Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

De broers Jan, Piet en Kees van der Grinten zijn de drie vennoten in de openbare vennootschap Schildersbedrijf Van der Grinten. De drie vennoten hebben afgesproken dat Kees alleen met Jan of Piet samen overeenkomsten boven 2.500 euro namens de vennootschap aan mag gaan. Ze hebben die beperking bovendien ingeschreven in het handelsregister. In strijd met de ingeschreven beperking koopt Kees een bedrijfsauto van 10.000 euro namens de vennootschap. Wat is juist?

  1. Iedere vennoot in een openbare vennootschap is bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen, dus de beperking in het handelsregister kan niet aan Kees worden tegengeworpen;
  2. De vennootschap is aan de koop gebonden, want de onderlinge afspraken tussen vennoten in een openbare vennootschap hebben alleen interne werking;
  3. De beperking in de vertegenwoordigingsbevoegdheid van Kees heeft door de inschrijving in het handelsregister externe werking, dus de vennootschap is niet gebonden aan de koop;
  4. Door het afgescheiden vermogen kan Kees door de verkoper van de bedrijfsauto tot niet meer dan zijn inbreng in de vennootschap worden aangesproken.

Vraag 2

Welke van de onderstaande vennootschappen dient meer dan één aandeelhouder c.q. vennoot te hebben:

  1. De besloten vennootschap;
  2. De naamloze vennootschap;
  3. De structuurvennootschap;
  4. De openbare vennootschap.

Vraag 3

De benoeming van een bestuurder van een besloten vennootschap waarop de structuurregeling niet van toepassing is:

  1. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering;
  2. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en houdt per definitie in dat met de bedoelde bestuurder een arbeidsovereenkomst tot stand komt;
  3. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en geldt altijd voor een duur van 4 jaar (met de mogelijkheid van herbenoeming);
  4. Laat de wet over aan de statuten.

Vraag 4

De huidige wettelijke regeling van de besloten vennootschap bepaalt dat iedere aandeelhouder in de algemene vergadering ten minste één stem heeft, en dat een aandeelhouder niet geheel kan worden uitgesloten van het delen in de winst. Welke stelling is juist met betrekking tot de toekomstige regeling van de zogenoemde flex-BV (wetsvoorstel 31 058 tot vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht)?

  1. De genoemde regelingen over het stemrecht en over het recht op het delen in de winst blijven ongewijzigd;
  2. Een flex-BV kan zowel stemrechtloze aandelen als winstrechtloze aandelen hebben;
  3. Een flex-BV kan wel stemrechtloze aandelen hebben maar kan geen winstrechtloze aandelen hebben;
  4. Een flex-BV kan geen stemrechtloze aandelen hebben maar kan wel winstrechtloze aandelen hebben

Vraag 5

De wettelijke regeling van de naamloze vennootschap en van de besloten vennootschap bepaalt dat het bestuur en de raad van commissarissen aan de algemene vergadering van aandeelhouders alle door de algemene vergadering verlangde inlichtingen moeten verschaffen, tenzij een zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. Deze regeling moet op grond van de uitspraak van de Hoge Raad van 9 juli 2010, JOR 2010/228 inzake ASMI zo worden uitgelegd dat:

  1. Iedere aandeelhouder voorts in de algemene vergadering zelfstandig het recht heeft vragen te stellen die de vennootschap dient te beantwoorden, en ook buiten de algemene vergadering recht heeft op het verstrekken van afzonderlijk verlangde informatie;
  2. Iedere aandeelhouder voorts in de algemene vergadering zelfstandig het recht heeft vragen te stellen die de vennootschap dient te beantwoorden, maar buiten de algemene vergadering geen recht heeft op het verstrekken van afzonderlijk verlangde informatie;
  3. Een individuele aandeelhouder in de algemene vergadering niet zelfstandig het recht heeft vragen te stellen die de vennootschap dient te beantwoorden, maar buiten de algemene vergadering wel recht heeft op het verstrekken van afzonderlijk verlangde informatie;
  4. Een individuele aandeelhouder in de algemene vergadering niet zelfstandig het recht heeft vragen te stellen die de vennootschap dient te beantwoorden, en buiten de algemene vergadering evenmin recht heeft op het verstrekken van afzonderlijk verlangde informatie.

Vraag 6

Bij een beroep op uitsluitend artikel 2:248 lid 1 BW (bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement) dient de curator aan te tonen dat:

  1. Het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en dat aan de aangesproken bestuurder een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt;
  2. Het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en dat het aannemelijk is dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement;
  3. Het bestuur zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit artikel 2:10 of 2:394 BW;
  4. Geen van de bovenstaande alternatieven is juist.

Vraag 7

Het Beklamel-arrest van de Hoge Raad (6 oktober 1989, NJ 1990, 286) heeft betrekking op:

  1. Interne bestuurdersaansprakelijkheid;
  2. Externe bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad;
  3. Externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover de failliete boedel op grond van art. 2:138/248 BW;
  4. Bestuurdersaansprakelijkheid op grond van vereenzelviging.

Vraag 8

De statuten van de naamloze vennootschap A NV bevatten de volgende twee bepalingen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bestuurders van A NV:

(1) Het bestuurslid dat belast is met ‘interne controle en risicomanagement’ is niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;

(2) Het bestuurslid dat belast is met ‘acquisitie’ mag de vennootschap niet vertegenwoordigen bij transacties waarmee meer dan 250.000 euro is gemoeid.

Deze bepalingen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid zijn tevens in het handelsregister gepubliceerd, met naamsvermelding van de bestuurders die belast zijn met ‘interne controle en risicomanagement’ en ‘acquisitie’.

Welke alternatief is juist?

  1. Zowel de bepaling onder (1) als de bepaling onder (2) heeft de in art. 2:130 BW bedoelde externe werking;
  2. De bepaling onder (1) heeft wel, en de bepaling onder (2) heeft niet de in art. 2: 130 BW bedoelde externe werking;
  3. De bepaling onder (1) heeft niet, en de bepaling onder (2) heeft wel de in art. 2:130 BW bedoelde externe werking;
  4. Noch de bepaling onder (1) noch de bepaling onder (2) heeft de in art. 2:130 BW bedoelde externe werking.

Vraag 9

In een enquêteprocedure kan de Ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam:

  1. Alleen een onmiddellijke voorziening treffen als er sprake is van onbehoorlijk bestuur;
  2. Een enquête instellen naar het beleid en de gang van zaken van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid;
  3. Bij gebleken wanbeleid op verzoek van onder meer de oorspronkelijke verzoekers de voorzieningen als bedoeld in artikel 2:356 BW treffen;
  4. Op verzoek van de aandeelhouders van een coöperatie de bestuurders van die coöperatie ontslaan.

Vraag 10

Een motief van de wetgever om de structuurregeling in te voeren was de introductie van ‘organieke’ medezeggenschap. Onder ‘organieke’ medezeggenschap in de structuurregeling wordt verstaan:

  1. De invloed van de ondernemingsraad op de besluitvorming door de raad van commissarissen via het goedkeuren van besluiten van de raad van commissarissen;
  2. De invloed van de ondernemingsraad op de benoeming van de commissarissen en de samenstelling van de raad van commissarissen;
  3. De invloed van de raad van commissarissen op de besluitvorming door het bestuur via het goedkeuren van bestuursbesluiten;
  4. De invloed van de raad van commissarissen op de benoeming van de bestuurders en de samenstelling van het bestuur.

Vraag 11

Voor NV A geldt de structuurregeling. Het bestuur van NV A besluit tot het verbreken van de duurzame samenwerking van de NV met een andere vennootschap, welke verbreking van ingrijpende betekenis is voor de NV. Het besluit van het bestuur behoeft de goedkeuring van:

  1. De algemene vergadering van aandeelhouders én de raad van commissarissen van NV A;
  2. Alleen de algemene vergadering van aandeelhouders van NV A;
  3. Alleen de raad van commissarissen van NV A;
  4. Geen van de bovenstaande alternatieven is juist.

