Hoofdstuk 5

• Een ambtenaar van de burgerlijke stand is in dienst van de gemeente, een buitengewoon ambtenaar kan een persoon zijn die niet in dienst van de gemeente is. 
• De regels omtrent de ambtenaar van de burgerlijke stand staan in art. 1:16-16d BW. 
• De regeling van de registers van de burgerlijke stand staan in een artikel verder, in art. 1:17-17c BW. 
• Partijen zijn degene die de aangifte doen, die partij zijn bij de aangifte dan wel akte.
• De moeder kan aangifte doen, vaak is dit na de bevalling nog niet mogelijk dus staat er kan. De vader is wel in staat aangifte te doen, dus die is hiertoe verplicht.
• De geboorte wordt gemeld in de gemeente waar het kind is geboren, het overlijden wordt gemeld aan de gemeente waar de persoon is overleden.
• De akten van de burgerlijke stand zijn openbaar, iedereen kan daarom een afschrift verkrijgen. 
• Iedere Nederlander van 16 jaar of ouder kan een verzoek doen tot geslachtswijziging, dit is dezelfde leeftijd als men via handlichting meerderjarig wordt verklaard.

Hoofdstuk 6

• Een huwelijk kan alleen door twee personen van gelijk of van verschillend geslacht worden aangegaan. 
• Een geregistreerd partnerschap kan alleen door twee personen van gelijk of van verschillend geslacht worden aangegaan. 
• Huwelijk kan alleen door een meerderjarige van 18 jaar of ouder, dit kan niet via een meerderjarigverklaring.
• Men moet de wil hebben tot een huwelijk en hiertoe in staat zijn dit te bepalen, anders is deze ongeldig. 
• Een huwelijk kan tussen twee personen, de aanstaande echtgenoten mogen dus geen andere echtgenoot hebben of een geregistreerd partner.
• Een huwelijk mag niet tussen familieleden plaatsvinden. 
• Trouwbeloften zijn beloften, beloften kun je niet zomaar afdwingen. 
• Stuiting houdt in dat het huwelijk wordt gestuit, dus de voltrekking van een huwelijk wordt onderbroken. 
• Bij een huwelijk moeten er getuigen aanwezig zijn.
• De wet spreekt van een nietigverklaring van een huwelijk, echter bedoelt de wetgever vernietigbaar. Het huwelijk is namelijk ooit geldig geweest.
• Een huwelijk kan niet worden omgezet in een geregistreerd partnerschap aangezien dit alleen als misleidende constructie wordt gebruikt om gemakkelijk te scheiden. Een geregistreerd partnerschap kan wel in een huwelijk worden omgezet aangezien dit niet als misleidende constructie kan worden gebruikt.

Hoofdstuk 7

• Het geregistreerd partnerschap is bijna hetzelfde als een huwelijk, echter gelden er minder strenge vereisten bij het aangaan en bij het verbreken van de relatie. Scheiding van tafel en bed is niet mogelijk.
• Het huwelijk sluit het geregistreerd partnerschap uit.
• De regelingen omtrent het huwelijk zijn ook van toepassing zijn op het geregistreerd partnerschap.
• Indien sprake is van een informele relatie geldt het samenlevingsvermogensrecht, dan is voor de gemeenschappelijke eigendom sprake van een eenvoudige gemeenschap in plaats van een bijzondere gemeenschap.
• Door de Wet openstelling huwelijk kan er een geruisloze overgang plaatsvinden van het geregistreerd partnerschap naar het huwelijk.

