Samenvattingen bij het vak Overheid en privaatrecht, universiteit Groningen voor week 1 t/m 5; incl samenvattingen jurisprudentie
- Les 1A
- Les 2
- Les 3 (arresten van stof les 2)
- Les 5
- Les 6; overeenkomsten met de overheid
- Stof les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
- Les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
- Les 8
- Les 9
- Jurisprudentie overheid en privaatrecht
- Mag de overheid privaatrecht gebruiken? (Les 2+3)
- Kan de burger rechtsbescherming verkrijgen tegen de overheid via het privaatrecht? (Les 4)
- Publiek domein, gewoon eigendom? Les 5
- Les 6: overeenkomsten met de overheid
- Les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
Les 1A
De staat/overheid
De staat heeft een bevoegdheid uit de wet om te handelen, het gezag verleent deze op basis van de grondwet, dit heeft het volk bepaalt wat de staat mag en waar de grenzen liggen van het handelen(=rechtsstaatgedachte). Rechtsstaatgedachte is dat de burgerlijke vrijheid beschermd wordt.
Als het gezag willekeurig is leidt dat tot rechtsonzekerheid en onrechtvaardigheid en dan is de burger niet meer vrij (constant in angst). Dus de staat dusdanig aan banden leggen zodat er rechtszekerheid bestaat via constitutie en machtenscheiding en door in de constitutie vast te leggen wat de bevoegdheden zijn van de staat en haar organen. De staat mag alleen inbreuk maken op de burgerlijke vrijheid als hiervoor een grondslag bestaat. De burger is dus vrij en de staat is gebonden. Grondrechten; hier mag de staat geen inbreuk op maken.
DUS de staat is onvrij + bevoegdheid nodig om te handelen.
Privaatrecht
Verbintenissen en contractsvrijheid (inhoud + vorm).
Contractvrijheid; Uitgangspunt is vrijheid van de burger (partijautonomie), als particulier mag je veel dus ook zeggen ik verkoop mijn auto niet aan getinte personen (autonomie).
Contractvrijheid om verbintenissen te sluiten (verhouding burger-burger).
Dus:
Staat/overheid: Overheid principieel onvrij, kan pas handelen op grond van een bevoegdheid uit de wet.
Privaatrecht: Burger principieel vrij, via het privaatrecht. Handelingsbekwaam is de bevoegdheid in het privaatrecht om rechtshandelingen te verrichten (behoudens curatele of minderjarig). Uitgangspunt is dat iedere natuurlijke en rechtspersoon handelingsbekwaam is, dus bevoegd rechtshandelingen te verrichten.
Overheid in het privaatrecht
De staat is een publiekrechtelijke rechtspersoon/publiekrechtelijk lichaam.
Probleem: Overheid mag niets, maar handelt wel in privaatrecht met alle bevoegdheden.
Hoe rijmen we deze wijze als de overheid gebruik maakt van het privaatrecht? Op wat voor wijze? Wat vinden we hiervan? Hoe gaat de bestuursrechter en de civiele rechter hiermee om? Sommigen opgelost via publiekrecht, sommigen via privaatrecht.
Overheid handelt als burger. Dan zijn wij als burger onderworpen aan willekeur, dit is in strijd met de rechtsstaat.
Les 2
Inleiding
Mag de overheid privaatrecht gebruiken voor de behartiging van publieke belangen?
Herhaling les 1; Probleem van gebruik van het privaatrecht door de overheid?
De overheid is onvrij, de burger is vrij. Dit is de rechtstaatstheorie; rechtstaat ontworpen voor de bescherming van de burgerlijke vrijheid. Dit heeft tot consequentie dat de overheid mag handelen als de wet/burger de bevoegdheid geeft, de burger heeft de overheid de macht gegeven (staat in het leven geroepen door het volk).
In een rechtstaat alleen bevoegdheid voor zover de grondwet jou dit geeft, verschil tussen prestrictieve grondwet (geeft bevoegdheid) tegenover destrictieve grondwet (beperkt de bevoegdheid).
Door de grondwet heeft men de macht van de koning beperkt door de bevoegdheid aan de ministers met koning te geven en rechtspraak aan rechters te geven. De koning kon zelf AMvB’s maken. Na de Meerenberg-zaak (wet van de koning psychiatrische inrichting), is het denken over de grondwet veranderd. Niet meer gezien als destrectief, maar als prestrictief (alleen maar die bevoegdheden hebt als de grondwet die aan jou toekent). Geen buiten-constitutionele bevoegdheden meer. Buiten de grondwet bestaat er geen macht.
Waarom problematisch om te handelen in het privaatrecht om zijn doelen te bereiken?
In privaatrecht geen aparte bevoegdheid nodig om te handelen, in het algemeen al een bevoegdheid. In beginsel iedereen handelingsbevoegd, contracten sluiten, aanspreken voor gelden etc.
Bijv. benzinetankstation waarmee je de grond vervuild, kan de overheid de eigenaar aanspreken op basis van onrechtmatige daad als de grond niet wordt schoongemaakt? Nee want geen eigenaar als privaatrecht. Als hiermee het drinkwater wordt vervuild (algemeen belang), wat kan de overheid doen? Geen bevoegdheid in de wet dan zouden ze niets mogen doen, het zou niet mogelijk mogen zijn. Vanuit praktisch oogpunt zou het mogelijk moeten zijn. àDe overheid gebruikt het privaatrecht als een instrument.
Vroeger was het publiekrecht onder ontwikkeld dus veel ruimte voor het gebruik van het privaatrecht.
De rechtsleren
De gemene rechtsleer (1920): Privaatrechtjuristen.
Pragmatisch + privaatrecht. Ontworpen door privatisten, zoeken naar oplossingen (niet dogmatisch).
Uitgangspunt:Privaatrecht voor iedereen van toepassing
Privaatrecht is de universele recht (=algemene/gemene recht).
Publiekrecht is uitzonderingsrecht.
Regel 1: Overheid mag het privaatrecht gebruiken voor behartiging van publieke belangen.
Regel 2: Lex specialis is het publiekrecht. Lege generali is het privaatrecht. Het publiekrecht kan het privaatrecht aan de kant zetten.
Als er een publiekrechtelijke weg openstaat is de privaatrechtelijke weg automatisch afgesloten.
Als er alleen een privaatrechtelijke weg mogelijk is, moet de overheid het privaatrecht gebruiken.
àRegel 2 is uitgewerkt in tweewegenleer en in doorkruisingsleer.
- De tweewegenleer
Evolutie van de gemene rechtsleer, het uitgangspunt blijft hetzelfde.
Uitgangspunt: Overheid mag het privaatrecht gebruiken (1 hetzelfde), 2 is anders!
Vrijheid, billijkheid en rotsenknotsleer, de overheid mag kiezen onder beperkingen.
Regel 1: Overheid mag het privaatrecht gebruiken voor behartiging van publieke belangen.
Regel 2: Als beide wegen openstaan, dan mag in beginsel van beide wegen gebruik gemaakt worden. De overheid mag kiezen, dit mag niet als:
- In de publiekrechtelijke regel uitdrukkelijk is vastgelegd dat de publiekrechtelijke route verplicht is gesteld. Dus tenzij het publiekrecht exclusiefis. Dit is bijna nooit het geval.
- Als sprake is van misbruik van recht, bijvoorbeeld als je privaatrecht gebruikt en daarmee anderen kwetst/misbruik maakt. Dus misbruik van bevoegdheid.
Parlevinker-arrest: publiekrechtelijke en privaatrechtelijke vergunning nodig. HR: kies maar.
- Doorkruisingsleer
Verdere ontwikkeling van de tweewegenleer.
Regel 1: Overheid mag het privaatrecht gebruiken voor behartiging van publieke belangen.
Regel 2: De overheid mag kiezen, tenzij
- In de publiekrechtelijke regel uitdrukkelijk is vastgelegd dat de publiekrechtelijke route verplicht is gesteld. Dus tenzij het publiekrecht exclusiefis. Dit is bijna nooit het geval.
- Als sprake is van onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht of door het privaatrecht. Dus als sprake is van misbruik van bevoegdheid.
Eigenlijk de tweewegenleer, alleen uitbreiden van mogelijkheden van misbruik van bevoegdheid.
In windmill is de doorkruisingsleer voor het eerst uiteengezet.
Wanneer is sprake van een onaanvaardbare doorkruising? àWINDMILL-arrest.
Publiekrecht als exclusief is voorgeschreven, als dit niet het geval is kijken naar:
- Als niet expliciet in staat dat het publiekrecht exclusief is, maar dit wel kan afleiden aan de inhoud en strekking van de regel moet je publiekrecht gebruiken. Exclusiviteit afleiden uit regeling. Kun je hetzelfde doel bereiken via de publiekrechtelijke weg?
- Mate van waarborgen die in de publiekrechtelijke regeling zijn opgenomen. Normaal gesproken is het publiekrecht strikter voor belangenbescherming, als de bescherming verder gaat dan het privaatrecht mag je geen privaatrecht gebruiken. Dus als publiekrecht meer waarborgen biedt, moet dit.
De gemengde rechtsleer
Bouwt voort op gemene rechtsleer. Publiekrechtelijke beginselen overhevelen naar het privaatrecht.
Regel 1: Overheid mag het privaatrecht gebruiken voor behartiging van publieke belangen.
Regel 2: Als de overheid privaatrecht gebruikt, dan gelden ook de ABBB.
Regel 3: De gemene rechtsleer wordt niet uitgesloten (de leren staan naast elkaar).
Sluiten elkaar niet uit, bij gemene rechtsleer moet je bepalen welke weg je moet kiezen. Heb je maar 1 weg open en die ziet op privaatrecht, dan hoef je punt twee niet te behandelen dus gemengde rechtsleer. Heb je maar 1 weg open en die ziet op publiekrecht, dan ook ABBB toepassen (zonder gemengde rechtsleer) want het is publiekrecht. Bij de gemengde leer is dus al besloten of privaatrecht gebruikt mag worden.
Als je beide wegen mag bewandelen en uiteindelijk privaatrecht mag kiezen, dan geldt de gemengde rechtsleer en dus gelden ook ABBB’s.
De invullende rechtsleer (publiekrechtjuristen)
Dit is de tegenhanger van de gemene rechtsleer, hierbij is nummer 1 anders.
Regel 1: Overheid mag nooit het privaatrecht gebruiken (handelt altijd als overheid).
Regel 2: Overheid mag rechtsfiguren vanuit het BW die dan publiekrecht worden, leemtes opvullen.
Overheid handelt altijd publiekrechtelijk en je vult de leemtes op via privaatrechtelijke rechtsfiguren onderworpen aan alle publiekrechtelijke waarborgen. Lastig voor bestuursprocesrecht om bijv. publiekrechtelijke overeenkomsten te testen.
Goed voorbeeld is de uitspraak Nanne: subsidie was onterecht verleend, de minister wilde het geld terugvorderen. Dit is een privaatrechtelijke handeling (art. 6:203 BW). Alles betaalt zonder rechtsgrond. De overheid heeft het teruggevorderd, Nanne heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking (op schrift gestelde beschikking van een bestuursorgaan inhoudende publiekrechtelijke rechtshandeling).