Vraag 12

BV A houdt een onderneming in stand waarin 100 werknemers werkzaam zijn. Ten aanzien van een voorgenomen besluit van deze ondernemer tot vaststelling van een regeling op het gebied van het werkoverleg:

  1. Stelt de ondernemer de ondernemingsraad in de gelegenheid daarover advies uit te brengen;
  2. Is de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders van de BV vereist;
  3. Is de goedkeuring van de raad van commissarissen van de BV vereist;
  4. Is de instemming van de ondernemingsraad vereist.

Vraag 13

Bij zuivere splitsing houdt de:

  1. Splitsende rechtspersoon op te bestaan;
  2. Splitsende rechtspersoon niet op te bestaan;
  3. Wederpartij van de splitsende rechtspersoon op te bestaan;
  4. Verkrijgende rechtspersoon op te bestaan.

Vraag 14

Welke stelling is juist?

  1. Zowel bij een ‘bedrijfsfusie’ door verkoop als bij een juridische fusie vindt vermogensovergang plaats onder algemene titel aan de verkrijgende ondernemer respectievelijk de verkrijgende rechtspersoon;
  2. Bij een ‘bedrijfsfusie’ door verkoop vindt vermogensovergang plaats onder algemene titel aan de verkrijgende ondernemer, en bij een juridische fusie vindt overdracht plaats van individuele vermogensbestanddelen onder bijzondere titel aan de verkrijgende rechtspersoon;
  3. Bij een ‘bedrijfsfusie’ door verkoop vindt overdracht plaats van individuele vermogensbestanddelen onder bijzondere titel aan de verkrijgende ondernemer, en bij een juridische fusie vindt vermogensovergang plaats onder algemene titel aan de verkrijgende rechtspersoon;
  4. Zowel bij een ‘bedrijfsfusie’ door verkoop als bij een juridische fusie vindt overdracht plaats van individuele vermogensbestanddelen onder bijzondere titel aan de verkrijgende ondernemer respectievelijk de verkrijgende rechtspersoon.

Vraag 15

Wim bezit 4% van de aandelen in het kapitaal van X BV. De statuten van de vennootschap bevatten een aanbiedingsregeling. Wim wil zijn aandelen verkopen.

Welk alternatief is juist?

  1. Op grond van de statutaire aanbiedingsregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim verplicht om zijn aandelen te kopen, maar op grond van de wettelijke uitkoopregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim niet verplicht om zijn aandelen te kopen;
  2. Op grond van de wettelijke uitkoopregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim verplicht om zijn aandelen te kopen, maar op grond van de statutaire aanbiedingsregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim niet verplicht om zijn aandelen te kopen;
  3. Zowel op grond van de wettelijke uitkoopregeling als op grond van de statutaire aanbiedingsregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim verplicht om zijn aandelen te kopen;
  4. Noch op grond van de wettelijke uitkoopregeling, noch op grond van de statutaire aanbiedingsregeling zijn de medeaandeelhouders van Wim verplicht om zijn aandelen te kopen.

Over het onderdeel ‘intellectueel eigendomsrecht’

Vraag 16

Indien iemand het beeldmerk, bestaande uit de afbeelding van een koe, in de Benelux heeft laten inschrijven voor roomboter, maar dit teken vervolgens hier te lande gebruikt ter onderscheiding van margarine, welke merkenrechtelijke actie kan iedere belanghebbende dan met succes instellen?

  1. Zowel een nietigheidsactie als een vervalactie;
  2. Geen nietigheidsactie, maar wel een vervalactie;
  3. Wel een nietigheidsactie, maar geen vervalactie;
  4. Noch een nietigheidsactie, noch een vervalactie.

Vraag 17

Wat is rechtens indien een Nederlands octrooi ten onrechte aan een werknemer is verleend terwijl zijn werkgever daar recht op had?

  1. Tegen de betrokken werknemer kunnen slechts via het arbeidsrecht maatregelen worden genomen;
  2. Hieraan valt in het geheel niets te doen omdat de Rijksoctrooiwet 1995 van het systeem uitgaat dat na de verlening van het octrooi aan de werknemer diens positie in dit opzicht onaantastbaar is geworden;
  3. Het octrooi kan op vordering van de werkgever onder meer worden nietig verklaard;
  4. Het octrooi kan door de werkgever slechts worden opgeëist.

Vraag 18

Zeeman bezit een Nederlands en een Brits octrooi met betrekking tot een bepaald type energie besparende lampen. In Groot-Brittannië brengt zijn licentiehouder Spurs de lampen in het verkeer. In Spanje bezit Barberina een nationaal octrooi met betrekking tot dezelfde lampen. Barberina is juridisch en economisch onafhankelijk van Zeeman. Op zekere dag wordt Zeeman geconfronteerd met invoer in ons land door Aldi van twee partijen van de bewuste lampen: partij A heeft Aldi bij Spurs in Groot-Brittannië gekocht, partij B bij Barberina in Spanje.

Kan Zeeman zich met succes tegen deze invoer verzetten?

  1. Ja, zowel ten aanzien van partij A, als ten aanzien van partij B;
  2. Wel ten aanzien van partij A, maar niet ten aanzien van partij B;
  3. Niet ten aanzien van partij A, maar wel ten aanzien van partij B;
  4. Nee, noch ten aanzien van partij A, noch ten aanzien van partij B.

Vraag 19

Indien X een model vaatwasmachine heeft ontworpen en Y (die geen enkele relatie met X heeft) dit model zonder diens toestemming heeft gedeponeerd en heeft laten inschrijven, en aldus een Benelux-modelrecht heeft verkregen, kan X:

  1. Hiertegen niets ondernemen;
  2. Slechts het recht op het depot opeisen;
  3. Het recht op het depot opeisen of de nietigheid van de inschrijving van het depot inroepen;
  4. Hooguit een beroep doen op de status van voorgebruiker.

Vraag 20

Lees de onderstaande stellingen:

Stelling 1: Aan de octrooirechtelijke voorgebruiker staat het volgens de Rijksoctrooiwet 1995 vrij een onder deze wet beschermd voortbrengsel hier te lande in te voeren.

Stelling 2: Aan de modellenrechtelijke voorgebruiker staat het volgens het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom vrij een product dat onder dit verdrag beschermd is, in de Benelux in te voeren.

Welk alternatief is juist?

  1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist;
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist;
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist;
  4. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist.

Vraag 21

Andrea is houder van een Nederlands werkwijze-octrooi tot vervaardiging van de stof XYZ. Op zekere dag bemerkt hij dat een zekere Dante hier te lande XYZ verhandelt. Deze XYZ blijkt volgens de geoctrooieerde werkwijze in Italië te zijn vervaardigd en aldaar in het verkeer te zijn gebracht door Borrini. Borrini heeft met Andrea geen enkele juridische of economische band en heeft deze ook nooit gehad.

Welk alternatief is juist? Andrea kan de verhandeling van XYZ in ons land door Dante:

  1. Verbieden;
  2. Niet verbieden, nu de stof XYZ afkomstig blijkt uit een andere EU-lidstaat;
  3. Niet verbieden omdat het hier om een werkwijze-octrooi gaat;
  4. Slechts verbieden indien XYZ een nieuwe stof is.

Vraag 22

De "éénlijnsprestatie" is een begrip dat verbonden is met het al dan niet:

  1. Inbreuk maken op een octrooirecht;
  2. Inbreuk maken op een merkrecht;
  3. Inbreuk maken op een modelrecht;
  4. Handelen van een concurrent in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid.

Vraag 23

Volgens het in onze rechtspraak ontwikkelde criterium (Hyster Karry Krane, HR 26 juni 1953, NJ 1954, 90) is er sprake van ongeoorloofde nabootsing van het product van een concurrent wanneer een ondernemer:

  1. Het product van een concurrent nabootst en daardoor verwarring sticht;
  2. Het product van een concurrent nabootst en daarbij misbruik maakt van het iedereen toekomende recht voor zijn product de vorm te kiezen die hem goeddunkt;
  3. Het product van een concurrent nabootst onder categorische miskenning van de redelijkheid en billijkheid die – gelet op alle omstandigheden van het geval - in het maatschappelijk bedrijfsverkeer ten aanzien van een ander en diens product in acht moet worden genomen;
  4. Het product van een concurrent nabootst hoewel hij zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product afbreuk te doen op bepaalde punten evengoed een andere weg had kunnen inslaan, en door dit na te laten verwarring sticht.

