Management Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen in PDF
- 1854 keer gelezen
Wat is een rekenkundig model?
Wat is een voorbeeld van een wiskundig model?
Wat is het verschil tussen beschrijvende en optimalisatie modellen?
Geef de definitie van modelleren.
Wat is geen besluitvariabele die gebruikt wordt bij lineair programmeren?
Evenredigheid is een onderdeel van een lineair model. Wat wordt hiermee bedoeld?
Wat wordt bedoeld met de Net present value (NPV)?
Kan nonnegativity een positieve en een negatieve waarde aannemen? Verklaar het antwoord.
Noem de stappen die ondernomen moeten worden voor het maken van een spreadsheet voor een roostermodel.
Noem de variabelen en beperkingen voor een productieproces model. Bespreek in je antwoord de input variabelen, de beslissingsvariabelen en de randvoorwaarden (de beperkingen).
Noem de variabelen en beperkingen voor het financiële- of investeringsmodel. Bespreek in je antwoord de input variabelen, de beslissingsvariabelen en de randvoorwaarden (de beperkingen).
Noem de variabelen en beperkingen voor het transportmodel. Bespreek in je antwoord de input variabelen, de beslissingsvariabelen en de randvoorwaarden (de beperkingen).
Wat wordt bedoeld met het begrip DEA?
Tel de twee matrices bij elkaar op.
(Zie bijlage)
Vermenigvuldig de twee matrices.
(Zie bijlage)
Bereken Yx – Yx-1 als
Yx = α2 + βx
Bereken Yx – Yx-1 als
Yx = (α – 1) * x + β (x – 2)
Wat is het verschil tussen een convex en een concave functie?
Teken een convexe grafiek.
Teken een concave grafiek.
Wanneer is de volgende functie convex?
X = pz b
Wanneer is de volgende functie concave?
B = x In(c)
Wanneer vindt de Solver het global maximum?
Wanneer vindt de Solver het global minimum?
Wat zegt het capital asset pricing model (CAPM) over de bèta en het rendement?
Wat maakt het raden van ‘the best allocation’ in portfolio optimalisatie modellen moeilijk?
Wat wordt bedoeld met de efficient frontier?
Welke van de criteria past niet in het rijtje voor het schatten van de constanten?
Welke voorspellingsmethode hoort niet in het rijtje thuis?
Wat wordt bedoeld met de least-squares line?
Hoeveel afhankelijke en onafhankelijke variabelen heeft een regressiemodel?
Is dit een lineaire functie of een niet lineaire functie? Leg je antwoord uit.
(Zie bijlage)
Is dit een lineaire functie of een niet lineaire functie? Leg je antwoord uit.
(Zie bijlage)
Is dit een lineaire functie of een niet lineaire functie? Leg je antwoord uit.
(Zie bijlage)
Wat is het verschil tussen een multiple R en een R-square?
Stel een vergelijking op voor een eenvoudige regressie met afhankelijke variabele Y.
Stel een vergelijking op voor een exponentiële trend met afhankelijke variabele Y.
Wat is het doel van een regressie analyse?
Voor welke zaken waarschuwen de auteurs van het handboek je niet bij een regressie aanname:
Een tijdreeks variabele Y bevat meestal één of meerdere componenten. Welk component hoort niet in het rijtje thuis?
Hoe wordt de moving averages’ methode ook wel genoemd?
Welke twee dingen gaan vaak fout wanneer de Solver gebruikt wordt?
Zie onderstaande Excel-Wiskundige notatie:
| A | B | C | D | E | F | G |
1 | J | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
2 | Pj | -2 | 3 | -4 | 5 | -6 | 1 |
3 | Xj | 10 | 20 | 10 | 20 | 10 | 20 |
4 | Yj | -12 | -14 | -17 | -20 | -15 | -10 |
Bereken ∑(Xj)2
j=5
De waarden voor j x zijn gegeven in onderstaande tabel.
J = | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
Xj | 3 | 4 | 2 | 7 | 3 | 2 | 4 | 0 | 1 |
Wat is de waarde van X4? Wat is de waarde van X9?
De waarden voor j x zijn gegeven in onderstaande tabel.
J = | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
Xj | 3 | 4 | 2 | 7 | 3 | 2 | 4 | 0 | 1 |
Wat is de waarde van X2 + X4 + X6 – X3 + X9?
De waarden voor j x zijn gegeven in onderstaande tabel.
J = | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
Xj | 2 | 4 | 3 | 5 | 7 | 1 | 6 | 0 | 2 |
Wat is de waarde van Xj + Xj-2 – Xj+2 + Xj-4 als j gelijk is aan 5?