De invullende rechtsleer zegt de leemte invullen via privaatrecht, dus publiekrechtelijke rechtshandeling wordt gereconstrueerd. De rechter zag dit als een beschikking.
Les 3 (arresten van stof les 2)
Herhaling les 2
Gemene rechtsleer (begin 1920)
Uitgangspunt is dat het privaatrecht het gemene/algemene recht is en door alles en iedereen kan worden gebruikt, dus ook door de overheid. Maar als er een publiekrechtelijke regeling bestaat om doel X te bereiken, dan moet je het publiekrecht gebruiken want dit is de lex specialis. Het bijzondere recht gaat voor.
Tweewegenleer
De vrijheid, blijheid en rotsenknotsleer. Als de overheid een publiekrechtelijke en een privaatrechtelijke weg heeft, dan mag de overheid zelf kiezen welke weg zij bewandeld. Dus vrijheid voor de overheid. De instrumentele van het recht staat voorop. Wil je doel X bereiken dan kijkt de overheid wat zij zelf wil. Tenzij het publiekrecht exclusief is(vrijwel nooit het geval), tenzij gebruik privaatrecht misbruik van bevoegdheid oplevert.
Verhouding tot de gemene leer: Het eerste punt is identiek, afwijking van lex speciales-generalisregel want de overheid mag bij tweewegenleer kiezen. Gemene rechtsleer was eerst, tweewegenleer kwam daarna. De tweewegenleer is een verdere doorwerking/ontwikkeling van de gemene rechtsleer. Uitgangspunt is dus hetzelfde, maar op het punt waarbij publiekrecht en privaatrecht mogelijk is dan is er een verschil.
Doorkruisingsleer (huidig voor de civiele rechter)
Dit is de tweewegenleer, maar misbruik van bevoegdheid heeft een nadere uitwerking verkregen. Onder welke omstandigheden is sprake van misbruik van omstandigheden? Doorkruist het privaatrecht op een onaanvaardbare wijze het publiekrecht?Als dat het geval is, dan mag je geen gebruik van privaatrecht gebruiken. Dit als (Windmill-criteria) het publiekrecht exclusief is (1), dit kan voortvloeien uit aard en strekking van de regeling. Als het publiekrecht meer waarborgen omvat dan het privaatrecht (2). Als hetzelfde resultaat bereikt kan worden met het publiekrecht (3). De overheid dient dan gebruik te maken van het publiekrecht.
Tegenwoordig betere waarborgen in het publiekrecht, dus snellere doorkruising.
Gemengde rechtsleer (huidig voor de civiele rechter)
Het ongeschreven publiekrecht (de ABBB) en grondrechten dient de overheid te gebruiken, ook bij gebruik van het privaatrecht. Het is apart soort overheidsprivaatrecht wat gaat gelden. Doorkruisingsleer niet uitgesloten!
Invullende rechtsleer (huidig voor de bestuursrechter)
Dit is de tegenhanger van de gemene rechtsleer. De overheid mag nooit privaatrecht gebruiken, want de overheid heeft een publiekrechtelijke bevoegdheidsgrondslag nodig om te handelen. Dus automatisch komen de ABBB in actie. De overheid handelt altijd publiekrechtelijke. Leemtes worden opgevuld via privaatrechtelijke rechtsfenomenen dat wordt gezien als ongeschreven publiekrecht. Rechtsbescherming bij bestuursrechter.
Tips
Bestuursrechter; Zaak afdeling van Raad van State, dan is sprake van een invullende rechtsleer. Tenzij de rechter zich onbevoegd verklaard als sprake is van privaatrecht.
Civielrechtelijke zaak; kun je zien welke leer je hebt. Jaren 60 tweewegenleer met gemengd, jaren 90 doorkruisingsleer en gemengde rechtsleer. Gemene rond 1920 tot twee wereldoorlog tot overgang tweewegenleer. Doorkruisingsleer kan dus nooit in 1930.
Arresten (welke uitspraak hoort bij welke rechtsleer)
Gemene rechtsleer
Tweewegenleer
Parlevinker: Geen sprake van exclusiviteit van het publiekrecht, geen sprake van misbruik. Geen afweging.
Staat/Huizen:Overheid-overheid, dit kan alleen bij de gemene rechtsleer. Doordat overheid zelf privaatrechtelijk handelt, onderdelen van de staat spreken elkaar aan. Staat spreekt gemeente aan.
Hogeloon: privaatrechtelijke uitwegvergunning, eigendom.
Eindhoven/Staals: Overeenkomst is overeenkomst, dus nakomen.
Doorkruisingsleer
Windmill.
De Pina/Helmond: Onaanvaardbare doorkruising.
Kunst- en antiekstudio Lelystad: Hadden doorkruisingsleer moeten toepassen, maar deden het doen.
Gemengde rechtsleer
Landsmeer: Toetsing aan het verbod van willekeur, eerste zaak waarbij de HR ABBB heeft toegepast op privaatrechtelijk handelen van de overheid.
Amsterdam/Ikon: Gelijkheidsbeginsel, Ikon als enige een beperking opgelegd. ABBB op privaatrechtelijke handeling. HR zegt ABBB gelden ook in het kader van erfpachtovereenkomst.
Zeeland/Hoondert: Toetsing aan het gelijkheidsbeginsel.
Rasti Rosteli: Privaatrechtelijke overeenkomst, grondrechten werken tussen overheid en burger.
Invullende rechtsleer
Nanne: Hoe kunnen wij dit construeren als een besluit? Want er bestond geen wettelijke grondslag voor de terugvordering van gelden. Onverschuldigde betaling is privaatrechtelijk, maar dit is algemeen rechtsbeginsel.
Les 5
De grens tussen functioneel en niet-functioneel gebonden gebruik is erg onduidelijk.
Als het functioneel gebonden wordt geacht wordt je meer beschermd als burger. Bij niet-functioneel gebruik heb je nauwelijks bescherming.
Wanneer burger gebruik maken van? Wanneer grenzen? Door wie?
Voorbeeld: Ressort die krijgt een vergunning voor het afsluiten van een stuk strand + water.
Hij mag een omheining maken.
Wat voor karakter heeft het strand/water?
Landsverordening stranden en water (Aruba).
In principe zijn stranden en wateren openbaar (= publieke domein), dus voor iedereen toegankelijk.
Soms wordt dit gezien als een beperkt recht op eigendomsrecht (zekerheidsrechten of genotsrechten).
Zaken kun je uitrusten met beperkte rechten (genotsrechten + zekerheidsrechten). Stel je hebt stuk grond waar je geen nut voor hebt, aangezien ik het niet kan gebruiken zet ik er een vruchtgebruik op zodat een ander het kan gebruiken (= genotsrecht). Eigenaar mag niet meer gebruiken.
Vruchtgebruik/ erfdienstbaarheid vergelijken met overheid die privéeigendom heeft. Strand is privé, maar genotsrecht/ gebruiksrecht komt toe aan alle burgers. Overheid heeft het strand en moet gebruik dulden.
Het genotsrecht moet gereguleerd worden (Jetski en zwemmers), hoe kan de overheid dit reguleren?
àPubliekrechtelijke bevoegdheid heeft de overheid hiervoor nodig.
Landsverordening openbare wateren en stranden kent het beheer toe aan het land (art. 2), nader geregeld in landsbesluit HAM (vergelijkbaar met AMvB).
De regering heeft de bevoegdheid om het beheer van stranden + wateren te regelen/reguleren (dus d.m.v. het publiekrecht). Dit is belangrijk als je het gebruik wilt beperken.
DUS (na onderstaande info): onttrekken aan wettelijk gebruik, vergunning onvoldoende. Volledig van openbare bestemming en algemeen gebruik onttrekken, moet wettelijk worden geregeld! Algemeen gebruik onmogelijk.
Voorbeeld: Stel men wil festival geven op het strand.
Een vergunning is vereist. Mensen belemmeren in gewoon gebruik (handdoekje liggen/beachtennis) is bijzonder gebruik, zodra het organisatie vergt.
Het is niet-functioneel gebonden gebruik, dit kan via privaatrecht EN via publiekrecht worden geregeld.
Onderscheid functioneel en niet-functioneel gebruik:
Criterium voor functioneel gebonden: Bijzonder soort gebruik dat wel samenhangt of eigenlijk nauw verbonden is met de openbare bestemming (van strand is zonnebaden en zwemmen).
Bijv. Organisatie van spelletjes op het strand, je zet wel een stuk grond af, wel recreatief, maar stuk groter dus maakt inbreuk op stuk van het strand door andere mensen.
àHoe mag de overheid dit regelen?
- Dient via publiekrecht geregeld te worden, via ontheffingen en vergunningen.
- Arrest Hoogeloon: tweewegenleer.
- Arrest Heersch/Van den Akker: onderscheid functioneel bijzonder gebruiken en niet-functioneel gebonden gebruik. Het uitwegen is zo nauw verbonden met het algemene gebruik, is als jij dat gebruik wilt beperken kan dit alleen via het publiekrecht. Als je dit via het privaatrecht doet handel je in strijd met het publiekrecht.
Niet-functioneel gebonden gebruik:
Dusdanig groot dat stuk strand wordt afgesloten, politie nodig, ambulance nodig, geld betalen ter entree, grote stellage opbouwen, opruimdienst. Zaken die extra erbij komen bij de organisatie ervan. Dit kan privaatrechtelijk en publiekrechtelijk worden geregeld.
- Doorkruisingsleer toepassen voor gebruik privaat- of publiekrecht.
Algemeen gebruik beperken via een publiekrechtelijke regeling als je dit volledig wilt onttrekken van het gebruik. Dit geldt eveneens voor bijzonder functioneel gebruik. (Bijv. parkeren onmogelijk maken).
Toetsing Gebonden en niet-gebonden gebruik.
- Impact van het gebruik op de openbare orde.
- Impact op het gebruik door anderen.
- Grootte van evenement.
Volledig van openbare bestemming en algemeen gebruik onttrekken, moet wettelijk worden geregeld! Een standplaatsvergunning kan wel, sluit strand niet af van algemeen gebruik.
Les 6; overeenkomsten met de overheid
Beleidsovereenkomsten worden niet gezien als een besluit dus moet je naar de burgerlijke rechter.
Bevoegdhedenovereenkomst; Afspraak over manier hoe je de publieke bevoegdheden uitoefenen, die mogen de waarborgen van burgers niet beknotten.
Publiekrechtelijk doel, dus mogelijk
Overeenkomst tussen overheid en burger(kan ook tussen overheden).
- Vermogensrechtelijke overeenkomst (= Potlodenovereenkomsten).
- Vermogensrechtelijke overeenkomst + beleid (= Beleidsovereenkomst).
- Problematiek van de tweewegenleer + doorkruising.
- Bevoegdhedenovereenkomst
- Regelgeving (doen terwijl je zei van niet of andere inhoud) àburgerlijke rechter.
- Nemen van beschikkingen (appellabele besluiten) àbestuursrechter.