Vraag 24

Lees de onderstaande stellingen:

Stelling 1: Voor collectieve dienstmerken gelden, behoudens bepaling van het tegendeel, dezelfde regelen als voor individuele dienstmerken.

Stelling 2: Wanneer de houder van een collectief merk dit merk ge­bruikt voor waren uit zijn eigen onderneming, kan het Openbaar Ministerie de nietigheid van de inschrijving van het merk inroepen.

Welk alternatief is juist?

  1. Stelling 1 is juist, stelling 2 is juist;
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist;
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist;
  4. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is onjuist.

Vraag 25

Welk alternatief is juist?

De zogenoemde thuiskopie-regeling heeft betrekking op:

  1. Thuis fotokopiëren;
  2. Het recht om thuis een reservekopie te maken van een computerprogramma;
  3. Thuis kopieën vervaardigen voor anderen;
  4. Blanco informatiedragers.

Open vragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Open vraag 1 (totale waarde vijf punten)

Op 1 mei 2011 wordt de jaarlijkse algemene vergadering van de naamloze vennootschap A NV gehouden. Op de agenda staan onder meer de volgende punten:

(1) Vaststelling van de jaarrekening over het boekjaar 2010, waarbij die vaststelling tevens decharge van de bestuurders en commissarissen voor het door hen in 2010 gevoerde beleid inhoudt.

(2) Beslissing over winstuitkering.

De door het bestuur van A NV opgemaakte jaarrekening laat het volgende beeld zien (alle getallen x 1.000.000 euro):

activa van de vennootschap:

passiva van de vennootschap:

 

 

 

 

totaal: 95

vreemd vermogen: 40

eigen vermogen, verdeeld in:

- geplaatst kapitaal: 50

- verplichte reserves: 10

- overige reserve (negatief): -5

 

Uit de winst- en verliesrekening van A NV over het boekjaar 2010 blijkt dat A NV in dat boekjaar een winst heeft gemaakt van 2.500.000 euro. Deze winst is reeds in de jaarrekening verwerkt. In de voorafgaande boekjaren had A NV steeds verlies geleden.

Deelvraag 1.1 (waarde twee punten)

Tijdens de algemene vergadering stemmen de aandeelhouders met een grote meerderheid vóór het agendapunt onder (1). Zijn de bestuurders en commissarissen hiermee inderdaad gedechargeerd voor het door hen in 2010 gevoerde beleid?

Deelvraag 1.2 (waarde drie punten)

Tijdens de beraadslaging over het agendapunt onder (2) stemmen de aandeelhouders eveneens met een grote meerderheid vóór het uitkeren van de volledige winst van 2.500.000 euro die A NV in 2010 heeft gemaakt.
Een belangrijke overweging daarbij is dat A NV in de voorafgaande boekjaren steeds verlies had geleden en er geen winstuitkeringen plaatsvonden. Is uitkering van de winst van 2.500.000 euro die A NV in 2010 heeft gemaakt inderdaad mogelijk?

Open vraag 2 (totale waarde vijf punten)

Lees het onderstaande bericht.

TNT-aandeelhouders stemmen in met splitsing

(Novum/Dow Jones) - De splitsing van TNT in een apart post- en een apart expressbedrijf gaat definitief door, nadat een woensdag gehouden buitengewone aandeelhoudersvergadering instemde met het splitsingsvoorstel.

Van het uitstaande aandelenkapitaal van TNT was 66,3% woensdag op de vergadering aanwezig. Daarvan stemde 99,7% voor de splitsing. Donderdag zullen TNT Express en het postbedrijf, dat verder gaat onder de naam PostNL, een aparte positie op de beurs krijgen. Beide fondsen belanden in de AEX.

De volledige splitsing van de post- en expressactiviteiten werd in augustus vorig jaar aangekondigd. De stap volgde op aanhoudende druk van aandeelhouders, die menen dat het groeiende onderdeel Express meer waarde kan creëren zonder het krimpende postbedrijf. […]

Verschillende aandeelhouders hebben TNT de afgelopen jaren gevraagd de strategische opties van het expressbedrijf te overwegen en open te staan voor interesse van mogelijke kopers. Met name de Amerikaanse bedrijven Fedex Corp. (FDX) en United Parcel Service Inc. (UPS) worden regelmatig genoemd als kandidaten om TNT Express eventueel over te nemen. […]

De splitsing werd niet zonder slag of stoot goedgekeurd. Aandeelhouders toonden zich kritisch over de beschermingsconstructie van TNT Express, die een eventuele overname onnodig zou bemoeilijken. Zo heeft een stichting, in het leven geroepen door TNT, bij een overnamebod de mogelijkheid een meerderheid van het stemrecht toe te eigenen.

Als protest tegen de beschermingsconstructie stemde een meerderheid van 60% van het aanwezige aandelenkapitaal tegen decharge van de Raad van Commissarissen. Het verlenen van decharge is een gebruikelijk item op de agenda van een aandeelhoudersvergadering en wordt gezien als een stem van vertrouwen in het bestuur. Bakker stelde tijdens de vergadering dat de beschermingsmaatregelen juist in het belang zijn van aandeelhouders en werknemers van TNT Express. […]

Deelvraag 2.1 (waarde 1 punt)

Is de instemming van de aandeelhouders voldoende om de splitsing van TNT in een apart post- en een apart expressbedrijf definitief tot stand te brengen?

Deelvraag 2.2 (waarde 2 punten)

Welk gevolg heeft de splitsing voor de aandeelhouders van TNT?

Deelvraag 2.3 (waarde (2 punten)

Waarom kan de beschermingsmaatregel bij TNT Express een eventuele overname onnodig bemoeilijken?

Over het onderdeel ‘intellectueel eigendomsrecht’

Open vraag 3 (totale waarde vijf punten)

Deelvraag 3.1 (waarde twee punten)

Kan een architect zich verzetten tegen de afbraak van een door hem ontworpen gebouw?

Deelvraag 3.2 (waarde drie punten)

In het arrest Kooy Zeist/Kooy Enschede (HR 2 juni 1978, NJ 1980, 295) is de volgende vraag aan de orde gekomen: kan een handelsnaam - onder omstandigheden - óók bescherming genieten buiten de plaats van vestiging van de onderneming en tevens buiten het gebied waar de producten worden afgezet (of de diensten worden verricht).

Welk wetsartikel stond in deze procedure centraal, en kon de handelsnaam in het hiervoor geschetste geval volgens de Hoge Raad bescherming genieten? Zo nee, waarom niet; zo ja, onder welke omstandigheden?

Antwoordindicatie

Meerkeuzevragen

  1. C

  2. D

  3. A

  4. B

  5. B

  6. B

  7. B

  8. B

  9. C

  10. B

  11. A

  12. D

  13. A

  14. C

  15. D

  16. B

  17. C

  18. C

  19. C

  20. B

  21. A

  22. D

  23. D

  24. B

  25. D

Open vragen

Open vraag 1 (totale waarde vijf punten)

Deelvraag 1.1 (waarde twee punten)

Tijdens de algemene vergadering stemmen de aandeelhouders met een grote meerderheid vóór het agendapunt onder (1). Zijn de bestuurders en commissarissen hiermee inderdaad gedechargeerd voor het door hen in 2010 gevoerde beleid?

Nee, decharge op deze manier is niet mogelijk vanwege art. 2:101 lid 3 BW: ‘Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder onderscheidenlijk commissaris’.

