruik kleuren om te benadrukken, verbanden en verschillen aan te geven of betekenis over te brengen maar doe dit met mate, want kleuren kunnen elkaar verstoren, de betekenis van slechts enkele kleuren wordt onthouden, en kleurverwerking vergt cognitieve inspanning.
  • Gebruik 3D alleen voor informatie over ruimtelijke zaken, want het berekenen van diepte vergt veel cognitieve inspanning.

College 4

Onderwerpen

  • Ethiek en privacy
  • Informatiebeveiliging
  • Social computing

De wereld veranderd en (technologische) ontwikkeling is niet tegen te houden. De grootste winkel ter wereld is Itunes.

Philip Kotter, 4 p’s:

  • Product/prestatie/service
  • Prijs
  • Plaats (valt weg)
  • Promotie

Kleine veranderingen hier van kunnen grote betekenis hebben in de economie. Voorbeeld: kapper met ‘global niche’, Mike Dekker werkt vanuit het buitenland. Plaats maakt namelijk niet meer uit.

Ethiek en privacy

  • ‘Google weet wie jij bent’
  • ‘Google weet meer van jou, dan jij van jezelf’
  • ‘Google weet wat jij gaat doen’

Informatiebeveiliging

Met eenvoudige stappen kun je veiligheid tot oneindig verbeteren, maar je bent nooit veilig voor de Amerikaanse Geheime dienst. Threats zijn vrijwel altijd in een organisatie, want niemand kent het bedrijf beter dan mensen van binnenuit.

Belangrijk bij beveiliging:

  • Zorg voor (tested) layers of defence
  • Prefentief (voorkomen)
  • Detective (opmerken)
  • Corrective (aanpakken)

‘Non functional requirements require more work than functional requirements (reality)’

  • Zorg voor goede wachtwoorden

Authentication (wie is daar) en authorization (mag hij/zij dat doen)

  • Maak gebruik van netwerkbeveiligingen (firewalls, intrusion prevention systems, configuration options).
  • Gebreuk een pseudoniem
  • Installeer de meeste recente versies van:
    • Security programs
    • Operating systems
    • Application programs

Input  verwerking  opslag  rapportage

Input: een wachtwoord zonder beperkingen van aantal pogingen heeft weinig zin. Een wachtwoord heeft beperkte veiligheid. Oplossing daarvoro is dubbele identifier (met mobiele telefoon of een pasje).

Eisen voor een goed wachtwoord:

  • Langer dan 8 tekens
  • Meerdere wachtwoorden gebruiken
  • Sluit woordenboekwoorden en vaker voorkomende letters en symbolen uit

Detective controls:

  • Log analyse
  • Intrusion Detection
  • Security Testing

Behalve een virusscanner hebben particulieren weinig ‘detective controls’, behalve dat je op een gegeven moment een incident hebt.

Gevaren van transport:

  • Afluisteren

Afluisteren is altijd relatief eenvoudig, dus encryptie. Verbindingen zijn tegenwoordig kwalitatief goed, maar nooit 100% veilig.

  • Toevoegen/onttrekken van data

Voorbeeld Public-key-encryption: zie slide 36.

Voorbeelden van corrective controls:

  • Computer Incident Response Team
  • Chief Information Security Officer (CISO)

Independent responsibility for information security assigned to someone at an appropriate senior level

  • Patch Management
  • Back-up facilities, cold/warm sites

In deze tijd is er geen tolerantie voor computer fouten (ING, SONY). Mensen zijn dan gelijk ontevreden. De beste performance worden gedaan door Google en Apple.

Sabanes-Oxley (SOX):

  • Managements probleem, niet technologisch

SOX 302 states:

  • CEO and the CFO responsible to certify that the Financial statements fairly present the results of the company’s activities
  • The accuracy of an organization’s Financial statements depends upon the reliability of its information systems
  • Defense-in-depth and the time-based model of information security
    • Have multiple layers of control

Het management is altijd verantwoordelijk voor fouten, zelfs als ze onderin gemaakt zijn.

Ten slotte nog tips:

  • Je kunt je voordoen als iedereen op internet, twijfel dus ook aan berichten van goede identificatie
  • Zorg dat je adressering en afzender van een e-mail kunt lezen voordat je het bericht opent
  • Een mobiel netwerk is wel encrypt, maar toch onveilig (afluisterbaar)
  • Gebruik een thuisnetwerk alleen met WPA-beveiliging en sluit alle mogelijkheden om apparatuur toe te voegen af
  • Gebruik een virusscanner
  • Zorg voor een back-up!
  • Ga zorgvuldig om met privacy van jezelf en die van anderen

College 5

Onderwerpen:

  • E-business & -commerce (H9)

  • Mobile computing & commerce (H10)

  • IS in organisaties (H11)

E-business & - commerce

Heel lang geleden werden producten van verkoper aan koper verkocht. De betaling ging van de koper aan de verkoper. Nu wordt er veel meer elektronisch verkocht. Er is pas een overeenkomst wanneer de aankoop is bevestigd. Vaak is er sprake van 14 dagen bedenktijd. Belangrijk: wet datalekken klantgegevens.