Verschil tussen de eerste twee? Doel met beleidsovereenkomst zou willen bereiken ook publiekrechtelijk kan bereiken, bijv. erfpachtovereenkomst of gronduitgifte. Hiermee kun je het bestemmingsplan uitvoeren via overeenkomsten. Zou ook kunnen met bouwvoorschriften (publiekrechtelijk). Als deze niet uitgewerkt zijn, hoe doe je dit dan? Via een beleidsovereenkomst.
Windmill; regelgevende bevoegdheid. Dit kan je als onderwerp maken van bevoegdhedenovereenkomst. Je gaat naar de burgerlijke rechter want in Aruba kun je hiertegen niet naar de bestuursrechter tegen een BAS. Zowel voor overheid als de burger. Maar beschikkingen zijn wel appellabele besluiten bij de bestuursrechter.
Bijv. SVGA – Aruba 2016 (subsidieovereenkomst, slechte uitspraak). Toekenning subsidie voor dienstverband. “nadere afspraken worden gemaakt”.
Afgewezen beschikkingen naar bestuursrechter ook al ziet het op een overeenkomst. Gemengd publiek-privaat. Dus afgewezen beschikking voor subsidie op basis van een subsidieovereenkomst. Inhoud = publiekrechtelijk maar de vorm is privaatrechtelijk. Daarnaast als de overheid afspraken maakt over de prestaties van de burger is dit privaatrechtelijk.
De overheid moet bij wanprestatie van de burger naar de civiele rechter(nooit bestuursrechter tegen burger, want bezwaar aantekenen tegen een beschikking. Dus kan wel overheid tegen overheid).
De burger moet bij wanprestatie van de overheid naar de bestuursrechter(ook overheid – overheid).
Alleen in beroep tegen gewezen uitspraak van de bestuursrechter.
Gedogen is expliciet toezeggen dat je niet gaat handhaven.
Met wie heb je te maken als je met de overheid handelt?
Wie voor de rechter dagen als je een overeenkomst hebt met de overheid?
Met gemeente een erfpachtovk met een burger, de gemeente komt niet na om het schoon te maken.
Wat doe je? Naar de bevoegde rechter is de civiele rechter.
Wie daag je voor de rechter? De rechtspersoon (de Staat, het land Aruba), die wordt vertegenwoordigd door de Minister. Dus in dit geval sluit je een overeenkomst met de gemeente door het college van B&W. De gemeente daag je voor de rechter, de rechtspersonen daag je voor de civiele rechter! Rechtspersoon kan zelf niet handelen, handelt door middel van haar organen. De rechtspersoon wordt aangesproken.
De rechtspersoon kan dus de burger voor de rechter dagen!
Kan dus alleen een natuurlijk of rechtspersoon zijn die natuurlijk/rechtspersoon voor de rechter daagt!
Bij de bestuursrechter is het bestuursorgaan die voor de rechter wordt gedaagd.
Bij de civiele rechter is het de rechtspersoon die voor de rechter wordt gedaagd.
Bevoegdhedenovereenkomst
Heeft een bestuursorgaan een discretionaire vrijheid? Deze kan alleen worden ingevuld door een overeenkomst! àCheck de wettelijke bepaling die de bevoegdheid geeft àkunnen (=beleidsvrijheidziet op de vraag of je mag kiezen of rechtsgevolg intreedt, dus discretionaire vrijheid). Beoordelingsvrijheidals vage voorwaarden aanwezig zijn, subjectief, de situatie beoordelen (bijv. “handelen indien van ernstige vrees”). Deze termen kun je invullen door middel van de overeenkomst of beleidop te stellen. Vrijheid niet overschrijden! Redelijkheid en billijkheid wordt aangevuld door ABBB’s.
Stof les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
De overheid behartigt het algemeen belang, zij is een zaakwaarnemer van publiekrechtelijke belangen.
Het algemeen belang wordt betaald uit:
- Algemene middelen
- Wettelijke heffingen.
- Overeenkomst met burger (soms), een wettelijke basis is vereist.
Het is nog de vraag of de overheid zich op zaakwaarneming kan beroepen, de zaakwaarnemer heeft namelijk recht op een vergoeding in verband met de gemaakte kosten.
De rechtspraak stelt dat de kosten die gemaakt worden ter uitoefening van een publiekrechtelijke taak, niet kan worden verhaald via het privaatrecht.
Er is ruimte voor de overheid om zich te beroepen op zaakwaarneming in geval de overheid handelt zoals een burger ook had kunnen handelen. Bijvoorbeeld ruitje inslaan om waterschade te doen voorkomen.
Let op doorkuisingsproblematiek van de zaken Vlissingen/Rize en Wernsen/Amsterdam.
Art. 6:203 BW stelt dat degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, dit via onverschuldigde betaling terug kan vorderen. Hoe zit dit in geval van de overheid?
- Privaatrechtelijk handelen: geen probleem.
- Publiekrechtelijk handelen: afhankelijk van aard overheidstaak, omstandigheden en de ABBB.
- HR zei art. 6:203 geldt voor het gehele recht. Tenzij uit het publiekrecht anders voortvloeit. Of tenzij de door de abbb ingevulde redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten.
Het terugvorderingsbesluit
Uitgangspunt is dat de terugvordering van onverschuldigd betaalde gelden in het kader van een bestuursrechtelijke verhouding niet via het BW kunnen plaatsvinden. Indien er onverschuldigd is betaald op grond van een bij de bestuursrechter appellabel besluit is het publiekrecht leidinggevend.
De voorkeur gaat in vrijwel alle bestuursrechtelijke verhoudingen omtrent onverschuldigde betalingen uit naar de bestuursrechtelijke terugvorderingsweg.
Het wettelijke terugvorderingsbesluit is van belang, door dit terugvorderingsbesluit ontstaat de rechtsvordering tot terugbetaling. Een terugvorderingsbesluit kan door de bestuursrechter worden getoetst aan publiekrechtelijke normen, dit is een extra waarborg.
àDit terugvorderingsbesluit is onderdeel van de bestuurlijke terugvorderingsweg.
Stap 1; het intrekkingsbesluit. Er kan pas sprake zijn van onverschuldigde betaling na de intrekking van het toekenningsbesluit, dit is afhankelijk van de wettelijke regeling die gekoppeld is aan het toekenningsbesluit, de abbb en bij het ontbreken van een wettelijke regeling; het ongeschreven recht.
Stap 2; het terugvorderingsbesluit. Door het terugvorderingsbesluit ontstaat de rechtsvordering tot terugbetaling. Het wordt een rechtens afdwingbare vordering.
- Wettelijk terugvorderingsbesluit(sociale zekerheidswetgeving).
- Buitenwettelijke terugvorderingsbesluiten(als er geen wettelijke mogelijk is, er dient een appellabel besluit (van betaling) aan ten grondslag te liggen dus een connexiteitsvereiste).
- Art. 6:203 BWàAls er geen mogelijkheid is tot een terugvorderingsbesluit.
Stap 3; het terugvorderingsbesluit is onaantastbaar. Er dient betaalt te worden, als dit niet gebeurt heeft de overheid een executoriale titel nodig om tot uitwinning over te gaan.
- Dit kan via een dwangbevel of een wettelijk terugvorderingsbesluit. Een dwangbevel leidt tot afdwingen van een bestuursrechtelijke geldschuld (art. 4:114 BW).
- De bevoegdheid tot invordering bij dwangbevel moet ook zijn toegekend.
- NIET VIA BESTUURSRECHT? Dan naar de burgerlijke rechter. Dit geldt tevens als een burger tegen een dwangbevel of de tenuitvoerlegging hiervan naar de rechter stapt.
Ongerechtvaardigde verrijking.
Art. 6:203 BW staat alleen open voor de overheid als geen terugvorderingsbesluit mogelijk is, vanwege de doorkruisingsleer. Maar ook waar wel een terugvorderingsbesluit mogelijk is kan de overheid naar de burgerlijke rechter als de wetsgeschiedenis van de publiekrechtelijke regeling dit niet uitsloot.
Art. 4:124 Awb stelt dat het bestuursorgaan ten aanzien van invordering ook beschikt over de mogelijkheden als schuldeiser in het privaatrecht.
Er is nu wel een terugvordering van een bestuursrechtelijke geldschuld in het systeem van de Awb die gaat bij beschikking, de geldschuldenregeling. Volgens het boek sluit dit het BW uit.
Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW) leidt tot schadevergoeding tot het bedrag van diens verrijking. De grondslag voor deze bepaling ligt in het bestuursrecht eveneens. De toepassingsmogelijkheden zijn echter beperkt. De overheid kan zich niet jegens een burger op de bepaling beroepen als een specifieke burger door haar optreden is verrijkt. Het kan wel als dit via bijzondere wet is mogelijk gemaakt.
Overheidsoptreden is in het algemeen belang, maar door ‘baatafroming’ wordt afbreuk gedaan aan het legaliteitsbeginsel. Alleen in geval van bijzondere ‘baat’ kunnen via een wettelijke grondslag kosten worden verhaald.
Als een burger is verarmd door een overheidshandeling ten opzichte van een andere burger, kan deze zich beroepen op art. 6:212 BW.
Als de overheid is verrijkt door een burger, is het mogelijk om zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking in te stellen.
Les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
De overheid behartigt het algemeen belang, zij is een zaakwaarnemer van publiekrechtelijke belangen.
Het algemeen belang wordt betaald uit:
- Algemene middelen
- Wettelijke heffingen.
- Overeenkomst met burger (soms), een wettelijke basis is vereist.
Het is nog de vraag of de overheid zich op zaakwaarneming kan beroepen, de zaakwaarnemer heeft namelijk recht op een vergoeding in verband met de gemaakte kosten.
De rechtspraak stelt dat de kosten die gemaakt worden ter uitoefening van een publiekrechtelijke taak, niet kan worden verhaald via het privaatrecht.
Er is ruimte voor de overheid om zich te beroepen op zaakwaarneming in geval de overheid handelt zoals een burger ook had kunnen handelen. Bijvoorbeeld ruitje inslaan om waterschade te doen voorkomen.
Let op doorkuisingsproblematiek van de zaken Vlissingen/Rize en Wernsen/Amsterdam.
Art. 6:203 BW stelt dat degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven, dit via onverschuldigde betaling terug kan vorderen. Hoe zit dit in geval van de overheid?
- Privaatrechtelijk handelen: geen probleem.
- Publiekrechtelijk handelen: afhankelijk van aard overheidstaak, omstandigheden en de ABBB.
- HR zei art. 6:203 geldt voor het gehele recht. Tenzij uit het publiekrecht anders voortvloeit. Of tenzij de door de abbb ingevulde redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten.
Het terugvorderingsbesluit
Uitgangspunt is dat de terugvordering van onverschuldigd betaalde gelden in het kader van een bestuursrechtelijke verhouding niet via het BW kunnen plaatsvinden. Indien er onverschuldigd is betaald op grond van een bij de bestuursrechter appellabel besluit is het publiekrecht leidinggevend.
De voorkeur gaat in vrijwel alle bestuursrechtelijke verhoudingen omtrent onverschuldigde betalingen uit naar de bestuursrechtelijke terugvorderingsweg.