Deelvraag 1.2 (waarde drie punten)

Tijdens de beraadslaging over het agendapunt onder (2) stemmen de aandeelhouders eveneens met een grote meerderheid vóór het uitkeren van de volledige winst van 2.500.000 euro die A NV in 2010 heeft gemaakt. Een belangrijke overweging daarbij is dat A NV in de voorafgaande boekjaren steeds verlies had geleden en er geen winstuitkeringen plaatsvonden. Is uitkering van de winst van 2.500.000 euro die A NV in 2010 heeft gemaakt inderdaad mogelijk?

Nee, hoewel er in het boekjaar 2010 winst is gemaakt is zijn winstuitkeringen niet mogelijk vanwege art. 2:105 lid 2 BW: winstuitkeringen zijn slechts mogelijk voor zover het eigen vermogen van een NV groter is dan het gebonden vermogen. Dat is in dit geval niet zo omdat A NV ook na verwerking in de jaarrekening van de winst die in het boekjaar 2010 is gemaakt een negatieve reserve heeft.

Open vraag 2 (totale waarde vijf punten)

Deelvraag 2.1 (waarde 1 punt)

Is de instemming van de aandeelhouders voldoende om de splitsing van TNT in een apart post- en een apart expressbedrijf definitief tot stand te brengen?

Nee, er moet ook nog een notariële akte van splitsing worden verleden (2:334n).

Deelvraag 2.2 (waarde 2 punten)

Welk gevolg heeft de splitsing voor de aandeelhouders van TNT?

Zij worden aandeelhouder van zowel het postbedrijf als het expressbedrijf (2:334e).

Deelvraag 2.3 (waarde 2 punten)

Waarom kan de beschermingsmaatregel bij TNT Express een eventuele overname onnodig bemoeilijken?

Een eventuele overnemer wil normaliter de meerderheid van de aandelen/stemmen verwerven. Als de meerderheid van de aandelen/stemmen worden verkregen door de beschermingsstichting, frustreert dat de overname (tijdelijk of definitief).

Open vraag 3 (totale waarde vijf punten)

Deelvraag 3.1 (waarde twee punten)

Kan een architect zich verzetten tegen de afbraak van een door hem ontworpen gebouw?

Nee, art. 25 lid 1 sub c of d AW is niet van toepassing, behalve als de eigenaar/sloper onzorgvuldig is, dan kan er sprake zijn van misbruik van bevoegdheid.)

Deelvraag 3.2 (waarde drie punten)

In het arrest Kooy Zeist/Kooy Enschede (HR 2 juni 1978, NJ 1980, 295) is de volgende vraag aan de orde gekomen: kan een handelsnaam - onder omstandigheden - óók bescherming genieten buiten de plaats van vestiging van de onderneming en tevens buiten het gebied waar de producten worden afgezet (of de diensten worden verricht). Welk wetsartikel stond in deze procedure centraal, en kon de handelsnaam in het hiervoor geschetste geval volgens de Hoge Raad bescherming genieten? Zo nee, waarom niet; zo ja, onder welke omstandigheden? Art. 5 HNW; Ja, indien er verwarring bij het publiek te duchten is tussen de beide ondernemingen, met name in het geval dat de handelsnaam in kwestie ook bekendheid geniet buiten het gebied van afzet.)

Access: 
Public

Image

This content is also used in .....

Onderneming en Recht - UL - B2 - Oefenbundel - Gedeelte Onderneming & Recht

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit winter 2018

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit winter 2018


Vragen

Vraag 1

Verhuisbedrijf Major Movers BV, gevestigd te Rotterdam (Zuid-Holland) verhuist spullen in zowel Nederland als de rest van de wereld. Daarnaast biedt Major Movers BV ook de mogelijkheid om spullen tijdelijk op te slaan in de pakhuizen die ze hebben. Dankzij de aantrekkende economie krijgt het verhuisbedrijf veel nieuwe opdrachten van expats die van en naar Nederland verhuizen, de spullen moeten vaken tijdelijk opgeslagen worden in de pakhuizen. Het bestuur van Major Movers BV, bestaande uit Dijkhuizen (voorzitter), Palboom (financieel directeur) en Redding (technisch directeur) besluit daarom een nieuwe opslagloods te laten bouwen. Dijkhuizen en Redding geven bouwbedrijf BUILD NV opdracht tot de bouw van een nieuw pakhuis; de totale bouwkosten bedragen 550.000 euro. Door de enorme werkdruk vergeet het bestuur de Raad van Commissarissen hierover te informeren en goedkeuring te vragen. Redding herinnert Dijkhuizen hier diverse keren aan, maar laat het vervolgens rusten. Als de voorzitter van de Raad van Commissarissen, Niklaassen, het bericht in de plaatselijk krant leest is hij dan ook verontwaardigd.

Hij en de andere twee commissarissen eisen tekst en uitleg van het bestuur, temeer als blijkt dat een ander bouwbedrijf het pakhuis aanzienlijk goedkoper had kunnen bouwen.
De statuten van Major Movers BV bevatten de volgende bepalingen die voor de beantwoording van belang kunnen zijn:

  • De naam van de vennootschap: Major Movers BV;
  • Vertegenwoordigingsbevoegdheid: Naast het bestuur is de voorzitter samen met een medebestuurder bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  • Commissarissen: De vennootschap heeft een Raad van Commissarissen bestaande uit minimaal één en maximaal drie commissarissen;
  • Besluiten: Investeringen boven 200.000 euro moeten worden goedgekeurd door de commissarissen.

Aan alle inschrijvingsverplichtingen is voldaan.

Deelvraag 1.1 (2 pnt)

Is het door het bestuur van Major Movers BV genomen besluit geldig, nietig of vernietigbaar? Geef een korte toelichting.

Deelvraag 1.2 (4 pnt)

Is Major Movers BV gebonden aan het contract met BUILD NV? Motiveer uw antwoord met gebruikmaking van het stappenplan. Uw antwoord op deelvraag 1.1 hoeft u niet in de beantwoording mee te nemen.

Deelvraag 1.3 (4 pnt)

Ziet u mogelijkheden de bestuurders van Major Mvoers BV aansprakelijk te stellen? Besteed in uw antwoord in ieder geval aandacht aan de volgende aspecten: de wettelijke grondslag, wie i.c. de bestuurders aansprakelijk kan/kunnen stellen en wie van de bestuurders aansprakelijk kan/kunnen worden gesteld.

Vraag 2

De drie kamergenoten Linda, Roos en Jessica wonen samen met nog een aantal andere pas afgestudeerden in een gezamenlijke woning in het centrum van Amsterdam. Ze zijn handig met een camera en besluiten over hun leven in de Amsterdamse mode wereld te gaan vloggen. De hype slaat snel aan en de dames krijgen al snel meer dan een miljoen subscribers. De drie designers kiezen ervoor hun vlogs voortaan te publiceren onder de naam ‘Lavish Styles vof’ om zo nog meer naamsbekendheid te verwerven.

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit lente 2018

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit lente 2018


Vragen

Vraag 1

Ali Achaboun is stucadoor en doet opdrachten voor de mensen die het best betalen. Ali zou alleen inmiddels ook wel wat mensen voor hem willen laten werken.. Daarom besluit Ali een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid op te richten. Nog voordat de vennootschap is opgericht neemt Ali op 1 februari 2017 drie stukadoors aan aan en tekent de arbeidsovereenkomsten in naam van Smooth Sailing BV i.o. Ook tekent Ali in naam van de op te richten BV op 1 februari 2017 een overeenkomst van opdracht met BOOM Builders BV om een stel muren af te werken in drie recent gebouwde appartementen. Die nieuwe werknemers gaan direct aan de slag met het nodige stucwerk.
Op 15 maart 2017 wordt Smooth Sialing BV bij notariële akte opgericht. Ali Achaboun neemt 100 aandelen met een nominale waarde van € 1,- per aandeel en wordt (naast enig aandeelhouder) tevens de bestuurder van Smooth Sailing BV. In die hoedanigheid bekrachtigt Ali Achaboun op de dag van de oprichting van de BV de overeenkomst van opdracht met BOOM Builders BV, maar niet de overeenkomsten met de twee stucadoors die hij had aangenomen.

Deelvraag 1.1 (2 pnt)

Kunt u aangeven wat het geplaatst kapitaal van Smooth Sailing BV op 15 maart 2017 is? Zo nee, welke informatie ontbreekt? Verwijs naar relevante wetgeving.

Deelvraag 1.2 (3 pnt)

Is Smooth Sailing BV gebonden aan de met de twee werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten? Leg uit waarom wel of juist niet

Deelvraag 1.3 (4 pnt)

De zaken gaan goed en Ali Achaboun wil wat gaan uitbreiden. Hij zoekt en vindt een zakelijke partner in Hans Kretteman. Ze komen overeen dat Ali 49 van zijn 100 aandelen overdraagt aan Hans tegen betaling van €1.500,- per aandeel. De statuten van Smooth Sailing BV bevatten geen bijzondere bepalingen over de overdracht van aandelen.

Leg aan de hand van relevante wettelijke bepalingen uit op welke wijze Ali Achaboun de aandelen rechtsgeldig kan overdragen aan Hans Kretteman en wanneer hij zijn aandeelhoudersrechten kan uitoefenen.

Deelvraag 1.4 (8 pnt)

Na bijna twee jaar gaan de zaken toch iets slechter en wordt het voor Ali Achaboun wel wat lastiger. De vennootschap heeft inmiddels 40 werknemers in dienst die werkzaam zijn op tien verschillende plekken om daar het stucwerk te doen. Door allerlei fouten wordt het stucwerk echter vaak zeer halfbakken gedaan waardoor opdrachtgevers weigeren te betalen tenzij de zaken rechtgezet worden, Ali raakt hier qua cashflow flink mee in de problemen en kan de salairissen niet meer betalen. Op 25 februari 2018 wordt Smooth Sailing BV failliet verklaard. De curator, mr. Knaak, gaat direct op zoek naar de administratie, maar merkt al snel dat deze zeer gering is en kan alleen een paar van de contracten vinden die Smooth Sailing heeft getekend.

Kan mr. Knaak de bestuurder van

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2017

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2017


Vragen

Vraag 1

Scheepsbouw Harlingen BV exploiteert in Harlingen een aantal scheeps- werven waar zij kleine vissersschepen bouwt. Zij wil één van deze scheepswerven uitbreiden om ook middelgrote vissersschepen te kunnen bouwen. Scheepsbouw Harlingen BV heeft onvoldoende middelen om de uitbreiding te kunnen financieren. Om de uitbreiding toch mogelijk te ma- ken, gaat zij samenwerken met Urk Schepen BV, die ook een aantal scheepswerven exploiteert. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk schepen BV komen overeen dat Urk Schepen BV gaat participeren in de scheepswerf in Harlingen. Urk Schepen BV stelt € 20.000.000,- ter beschikking en Scheepsbouw Harlingen BV wijzigt de eigendomsverhouding van de scheepswerf door de scheepswerf in mede-eigendom over te dragen aan Urk Schepen BV. De waarde van de scheepswerf is € 20.000.000,-. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV komen ook overeen dat eventuele winst die de scheepswerf maakt gelijk tussen hen zal worden verdeeld, maar dat Scheepsbouw Harlingen BV alle eventuele verliezen die de scheepswerf lijdt voor haar rekening zal nemen. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV geven uit overwegingen van concurrentie geen ruchtbaarheid aan hun samenwerking. De leiding over de scheepswerf leggen zij in handen van een door hen samen aangesteld managementteam.

Deelvraag 1.1 (7 pnt)

Hoe kwalificeert u de samenwerking tussen Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV in ondernemingsrechtelijke zin ? Motiveer uw antwoord aan de hand van het stappenplan.

Deelvraag 1.2 (3 pnt)

Na vijf jaar besluiten Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV hun samenwerking te beëindigen. Scheepsbouw Groningen BV zal de scheeps- werf alleen voortzetten. Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV komen overeen dat Scheepsbouw Harlingen BV te scheepswerf (die inmiddels een waarde heeft van € 30.000.000,-) weer in eigendom zal verkrijgen, dat Urk Schepen BV € 20.000.000,- zal ontvangen, en dat de winst na betaling van alle openstaande vorderingen van derden tussen hen beide zal worden verdeeld. Nadat alle vorderingen van derden zijn voldaan, blijkt uit de eindbalans dat de volgende activa resteren:

  • scheepswerf: waarde: € 30.000.000,-
  • positief saldo bankrekening: € 40.000.000,-.

Hoe wordt het vermogen tussen Scheepswerf Harlingen en Urk Schepen BV verdeeld ?

Deelvraag 1.3 (2 pnt)

In dit geval waren Scheepsbouw Harlingen BV en Urk Schepen BV overeengekomen dat Scheepsbouw Harlingen BV alle eventuele verliezen die de scheepswerf lijdt voor haar rekening zal nemen. Hoe beoordeelt u de (in dit geval niet gemaakte) afspraak die zou inhouden dat Scheepsbouw Harlingen BV niet alleen alle eventuele verliezen voor haar rekening zal nemen, maar ook alle eventuele winst die de scheepswerf maakt zal krijgen?

Vraag 2

De structuurvennootschap Drukkerij en Uitgeverij Lezen BV geeft boeken en tijdschriften uit in tien verschillende talen. Het bestuur bestaat uit P. Colden (Chief executive officer (CEO)), A. Yildrim (Chief financial officer (CFO)) en K. Van Straten (Chief operational officer (COO)). De raad van

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016


Vragen

Vraag 1 (totale waarde 14 punten)

De research and development-afdeling van Samsung heeft revolutionair onderzoek verricht naar het verduurzamen van batterijen en accu’s. Deze batterijen en accu’s zijn interessant voor de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden. Vele autofabrikanten zijn geïnteresseerd in de producten van Samsung en willen een samenwerking aangaan met Samsung. Uiteindelijk bereiken Samsung en Audi overeenstemming. De R&D- afdelingen van beide multinationals gaan samenwerken in de verdere ontwikkeling van duurzame batterijen en accu’s. De partners verwachten grote belangstellingvoor hun product. Er wordt gekozen voor het oprichten van een N.V., genaamd Green Roads N.V. De kosten voor de ontwikkeling zullen beide partners naar rato dragen en tevens zullen zij naar rato delen in de winsten. Aangezien Samsung de uitvinder van het product is, wil Samsung een meerderheidsbelang houden. Samsung verkrijgt 60% van de aandelen en Audi 40% van de aandelen. Het maatschappelijk kapitaal van Green Roads N.V. bedraagt EUR 2.300.000. Het geplaatst en volgestort kapitaal bedraagt EUR 2.000.000. De nominale waarde van een aandeel is EUR 1000. De vennootschap kent slechts aandelen op naam. Na jaren van ontwikkeling is het eerste prototype van de nieuwe elektrische auto klaar voor gebruik. Het nieuwe elektrisch rijden blijkt met name interessant voor busvervoer. Zodoende raken partijen in gesprek met Arriva en Arriva besluit een samenwerking aan te gaan met beide multinationals. Besloten wordt dat Green Roads N.V. 4000 400 aandelen met een totale waarde van EUR 400.000 uitgeeft aan Arriva.

Vraag 1a (waarde 7 punten)

Partijen nemen contact met u op als juridisch adviseur om de participatie van Arriva in Green Roads N.V. te verwezenlijken en vragen u om een stappenplan te maken. Geef kort weer welke handelingen moeten worden verricht om Arriva voor EUR 400.000 te laten participeren in de vennootschap. U hoeft niet in te gaan op de details over het bijeenroepen en vergaderen van het bevoegde orgaan.

Vraag 1b (waarde 2 punten)

In vervolg op het toetreden van Arriva als nieuwe aandeelhouder besluit de algemene vergadering van Green Roads N.V. over te gaan tot een statutenwijziging. In de statuten komt de volgende bepaling te staan:

‘Het bestuur zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van de algemene vergadering van de vennootschap’.

Vervolgens geeft de algemene vergadering het bestuur de aanwijzing om een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met Siemens. Is deze aanwijzing bindend voor bestuur?

De populariteit van elektrisch rijden neemt toe. Dit zorgt voor verschillende concurrenten op de markt. Eén van de grote concurrenten op de markt is EletroCar B.V. De aandeelhouders van Green Roads N.V. en ElectroCar B.V. zijn de moordende concurrentie zat en na vele intensieve gesprekken besluiten zij per 1 juli 2016 verder te gaan als één nieuwe rechtspersoon genaamd Electro Roads N.V.

Vraag 1c (waarde 5 punten)

Hoe kwalificeert u in casu het samengaan tussen

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2016 (2)


Vragen

Vraag 1 (totale waarde 10 punten)

‘Stichting Kinderboerderij Leiden Oost’ is opgericht door de schatrijke mevrouw Altena. Mevrouw Altena heeft € 250.000,- beschikbaar gesteld aan de stichting met de bedoeling dat kinderen uit de buurt gratis naar de kinderboerderij kunnen gaan. De stichting huurt een stuk grond met de daarop staande boerderij en heeft een groot aantal dieren, waaronder kippen, eenden, geiten, konijnen, hamsters en pony’s. Mevrouw Altena is in de oprichtingsakte van de stichting tot eerste en enige bestuurder benoemd. De statuten van de stichting bepalen dat zij (bij terugtreden) wordt opgevolgd door één van haar neven, te beginnen met de oudste neef.

Vraag 1a (waarde 5 punten)

Is de kinderboerderij een onderneming die in het handelsregister moet worden ingeschreven? Beantwoord de vraag door te toetsen aan alle elementen van het relevante ondernemingsbegrip.

Na het terugtreden van mevrouw Altena neemt haar oudste neef, de heer Zwiers, het bestuur van de stichting op zich. De heer Zwiers vindt dat het tijd wordt om de stichting een meer professioneel en democratisch karakter te geven. In de eerste plaats besluit hij dat kinderen niet langer gratis naar de kinderboerderij kunnen gaan, maar alleen wanneer hun ouders/verzorgers een jaarlijkse contributie van 10 euro betalen. In de tweede plaats besluit hij een ‘vergadering van ouders/verzorgers’ in te stellen die binnen de stichting een groot aantal bevoegdheden krijgt. Die bevoegdheden zijn onder meer het benoemen en ontslaan van bestuurders van de stichting en van de leden van een raad van toezicht, het vaststellen van de jaarrekening van de stichting, en het nemen van een aantal beslissingen waaronder: het wijzigen van de statuten, het aangaan en opzeggen van huurovereenkomsten, beslissingen over samenwerking en fusie, het invoeren van contributies en het vaststellen van de hoogte daarvan, en ontbinding van de stichting.

Vraag 1b (waarde 5 punten)

Welk gevolg kunnen de besluiten van de heer Zwiers hebben voor het voortbestaan van de stichting?

Vraag 2 (waarde 8 punten)

Arjen, Dilber en Geert hebben als hobby het ontwikkelen van computergames. In de zomer van 2016 besluiten zij dit voortaan samen te gaan doen. Arjen en Dilber stellen elk een startkapitaal ter beschikking en zullen samen computergames gaan ontwikkelen. Ook spreken beiden af de winst die zij met de verkoop van de computergames hopen te maken onderling te verdelen. Geert zal incidenteel op verzoek van Arjen en Dilber tegen een vaste vergoeding per uur meewerken aan het ontwikkelen van de computergames. Onderling gebruiken Arjen, Dilber en Geert voor hun samenwerking de naam “Dutch Game Projects”.

Vraag 2 (waarde 8 punten)

Kwalificeer de samenwerking als rechtsvorm. Motiveer uw antwoord op basis van de gegeven

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris zijn beide vernietigbaar;
  2. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal is vernietigbaar, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris is nietig;
  3. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal is nietig, en een binnen een NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris is vernietigbaar;
  4. Een binnen een NV of BV genomen besluit tot uitgifte van aandelen boven het bedrag van het maatschappelijk kapitaal, en een binnen en NV of BV genomen besluit tot benoeming van een rechtspersoon tot commissaris zijn beide nietig.

Vraag 2

In zijn arrest van 13 juli 2007, NJ 2007, 434 (ABN AMRO/LaSalle) heeft de Hoge Raad beslist:

  1. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van de algemene vergadering van de vennootschap, en dat de algemene vergadering – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – niet verplicht is het bestuur vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe de algemene vergadering bevoegd is;
  2. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van de algemene vergadering van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is;
  3. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – niet verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is;
  4. Dat het bepalen van de strategie van een vennootschap en de daaraan verbonden onderneming in beginsel een aangelegenheid is van het bestuur van de vennootschap, en dat het bestuur – behoudens afwijkende wettelijke of statutaire regelingen – verplicht is de algemene vergadering vooraf in zijn besluitvorming te betrekken als het gaat om handelingen waartoe het bestuur bevoegd is.

Vraag 3

In de statuten van Nautilus NV staat onder meer dat de vennootschap slechts kan worden vertegenwoordigd door de bestuurders Piet en Jan gezamenlijk (een zogenoemde tweehandtekeningenclausule). Deze beperking

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2013 (2)

Meerkeuzevragen

Multiple choice vragen over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Bij de benoeming van de leden van een raad van commissarissen van een naamloze of besloten vennootschap die onder de structuurregeling valt

  1. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering aanbevolen persoon overnemen;
  2. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de ondernemingsraad aanbevolen persoon overnemen;
  3. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar voor de helft van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering aanbevolen persoon overnemen;
  4. Hebben de algemene vergadering en de ondernemingsraad een aanbevelingsrecht, maar steeds voor een derde van het aantal leden moet de raad van commissarissen in beginsel de door de algemene vergadering of de ondernemingsraad aanbevolen persoon overnemen.

Vraag 2

Welke stelling is juist over de benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap en een besloten vennootschap die niet onder de structuurregeling valt?

  1. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering;
  2. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering, de benoeming van bestuurders van een besloten vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding;
  3. De benoeming van bestuurders van een naamloze vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding, de benoeming van bestuurders van een besloten vennootschap gebeurt altijd door de gehele algemene vergadering;
  4. De benoeming van bestuurder van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap gebeurt door de algemene vergadering of door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding.

Vraag 3

De uitkoopregeling

  1. Geeft een aandeelhouder van een naamloze vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatst kapitaal verschaft en hij ten minste 95% van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen;
  2. Geeft een aandeelhouder van een besloten vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatst kapitaal verschaft en hij ten minste 95% van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen;
  3. Geeft een aandeelhouder van een naamloze vennootschap de mogelijkheid een vordering in te stellen tegen zijn mede-aandeelhouders tot overdracht van hun aandelen, mits hij
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Zowel inbreng door de vennoten van een personenvennootschap als storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan bestaan uit arbeid;
  2. Inbreng door de vennoten van een personenvennootschap kan wel, maar storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan niet bestaan uit arbeid;
  3. Inbreng door de vennoten van een personenvennootschap kan niet, maar storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan wel bestaan uit arbeid;
  4. Noch inbreng door de vennoten van een personenvennootschap noch storting op aandelen door de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap kan bestaan uit arbeid.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. In een openbare maatschap en in een vennootschap onder firma kunnen zowel beroepsactiviteiten als bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend;
  2. In een openbare maatschap kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen alleen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend;
  3. In een openbare maatschap kunnen alleen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend;
  4. In een openbare maatschap kunnen alleen beroepsactiviteiten worden uitgeoefend en in een vennootschap onder firma kunnen zowel beroepsactiviteiten als bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Een vennoot van een maatschap of van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  2. Een vennoot van een maatschap is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen, maar een vennoot van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten wel bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  3. Een vennoot van een maatschap is zonder volmacht van de andere vennoten wel bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen, maar een vennoot van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten niet bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen;
  4. Een vennoot van een maatschap of van een vennootschap onder firma is zonder volmacht van de andere vennoten bevoegd de andere vennoten te vertegenwoordigen.