De waarden voor j x zijn gegeven in onderstaande tabel.
J = | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
Xj | 2 | 4 | 3 | 5 | 7 | 1 | 6 | 0 | 2 |
Wat is de waarde van 2Xj + 0,5Xj-3 – Xj-1 + 3Xj+5 als j gelijk is aan 4?
De waarden voor j x zijn gegeven in onderstaande tabel.
J = | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
Xj | 4 | 3 | 7 | 5 | 9 | 12 | 11 | 2 | 3 |
Wat is de waarde van 3Xj + 4Xj+2 – 2Xj-4 + 6Xj-5 als j gelijk is aan 7?
Substitueer de formule voor Zi in die van Yi waarbij Zx = bci-3
Yi = Zi-1ci-2
Substitueer de formule voor Zi in die van Yi waarbij Zx = bci-3
Yi = bZi + (1 – b) Zi+1
Op welke twee manieren kan de SolverTable Add-In gebruikt worden?
Noem een paar belangrijke punten als het gaat om een gevoeligheidsrapport in Solver ten aanzien van SolverTable.
Wat zijn de belangrijkste stappen in het modelleringsproces?
1. B
2. B
3. C
4. C
5. A
6. A
7. C
8. Nee, alleen een positieve waarde. Het is niet mogelijk een negatief aantal producten te produceren.
9. Input en range namen, werknemers die iedere dag beginnen, werknemers die garant staan (als back up) en het totaal aantal werknemers.
10.
Variabele/beperking | Uitleg |
Input variabelen | De input van arbeid voor de farmacie industrie, medicijnen vereist voor het produceren van andere medicijnen, de verkoop prijs van medicijnen, het aantal beschikbare manuren. |
Beslissingvariabelen (changing cells) | Het aantal medicijnen die geproduceerd moeten worden. |
Objective variabelen (target cell) | De omzet van de verkoop van medicijnen. |
Andere rekenkundige variabelen | Eenheden medicijnen, benodigdheden om andere medicijnen te maken, eenheden van medicijnen die verkocht kunnen worden. |
Beperkingen | Het aantal geproduceerde medicijnen moet groter of gelijk zijn aan het aantal medicijnen vereist voor de productie van andere medicijnen. |
11.
Variabele/beperking | Uitleg |
Input variabelen | De duur van de investering en het rendement, het oorspronkelijke bedrag van de investering, de maximale hoeveelheid die toegestaan is in een investering, de percentages op de kapitaalmarkt. |
Beslissingvariabelen (changing cells) | De hoeveelheden die geïnvesteerd worden in een investering. |
Objective variabelen (target cell) | Eind hoeveelheid kas aan het einde van de periode. |
Andere rekenkundige variabelen | De hoeveelheid kas die beschikbaar is aan het begin van de periode. |
Beperkingen | De hoeveelheid geld in een investering moet kleiner of gelijk zijn aan de maximale hoeveelheid. |
12.
Variabele/beperking | Uitleg |
Input variabelen | De capaciteit van de fabriek, de regionale vraag van de klant, de verzendkosten per eenheid. |
Beslissingvariabelen (changing cells) | Het aantal auto’s dat verzonden wordt van iedere fabriek naar elke regio. |
Objective variabelen (target cell) | De totale vervoerskosten. |
Andere rekenkundige variabelen | Het aantal dat verzonden wordt afkomstig uit de fabriek, het aantal dat verzonden wordt naar iedere regio. |
Beperkingen | Het aantal auto’s dat verzonden wordt vanuit de fabriek moet kleiner of gelijk zijn aan de maximale capaciteit van de fabriek. |
13. A
14.
15.
16. Yx – Yx-`1 = (α2 + βx) – (α2 + β (x – 1)) = β
17. ((α – 1) * x + β (x – 2)) – ((α – 1) (x – 1) + β (x – 3) = α – 1 + β
18. Een functie met een niet-afnemende helling noemen we de ‘convex function’ en een functie met een niet-toenemende helling noemen we een ‘concave function’.
19.
20.
21. Wanneer b groter of gelijk is aan 1, p groter of gelijk is aan 0 en z groter of gelijk is aan 0.
22. Wanneer x groter of gelijk is aan 0 en c groter is dan 0.
23. Wanneer de doelfunctie of het logaritme van de doelfunctie concaaf is of als de beperkingen lineair zijn.
24. De doelfunctie is convex en de beperkingen zijn lineair.
25. D
26. C
27. B
28. C
29. A
30. A
31. B
32. Nee, want de functie bevat een macht. Elke functie waar een macht in zit of die omgeschreven kan worden tot een macht is niet lineair.