Het wettelijke terugvorderingsbesluit is van belang, door dit terugvorderingsbesluit ontstaat de rechtsvordering tot terugbetaling. Een terugvorderingsbesluit kan door de bestuursrechter worden getoetst aan publiekrechtelijke normen, dit is een extra waarborg.
àDit terugvorderingsbesluit is onderdeel van de bestuurlijke terugvorderingsweg.
Stap 1; het intrekkingsbesluit. Er kan pas sprake zijn van onverschuldigde betaling na de intrekking van het toekenningsbesluit, dit is afhankelijk van de wettelijke regeling die gekoppeld is aan het toekenningsbesluit, de abbb en bij het ontbreken van een wettelijke regeling; het ongeschreven recht.
Stap 2; het terugvorderingsbesluit. Door het terugvorderingsbesluit ontstaat de rechtsvordering tot terugbetaling. Het wordt een rechtens afdwingbare vordering.
- Wettelijk terugvorderingsbesluit(sociale zekerheidswetgeving).
- Buitenwettelijke terugvorderingsbesluiten(als er geen wettelijke mogelijk is, er dient een appellabel besluit (van betaling) aan ten grondslag te liggen dus een connexiteitsvereiste).
- Art. 6:203 BWàAls er geen mogelijkheid is tot een terugvorderingsbesluit.
Stap 3; het terugvorderingsbesluit is onaantastbaar. Er dient betaalt te worden, als dit niet gebeurt heeft de overheid een executoriale titel nodig om tot uitwinning over te gaan.
- Dit kan via een dwangbevel of een wettelijk terugvorderingsbesluit. Een dwangbevel leidt tot afdwingen van een bestuursrechtelijke geldschuld (art. 4:114 BW).
- De bevoegdheid tot invordering bij dwangbevel moet ook zijn toegekend.
- NIET VIA BESTUURSRECHT? Dan naar de burgerlijke rechter. Dit geldt tevens als een burger tegen een dwangbevel of de tenuitvoerlegging hiervan naar de rechter stapt.
Ongerechtvaardigde verrijking.
Art. 6:203 BW staat alleen open voor de overheid als geen terugvorderingsbesluit mogelijk is, vanwege de doorkruisingsleer. Maar ook waar wel een terugvorderingsbesluit mogelijk is kan de overheid naar de burgerlijke rechter als de wetsgeschiedenis van de publiekrechtelijke regeling dit niet uitsloot.
Art. 4:124 Awb stelt dat het bestuursorgaan ten aanzien van invordering ook beschikt over de mogelijkheden als schuldeiser in het privaatrecht.
Er is nu wel een terugvordering van een bestuursrechtelijke geldschuld in het systeem van de Awb die gaat bij beschikking, de geldschuldenregeling. Volgens het boek sluit dit het BW uit.
Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW) leidt tot schadevergoeding tot het bedrag van diens verrijking. De grondslag voor deze bepaling ligt in het bestuursrecht eveneens. De toepassingsmogelijkheden zijn echter beperkt. De overheid kan zich niet jegens een burger op de bepaling beroepen als een specifieke burger door haar optreden is verrijkt. Het kan wel als dit via bijzondere wet is mogelijk gemaakt.
Overheidsoptreden is in het algemeen belang, maar door ‘baatafroming’ wordt afbreuk gedaan aan het legaliteitsbeginsel. Alleen in geval van bijzondere ‘baat’ kunnen via een wettelijke grondslag kosten worden verhaald.
Als een burger is verarmd door een overheidshandeling ten opzichte van een andere burger, kan deze zich beroepen op art. 6:212 BW.
Als de overheid is verrijkt door een burger, is het mogelijk om zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking in te stellen.
Les 8
Formele zien op het besluit.
Eigenlijke zien op rechterlijke uitspraak.
Appellabel besluit naar bestuurs- en civiele rechter.
Stap 1: Te maken met een appellabel besluit?
NEE àCiviele rechter
JA (Aruba; beschikking)
- Bestuursrechter; bestuursrechtsgang open of niet?
- Open
- Niet gevolgd àWel civiele rechter àobjectum litisleer; Guldemond/Noordwijkerhout àbevestigd Alkmaar/Noord-Holland.
- Ontvankelijk; Nee, bestuursrechtelijke rechtsgang staat open.
- Gevolgd
- Bevoegd (ja want appellabel besluit).
- Ontvankelijkheid (ja, op tijd, gronden etc).
- Ongegrond of gegrond
- Ongegrond àgaat naar civiele rechter.
- Bevoegd ja want objectum litisleer.
- Ontvankelijkheid; bestuursrecht al gehad.
- Ongegrond want formele rechtskracht.
- NIET Heesch/Van den Akker
- Tenzij St. Odenrode/Van Aarle
- Paul/Den Haag
- Groningen/Raatgever, ligt eraan of dit behandeld is bij de bestuursrechter.
- Gegrond: àCiviele rechter
- Gegrond want objectum litisleer
- Ontvankelijk ja
- Gegrond, want besluit is onrechtmatig = oneigenlijke formele rechtskracht bestuursrechter.
- Toerekenbaarheid is gegeven door de OD.
- Check causaliteit.
- Ongegrond àgaat naar civiele rechter.
- Niet gevolgd àWel civiele rechter àobjectum litisleer; Guldemond/Noordwijkerhout àbevestigd Alkmaar/Noord-Holland.
- Niet; houdt op
- Civiele rechter;
- Bevoegdheid (objectum litisleer)
- Ontvankelijk (ja, niet meer bestuursrechter).
- Vordering ongegrond wegens formele rechtskracht, besluit = rechtmatig.
- Uitzonderingen
- Duisterheid ten aanzien van procedure
- Uitzonderingen
- Civiele rechter;
- Open
(Heesch van den Akker).
- Onrechtmatigheid wordt erkend door bestuursorgaan. (St. Oedenrode/Van Aarle).
- Strijdigheid fundamenteel rechtsbeginsel.
(Paul/Den Haag).
- Zelfstandig schadebesluit
(Groningen/Raatgever).
- Zelfstandig
- Onzelfstandig
- Zuiver
- Onzuiver
ANDERE MANIER; Via directe aanvraag bij bestuursrechter zodra je procedure begint. Art. 52 lid 2 LAR.
- Proceskosten apart vorderen! Niet vorderen = niet verkrijgen.
Of door een nieuw besluit uit te lokken, specifiek voor schadevergoeding bij het bestuursorgaan.
Bestuursorgaan heeft schade veroorzaakt door het besluit. Afwijzing tot schadevergoeding; is een besluit? Legaliteit. Kan wel is vaak niet zo.
Regel van ongeschreven publiekrecht; vordering schadevergoeding uit onrechtmatige daad.
Schadebesluit alleen als je eerder besluit hebt gehad waartegen je hebt gevochten, gelijk gekregen hebt en schade hebt geleden. Bijv. brief je krijgt het niet, maakt bezwaar. BO zegt niet-ontvankelijk. Dan in beroep bij bestuursrechter via invullingsleer. àWEL gezien als beschikking.
Les 9
Overheid handelt in algemeen belang, handelt rechtmatig, maar toch schade voor de ene burger.
Egalitébeginsel.
Naar de burgerlijke rechter (wel indirect rekening met egalité), via onrechtmatige daad.
Staat/Leffers; onrechtmatig om niet schadevergoeding toe te kennen, ondanks het een rechtmatige beleidsregel was.
Naar de bestuursrechter
- Onzuiver schadebesluit (Paul Krugerberg I en II).
- Zuivere schadebesluiten
- Zelfstandig schadebesluit
Egalite los van andere rechtsgronden.
Zuiver schadebesluit – Onzuiver schadebesluit
Zuiver: Besluit dat alleen handelt over de schade (Bijv. Groningen/Raatgever).
Onzuiver: Besluit dat niet alleen gaat over de schade, schade is bijkomstigheid, dus onderdeel van het besluit.
Zelfstandig schadebesluit – onzelfstandig schadebesluit
Zelfstandig: Steunt niet op de wet, voortvloeiend uit het ongeschreven recht àégalité-beginsel.
Onzelfstandig: Schadebesluit steunt niet op zichzelf, maar vloeit voort uit de wet -> wettelijke basis.
Zelfstandige schadebesluiten zijn altijd zuivere besluiten.
Zuivere schadebesluiten kunnen zelfstandig of onzelfstandig zijn.
Onzuivere schadebesluiten zijn altijd onzelfstandig.
Want de bevoegdheid voor de rest moet uit de wet voortvloeien.
De civiele rechter behandelt het leerstuk anders, namelijk via de onrechtmatige daad.
Bestuursrechter kent de vorderingen toe op basis van het egalitebeginsel.
Jurisprudentie overheid en privaatrecht
Mag de overheid privaatrecht gebruiken? (Les 2+3)
HR 17 januari 1941, NJ 1941, 644 m.nt. P. Scholten (Parlevinker)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
Man wilde met twee boten producten verkopen, hiervoor was een vergunning vereist op grond van de wet. De vergunning werd verleend, alleen de overheid maakte ook gebruik van haar privaatrechtelijke bevoegdheden want het Parlevinker werd afhankelijk gesteld van een overheidsinstantie. Hierdoor moest de man overeenkomsten sluiten met de overheid en hierdoor vergoedingen betalingen.
Rechtsvraag
Kan de overheid gebruik maken van haar privaatrechtelijke bevoegdheid?
HR:
Overheid mocht gebruik van de privaatrechtelijke weg om het te reguleren, het feit dat de publiekrechtelijke regulering aanwezig was stond niet aan de privaatrechtelijke weg in de weg. Geen sprake van exclusiviteit van het publiekrecht, geen sprake van misbruik.
HR 19 januari 1962, NJ 1962, 151 m.nt. JHB (Staat/Huizen)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
Er werd ongezuiverd rioolwater in het IJsselmeer geloosd.
Rechtsvraag
Mag de staat zich als eigenaar van het IJsselmeer zich verzetten tegen het lozen van ongezuiverd rioolwater?
Hoge Raad
De Hoge Raad vond het prima. De staat is privaatrechtelijke eigenaar van het IJsselmeer, vanuit die hoedanigheid kon het bijzonder gebruik van het privaatrecht op basis van een belangenafweging worden gereguleerd. De publiekrechtelijke weg was niet vereist. De uitoefening van de privaatrechtelijke bevoegdheden wordt getoetst via marginale toetsing. Overheid-overheid, dit kan alleen bij de gemene rechtsleer. Doordat overheid ziet zelf privaatrechtelijk handelen, onderdelen van de staat spreken elkaar aan. Lijkt op Windmill, maar hier wordt niet gekeken naar doorkruising maar naar de Staat die als eigenaar optreedt en de gemeente aanspreekt.
HR 4 januari 1963, ARB1963, p. 603 (Landsmeer)
Onderwerp: De gemengde rechtsleer
De Hoge Raad wil enkel indirect aan de ABBB toetsen bij privaatrechtelijk overheidsoptreden waarbij de marginale willekeurstoets als sluis fungeerde. Toetsing aan het verbod van willekeur, eerste zaak waarbij de HR ABBB heeft toegepast op privaatrechtelijk handelen van de overheid.