Vraag 4

Uitkering van winst aan de aandeelhouders van een naamloze of besloten vennootschap is mogelijk:

  1. Wanneer uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal;
  2. Wanneer uit de winst- en verliesrekening blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal vermeerderd met de verplichte reserves;
  3. Wanneer uit de balans blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap groter is dan het gebonden vermogen, dat wordt gevormd door het
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2012 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. Een vennoot van een maatschap is bevoegd individueel zowel beheershandelingen als beschikkingshandelingen te verrichten;
  2. Een vennoot van een maatschap is wel bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar niet bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  3. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen te verrichten maar wel bevoegd individueel beschikkingshandelingen te verrichten;
  4. Een vennoot van een maatschap is niet bevoegd individueel beheershandelingen of beschikkingshandelingen te verrichten.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  2. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk;
  3. De vennoten van een maatschap zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk, maar de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap voor gelijke delen aansprakelijk;
  4. Zowel de vennoten van een maatschap als de vennoten van een vennootschap onder firma zijn voor de schulden van de personenvennootschap hoofdelijk aansprakelijk.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot voor gelijke delen aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  2. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap;
  3. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt wordt die vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de commanditaire vennootschap voor zover die schulden niet door de gewone vennoten kunnen worden voldaan;
  4. Wanneer een commanditaire vennoot het beheersverbod overtreedt heeft dat niet tot gevolg dat die vennoot aansprakelijk wordt voor de schulden van de commanditaire vennootschap.

Vraag 4

De statuten van een naamloze of besloten vennootschap bevatten de volgende bepalingen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

(1) Bestuurder X is niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;

(2) Bestuurder Z is slechts bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen na goedkeuring van de algemene vergadering.

De inhoud van deze statutaire bepalingen is ook gepubliceerd in het handelsregister.

Welke stelling is juist?

  1. Zowel de bepaling onder (1) als de bepaling onder (2) hebben externe werking;
  2. De bepaling onder (1) heeft wel externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft geen externe werking;
  3. De bepaling onder (1) heeft geen externe werking, maar de bepaling onder (2) heeft wel externe werking;
  4. De bepaling onder (1) en de bepaling onder (2) hebben geen van beide externe werking.

Vraag 5

In een enquêteprocedure kan de Ondernemingskamer oordelen dat sprake is van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid van een rechtspersoon

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

Welke stelling is juist?

  1. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, en in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  2. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, maar in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  3. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten niet verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, maar in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht;
  4. In een openbare en een stille vennootschap zijn de vennoten niet verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, en in een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap zijn de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht.

Vraag 2

Een commanditaire vennoot van een commanditaire vennootschap is als regel:

  1. Bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  2. Slechts bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen indien hij in eigen naam handelt;
  3. Niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen;
  4. Niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen, tenzij hij in naam van de vennootschap handelt.

Vraag 3

Een openbare vennootschap:

  1. Heeft altijd rechtspersoonlijkheid;
  2. Heeft nooit rechtspersoonlijkheid;
  3. Kan reeds vanaf haar totstandkoming rechtspersoon zijn;
  4. Kan alleen na haar totstandkoming rechtspersoonlijkheid verkrijgen.

Vraag 4

De Hoge Raad heeft in zijn oudere rechtspraak enkele beslissingen gegeven over de verhouding tussen de organen van een naamloze vennootschap en de verantwoordelijkheden van die organen. In dit verband zijn onder meer de uitspraken van 1 april 1949, NJ 1949, 465 inzake Doetinchemse IJzergieterij en van 21 januari 1955, NJ 1959, 43 inzake Forum-Bank van belang. Welke stelling juist?

  1. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen voorrang moet geven aan het belang van een aandeelhouder wanneer dat belang botst met het belang van de vennootschap, en besliste in Forum-Bank dat de algemene vergadering van aandeelhouders de vrijheid heeft de grenzen van haar bevoegdheid zoals die in de wet en de statuten zijn neergelegd te negeren;
  2. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen voorrang moet geven aan het belang van de vennootschap wanneer dat belang botst met het belang van een aandeelhouder, en besliste in Forum-Bank dat de algemene vergadering van aandeelhouders de vrijheid heeft de grenzen van haar bevoegdheid zoals die in de wet en de statuten zijn neergelegd te negeren;
  3. De Hoge Raad besliste in Doetinchemse IJzergieterij dat de raad van commissarissen
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2011 (2)


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel ‘vennootschapsrecht’

Vraag 1

De broers Jan, Piet en Kees van der Grinten zijn de drie vennoten in de openbare vennootschap Schildersbedrijf Van der Grinten. De drie vennoten hebben afgesproken dat Kees alleen met Jan of Piet samen overeenkomsten boven 2.500 euro namens de vennootschap aan mag gaan. Ze hebben die beperking bovendien ingeschreven in het handelsregister. In strijd met de ingeschreven beperking koopt Kees een bedrijfsauto van 10.000 euro namens de vennootschap. Wat is juist?

  1. Iedere vennoot in een openbare vennootschap is bevoegd om de vennootschap te vertegenwoordigen, dus de beperking in het handelsregister kan niet aan Kees worden tegengeworpen;
  2. De vennootschap is aan de koop gebonden, want de onderlinge afspraken tussen vennoten in een openbare vennootschap hebben alleen interne werking;
  3. De beperking in de vertegenwoordigingsbevoegdheid van Kees heeft door de inschrijving in het handelsregister externe werking, dus de vennootschap is niet gebonden aan de koop;
  4. Door het afgescheiden vermogen kan Kees door de verkoper van de bedrijfsauto tot niet meer dan zijn inbreng in de vennootschap worden aangesproken.

Vraag 2

Welke van de onderstaande vennootschappen dient meer dan één aandeelhouder c.q. vennoot te hebben:

  1. De besloten vennootschap;
  2. De naamloze vennootschap;
  3. De structuurvennootschap;
  4. De openbare vennootschap.

Vraag 3

De benoeming van een bestuurder van een besloten vennootschap waarop de structuurregeling niet van toepassing is:

  1. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering;
  2. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en houdt per definitie in dat met de bedoelde bestuurder een arbeidsovereenkomst tot stand komt;
  3. Vindt plaats door middel van een besluit van de algemene vergadering en geldt altijd voor een duur van 4 jaar (met de mogelijkheid van herbenoeming);
  4. Laat de wet over aan de statuten.

Vraag 4

De huidige wettelijke regeling van de besloten vennootschap bepaalt dat iedere aandeelhouder in de algemene vergadering ten minste één stem heeft, en dat een aandeelhouder niet geheel kan worden uitgesloten van het delen in de winst. Welke stelling is juist met betrekking tot de toekomstige regeling van de zogenoemde flex-BV (wetsvoorstel 31 058 tot vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht)?

  1. De genoemde regelingen over het stemrecht en over het recht op het delen in de winst blijven ongewijzigd;
  2. Een flex-BV kan zowel stemrechtloze aandelen als winstrechtloze aandelen hebben;
  3. Een flex-BV kan wel stemrechtloze aandelen hebben maar kan geen winstrechtloze aandelen hebben;
  4. Een flex-BV kan geen stemrechtloze aandelen hebben maar kan wel winstrechtloze aandelen hebben

Vraag 5

De wettelijke regeling van de naamloze vennootschap en van de besloten vennootschap bepaalt dat het bestuur en de raad van commissarissen aan de algemene vergadering van aandeelhouders alle door de algemene vergadering verlangde inlichtingen moeten verschaffen, tenzij een zwaarwichtig belang

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010


Meerkeuzevragen

Over het onderdeel personenvennootschappen

Vraag 1

Welke stelling is onjuist?

  1. Wat de statuten zijn voor de NV/BV, is de vennootschapsovereenkomst voor de personenvennootschap.
  2. De vennootschapsovereenkomst van een stille vennootschap of een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid is vormvrij.
  3. Bij ontbinding en vereffening hebben de vennoten van een personenvennootschap, net als de aandeelhouders van een NV/BV, een achtergestelde positie.
  4. Anders dan bij aandeelhouders in een NV/BV kan een privéschuldeiser van een vennoot in een personenvennootschap zich ook verhalen op diens aandeel in het vennootschapsvermogen.