Hoofdstuk 8

• Het standaard huwelijksvermogensstelsel is veranderd van een algehele gemeenschap van goederen naar een beperkte gemeenschap van goederen.
• Echtgenoten kiezen ervoor om samen te leven, daarom dienen zij voor elkaar te zorgen op grond van de wederzijdse zorgplicht.
• Voor minderjarige kinderen geldt een verzorgings- en opvoedingsplicht door de ouders.
• Voor meerderjarige kinderen geldt een recht op kostenvergoeding voor levensonderhoud en studie. 
• Door de wederzijdse zorgplicht is er een recht op informatie omtrent de vermogenspositie van de andere echtgenoot, voor de eerlijkheid.
• Er ontstaan vergoedingsrechten voor het vermogen dat verschuift tussen het gemeenschappelijk vermogen en tussen de eigen vermogens.
• Aansprakelijkheid ziet op één persoon die wordt aangesproken om een prestatie te verrichten.
• Draagplicht ziet op de persoon wie de schuld draagt.
• De verhaalsaansprakelijkheid ziet op de persoon op wie schuldeisers verhaal kunnen halen.
• De kosten van de huishouding worden gelijk gedragen, dus in eerste instantie via het gemeenschappelijk vermogen. Indien dit er niet is evenredig van het privevermogen. 
• Het eigen vermogen van de echtgenoot staat onder bestuur van die echtgenoot. Het gemeenschappelijk vermogen staat onder het bestuur van beide echtgenoten.
• Voor schenkingen en giften is toestemming van beide echtgenoten vereist, het ziet namelijk op hun vermogen. Dit geldt ook voor quasi-legaten. 
• De wettelijke gemeenschap van goederen omvat alle schulden en alle goederen.
• Een huwelijksrechtelijke gemeenschap ontstaat door de voltrekking van een huwelijk, dit is niet het geval van huwelijkse voorwaarden. Via huwelijkse voorwaarden kan de omvang van die gemeenschap namelijk worden ingeperkt of verruimd. 
• Boedelmenging is niet van toepassing op vermogen dat wordt verkregen krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of via gift verkregen goederen. Dit is namelijk persoonlijk bedoeld.
• Zaaksvervanging is dat als aan bepaalde eisen is voldaan, dan kan een zaak een ander goed vervangen in het vermogen. 
• Een schuldeiser kan zich verhalen op de goederen die behoren tot de gemeenschap, het maakt hierbij niet uit of sprake is van een gemeenschappelijke schuld of een eigen schuld. Let hierbij op dat een schuldeiser van een eigen schuld zich niet kan verhalen op het eigen vermogen van de andere echtgenoot. 
• Door ontbinding wordt de boedelmenging beëindigd, alles wat daarna verkregen wordt is weer eigen vermogen. Er is namelijk geen gemeenschap meer.
• De aansprakelijkheid veranderd na de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap, voor ontbinding werden gemeenschapsschulden gedragen door beide echtgenoten, maar was degene die deze schuld was aangegaan aansprakelijk. 
• Aangezien niet steeds duidelijk is wanneer een goed van iemand is, kon dit leiden tot bewijsproblemen. Alle bewijsmiddelen zijn mogelijk tegen derden en onderling.
• Als de huwelijksgemeenschap ontbonden is, kan het vereffend worden. 

Hoofdstuk 9

• Scheiding van tafel en bed is niet mogelijk bij een geregistreerd partnerschap.
• Indien sprake is van ontkenning van de duurzame ontwrichting, dan zal degene die dit stelt bewijzen moeten leveren.
• Indien de echtgenoten of een van hen gezag uitoefent over hun gezamenlijke minderjarige kinderen, moet in het verzoekschrift tot echtscheiding tevens een ouderschapsplan staan.
• Als de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijk stand, dan is de echtscheiding een feit.
• Als de echtgenoot recht heeft op pensioen van de ander bij scheiding, heeft dit invloed op de hoogte van de alimentatie aangezien deze persoon hierdoor al een tegemoetkoming krijgt.
• De behoefte op een uitkering kan worden bepaald door de welstandshoogte tijdens het huwelijk. 
• Art. 1:157 spreekt over inkomsten dus niet de vermogenspositie, de behoeftige moet in redelijkheid inkomsten kunnen verwerven.
• De alimentatie zal twaalf jaar duren na de datum van echtscheiding.
• Het einde van het levensonderhoud is als degene die het levensonderhoud ontving een nieuw huwelijk of een nieuw geregistreerd partnerschap aangaat. Aangezien de persoon dan via de nieuwe partner verzorgd kan worden.
• Een van de echtgenoten kan de woning zes maanden na inschrijving van de echtscheiding het huis blijven bewonen tegen een redelijke vergoeding.