Eerst alleen getoetst aan de willekeur want er was alleen een mogelijkheid tot marginale toetsing, omdat overheid privaatrecht gebruikt met veel discretionaire bevoegdheden. Via willekeur kwamen andere ABBB.
HR 2 februari 1966, NJ 1966, 415 (Hoogeloon)
Onderwerp: Hoogtepunt van de tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
De gemeente wilde langs privaatrechtelijke weg kosten verhalen voor het bouwrijp maken van gronden. Voor het uitwegen op de openbare weg was privaatrechtelijke toestemming van de gemeente vereist. Toestemming pas verleend na betaling van een geldsom. Uitweg-vergunning.
Rechtsvraag
Mag de overheid via zo’n constructie via de privaatrechtelijke weg gebruik maken?
Hoge Raad
De constructie is niet in strijd met de wegenwet, de rechthebbende en onderhoudsplichtige hebben al het verkeer over de weg te dulden. De gemeente mag privaatrechtelijke toestemming eisen.
MAAR bij Hees/van der Akker is van deze leer afgeweken (doorkruisingsleer).
HR 19 januari 1968, NJ 1968, 166 (Eindhoven/Staals)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
De NV Staals wilde een benzinepomp op richten, hiervoor was een publiekrechtelijke vergunning nodig. Het oprichten van een pomp is bijzonder gebruik van de openbare weg. De gemeente wilde alleen meewerken op voorwaarde dat Staals met haar een huurovereenkomst zou sluiten. De gemeente wilde dit vanwege inkomsten.
Rechtsvraag
Is het bedingen van een privaatrechtelijke vergoeding verenigbaar met het heffingenstelsel van de gemeentewet?
Hoge Raad
Dit was geen probleem. Staals had de weg van de overeenkomst bewandelt, er was geen sprake van een eenzijdige heffing. Bij bijzonder gebruik mag gebruik worden gemaakt van de privaatrechtelijke weg door bijvoorbeeld privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten.
HR 26 januari 1990, AB 1990, 408 m.nt. G.P. Kleijn (Windmill)
Onderwerp: De doorkruisingsleer
Casus
(De tweewegenleer wordt ingesnoerd door de doorkruisingsleer.)
Bedrijf Windmill loosde afval op de nieuwe water weg op grond van vergunningen. De Staat was eigenaar van de openbare waterweg en verlangde naast de publiekrechtelijke vergunning, een privaatrechtelijke vergunning. De privaatrechtelijke vergunning was afhankelijk van een vergoeding. De Staat wilde het privaatrechtelijk eigendom gebruiken voor het heffen van vergoedingen.
Rechtsvraag
Kon de overheid gebruik maken van het privaatrecht?
Hoge Raad
Kritische cassatierechter: langs de publiekrechtelijke weg konden ook heffingen worden verleend, dus publiekrecht kon worden gebruikt voor hetzelfde beoogde doel. Daarom stond de privaatrechtelijke weg niet open. De Hoge Raad stelt dat overheid wel mag gebruik maken van privaatrechtelijke bevoegdheden voor publieke doeleinden, alleen het belangrijke is dat een beperking werd gesteld aan het gebruik van de privaatrechtelijke weg. Er staat niet in het publiekrecht vermeld dat je geen gebruik mag maken van het privaatrecht, maar wel kijken of je door het gebruik van het privaatrecht het publiekrecht doorkruist (=doorkruisingsleer). Om dit in te vullen moet gekeken worden naar de inhoud en strekking van de regeling via de geschiedenis en mate waarop en waarin de belangen van de burgers zijn beschermd en ongeschreven regels van publiekrecht. Kijk of de overheid gebruik mag maken via het publiekrecht voor een vergelijkbaar resultaat, als dit het geval is is dit een aanwijzing.
HR 27 maart 1987, AB1987, 273 (Amsterdam/IKON)
Onderwerp: De gemengde rechtsleer (nieuwe weg)
Casus
De gemeente was eigenaar van een pand in Amsterdam, dit was in erfpacht bij IKON. Volgens de gemeente hield de IKON zich niet aan de erfpachtvoorwaarden omdat zij zonder toestemming het pand als kantoorpand gebruikten. De gemeente vorderde bij de burgerlijke rechter een verbod op het kantoorgebruik. IKON stelde het gelijkheidsbeginsel, toetsing bij de burgerlijke rechter. Ikon als enige een beperking opgelegd (gelijkh).
Rechtsvraag
Mag de burgerlijke rechter aan de ABBB toetsen?
Hoge Raad
Een overheidslichaam behoort bij de uitoefening van de bevoegdheden uit een erfpachtverhouding de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en het derhalve het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen.
HR zegt ABBB gelden ook in het kader van erfpachtsovereenkomst.
HR 9 juli 1990, AB 1990, 547 m.nt. G.P. Kleijn (De Pina/Helmond)
Onderwerp: Doorkruisingsleer na Windmill
Casus
De gemeente Helmond probeerde het gezin de Pina te verwijderen op het woonwagenkamp, op grond van een onrechtmatige daadsactie. De gemeente eiste ontruiming.
Rechtsvraag
Is het toegestaan dat de gemeente via gebruikmaking van haar eigendomsrecht gebruik mag maken van ontruiming? Of dat deze bepaling op onaanvaardbare wijze werd doorkruist.
Hoge Raad
De Hoge Raad stelde dat de gemeente op een vergelijkbare wijze via het publiekrecht hetzelfde resultaat kon bereiken op basis van de Woonwet kon bereiken als via het gebruik van het privaatrecht. De Hoge Raad stelt dat de toepassing van de Woonwet met meer waarborgen was omkleed dan de privaatrechtelijke weg. Dit is een onaanvaardbare doorkruising.
HR 8 juli 1991, AB 1991, 659 m.nt. FHvbB (Kunst- en antiekstudio Lelystad)
Onderwerp: Doorkruisingsleer, aanscherping
Casus
De gemeente verkocht een gedeelte van het bedrijventerrein aan Kunst en antiekstudio. In de overeenkomst bedong de gemeente dat gemeentelijke goedkeuring vereist was, dit voor bevordering verdeling winkelverhouding. Dus via privaatrechtelijke weg werd planologisch beleid gevoerd door de gemeente. Uiteindelijk ging de kunst- en antiekstudio een ruimte verhuren aan de Leenbakkerwinkel, dit gebeurde zonder toestemming van de gemeente. Dit toestemming behoefde volgens hen niet omdat de gemeente dit diende te reguleren via het publiekrecht.
Rechtsvraag
Mag de overheid gebruik maken van de privaatrechtelijke weg?
Hoge Raad
De wet bood niet expliciet of impliciet dat privaatrechtelijke gronduitgifte en bedingen van gebruiksvoorwaarden. Er was geen aanleiding dat de wet de privaatrechtelijke weg uitsloot. Dus toets aan de publiekrechtelijke wet. Het was een gebruikelijke praktijk, dus de rechter mag het niet ontoelaatbaar achten omdat het veel gebeurt.
WILLEKEUR DOOR DE RECHTER. Er is namelijk een publiekrechtelijke regeling waarbij je beleid kunt vaststellen.
EXTRA: Strekking en aard van de overeenkomst leidde niet tot exclusiviteit. De rest heeft de HR niet getoetst. Waarborgen zoals de grondslag is vereist bij publiekrecht, dus publiekrecht meer waarborgen. En gelijksoortig resultaat, doorkruising dus had publiekrecht moeten doen.
HR 24 april 1992, GS 6950, 6 m.nt. HH (Zeeland/Hoondert)
Onderwerp: De gemengde leer
Bedrijven moesten lid zijn van vereniging, Hoondert kreeg geen mogelijkheid om publieke wegen te onderhouden. Dit is onrechtmatig.
De Hoge Raad oordeelde dat het niet gunnen van onderhoudsverplichtingen getoetst mocht worden aan de ABBB. Dus geen marginale toetsing. Toetsing van privaatrechtelijke overheidshandelen mag aan de hand van de ABBB, gelijkheidsbeginsel.
Zwaardere zorgvuldigheid geëist aan overheid. Dit is een bevestiging IKON-leer.
HR 26 april 1996, AB 1996, 372 m.nt. TH.G. Drupsteen (Rasti Rostelli)
Onderwerp: Gemengde rechtsleer
Casus
De gemeente Rijssen had geweigerd om een pand te verhuren in verband met inhuren van Rasti Rostelli. Dit vanwege artikel 2, dat activiteiten in het gebouw niet godslasterlijk mochten zijn. De voorstelling was niet verenigbaar met de christelijke waarden. De gemeente zou in strijd handelen met censuurverbod.
Rechtsvraag
Handelt de gemeente in strijd met het censuurverbod? Is de overheid in privaatrechtelijk gehouden aan de grondrechten?
Hoge Raad
De binding van het privaatrechtelijk overheidshandelen is gebonden aan de toetsing van de ABBB. Overheid moet dit respecteren. Dit is ook de visie van de grondwetgever. De overheid is op dezelfde wijze gebonden aan de grondrechten als bij de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verhouding. Verboden censuur was in strijd met de vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw).
ABRvS 21 oktober 1996, AB 1996, 496 m.nt. NV (Nanne)
Onderwerp: Invullende rechtsleer
Casus
De staatssecretaris had bepaald dat de subsidie die ten onrechte was verleend moest worden terugbetaald.
Rechtsvraag
Naar welke rechter dient te worden gegaan in geval van een zelfstandig terugvorderingsbesluit?
ABRvS
De terugvorderingsbesluiten zijn gericht op rechtsgevolgen, ontleend uit publiekrechtelijke rechtsbeginsel. Bestuursrechtelijk van aard. Bestuursorgaan heeft bevoegdheid. Dus naar de bestuursrechter in plaats van de burgerlijke rechter. Terugvorderen is normaliter privaatrechtelijk bij onverschuldigde betaling, maar bij de overheid gaat de voorkeur uit naar een terugvorderingsbesluit via het publiekrecht.
Les
subsidie was onterecht verleend, de minister wilde het geld terugvorderen. Dit is een privaatrechtelijke handeling (art. 6:203 BW). Alles betaalt zonder rechtsgrond. De overheid heeft het teruggevorderd, Nanne heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking (op schrift gestelde beschikking van een bestuursorgaan inhoudende publiekrechtelijke rechtshandeling).
De invullende rechtsleer zegt de leemte invullen via privaatrecht, dus publiekrechtelijke rechtshandeling wordt gereconstrueerd. De rechter zag dit als een beschikking.
AFDELING: Hoe kunnen wij dit construeren als een besluit? Want er bestond geen wettelijke grondslag voor de terugvordering van gelden. Onverschuldigde betaling is privaatrechtelijk, maar dit is algemeen rechtsbeginsel. Bestuursorgaan heeft bevoegdheid onverschuldigde subsidie terug te vorderen, gericht op een rechtsgevolg. Dus rechtshandeling met beoogd rechtsgevolg en dus geen rechtsvordering/feitelijke handeling (privaatrecht).
Kan de burger rechtsbescherming verkrijgen tegen de overheid via het privaatrecht? (Les 4)
HR 29 mei 1896, W. 6817; Gst. 2338 (Vrouwe Elske)
Onderwerp: De bevoegdheid van de burgerlijke rechter (fundamentum petenti-leer) = 1eopvatting
Casus
De eigenaar van het schip Vrouwe Elske vorderde schadevergoeding van de gemeente vanwege het feit dat haar schip was lek gestoken door een paal in het openbaar vaarwater. Eigenaar stelde nalatigheid gemeente.
Rechtsvraag:
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
De vordering was niet toelaatbaar, omdat geen sprake was van nalatigheid in een burgerlijkrechterlijke verplichting. LES: Niet-ontvankelijkheid, ging over bevoegdheid. Onderhouden van waterwegen is publiekrecht.
HR 21 april 1898, W. 7116; Gst. 2436 (Rhedense koe)
Onderwerp: De bevoegdheid van de burgerlijke rechter (fundamentum petenti-leer) = 1eopvatting
Casus
Doodschieten, verbranden en begraven van een ontsnapte koe in opdracht van de burgemeester als hoofd van de politie.
Rechtsvraag
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
De Hoge Raad zei de vordering dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. Optreden van de burgemeester kan uitsluitend aan het publiekrecht kan worden getoetst.
LES: Handeling op basis van het publiekrecht, de verhouding was overheid-burger. Gekeken naar de rechtsverhouding.
HR 31 december 1915, NJ 1916, 407 (Guldemond/Noordwijkerhout)
Onderwerp: De bevoegdheid van de burgerlijke rechter (objectum litis-leer) = 2eopvatting
Casus
Guldemond was een bloemist en werd eigenaar van percelen bos in de gemeente Noordwijkerhout. Door deze gronden groef hij een brede vaargeul die een openbaar voetpad doorkruiste. De gemeente deed hier eerst niets tegen, later wel door vulling van de vaargeul. Gemeente beriep zich op de publiekrechtelijke taak omtrent het onderhoud van de openbare weg.
Rechtsvraag
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
De Hoge Raad achtte de burgerlijke rechter bevoegd, want het materieelrechtelijke karakter van het geschil werd niet doorslaggevend geacht. De Hoge Raad baseerde zich op de bedoeling van art. 165 Gw. Het artikel heeft niet ten doel verschil te maken tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke geschillen. De bevoegdheid van de rechtsingang is afhankelijk van het voorwerp van geschil en dit houdt in het recht waarin de aanlegger vraagt te worden beschermd en niet de aard van de rechtsverhouding waarop verweerder zijn verweer grond.
LES: In arrest Guldemond-Noordwijkerhout de reikwijdte van haar bevoegdheid bepaalt. Bij deze zaken is de civiele rechter bevoegd. De reden waarom is omdat de eiser vraagt beschermt te worden in een civielrechtelijke kwestie. ànieuwe opvatting!
HR 18 augustus 1944, NJ 1944/45, 598 (Alkmaar/Noord-Holland)
Onderwerp: De bevoegdheid van de burgerlijke rechter (objectum litis-leer) = 2eopvatting
Casus
Er was een geschil tussen provincie en gemeente over de levering van elektriciteit.
Rechtsvraag
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
Het recht waarin de aanlegger beschermd wilde worden en de aard door hen gestelde rechtsverhouding zijn doorslaggevend. De overheid als rechtspersoon, en geschillen tussen overheden onderling kunnen aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd. LES: bevestiging van Guldemond-Noordwijkerhout!
HR 22 februari 1957, NJ 1957, 310; AB 1957, 555 (Schel- en deuropeners- arrest)
Onderwerp: Blijvende of tijdelijke niet-ontvankelijkheid
Casus
Rechtsvraag
HR
Iedere bestuursrechtelijke rechtsgang is met voldoende waarborgen omkleed. Vroeger was dit niet het geval.
De niet-ontvankelijkheidsverklaring van de burgerlijke rechter kan blijvend of tijdelijk van aard zijn. Tijdelijk is bijvoorbeeld voorrang aan nog openstaande bestuursrechtelijke rechtsgang. Sommige bestuursrechtelijke rechtsgangen varen niet met voldoende waarborgen omkleed, dan is de burgerlijke rechter in beginsel bevoegd.
HR 9 november 1973, NJ1974, 91 m.nt. W.F.P. (Limmen/Houtkoop)
Onderwerp: Ontvankelijkheid en algemeen belang
Casus
Stellende dat verweerder een perceel, hetwelk volgens het bestemmingsplan een bestemming heeft ten dienste van landbouw en veehouderij, in strijd met die bestemming dreigt te gebruiken, vordert de gemeente in het onderhavige kort geding een verbod van zulk gebruik. De President heeft deze vordering toegewezen. In hoger beroep verklaarde het Hof de President en zichzelf onbevoegd van de vordering kennis te nemen.
Rechtsvraag
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
Het belang van de gemeente bij de handhaving van haar publiekrechtelijke voorschriften geen belang was die de onrechtmatige daad beoogd te beschermen. Welke belangen beschermd het artikel omtrent de onrechtmatige daad dan wel? Het enkele feit dat verweerder zich zal schuldig maken aan de door de gemeente verwachte overtreding betekent niet dat verweerders onrechtmatige gedraging alsdan zal kunnen worden beschouwd als een tegenover de gemeente gepleegde onrechtmatige daad.
HR 17 juni 1986, AB 1987, 173 m.nt. FHvdB (De Nieuwe Meer)
Onderwerp: Ontvankelijkheid en algemeen belang
Casus
Algemeen belang actie tegen de overheid ter voorkoming van de illegale storting van bagger.
Rechtsvraag
Is de burgerlijke rechter bevoegd?
HR
De HR accepteerde dat de gebundelde belangen van burgers onder de bescherming van het artikel over de onrechtmatige daad kan vallen.
HR 28 februari 1992, NJ1992, 687 (Changoe/Staat)
Onderwerp: Bevoegdheid burgerlijke rechter bij ambtenarenrecht
Casus
Changoe wordt ontslagen en gaat hiertegen in beroep. In beroep wordt zijn ontslag ingetrokken maar zijn verzoek tot schadevergoeding wordt afgewezen.
Rechtsvraag
Is de civiele rechter bevoegd tot behandeling van de schadevergoedingsvordering van Changoe? En is hij ontvankelijk?
HR
De burgerlijke rechter is bevoegd in ambtenarenrecht. Dit heeft erg lang geduurd voordat de civiele rechter bevoegd was om in deze zaken te oordelen.
LES: ontvankelijkheidsvraagstuk omtrent de civiele rechter behandeld. Als administratieverechter bevoegd is doet dit niet af van de bevoegdheid van de burgerlijke rechter. De weg moet omkleed zijn met voldoende waarborgen (rechtsbescherming). Voldoende belang.
Publiek domein, gewoon eigendom? Les 5
HR 17 januari 1941, NJ 1941, 644 m.nt. P. Scholten (Parlevinker)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
Man wilde met twee boten producten verkopen, hiervoor was een vergunning vereist op grond van de wet. De vergunning werd verleend, alleen de overheid maakte ook gebruik van haar privaatrechtelijke bevoegdheden want het Parlevinker werd afhankelijk gesteld van een overheidsinstantie. Hierdoor moest de man overeenkomsten sluiten met de overheid en hierdoor vergoedingen betalingen.
Rechtsvraag
Kan de overheid gebruik maken van haar privaatrechtelijke bevoegdheid?
HR:
Overheid mocht gebruik van de privaatrechtelijke weg om het te reguleren, het feit dat de publiekrechtelijke regulering aanwezig was stond niet aan de privaatrechtelijke weg in de weg. Geen sprake van exclusiviteit van het publiekrecht, geen sprake van misbruik.
HR 28 april 1961, NJ1961, 433 (Gorsselse bomen)
Onderwerp: Begrenzing van privaatrechtelijke bevoegdheden van burgers
Casus
Bomen stonden binnen twee meter van de erfgrens, bewoners wilden deze weg.
HR
Een burger wiens perceel grond grenst aan de openbare weg kan zich onder omstandigheden niet met succes verzetten tegen de overheid binnen een afstand van twee meter geplante bomen, ook al veroorzaken deze overlast. Door bijvoorbeeld het doel verkeersveiligheid.
HR 19 januari 1962, NJ 1962, 151 m.nt. JHB (Staat/Huizen)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
Er werd ongezuiverd rioolwater in het IJsselmeer geloosd.
Rechtsvraag
Mag de staat zich als eigenaar van het IJsselmeer zich verzetten tegen het lozen van ongezuiverd rioolwater?
Hoge Raad
De Hoge Raad vond het prima. De staat is privaatrechtelijke eigenaar van het IJsselmeer, vanuit die hoedanigheid kon het bijzonder gebruik van het privaatrecht op basis van een belangenafweging worden gereguleerd. De publiekrechtelijke weg was niet vereist. De uitoefening van de privaatrechtelijke bevoegdheden wordt getoetst via marginale toetsing. Overheid-overheid, dit kan alleen bij de gemene rechtsleer. Doordat overheid ziet zelf privaatrechtelijk handelen, onderdelen van de staat spreken elkaar aan. Lijkt op Windmill, maar hier wordt niet gekeken naar doorkruising maar naar de Staat die als eigenaar optreedt en de gemeente aanspreekt.
HR 2 februari 1966, NJ 1966, 415 (Hoogeloon)
Onderwerp: Hoogtepunt van de tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
De gemeente wilde langs privaatrechtelijke weg kosten verhalen voor het bouwrijp maken van gronden. Voor het uitwegen op de openbare weg was privaatrechtelijke toestemming van de gemeente vereist. Toestemming pas verleend na betaling van een geldsom. Uitweg-vergunning.
Rechtsvraag
Mag de overheid via zo’n constructie via de privaatrechtelijke weg gebruik maken?
Hoge Raad
De constructie is niet in strijd met de wegenwet, de rechthebbende en onderhoudsplichtige hebben al het verkeer over de weg te dulden. De gemeente mag privaatrechtelijke toestemming eisen.
MAAR bij Hees/van der Akker is van deze leer afgeweken (doorkruisingsleer).
HR 19 januari 1968, NJ 1968, 166 (Eindhoven/Staals)
Onderwerp: De tweewegenleer/bijzonder gebruik van het publieke domein.
Casus
De NV Staals wilde een benzinepomp op richten, hiervoor was een publiekrechtelijke vergunning nodig. Het oprichten van een pomp is bijzonder gebruik van de openbare weg. De gemeente wilde alleen meewerken op voorwaarde dat Staals met haar een huurovereenkomst zou sluiten. De gemeente wilde dit vanwege inkomsten.
Rechtsvraag
Is het bedingen van een privaatrechtelijke vergoeding verenigbaar met het heffingenstelsel van de gemeentewet?
Hoge Raad
Dit was geen probleem. Staals had de weg van de overeenkomst bewandelt, er was geen sprake van een eenzijdige heffing. Bij bijzonder gebruik mag gebruik worden gemaakt van de privaatrechtelijke weg door bijvoorbeeld privaatrechtelijke overeenkomsten te sluiten.
HR 16 mei 1986, NJ1986, 723 (Heesch/Van den Akker)
Onderwerp: functioneel gebonden bijzonder gebruik
Casus
Van den Akker wilde een bouwvergunning voor een rundvleesstal, deze werd niet verleend tot een financiële vergoeding werd betaald in verband met het uitwegvergunningsstelsel. Raad van State stelt dat uitwegvergunningsstelsel in strijd is met art. 14 Wegenwet.
HR
De HR volgt de benadering van de bestuursrechter, het bijzonder functioneel gebruik van de weg mocht gelet op de van toepassing zijnde publiekrechtelijke wetgeving niet afhankelijk worden gesteld van financiële vergoedingen. Het uitwegvergunningsstelsel is in strijd met de wegenwet.
LES: onderscheid functioneel bijzonder gebruiken en niet-functioneel gebonden gebruik. Het uitwegen is zo nauw verbonden met het algemene gebruik, is als jij dat gebruik wilt beperken kan dit alleen via het publiekrecht. Als je dit via het privaatrecht doet handel je in strijd met het publiekrecht.
HR 26 januari 1990, AB 1990, 408 m.nt. G.P. Kleijn (Windmill)
Onderwerp: De doorkruisingsleer
Casus
(De tweewegenleer wordt ingesnoerd door de doorkruisingsleer.)
Bedrijf Windmill loosde afval op de nieuwe water weg op grond van vergunningen. De Staat was eigenaar van de openbare waterweg en verlangde naast de publiekrechtelijke vergunning, een privaatrechtelijke vergunning. De privaatrechtelijke vergunning was afhankelijk van een vergoeding. De Staat wilde het privaatrechtelijk eigendom gebruiken voor het heffen van vergoedingen.
Rechtsvraag
Kon de overheid gebruik maken van het privaatrecht?
Hoge Raad
Kritische cassatierechter: langs de publiekrechtelijke weg konden ook heffingen worden verleend, dus publiekrecht kon worden gebruikt voor hetzelfde beoogde doel. Daarom stond de privaatrechtelijke weg niet open. De Hoge Raad stelt dat overheid wel mag gebruik maken van privaatrechtelijke bevoegdheden voor publieke doeleinden, alleen het belangrijke is dat een beperking werd gesteld aan het gebruik van de privaatrechtelijke weg. Er staat niet in het publiekrecht vermeld dat je geen gebruik mag maken van het privaatrecht, maar wel kijken of je door het gebruik van het privaatrecht het publiekrecht doorkruist (=doorkruisingsleer). Om dit in te vullen moet gekeken worden naar de inhoud en strekking van de regeling via de geschiedenis en mate waarop en waarin de belangen van de burgers zijn beschermd en ongeschreven regels van publiekrecht. Kijk of de overheid gebruik mag maken via het publiekrecht voor een vergelijkbaar resultaat, als dit het geval is is dit een aanwijzing.
HR 5 juni 1992, NJ 1992, 539 (Spanish Water Resort/Van der Vlies)
Onderwerp: Publiek domein
Casus
HR
De Hoge Raad heeft de verkeersfunctie van de waterweg gebonden aan het vaarwater en niet aan de bodem. Het functionele concept vaarwater is niet te duiden maar het kan tot het publiek domein worden gerekend. Het exploiteren van een plezierboot valt onder bijzonder functioneel gebruik.
ABRvS 27 april 2011, Gst. 2011, 82 (Ubberegen)
Intrekking jaarlijkse bijdrage en terugvordering van het reeds uitbetaalde bedrag.
Terugvorderingsbeslissing is — evenals intrekkingsbeslissing — besluit ex art. 1:3 Awb, óók indien deze niet op uitdrukkelijk daartoe strekkende wettelijke bevoegdheid is gebaseerd.
Taakafbakening tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter.
Herstel administratieve misslag.
Les 6: overeenkomsten met de overheid
Landsmeer
Casus: bevoegdhedenovereenkomst tussen gemeente Landsmeer en Amsterdamse droogdok maatschappij (ADM). Door inspanningen ADM konden er in de gemeente nieuwe woningen worden gerealiseerd. Bedrijf had hier belang bij in kader van huisvesting pesoneel. Werden 50 woningen gerealiseerd, met als voorwaarde dat deze enkel voor de personleesleden bedoeld zouden zijn, gemeente mocht ze niet voor niet-personeel vorderen. Er waren onvoorziene omstandigheden, namelijk de reductie van toewijzing van de regering voor bouwwoningen. Hierdoor genoodzaakt beleid aan te passen en hiermee niet meer aan de overeenkomst kunnen voldoen. De gemeente wilde meneer die exwerknemer is niet uitzetten want er zijn te weinig woonruimten.
Rechtsvraag: Kan de gemeente zich beroepen op onvoorziene omstandigheden in geval van een overeenkomst?
HR: Marginale toetsing door de rechter ten aanzien van het besluit tot afwijking van de overeenkomst vanwege onvoorziene omstandigheden, dit kan. Ook toetsing aan ABBB.
Staat/Grosheide
Casus: Er was een voorschrift uitgevaardigd dat in strijd was met hogere regelgeving. Aan NV zijn voorlopige en definitieve aanslagen opgelegd, in verontreiningingsheffing horende bij uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren. Verzocht om vaststelling van gelden om een correctiefactor, dit werd afgewezen. Maar inmiddels al wel betaald. Overheid had verkeerde interpretatie, maar overheid kan geen beroep doen op dwaling van het recht. regeling was strijdig met hogere regeling àschuld vast en is hiervoor aansprakelijk.
DUS: Eerst betaalt maar dat was op basis van onrechtmatige wetgeving, hiervoor later een fiscaal compromis maar hierdoor wel schade geleden in de vorm van rente, dus daarna nieuw beroep via Onrechtmatige Daad.
HR: rechtsdwaling overheid komt voor haar eigen risico, sprake van strijd met hogere regeling en toch uitvoering van die regel vergt, maakt dit onrechtmatig, schuld speelt kleine rol. \
Amsterdam/Ikon
Casus: beleidsovereenkomst via erfpachtsovk met de overheid, hij mocht iets niet wat de anderen wel mochten. Beroep op gelijkheidsbeginsel.
HR: Ook bij privaatrechtelijk handelen gelden de ABBB.
Nieuwegein/GCN:
casus: de gemeente Nieuwegein was toegetreden tot een bestaande gemeenschappelijke regeling waarbij in het verleden het GCN (gasbedrijf) was opgericht. Bij de toetreding werd zij verplicht tot gasafname. GCN ontwierp ook een leidingnet voor ze. Maar: na enige jaren wilde de gemeente op gebied van energie een nieuw beleid voeren nieuwe gemeenscchappelijke regeling, Stamin in het leven geroepen. Gemeente wilde afspraken met GCN beëindigen.
(twee arresten: een vordering schadevergoeding de ander nakoming)
1ewas over schadevergoeding: Bevoegdhedenovk tussen twee overheden omtrent levering van gas.
2ewas over nakoming:
Rechtsvraag:
Kunnen de gewijzigde inzichten van de gemeente mbt op energiebeleid, als onvoorziene omstandigheden in de zin van art 6:258 worden aangemerkt, waarbij de wederpartij naar maatstaven r&b niet een instandhouding van de ovk mocht verwachten?
HR:
Situaties van onvoorziene omstandigheden zijn denkbaar, er moet geletten worden op:
-de aard van de ovk
-de aard van de betrokken overheidstaak
-de aard en het gewicht van de maatschappelijke belangen die met de beleidswijziging zijn gediend
strikte voorwaarden
* Geen marginale toetsing als sprake is van twee overheidslichamen.
Staat/Bolsius
Casus: Bolsius ging op basis van onjuiste informatie verschaft door twee ambtenaren er vanuit dat hij in aanmerking kwam voor een financiële tegemoetkoming krachtens de BRV (Bijdrageregeling Verplaatsingskosten) .directeur van dienst was echter afwijzend. Vordert schadevergoeding van de Staat
Dus onjuiste toezegging.
Rechtsvraag: kan hij via civiele rechter schadevergoeding vorderen?
HR: De burger die meent het slachtoffer te zijn geworden van onjuiste, hem van overheidswege verstrekte inlichtingen, kan in het onderhavige geval langs twee wegen regres zoeken. Hij kan bij de bestuursrechter beroep instellen tegen de beschikking. Hij kan ook, uitgaande van de rechtsgeldigheid van de beschikking, bij de burgerlijke rechter op de voet van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 1401 van het oude Burgerlijk Wetboek) schadevergoeding vorderen op grond van aan die beschikking voorafgaand optreden, waarvoor de overheid aansprakelijk is.
Fiscaal compromis
De burgerlijke rechter zal bij een fiscaal compromis, eiser niet-ontvankelijk moeten verklaren indien er nog een bestuursrechtelijke voorziening openstaat of in de toekomst nog open zal staan + zal uitgaan rechtmatigheid besluit indien voorziening ongebruikt is gebleven. Fiscaal compromis is een appellabel besluit.
Burgerlijke rechter en bestuursrechter, welke is bevoegd bij overeenkomst over uitoefening van publieke bevoegdheid. Er was een contract waarbij fiscale transparantie met betrekking tot een trust werd afgesproken, dus voor belastingheffing bestaat deze niet. Ze wilden aandelen naar een Antilliaanse vennootschap brengen. Belastingdienst weigerde. HR behandelt ontvankelijkheidsvraag
HR; bij bevoegdhedenovereenkomst is alleen de bestuursrechter bevoegd om te oordelen over besluiten in de zin van de Awb.
Les 7 (onderdeel 6): Overeenkomsten met de overheid en overige verbintenissen
HR 11 december 1992, AB 1993, 301 m.nt. G.A. van der Veen (Vlissingse brandweerkosten)
Onderwerp: Kostenverhaal door de overheid op grond van zaakwaarneming.
Casus
De gemeente Vlissingen probeerde via het privaatrecht kosten te verhalen op een Turkse rederij. Het waren kosten ten behoeve van nabluswerkzaamheden door de brandweer.
Rechtsvraag; Kan de gemeente de kosten uit de uitoefening van een publieke taak verhalen langs privaatrechtelijke weg?
Hoge Raad
De Hoge Raad stelde de doorkruisingsleer. De gemeente had een publieke taak waarbij een publiekrechtelijke regelgeving (brandweerwet) openstond, dit afwegen tegen de privaatrechtelijke weg. De Brandweerwet kende geen kostenverhaalregeling dus geen doorkruising.
De Hoge Raad keek daarna naar de wetsgeschiedenis, kosten vanwege inzetten van de brandweer was door de wetgever uitgesloten. De brandweerzorg is een kerntaak van de overheid. Doorkruisingsproblematiek!
HR 11 oktober 1996, AB 1997 123 m.nt. ThGD (Wernsen/Amsterdam)
Onderwerp: Kostenverhaal door de overheid op grond van zaakwaarneming.
Casus
Handelen van de gemeente Amsterdam wat zag op het verwijderen en opslaan van een boedel, kon door iedere burger zijn verricht. Echter handelde de gemeente op grond van een publiekrechtelijke regeling op grond van de openbare orde. Meneer had namelijk huurachterstanden, het pand werd ontruimd en de gemeente ontfermde zich over de inboedel in haar loods. De loods brandde af voordat de eigenaar zijn spullen terug had. Wernsen startte een procedure op grond van onzorgvuldige zaakwaarneming.