33. Ja, dit is een lineaire functie.
34. Nee, want deze functie kan omgeschreven worden tot een macht.
35. D.
36. Voor de eenvoudige regressie: Y = a + bX en b > 0 (dit is gewoon lineair).
37. Voor de expnentiële trend: Y = abzx of iets wat hier op lijkt.
38. D
39. C
40. C
41. D
42. A
43.0, want de vanaf indexwaarde voor j (5) is groter dan de tot/met indexwaarde (2), dus er valt niets te sommeren.
44. Respectievelijk 7 en 1.
45. 4 + 7 – 2 + 1 = 10
46. 7 + 3 – 6 + 4 = 8
47. 2 * 5 + 0,5 * 2 – 4 + 3 * 2 = 13
48. 3 * 7 + 4 * 3 – 2 * 7 + 6 * 3 = 37
49. Yi = bci-4ci-2
50. Yi = b (c i-2(1 – b) + bci-3
51. One way table en de two way table. De one way table houdt in dat er een single input cel bestaat en veel output cellen. Er kan één single output cel bestaan, maar ook meerdere output cellen. De two way table houdt in dat er twee input cellen zijn en één of meerdere output cellen.
52. De gevoeligheidsanalyse van de Solver richt zich alleen op de coëfficiënten van de diverse doelstelling en de rechte kanten van de beperkingen. Met SolverTable is het mogelijk elke vorm van de inputs te valideren. De gevoeligheidsanalyse biedt hele bruikbare informatie doordat het kosten, schaduwprijzen en toelaatbare verhogingen en verlagingen reduceert. Met SolverTable kan dit ook, maar het vereist iets meer werk en oefening dan bij de gevoeligheidsanalyse. De gevoeligheidsanalyse is gebaseerd op de verandering van slechts één doelstellingcoefficient of een rechte kant op hetzelfde moment. SolverTable is hier veel flexibeler in. De gevoeligheidsanalyse hoort bij Excel. SolverTable is een apart programma dat niet bij Excel is inbegrepen.
53. Het definiëren van het probleem, het verzamelen van data, het ontwikkelen van een model, de verificatie van het model, de optimalisatie en besluitvorming, de communicatie van model naar management en de implementatie van model.
Een rekenkundig model is een kwantitatieve representatie of idealisatie van een reëel probleem. Deze representatie kan verwoord worden in termen van rekenkundige expressies (zoals vergelijkingen en ongelijkheden) of als een serie van onderling gerelateerde cellen in een werkblad.
Beschrijvende modellen zijn die alleen de situatie omschrijven. Optimalisatie modellen zijn daarentegen alle modellen die een wenselijk verband of actie suggereren noemen we optimalisatiemodellen.
Een wachtrijprobleem noemen we ook wel een queueing. In hoofdstuk 13 wordt hier verder op ingegaan.
Dit boek richt zich in het bijzonder op modelleren en niet modellen. Dit is omdat modelleren een proces beschrijft waarin je de essentie van een reële probleem abstract maakt in bijvoorbeeld een model of in een werkblad.
Modelleren kan gekarakteriseerd worden als een proces dat verloopt in zeven stappen. Deze zeven stappen zijn:
definiëren van het probleem
verzamelen van data
ontwikkelen van een model
verificatie van het model
optimalisatie en besluitvorming
communicatie van model naar management
implementatie van model
Ogenschijnlijk is de eerste stap een eenvoudige stap, maar de definitie van het probleem is lang niet altijd eenvoudig. Vaststellen wat het exacte probleem is van noodzakelijk belang om het probleem daadwerkelijk op te kunnen lossen.
De tweede stap, verzamelen van data, neemt doorgaans de meeste tijd in beslag. De derde en de vijfde stap (de ontwikkeling van het model en de optimalisatie en besluitvorming) worden in dit boek het meest behandeld.
De meest bruikbare modellen zijn die modellen die de essentie van het probleem weten weer te geven zonder te verzanden in minder belangrijke details. Een model moet dan ook zo eenvoudig mogelijk zijn. De grootste uitdaging in de derde stap is dan ook het vinden van de juiste balans tussen een te eenvoudig model en een te complex model.
Een oplossingsmethode dat doorgaans wordt gezien als een relatief simpel model dat goede maar niet altijd optimale oplossingen biedt, is de heuristische methode. Een heuristiek is vooral gebaseerd op gezond verstand, intuïtie en proberen.