Vraag 2

Tot het eigen vermogen van een BV behoort respectievelijk behoren niet:

  1. Het geplaatste kapitaal.
  2. Agio.
  3. Statutaire reserves.
  4. Voorzieningen.

Vraag 3

Welke stelling is juist?

  1. Een NV/BV die alleen maar winst maakt heeft geen schulden.
  2. Het eigen vermogen is gelijk aan de nominale waarde van het geplaatste kapitaal.
  3. Zowel het bedrag van de schulden als van het aandelenkapitaal worden aan de passiefzijde van de balans opgevoerd.
  4. Agioreserve is een voorbeeld van een door de wet voorgeschreven, verplichte reserve.

Vraag 4

Voor welke van de hieronder genoemde alternatieven kent de wet een verzetsregeling voor crediteuren:

  1. Uitgifte van aandelen.
  2. Intrekking van aandelen.
  3. Inkoop van aandelen.
  4. Uitkering van dividend.

Vraag 5

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel prioriteitsaandelen als preferente aandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders.
  2. Prioriteitsaandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders, preferente aandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd.
  3. Prioriteitsaandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd, preferente aandelen zijn aandelen waaraan bijzondere zeggenschaprechten zijn toegekend met betrekking tot de besluitvorming in de algemene vergadering van aandeelhouders.
  4. Zowel prioriteitsaandelen als preferente aandelen zijn aandelen waarop uit de in een bepaald boekjaar behaalde winst eerst dividend wordt uitgekeerd voordat daarna uit het restant van de winst dividend op de gewone aandelen wordt uitgekeerd.

Vraag 6

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel de statuten van een NV als die van een BV moeten de overdraagbaarheid van aandelen beperken door middel van een blokkeringsregeling.
  2. De statuten van een NV moeten de overdraagbaarheid van aandelen aan toonder beperken door middel van een blokkeringsregeling, de statuten van een BV moeten de overdraagbaarheid van al haar aandelen beperken door middel van een blokkeringsregeling.
  3. De statuten van een NV mogen de overdraagbaarheid van aandelen op
.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010 (2)

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2010 (2)


Meerkeuzevragen

Vraag 1

De bestuurders van een stichting worden benoemd:

  1. Door de algemene vergadering van aandeelhouders van de stichting.
  2. Door de algemene ledenvergadering van de stichting.
  3. Door degenen die uitkeringen ontvangen van de stichting.
  4. Op een wijze die is omschreven in de statuten van de stichting.

Vraag 2

De overeenkomst van vennootschap met betrekking tot de openbare vennootschap X houdt in dat besturend vennoot A niet bevoegd is om namens de vennootschap rechtshandelingen aan te gaan waarmee een bedrag of waarde van meer dan Euro 100.000 is gemoeid. Deze beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid:

  1. Kan geen externe werking hebben.
  2. Heeft externe werking, zelfs als de beperking niet in het handelsregister is ingeschreven.
  3. Heeft externe werking, mits de beperking in het handelsregister is ingeschreven.
  4. Heeft alleen externe werking als de wederpartij bij de rechtshandeling van de beperking op de hoogte was.

Vraag 3

De commanditaire vennoot:

  1. Behoeft in het verlies van de commanditaire vennootschap niet verder te delen dan tot het bedrag van hetgeen hij heeft ingebracht (of verplicht is in te brengen).
  2. Is voor de verbintenissen van de commanditaire vennootschap hoofdelijk verbonden.
  3. Is geen partij bij de overeenkomst van vennootschap.
  4. Is tevens gewoon vennoot.

Vraag 4

Welke van de onderstaande stellingen is juist?

  1. Zowel de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid als de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  2. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  3. De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid zijn niet hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap, de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn wel hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
  4. Noch de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid noch de vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.

Vraag 5

Stelling 1: Indien de notaris bij de oprichting van een NV/BV niet een zogeheten bankverklaring hecht aan de akte van oprichting is de NV/BV nietig.

Stelling 2: In het wetsvoorstel tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht wordt het verplichte minimumkapitaal bij oprichting van een BV gelijkgesteld met dat van een NV.

Welk alternatief is juist?

  1. Beide stellingen zijn juist.
  2. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
  3. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
  4. Beide stellingen zijn onjuist.

Vraag 6

Jan en Sayed, twee Leidse rechtenstudenten, geven onder de naam “Jansa BV i.o.” juridisch advies aan startende ondernemers. Ten behoeve van hun online-dienstverlening sluit Jan namens de

.....read more
Access: 
Public
Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2009

Onderneming en Recht - UL - Oefententamen gedeelte onderneming & recht uit 2009


Meerkeuzevragen

Vraag 1

De eenmanszaak:

  1. Is een onderneming waarin geen personen krachtens arbeidsovereenkomst werkzaam kunnen zijn.
  2. Behoort toe aan een natuurlijke persoon.
  3. Wordt opgericht bij notariële akte.
  4. Behoeft niet te worden ingeschreven in het handelsregister.

Vraag 2

Welke stelling is juist?

  1. Een naamloze vennootschap mag als hoofdregel aan haar aandeelhouders bewijzen van aandelen aan toonder afgeven ongeacht of aan de stortingplicht is voldaan.
  2. Een naamloze vennootschap mag aan haar aandeelhouders geen aandeelbewijzen afgeven.
  3. Een besloten vennootschap mag aan haar aandeelhouders bewijzen van aandelen op naam afgeven ongeacht of aan de stortingsplicht is voldaan.
  4. Een besloten vennootschap mag aan haar aandeelhouders geen aandeelbewijzen afgeven.

Vraag 3

Verkrijging door een besloten vennootschap van aandelen in haar kapitaal (“eigen aandelen”):

  1. Is als regel nietig.
  2. Kan zijn toegestaan, maar leidt tot vermindering van het geplaatste kapitaal van de vennootschap.
  3. Kan zijn toegestaan, maar de vennootschap kan op de verkregen eigen aandelen geen stemrecht uitoefenen.
  4. Geen van bovenstaande alternatieven is juist.

Vraag 4

Aandeelhouders van een NV en een BV hebben zowel het zogenoemde agenderingsrecht als het recht om (na machtiging door de voorzieningenrechter van de rechtbank) de algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen. Wat is in dit verband de algemene regel?

  1. Het agenderingsrecht en het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  2. Het agenderingsrecht komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  3. Het agenderingsrecht komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.
  4. Het agenderingsrecht en het recht om de algemene vergadering bijeen te roepen komt toe aan aandeelhouders die alleen of samen ten minste 10% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen.

Vraag 5

Welke stelling is juist met betrekking tot de regeling van de bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders (ava) van een NV in Boek 2 BW?

  1. De ava heeft zowel de bevoegdheid tot het goedkeuren van besluiten van het bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, als de exclusieve bevoegdheid het beleid op het terrein van de bezoldiging van het bestuur vast te stellen.
  2. De ava heeft wél de bevoegdheid tot het goedkeuren van besluiten van het bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van
.....read more
Access: 
Public
Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Onderneming & Recht: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - UL

Image

In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Onderneming & Recht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid, jaar 2, aan de Universiteit Leiden

Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp en de beschikbare geprinte samenvattingen voor dit vak ga je naar Rechten Leiden: Bachelor en Master UL - Samenvattingen en studiehulp

Access: 
Public
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Comments, Compliments & Kudos:

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

Check how to use summaries on WorldSupporter.org


Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
    • Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Use the topics and taxonomy terms
    • The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
  3. Check or follow your (study) organizations:
    • by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
    • this option is only available trough partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
    • by following individual users, authors  you are likely to discover more relevant study materials.
  5. Use the Search tools
    • 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
    • The search tool is also available at the bottom of most pages

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Field of study

Check the related and most recent topics and summaries:
Activity abroad, study field of working area:
Institutions, jobs and organizations:
Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
2183 1