Rechtsvraag: Mocht de gemeente in verband met het verhaal van transportkosten beroepen haar retentierecht?
Hoge Raad
De doorkruisingsproblematiek werd behandeld. Als de gemeente de boedel via politiedwang had veiliggesteld, was er een publiekrechtelijke weg voor kostenverhaal mogelijk via dwangbevel.
De Hoge Raad stelde dat kosten konden worden verhaald op grond van zaakwaarneming, de publiekrechtelijke weg die aanwezig was werd niet gezien als exclusief.
HR 25 oktober 1991, NJ 1992, 299 m.nt. JBMV (Cornelissen/Groningen)
Onderwerp: Algemene toepasbaarheid art. 6:203 BW
Casus
Er was sprake van een terugvordering door de overheid van een bij vergissing betaalde bijstandsgelden. De overheid wilde dit via het BW terugvorderen op grond van onverschuldigde betaling.
Rechtsvraag: Kan de gemeente de bijstandsuitkering dat Cornelissen te veel heft ontvangen o.g.v. OB terugvorderen?
Hoge Raad
Art. 6:203 BW (destijds oud artikel 1395 BW) geeft uitdrukking aan het rechtsbeginsel dat voor het gehele recht geldt. Dus ook voor betalingen van publiekrechtelijke aard, tenzij uit publiekrecht anders voortvloeit.
De eisen van redelijkheid en billijkheid worden nader ingevuld door de ABBB (vertrouwensbeginsel in casu), deze kunnen zich verzetten tegen een toewijsbaarheid van de terugvordering van een vordering.
Er was geen publiekrechtelijke weg, alleen een privaatrechtelijke weg dus gemengde rechtsleer + ingekleurd door abbb.
ABRvS 21 oktober 1996, AB 1996, 496 m.nt. NV (Nanne) (hebben we al)
Teveel ontvangen subsidie, beschikking tot subsidie is ingetrokken.
Is het terugvorderingsbeslissing een besluit? En kan deze in het publiekrecht worden teruggevorderd zonder dat een rechtsgrond bestaat?
Terugvorderingsbesluiten zijn gericht op een rechtsgevolg, ontleent aan het rechtsbeginsel van onverschuldigde betaling waarbij terugvordering mogelijk is. Dit is een rechtsbeginsel van bestuurlijke aard, wanneer de werking doet zich gevoelen in door het bestuursrecht beheerste verhoudingen.
Afdeling baseert de bevoegdheid tot terugvorderingsbesluit niet op het BW maar op het ongeschreven recht.
Invullende rechtsleer.
Er was geen publiekrechtelijke weg, alleen een privaatrechtelijke weg.
Een weg open maar een besluit geconstrueerd.
Paul krugerbrug:
Casus: Overheid had aan een aannemer een vergunning verleend tot de bouw van een brug, ze hadden hierbij gesteld dat een scheepswerf compensatie van de aannemer moest krijgen van de aannemer. Maar was niet aangegeven hoe hoog of de wijze waarop de compensatie moest worden berekend.
Rechtsregel 1: Geen inzicht geven in de hoogte van de compensatie is onevenredig tegenover benadeelden, evenredigheid kan met zich meebrengen dat vooraf compensatie wordt aangeboden.
Rechtsregel 2; Bedrag was vastgesteld, maar de scheepswerf was het er niet mee eens.
Onzuiver schadebesluit, in het kader van het genomen besluit of iemand recht heeft op compensatie aan de hand van de evenredigheidstoets.
Van Wijk benzinestations
Casus: benzinestation wilde compensatie want schiphol ging uitbreiden, aanwijzingsbesluit hiertoe gaf hierover een mogelijkheid tot nadeelcompensatie.
Rechtsregel: aanwijzingsbesluit werd gezien als beleidsregel en dus bestuursrechter was bevoegd in kader beleidsregels inzake nadeelcompensatie. Het is een buitenwettelijke nadeelcompensatie vanwege het besluit niet een wettelijke basis heeft, inkleuring van egalite.
Gedoogzone Heerlen
Casus: Gemeente Heerlen had een gedoogdzone aangewezen, ten tijde van het besluit dat nog niet onherroepelijk was geworden had ene mannetje zijn huis verkocht. Huis in waarde verminderd doordat prostituiegebied werd aangewezen, dus wilde compensatie op grond van bepaling uit Wro. Gemeente zei nee, want kan alleen ten aanzien van onherroepelijke besluiten. Geen wettelijke grondslag voor schadevergoeding.
Rechtsregel: De wettelijke regeling sluit niet uit dat je op grond van het egalite als zelfstandig rechtsgrondslag als compensatie alsnog recht op compensatie hebt, egalite moet onderscheiden worden van evenredigheidsbeginsel. Egalite is dus zelfstandige grondslag.
Drank- en Horecawetsvergunning Woensdrecht
Casus: Er was een vrouw die woonde naast een gemeenschapshuis en daar kwam een nieuwe eigenaar in, die kreeg precies dezelfde drank- en horecavergunning als de vorige eigenaar. En toen stelde zij dat ze waardeverlies van de woning heeft, want gemeenschapshuis wordt intensiever gebruikt (meer geluidsoverlast etc).
Rechtsregel: Causaliteit ontbreekt, inhoud vergunning wijkt niet af van de vorige vergunning. Bovendien kunnen er geen voorschriften worden gemaakt ten aanzien van geluidsoverlast. Dus causaliteit is voorwaarde voor het verkrijgen van nadeelcompensatie in het kader van rechtmatig overheidshandelen.
Leffers
Casus: Leffer had zijn varkersboerderij ingericht op Swill (soort slachtafval) dat importeerde hij uit Afrika, maar toen brak de varkenspest in dat land uit. Minister trof ministeriele regeling met importverbod op dat slachtafval, hierdoor ging Leffers failliet.
Rechtsregel: HR zei de ministeriele regelgeving is in overeenstemming met de wet (rechtmatig), maar tegenover Leffers is het onrechtmatig omdat van te voren geen vergoeding is aangeboden. En egalite beginsel meegenomen, want abnormale en speciale last. Hij werd zwaarder getroffen dan anderen.
Logister/Staat
Casus: terrein gekocht naast slapend militair vliegveld om een camping te exploiteren. Na dertig jaar werd vliegbasis weer in gebruik genomen zonder dat Logister nadeelcompensatie kreeg.
Rechtsregel: Ten tijde van de koop wist je dat het vliegveld er zat, je had moeten uitzoeken of hij weer in gebruik genomen kon worden ànagelaten, dus eigen risico. En zelf maatregelen treffen ter beperking van de schade.
Loosdrechtste botenhuis
Casus: Botenhuis werd afgebroken omdat die in strijd stond met de verordening, maar toen hebben ze die niet verplaatst maar afgebroken en versnipperd terwijl die paar meter verderop wel geldig stond. Kosten in rekening gebracht bij de eigenaar.
Rechtsregel: Onrechtmatige overheidsdaad omdat handhaving te ver ging. Ze hadden moeten verplaatsen en dat in rekening brengen.
Pocketbooks II
Casus: Twee NV maken plannen om pocketbooks te verkopen bij kruideniers, beschikking van minister dat het verboden is om boeken te kopen zonder vergunning. Toen zeiden de mannen de lagere regelgeving is in strijd met 7 Gw
Rechtsregel: lagere wetgeving in materiele zin kun je toetsen met de grondwet, als het in strijd is dan levert het een onrechtmatige overheidsdaad op. En dan schadevergoeding mogelijk.
Staat/LSV
Casus; Er is een prijzenbeschikking uitgevaardigd in strijd met de prijzenwet, artsen stellen een beroep hiertegen door te zeggen dat het onrechtmatig is. Kan de rechter een avv buiten werking stellen?
Rechtsregel: Avv kan buiten werking worden gesteld als deze onmiskenbaar onverbindend is, indien deze avv toch wordt uitgevoerd trias politica.
Landbouwvliegers
Casus; Staatssecretaris van Landbouw en Visserij heeft een nieuwe beschikking uitgevaardigd waarin nieuwe regels voor sproeivliegtuigen zijn opgenomen.
§Belangenorganisaties ‘Landbouwvliegers’ bestrijden in rechte de amvb en de daarop gebaseerde min. reg., o.g.v. schenden van het verbod van willekeur m.n. het motiverings- en het zorgvuldigheidsbeginsel.
Rechtsregel: lagere wetgeving kan aan algemene beginselen worden getoetst en uitsluitend via de sluis van willekeur onverbindend worden verklaard.
Harmonisatiewet
Casus: zou leiden tot hogere collegeld en beperking studiefinanciering bepaalde groep studenten. Harmonisatiewet is een wet in formele zin. Studenten zeiden dat de harmonisatiewet in strijd zou zijn met art. 43 Statuut + ongeschreven rechtsbeginselen.
Rechtsregel: Wet in formele zin kan niet worden getoetst aan het statuut, want toetsingsverbod.
Staat/Bolsius
Casus: onjuiste inlichting door ambtenaren wordt gezien als feitelijke overheidshandeling, onder categorie toezegging. Er is recht op schadevergoeding vanwege onjuiste inlichtingen, namelijk een onrechtmatige daad.
Bussluis
Casus: taxi chauffeur rijdt in Diemen waar hij niet bekend is, hij rijdt met zijn taxi door een bussluis. En dan heeft hij schade aan zijn auto. Maar er stond wel een bord.
Rechtsregel: De gemeente is als wegbeheerder aansprakelijk als zij de openbare weg zo inricht dat deze zonder beveiligingsmaatregelen een gevaar oplevert. Echter stond heir een bord en dat was voldoende maatregel.
ZOAB
Casus: Vrouw valt met fiets op gladde brug, gemeente had borden geplaatst met pas op glad wegdek.
Rechtsregel: Voldoende maatregelen dus geen onrechtmatige overheidsdaad.
Duwbak Linda:
Casus;
Duwbak Linda had keuringscertificaat en goedgekeurd, uiteindelijk zonk die want bodem was door geroesd en bracht hiermee schade aan andere vaartuigen. Schade mannetje sprak overheid aan vanwege certificaat en niet de eigenaar van de duwbak, dus in kader van onbehoorlijk toezicht.
Rechtsregel: Strekking naar wetelijke goedkeuringsregels, deze strekken enkel tot veiligheid van algemene zin en niet tot vergoeding van individuele schade van derden. Dus veiligheid in algemene zin. Bovendien draagt de eigenaar de primaire verantwoordelijkheid voor de deugdelijkheid van een vaartuig.
Kuijpers/Valkenswaard
Casus: Er zijn inlichtingen gedaan door de gemeente in het kader van een revisievergunning, in het kader van de Hinderwet voor ammoniak-emmissie. Uitbreiden van varkensboerderij. Ammoniak rechten overkopen.
Rechtsregel: De gedane inlichtingen door de gemeente hingen samen met de verlening van de vergunning dus hangt samen met de formele rechtskracht.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1803 |
Add new contribution