Er wordt nu ook gebruik gemaakt van nieuwe partijen als intermediair. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Alibaba: garandeert retourrecht

  • VISA: verzekert aankopen

Er wordt gebruik gemaakt van accounts, zodat bijvoorbeeld de belastingdienst of het ziekenhuis weten met wie ze contract hebben.

Er zijn verschillende gevolgen van de e-business:

  • De asymmetrie van informatie tussen koper en verkoper neemt af, waardoor de prijs/kwaliteitsverhouding toeneemt.

  • Het nationale niveau is niet langer een natuurlijk niveau voor zakendoen. Er wordt meer internationaal zaken gedaan.

  • Er ontstaat behoefte aan partijen die garanties kunnen bieden bij (eenvoudige) transacties.

  • Er ontstaat behoefte aan een universele taal en afspraken.

Grootste electronic commerce (= online shoppen) mechanismen:

  • Elektronische catalogen

  • Electronische veilingen

  • E-verkooppunten

  • E-mails

  • E-marktplaatsen

 

E-tailing: Dit is een online vorm van retailen. Producten worden via Internet aangeboden en verkocht door virtuele winkeliers.

Mogelijke problemen bij E-Tailing:

  • Kanaalconflicten

  • Multi kanalen (voorbeeld: showrooming)

  • Orderverwerking

Mobile computing & commerce

Er wordt verwacht dat in de toekomst uiteindelijk meer mensen toegang hebben tot een mobieltje, dan tot water en elektriciteit.

Een mobiele telefoon is feitelijk best een ingewikkelde computer. Elementen van een mobiele telefoon zijn:

  • 4G

  • WIFI

  • Bluetooth

  • NFC

  • Andere Browsers

Een mobiele telefoon wordt steeds belangrijker bij:

  • Reizen

  • eHealth

  • Winkelen

  • Sociaal

Mobiliteit en breed bereik zorgen voor 5 waardetoevoegende attributen:

  1. Uniekheid

  2. Gemak

  3. Snelle verbinding

  4. Personalisatie

  5. Lokalisatie van producten en services

IS in organisaties

Belangrijk: proces van slide 17.

Voorbeeld: ING IT Infrastructuur

  • >1000 innovatieve projecten

  • 3,500 applicaties

  • 5 hoofd frames

  • 6,000 Linux Serves

  • 8,170 AIX Servers

  • 4,195 SUN Servers

  • 26,000 transacties per seconde

  • 15,000 databases

  • 10 petabyte opslag

  • Meer dan 70 miljoen klanten (4,5 miljoen klanten gebruiken internet bankieren)

  • 16 miljoen aan transacties per dag

  • 1.5 miljoen websitebezoekers per dag

  • 1.2 miljoen gebruikers van de Mobile Banking APP

  • 2,411 ATM

Er zijn heel veel informatiesystemen in gebruik. Zie tabel hieronder:

Profitability

Planning

Financial

Planning

Employment Planning, Outsourcing

Product Life Cycle Management

Sales Forcasting, Advertising Planning

 

 

STRATEGISCH

 

 

Auditing, Budgeting

Investment management

Benefits administrationg, Performance Evaluation

Quality Control, Inventory management

Customer Relations, Sales Force Automation

 

 

TACTICAL

 

 

Payroll Accounts Payable, Accounts receivable

Manage Cash, Manage Financial Transactions

Maintain Employee Records

Order Fulfillment, Order Processing

Set Pricing, Profile Customers

 

 

OPERATIONAL

 

ACCOUNTING

 

 

FINANCE

 

 

HUMAN RESOURCES

 

PRODUCTION/

OPERATIONS

 

MARKETING

 

 

Verschillende soorten informatiesystemen in organisaties:

  • Management support:

    • Executive Information systems

    • Decision support systems

  • Management reporting Executive Information systems

  • Support of knowledge work

    • Professional support systems

    • Collaboration systems

    • Knowledge management systems

  • Operational support

  • Supply chain management

  • Customer relation management

  • Transaction processing systems

Vaak is er sprake van verschillende databases: zie slide 21.

Belangrijk in ERP: zie slide 22.

College 7

Informatie over het tentamen

Aanwijzingen tentamen: zie slide nestor.

Meerkeuze, 60 vragen.

Belangrijk: antwoorden conform de verplichte literatuur!

Vanaf 38 vragen goed of meer heb je een voldoende.

Proeftentamen IM

20 vragen uit de deeltoets.

Stel, een organisatie neemt je aan als business analist. Wat is een prominent onderdeel van je functie?
B: Het ontwerpen van oplossingen voor organisatie problemen.

De gegevens in een data warehouse worden door gebruikers:

D: Nooit geüpdatet

Hoe noemt men de technologie die radiogolven gebruikt om individuele items te identificeren?

D: Radio-frequency identification

Voor de meeste bedrijven _____ het World Wide Web de dreiging dat nieuwe concurrenten de markt betreden door _____ van traditionele toegangsbarrières.

Verhoogt, verlaging

In het artikel How Smart, Connected Products Are Transforming Competition van Michael E. Porter en James E. Heppelmann wordt beschreven hoe de concurrentie tussen organisaties wordt beïnvloed door:

A: Het Internet of Things

Om frauduleus gebruik van creditcards op te sporen maken creditcardmaatschappijen vooral gebruik van:

A: Data mining

(Hierdoor worden datapatronen gecheckt. Er zitten veel gegevens in de gegevensbank en deze worden gecheckt op de aankooppatronen)

Paula bezit een winkeltje, en heeft een stagiaire gevraagd een website voor haar winkeltje te ontwerpen. Bij de presentatie van het ontwerp geeft de stagiaire aan dat ze het ontwerp van het Internet heeft geplukt. Waar valt het ethische probleem dat Paula nu heeft onder?:

C: Property

(PAPA principes is belangrijk voor tentamen!)

Wat is geen IS succesvariabele in het updated D&M IS Succes Model?

C: individuele impact

Hoe wordt het volgende genoemd: Als eerst het vertrouwen van medewerkers van een organisatie wordt gewonnen, om ze vervolgens bijv. hun password te ontfutselen?

D: Social engineering

(Spoofing is het nadoen van een site. Tailgating is wanneer je bijvoorbeeld een gebouw binnenkomt zonder pasje door achter iemand aan te lopen. Hacking is het ongeoorloofd hacken van systemen)

Hoe wordt het proces genoemd waarbij tussenpersonen (middlemen) worden geëlimineerd door een volledig geautomatiseerde e-commercetransactie?

B: Disintermediatie

Welke uitspraak is onjuist?

B: Functional area information systems communiceren gemakkelijk met elkaar

(Ze communiceren juist lastig met elkaar omdat ze afzonderlijk ontwikkeld zijn)

Wat is een functie van Expert systems?

C: Werken op specifieke domeinen

John heeft een boekenwinkel. Eén van zijn leveranciers heeft onlangs een webgebaseerd systeem opgezet waarmee John de voorraden van de leverancier kan checken en orders bij de leverancier kan plaatsen. Hier is sprake van een:

B: Extranet

(Alleen John kan een order plaatsen, anderen kunnen dit niet)

Wat is geen voordeel van EDI?

B: Vergroting van de berichtlengte

(De lengte wordt eerder verkort. Ook is het veiliger en wordt de productiviteit verhoogt, omdat er minder papier gebruikt wordt. Er worden ook minder typefouten gemaakt).

In het artikel Common Pitfalls in Dashboard Design van Stephen Few wordt gesteld dat informatie op dashboards die met elkaar in verband moeten worden gebracht, moet worden geplaatst op:

A: Eén computerscherm

(Mensen hebben last van cognitieve beperkingen en zijn het vorige scherm direct alweer vergeten)

Het applicatieportfolio (application portfolio) van een bedrijf is een lijst van:

D: Alle applicaties die moeten worden gewijzigd of ontwikkeld

Wat is geen potentieel probleem van een on-demand CRM-systeem?

A: Deze systemen verhogen de kosten voor de organisatie

(Het is juist kostenbesparend. Er is geen eigen apparatuur meer nodig)

Agile development doet wat?

C: Levert functionaliteit op in snelle iteraties

Wat is Social commerce?

C: Is in het voordeel van klanten en bedrijven

(Bedrijven weten zo wat klanten precies willen, en klanten kunnen op deze manier hulp krijgen bij gebruik van het product of klachten indienen)

Welke uitspraak is onjuist?

B: BPM kan leiden tot verlaging van de flexibiliteit.

(Dit verhoogt het juist, omdat niet alle software nog aangepast hoeft te worden)

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Business and Economics Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1611