Volgens de schrijvers van het boek is de werkbladbenadering de beste manier om een model te ontwikkelen omdat deze benadering een beroep doet op het grote publiek. Dat modeleren binnen de managementwetenschap van belang is, daarvan zijn de schrijvers overtuigd. Ze geven daarvoor vier redenen:
Het geeft de mogelijk om over een probleem in het algemeen na te denken en dwingt tot logisch denken.
Het helpt bij het ontwikkelen van iemands kwantitatieve
Modelleren (H1)
Modelleren is het vereenvoudigd weergeven van de werkelijkheid.
Doel: situatie beter begrijpen/besturen.
Het is een creatief denkproces, niet goed/fout maar geschikt/ongeschikt.
7 stappen proces (zie slides/boek)
Probleem defineren. Belangrijkste vaardigheid is luisteren
Data verzamelen. Op basis van feiten
Model ontwikkelen. Welke aannames van de toekomst: ‘stel nou…’ vragen (Kun je later weer gebruiken).
Verifiëren. Nog steeds recht aan het probleem: heb je het begrepen? Je hebt dus al model + informatie maar nog geen oplossing
Optimaliseren. Oplossingen bedenken m.b.v. een model (Excel)
Communiceren. Ook aangeven hoe gevoelig het model is (welke variaties er zijn op algemene oplossing)
Uitvoering
Een model bestaat uit:
Parameters (gegevens + aannames)
Beslissingen (variabelen)
Uitkomsten (consequenties)
Structuur (samenhang)
Bij verificatie vraag je jezelf af: “is dit model juist?”
Bij validatie vraag je jezelf: “helpt dit model?”
Spreadsheet modellen (H2)
Spreadsheet modellen zijn rijen en kolommen met cellen waarin gegevens/relaties tussen andere cellen met gegevens staan.
Gegevens:
Parameters: celwaarde ongewijzigd in het model
Variabele: mag gewijzigd worden
Relaties: de cel bevat (de uitkomst van) een formule waarin naar andere cellen wordt verwezen.
Veel gemaakte fouten:
Foute/verouderde gegevens
Onjuiste bewerkingen op gegevens
Absolute/relatieve verwijzingen
Instelling handmatige herberekening
Toevoegen/weghalen van rijen/kolommen
Voordelen van spreadsheets: zie slides
Data analyse (H2+H3)
Data analyse is vanuit date een model construeren
Patronen herkennen (verondersteld verband)
Hypothese testen/veronderstelling verifiëren (verondersteld verband)
Alternatieven vergelijken (en andere alternatieven vinden)
Voorlopige keuze: voorlopige theorie, er kan dus nog een betere komen.
Voorbeeld theorie: ‘belonen is beter dan straffen’, maar het patroon is andersom. Wat mis is met deze patroonherkenning is dat er onterecht invloed verondersteld wordt op de uitkomst, zoals bijvoorbeeld het straffen bij het gooien van een dobbelsteen.
Dus: altijd kritisch zijn op eigen veronderstelling en eigen denkfouten door kritiek adresseren.
Oplossing: dataset splitsen
Deel voor vinden relaties
Deel voor aantonen relaties
Vertrouw niet alleen op een grafiek maar bekijk ook de achterliggende data bij bijvoorbeeld het aantonen van een trend. Voor voorbeeld zie slide!
Reden tot snelle patroonherkenning: de mens wil graag patronen zien:
Geeft gevoel van controle
Wordt versterkt als eigen gedrag de verklaring is (“ik heb hard gewerkt dus verdien ik een bonus”)
Cognitieve bias: niet meer van de eigen denkwijze afwijken
Trends aantonen: regressie (H3)
Met Excel kun je trends aantonen
Zie slide voor voorbeeld!
Houd het model zo simpel mogelijk
Geschikt of niet?
Wat zegt de
Wat is een rekenkundig model?
Wat is een voorbeeld van een wiskundig model?
Wat is het verschil tussen beschrijvende en optimalisatie modellen?
Geef de definitie van modelleren.
Wat is geen besluitvariabele die gebruikt wordt bij lineair programmeren?
Evenredigheid is een onderdeel van een lineair model. Wat wordt hiermee bedoeld?
Wat wordt bedoeld met de Net present value (NPV)?
Kan nonnegativity een positieve en een negatieve waarde aannemen? Verklaar
.....read moreManagement Science - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen
Hier wordt relevant studiemateriaal gebundeld voor Bedrijfskunde jaar 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Voor een compleet overzicht van de meest recente op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je het beste gebruik van de zoekfuncties.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution